Soms gebeuren er gewoon net even te veel dingen, waardoor je wordt stilgezet, en je niet meer kunt doen dan het hoognodige.
Hoewel nog niet alles een plekje heeft gekregen, en mijn hoofd nog niet helemaal wil, komt wel steeds meer het verlangen terug om het schrijven weer een beetje op te pakken.
En zo is hier weer na lange tijd een nieuw ‘Neem de tijd … -stukje’.
‘En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van de Here Jezus Christus, blijken in alle delen onberispelijk bewaard te zijn.
Die u roept is getrouw; Hij zal het doen!’
1 Thess. 5:23,24
NBG
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om naar de Heer te gaan.
Neem de tijd, laat toch geen dag voorbijgaan
waarin je niet bij Hem bent geweest.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om elke dag bij Hem te zijn.
Neem de tijd om met Hem te spreken,
maar ook om stil te zijn en bij Hem te vertoeven.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd voor een innig samenzijn.
Neem de tijd, want heiligmaking door Hem
kan alleen door nauw persoonlijk contact.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd; laat los en laat God God zijn.
Neem de tijd, opdat je gevuld zal worden
met Zijn rust, met vreugde en vrede.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en ontspan in de belofte:
‘Die u roept is getrouw; Hij zal het ook doen!’
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …
Ik weet niet hoe het met jou is, maar ik kan soms zo tegen mezelf aanlopen; zo geconfronteerd worden met dingen in en van mijzelf die ik helemaal niet leuk vind, die ik helemaal niet wil, en toch …
Dan denk ik: Heer, hoe kan dit toch? Ik ben toch Uw kind, Uw Geest woont in mij.
Ik zou een nieuwe schepping moeten zijn; gestorven aan mezelf, mijn oude natuur weg enz., en toch …
Hoe eigen zijn me dan de woorden van Paulus: ‘Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.’
Helaas ben ik ook iemand die -vaak zonder dat ik het echt besef, dan weer hard aan het werk ga om toch maar te proberen het anders te doen, anders te zijn, om vervolgens weer op mijn neus te vallen, en tot de conclusie te komen: ik kan mijzelf niet veranderen; hoe graag ik ook wil, ik kan het niet.
Deze dingen kwamen de afgelopen weken steeds weer terug doordat ik met het Dagboek stilgezet werd bij onderwerpen als ‘met Christus gekruisigd zijn’, bij ‘het Geloofsleven’, en Toewijding.
Daarnaast waren we met de Vrouwenbijbelstudie net bezig met de studies van Jacques Brunt over de Efezebrief, die hier precies bij aansloten.
Ik heb heel wat geworsteld de afgelopen tijd met alle dingen die ik las, zowel vanuit Gods Woord, als vanuit het Dagboek.
Het was een tijd van spiegelen, van Gods Woord naast wat Murray en Brunt zeggen, van Gods Woord, Murray en Brunt naast mijn eigen leven.
Een ‘Neem de tijd … -stukje’ hierover lag klaar om verder uit te werken, het zijn immers de hoofdstukjes die aan dit voorafgaan, maar het lukte me gewoon niet.
Er bleef van alles tussendoor komen waardoor -voor mijn gevoel, uiteindelijk alles zo’n warboel was, dat ik het losliet en doorging naar dit volgende hoofdstukje met de titel ‘Algehele Heiliging’.
Hoewel ik nog even gedacht heb dat het weleens tegenwerking van de boze kon zijn, hij wil immers liever niet dat we ons leven naast Gods Woord leggen met als doel dat we meer willen gaan lijken -worden, als Jezus, maar gaandeweg werd mij afgelopen week duidelijk dat een andere volgorde soms ook gewoon goed kan zijn, of misschien wel beter.
Als ik weer terugga naar het woord ‘Heiliging’, komt ineens de volgende Bijbeltekst in mijn hoofd:
‘Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.'
1 Petr.1:15,16
Ik heb nog even in verschillende vertalingen gekeken naar de verwijzingen, maar zag dat er bij geen enkele vertaling een verwijzing staat naar 1 Thess. 5:23,24, tenminste, ik heb er geen gevonden.
