zondag 3 januari 2016

Moed ...

Allen die uw hoop vestigt op de Heer:
wees sterk en houdt moed.
NBV

Weest sterk, uw hart zij onversaagd,
gij allen die wacht op de Ene!
NB

Psalm 31:25


Als ik vrijdagmorgen mijn boekje ‘Geliefd en gezegend’ opensla, is het deze tekst die mij tegemoet komt met daarbij enkele waardevolle woorden  over het woord moed.

Moed …
Mijn gedachten gaan als eerste naar een gedicht van Nel Benschop, naar één regeltje, dat denk ik, al vanaf mijn jeugd met mij meereist en bij tijd en wijle, soms als een gebed, soms als een schreeuw naar God, soms alleen de woorden als een ‘je weet toch waar je zijn moet’, boven komt: ‘… , maar geef mij toch een heel klein beetje moed.’
Want, wat heeft het mij daar vaak aan ontbroken, heb ik me door angst laten leiden en me laten weerhouden om dingen te doen, te ondernemen …
Wat kan ik er soms nog mee worstelen en wat kost het me soms nog veel om …
Wat een impact hebben bepaalde gebeurtenissen toch …


Moed.
Je doet ’s morgens je ogen open en weer staart een nieuwe dag je aan.
Het liefst zou je je omdraaien en verder slapen, om maar niet te hoeven voelen, om maar niet te hoeven denken, om maar niet te hoeven doen, om maar niet te hoeven …
Hoeveel moed is er soms niet nodig om toch op te staan en te doen wat gedaan moet worden, hoe zwaar, moeilijk, of pijnlijk ook.
Hoeveel  moed is er soms niet nodig om te leven, om je ene been voor het andere te blijven zetten en niet op te geven.

Moed, om maar weer te solliciteren.
Moed, om opnieuw iemand je vertrouwen te geven.
Moed, om (weer) een behandeling in te gaan.
Moed, om open en eerlijk te zijn.
Moed, om te erkennen dat je fout zat.
Moed, om vergeving te vragen.
Moed, om door te gaan waar een ander het voor gezien houdt.
Moed, om …

Moed, om uit te stappen en nieuwe dingen te gaan doen.
Moed, om gehoor te geven aan die zachte innerlijke stem, waarvan je denkt, of misschien wel weet, het is God die dit van mij vraagt.
Moed, om te blijven geloven, ook als iedereen om je heen niet gelooft.
Moed, om te bidden voor je eten, als niemand anders dit doet.
Moed, om niet mee te gaan in de verleidingen van de wereld.
Moed, om nee te zeggen, waar ieder ander ja zegt.
Moed, om ja te zeggen, waar ieder ander zwijgt.
Moed, om …

Moed …
Onversaagd, onverschrokken, lef, stoutmoedig, flinkheid, dapperheid, durf, geestkrachttonend, hoop, kracht, vertrouwen.

Moed, moedig zijn …


Mozes roept het volk Israël op om sterk en moedig te zijn.
‘Wees vastberaden en moedig. Wees niet bang, laat je niet uit het veld slaan. De Heer Zelf trekt met jullie mee. Je God laat je niet aan je lot over, Hij laat je niet alleen.’
Deut. 31:6

Ook Jozua wordt door Mozes nog apart aangespoord om sterk en moedig te zijn:
‘Wees vastberaden en moedig. Jij zult …
…De Heer Zelf zal voor je uittrekken, Hij zal je ter zijde staan. Hij laat je niet aan je lot over, Hij laat je niet alleen. Wees dus niet bang, laat je geen schrik aanjagen.’
Deut. 31:7,8

In vers 23 van dit hoofdstuk komen deze woorden opnieuw terug; en ook in Jozua 1:6, en in vers 7, en vers 9 en 18.
Steeds opnieuw klinken deze woorden: ‘Wees sterk (wees vastberaden) en moedig!’

Och, wat had het volk Israël ontbroken aan moed.
Wat hadden zij zich de moed laten ontnemen door de verhalen van die tien mannen.
Slechts tien, terwijl God hen al zoveel vaker had geholpen; had getoond wie Hij was!
De gevolgen waren zo groot, niemand van hen is ooit Het Beloofde Land binnen gegaan.
En nu, nu de jonge kinderen volwassen geworden zijn, staan ze opnieuw op het punt om de grens over te gaan en Mozes, die ook niet mee mag, spreekt hen moed in, en spoort hen aan om sterk te zijn, om moedig te zijn.

