zondag 27 april 2014

Week 18 - Het onze Vader

Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt.
Uw Naam worde geheiligd. …
HSV

Bid daarom als volgt:
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden, …
NBV

Mattheüs 6:9


Met het lezen deze week van het stukje op de kalender en de erbij gegeven Bijbelgedeelten (*zie onderaan), heb ik mezelf menig keer afgevraagd waar nu de kern lag voor mijzelf.
Was dat bij het ‘onze’, of bij ‘Vader’, of ‘onze Vader’, of bij het 'bewust zijn' van hoe ik dit gebed bid.
Soms echter is er niet echt één bepaalde kern, één ding wat alles verwoord of eruit springt, hoe graag ik dat in wezen ook heb.
Soms zijn er gewoon verschillende dingen waar God mij op wil wijzen en mij wilt leren.
Bewust worden is immers de eerste stap naar verandering of vernieuwing.

Het ‘Onze Vader’ is denk ik het meest bekende gebed uit de Bijbel en velen kennen dit gebed.
Al weet ik ook dat er ook mensen zijn die dit gebed echt niet meer bidden; al weet ik de precieze reden daarvoor niet.
Is het omdat het een gebed was speciaal voor de discipelen, of omdat erin staat ‘… en vergeef ons onze schulden, …’
Omdat dit een gebed is voor Jezus lijden en sterven, en wij door ons geloof in Hem vergeven mensen zijn?
Hoe dan ook, het gebed staat in de Bijbel en ik denk dat we er heel veel van kunnen leren en aan kunnen hebben.
Het wordt immers ook wel het ‘modelgebed’ genoemd, een gebed dat de toon zet voor al onze andere gebeden, omdat het precies de belangrijkste dingen noemt.

Ik moet bekennen, net als de schrijfster van het stukje op de kalender, dat ik het ook heel wat keren ondoordacht heb gebeden, en waarschijnlijk zelfs wel heel wat keren klakkeloos heb mee gebeden.
‘Onze vader’, hoe vaak echter ben ik me met het bidden van deze woorden bewust geweest van het woordje ‘onze’ of van het woordje ‘Vader’?
Laat staan van de combinatie van deze twee woordjes: ‘Onze Vader’ …

Het woordje ‘Vader’ heeft jaren geleden een heel diepe betekenis voor mij gekregen.
Ik zal een jaar of 15 geweest zijn toen Prof. Velema in onze gemeente hier over sprak en ik weet nog, kan nog de verwondering voelen en de bewogenheid over het feit dat ik God mijn vader mocht noemen.
Mijn Vader!
Ik heb nog wel jaren geworsteld met het Vaderbeeld van God, omdat je als mens dat toch spiegelt aan je eigen vader, maar de impact van het Hem mijn Vader mogen noemen is levensveranderend geworden.
Ik weet niets meer van die preek, behalve die twee woordjes: Mijn Vader!

Nu gaat het om ‘Onze Vader’, de volgende stap.
Niet meer alleen mijn, maar onze.
Een-zijn door onze Here Jezus Christus in God, de Vader.
Jezus bad daar ook voor, om, vlak voordat Hij Zijn lijdensweg ging.
In ‘Het Hogepriesterlijk gebed, of afscheidsgebed’, bidt Jezus in de verzen 20 tot 23 om eenheid.

‘En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt. 
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.’

Eenheid, één-zijn, opdat de wereld zal geloven …

Onze Vader, Die in de hemel zijt. Uw Naam worde geheiligd. …

Nehemia en Daniël geven ons een goed voorbeeld over dit één-zijn.
Nehemia: ‘Ik beken U dat wij, Israëlieten, tegen U gezondigd hebben, ook mijn familie en ikzelf. …’
Daniël: ‘Maar wij hebben gezondigd, wij hebben ons misdragen. …’
Wij hebben gezondigd …
Niet alleen de ander en niet alleen op zichzelf gericht, maar wij.
Nehemia en Daniël waren rechtschapen mannen, echt mannen Gods, die waar zij ook waren en in welke omstandigheden ze zich ook bevonden, God, en Zijn geboden, trouw bleven.
En toch baden zij: ‘Wij hebben gezondigd.’
Het was niet ‘zij’, zij met hun afgodendiensten en hun offers aan andere goden, zij die God hebben verlaten,’ maar wij hebben gezondigd.
Onze Vader die in de hemel is, Uw Naam worde geheiligd …
Hoe vaak bid ik zo voor onze gemeente, voor ons land, voor ons volk?