Hoe jammer eigenlijk!
Want wat een verschil zou dat maken, om bij de opdracht om ‘heilig te zijn zoals Hij heilig is’, gelijk ook te kunnen lezen dat Hij dit Zelf ook in ons zal doen!
‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’
‘En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van de Here Jezus Christus, blijken in alle delen onberispelijk bewaard te zijn.
Die u roept is getrouw; Hij zal het doen!’
Wat een belofte wordt ons hier gegeven!
Hij, Die ons geroepen heeft, Hij ZAL het doen!
Alsof Hij zegt: ‘Wees niet bang, Mijn kind, Ik weet dat je dit zelf nooit kan, maar Ik zal het doen in jou, in Mijn Zoon, Jezus Christus, en door Mijn Geest.’
Murray moedigt ons aan om ons aan deze belofte vast te klampen, om de vervulling ervan op te eisen, om deze belofte te zien als onze schat en vreugde.
Och, welk een ontspanning ligt er niet in deze Woorden van Hem!
‘Deze God van vrede
belooft Zelf
ons te heiligen,
ons geheel en al te heiligen,
in Christus onze heiligmaking,
in de heiligmaking van de Geest.
God doet het werk!’
In nauwe, persoonlijke gemeenschap met God Zelf worden wij heilig.’
Andrew Murray
Het betekent dus duidelijk niet, dat we nu maar achterover kunnen gaan leunen en gewoon ons gang kunnen gaan en dat Hij dan wel gaandeweg ons leven heilig zal maken.
Alleen door dagelijks tijd door te brengen met de Heer zal ons leven meer en meer gaan veranderen; denk maar aan het spreekwoord ‘Waar je mee omgaat …’
Iets verderop in dit hoofdstukje zegt Murray dan ook:
‘Zoals de hitte van de zon op het lichaam schijnt en het verwarmt, zó brandt het vuur van Zijn heiligheid in ons en maakt ons heilig. Alles wat Hij vraagt, is dat wij komen en in nauwe gemeenschap met Hem blijven, elke dag.’
En zo ligt daar onze verantwoording, onze verantwoordelijkheid: ervoor kiezen om dagelijks tijd met Hem door te brengen, zodat Hij Zijn belofte in ons kan uitwerken.
We kunnen heel makkelijk zeggen ‘ik ben nu eenmaal zo’, maar de Heer zegt ons heel duidelijk in Zijn Woord dat we niet dezelfde mogen blijven.
We zijn die we zijn, maar we moeten niet blijven die we zijn.
En hoe geweldig is het dan om te weten dat Hij dit Zelf in ons wil doen, ja, zal doen!
Al waar Hij naar verlangt, is dat wij tijd doorbrengen met Hem, dat we komen in Zijn aanwezigheid, daarbij openstaand voor Zijn werk in ons.
‘Hij zal het doen!’
Misschien te onvoorstelbaar om te begrijpen, te pakken, maar Hij heeft het beloofd!
Geloof en vertrouw, neem aan en ontspan.
‘Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons.’ (2 Korinthe 1:20)
Heer, ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp!
- Amen -
Bij U komen, iedere dag;
dicht bij U zijn, om zo
met U verbonden te geraken,
zo met U verweven,
dat ik als vanzelf
meer en meer op U
ga lijken.
Bij U komen, iedere dag;
innig samen zijn met U,
steeds meer aan U verknocht,
waardoor er meer en meer
van mijn eigen ik,
mijn oude natuur,
moet wijken.
Bij Hem komen, iedere dag!
Geen dag voorbij laten gaan
waarin je niet bij Hem
bent geweest;
altijd verlangend
om meer op Hem
te lijken.
‘Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.’
2 Korinthe 3:18
Kom maar vaak bij Hem, en blijf dicht bij Hem; laat de drukte en beslommeringen van deze tijd, als ook alle dingen die gebeuren, je niet beroven van tijd om met Hem samen te zijn.
Liefdevolle groet,
Rita