In 1 Kronieken 22:13 en 28:20 spreekt ook David dezelfde soort woorden tegen zijn zoon Salomo.
Beiden, zowel Jozua, als Salomo, hadden en mega grote taak voor zich liggen.
Jozua moest de leiding over het volk Israël overnemen van Mozes, en het volk het land van melk en honing binnenleiden, en Salomo mocht de tempel gaan bouwen.
Ik kan me voorstellen, dat beiden wel wat aanmoediging en aansporing konden gebruiken.
Wij hebben dan waarschijnlijk niet zo’n grote taak voor ons liggen, maar er kunnen vele andere dingen in ons leven zijn, waardoor we wel wat aan(be)moediging kunnen gebruiken.
Ik in ieder geval wel.


Het jaar 2016 ligt voor ons; slechts nog maar een paar dagen zijn er van verstreken.
Niemand van ons weet precies wat dit jaar gaat brengen, al kunnen er weldegelijk dingen zijn die we nu wel weten en waarbij de moed ons in de schoenen zakt, of waar we vreselijk tegen op zien.

Misschien zit je zonder werk, heb je al tig sollicitaties gedaan, en heb je zo'n beetje alle moed en hoop op ooit nog een nieuwe baan verloren.
Maar ja, solliciteren moet je.
Misschien ben je ziek, en wachten je hele nare en vervelende onderzoeken; of misschien wel zware behandelingen waar je dood- en doodziek van wordt.
Misschien ben je in de steek gelaten en sta je er nu alleen voor.
Weg ‘zekerheid’ van een hecht gezin, van een vader of moeder, man of vrouw naast je.
Hoe moet het nu met … kinderen, werk, huis, auto, rondkomen, …?
Emotioneel is alles als een rollercoaster, maar ondertussen …; hoe moet je verder als je eigenlijk misschien niet meer verder wilt, of denkt te kunnen?
Misschien ben je chronisch ziek, is pijn je ‘trouwe’ metgezel, iedere dag opnieuw, en zie je op tegen een nieuw jaar waarin je misschien steeds weer minder kan, achteruit gaat, opstaat en naar bed gaat met pijn.
Misschien heb je een man, een kind, een vader of moeder met een psychische aandoening en kost het je bergen aan energie, aan kracht, aan geduld, aan wijsheid, aan liefde, aan … noem maar op.
Of misschien loop je aan tegen de moeilijke wegen in het hulpverleningscircuit, of welk circuit dan ook, en dreig je de moed te verliezen omdat je steeds tegen een muur van onbegrip of oneerlijkheid aanloopt.
Misschien …

Wij hoeven dan misschien wel geen volk te leiden en een land binnen te brengen of een tempel te bouwen, maar onze eigen issues kunnen wel net zo groot zijn als deze dingen, en hebben we het net zo hard nodig als het volk Israël, Jozua of Salomo, om moed ingesproken te worden aan het begin van dit nieuwe jaar.

Ja, er klinkt een flinke aansporing (in andere vertaling staat het zelfs als een gebod) in de woorden ‘wees sterk en moedig’, dus ja, daar moeten we zelf ook voor kiezen en in actie voor komen, maar deze woorden ‘wees sterk en moedig’ gaan wel vergezeld met de belofte: ‘De Heer Zelf zal voor je uittrekken, Hij zal je ter zijde staan. Hij laat je niet aan je lot over, Hij laat je niet alleen. Wees dus niet bang, laat je geen schrik aanjagen.’
En ook bij David klinken nagenoeg dezelfde woorden naar Salomo: ‘De Heer zal met je zijn.’

En zo, lieve broer en/of zus, welke weg ook voor ons ligt, wat er ook op ons pad komt, God Zelf gaat voor ons uit!
Hij gaat naast ons op alle wegen en zal ons niet aan ons lot overlaten waar we ook doorheen moeten gaan.
Wat onze weg ook is, laten we sterk en moedig zijn, want Vader God gaat met ons mee!
Elke dag, ja elk moment, overdag of ‘s nachts, is Hij bij ons!
Hij laat ons niet aan ons lot over.

Wees sterk en houdt moed!
Niet omdat ik het hier schrijf, maar omdat Hij het zegt en daar de belofte aan verbindt dat Hijzelf met ons mee gaat en bij ons zal zijn op al onze wegen.
Laten we sterk en moedig zijn, want Hij zal ons helpen!
Laten we sterk en moedig zijn, want Hij is voor ons en achter ons; ja, Zijn  hand ligt op onze schouder!
Laten we sterk en moedig zijn, want Hij maakt ons sterk en ondersteunt ons met Zijn heilrijke rechterhand!
Laten we sterk en moedig zijn, want Hij ziet ons!
Zijn ogen gaan over de gehele wereld om krachtig bij te staan, wiens hart volkomen naar Hem uitgaat!
Laten we sterk en moedig zijn; zien op Zijn beloften en daaruit levensmoed putten.
En laten we in alles onthouden: ‘Hij die in ons leeft, is machtiger dan hij die de wereld bezielt!’


Lieve vader in de hemel,
zo aan het begin van dit nieuwe jaar wil ik bij U komen en in het bijzonder hen voor Uw troon brengen die het aan moed ontbreekt, of die bijna geen moed meer hebben.
Uw woord zegt ons om sterk en moedig te zijn, maar soms Vader, soms valt dat niet mee en hebben we het nodig dat U ons nieuwe moed geeft.
Dat U ons mensen om ons heen geeft bij wie we even mogen uithuilen, die een arm om onze schouder slaan, ons opbeuren, ons troosten, ons bemoedigen met een kaartje of een compliment, ons een hart onder de riem steken, voor- en met ons bidden.
Soms hebben we het extra nodig dat Uzelf naar ons toekomt met een woord, een lied, een beeld, een droom.
Met die vrede, waar de Here Jezus over spreekt; die vrede die ieder verstand te boven gaat, vrede in ons hart terwijl het om ons heen stormt.
Lieve Heer Jezus, niemand dan U weet hoe angst kan verteren en moed kan ontnemen en daarom kom ik bij U om te bidden om moed voor de moedelozen, om moed voor hen die ontmoedigd zijn, om moed voor hen die bang zijn, om moed voor hen die het niet meer zien zitten, om moed om te blijven strijden, om door te gaan en niet op te geven.
Heer Jezus, U bent ons voorbeeld, U hebt laten zien hoe de grootste angst overwonnen kan worden, en de kracht, die U op deed staan uit de dood, die opstandingskracht is in ons.
Heer, allerlei dingen kunnen ons het zicht ontnemen, onze moed ontnemen; het leven kan soms zo zwaar zijn.
Daarom, Heer Jezus, bid ik U, geef ons toch, waar we het ook nodig hebben, al is het maar een heel klein beetje, moed, zodat we toch dit jaar met opgeheven hoofd in kunnen gaan, omdat we weten dat U voor ons uit gaat.
En dat er niets kan of zal gebeuren waar U niet bij bent.
In Jezus’ Naam.

- Amen -


Ik ben er toch!

Wees niet bang,
laat je niet ontmoedigen.
Kijk niet zo verschrikt om je heen;
Ik ben er toch! Ik ben er toch!

Wees niet bezorgd,
laat ongerustheid niet zo knagen.
Loop niet zo verdwaasd in de rondte;
Ik ben er toch! Ik ben er toch!

Geef toch aan Mij wat jou zo bezighoudt;
geef aan Mij wat jou de moed ontneemt.
Geef toch aan Mij wat jou zo wanhopig maakt;
geef aan Mij voordat het je van Mij vervreemdt.

Ik ben er toch! Ik ben er toch!
Want, beloofde Ik je niet te ondersteunen,
bij je te zijn alle dagen van je leven.
Beloofde Ik je niet om voor je uit te gaan
en je dagelijks met Mijn liefde te omgeven.

Ik ben er toch! Ik ben er toch!
Heb Ik je niet op Mijn arm genomen
en beloofd je te dragen tot je oud en grijs bent.
Jij, die Mij zo kostbaar en waardevol bent,
die Ik bij naam noem en door en door ken.

Ik weet wat je nodig hebt,
nog voor je Mij erom vraagt.
Wees sterk en vastberaden, Mijn kind,
moedig, onverschrokken, onversaagd.


Gods rijke zegen toe gebeden voor dit nieuwe jaar.
Een liefdevolle groet,

Rita




1 opmerking:

  1. Dank je wel. Ik was van plan om te schrijven rond het thema "wees moedig".

    BeantwoordenVerwijderen