Als ik nu terugdenk aan de scheuring die wij een aantal jaar geleden in onze gemeente hebben gehad, wrikt en wringt het behoorlijk in mijn hart, en dringt zich de gedachte aan mij op, hoe anders alles gelopen zou zijn, als we als gemeente gezamenlijk onze knieën hadden gebogen en gebeden zouden hebben ‘Onze Vader, Die in de hemel is; Uw Naam worde geheiligd …’
Als we gezamenlijk op onze knieën zouden zijn gegaan en gebeden zouden hebben ‘Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als ook op de aarde.’
Als we gezamenlijk op onze knieën waren gegaan en gebeden zouden hebben ‘vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.’
Hij was, en is, Onze Vader!
Als Hij Onze Vader is, en het Jezus’ gebed is dat wij één zijn zoals Hij en de Vader één zijn …

In gedachten hoor ik op de achtergrond een boze en verontwaardigde Martha tegen Jezus zeggen: ‘Heer, vindt U het niet erg dat mijn zuster mij alles alleen laat doen? Zeg haar toch dat ze me moet komen helpen!’
Och, hoe vaak klagen wij onze nood over anderen niet bij God, als die ander nu maar eens …
Maar wat als we nu weer eens eerst allemaal aan de voeten van de Here Jezus gingen zitten, net als Maria deed, en gingen luisteren naar wat Hij allemaal zegt en gezegd heeft?!
Jezus noemt dit het goede of beste deel; iets dat niet van haar zal worden afgenomen!

‘Kom toch, Martha, kom toch; kom samen met Maria en alle anderen aan Mijn voeten zitten en luister naar Mij, naar wat Ik je te zeggen heb en je zult iets ontvangen wat je door niemand zal worden afgenomen!’

‘Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’
Mattheüs 6:19-21

De rijke man uit de gelijkenis van Jezus had het totaal verkeerd begrepen.
Hij ging op in zichzelf, zijn werk; meer, meer, meer was zijn verlangen en toen hij stierf was hij de armste man op heel de aarde.
De schatten die hij verzameld had, waren allemaal even vergankelijk en niet één daarvan kon hij meenemen toen hij stierf.

Onze Vader …

In gedachten zie ik een beeld van onze gemeente zondagmorgen, staande, samen hand in hand, en ik hoor:

Onze Vader,
Ja, Heer Jezus, door U mogen wij zeggen: Onze Vader; de Almachtige, de schepper van hemel en aarde, is niet alleen mijn Vader, maar onze Vader; door U zijn we één in Hem.
We kijken elkaar aan in liefde en vreugde om het samen één zijn in Hem.

Die in de hemelen zijt,
God, Die onder ons mensen is komen wonen, maar wiens troon staat in de hemel.

Uw Naam worde geheiligd;
Wij, als gelovigen samen, als kinderen van U, als broers en zussen van één Vader, loven en prijzen Uw heilige Naam, samen aanbidden U, één van hart en ziel om wat U Heer Jezus voor ons hebt gedaan.
Het doet er niet toe dat onze buurman of buurvrouw vals zingt, of dat de muziek te hard is, of er teveel Engels gezongen wordt of …
Samen zingen we tot eer van Hem!
Samen aanbidden we Hem, onze Vader en onze Heer Jezus Christus!

Uw koninkrijk kome;
Ja, Vader, vervul Uw beloften, samen zien we uit naar de vervulling van elke belofte die U heeft gedaan en die nog uit moet komen.
Wij geloven, wij verwachten, wij verlangen …

Uw wil geschiede,
Wij buigen ons hoofd en leggen onze eigen wil af voor Uw troon.
Niet wat wij willen, maar wat U wil.
We belijden onze schuld van egoïsme, trots, hoogmoed, liefdeloosheid, onbewogenheid … 

gelijk in de hemel alzo ook op de aarde …
Samen erkennen wij, Vader, dat Uw gedachten hoger zijn dan onze gedachten en Uw wegen hoger dan wegen.
Het begrijpen is ons te verheven, te wonderbaar, we kunnen er niet bij.
En het is goed wat U doet.

Onze
Vader …

Lieve Vader in de hemel.
Hoe diep gaan deze woorden eigenlijk.
Onze Vader.
Niet alleen mijn Vader, maar onze Vader.
HEERE, hoe zou het zijn als we ons daar veel meer van bewust waren?
Hoe zouden we ’s zondags in de dienst zijn als we ons bewust waren van dat onze.
Dat U de Vader bent van die jongen met die tatoeage en die piercing; de Vader van dat meisje met die veel te korte rok en veel te korte truitje.
De vader van die vrouw die iedere week zit te huilen in de kerk.
De vader van die oude man die zo zit te mopperen op de te harde muziek en de Engelse liederen.
De Vader van de zangleider die de muziek en liederen uitzoekt.
De Vader van …, ja, ook van mij, ikzelf, met al mijn eigen tekortkomingen en zwakheden, ongerechtigheden en zonden.
O Vader, hoe zou het zijn, als we ons eens echt bewust waren van het feit dat U onze Vader bent, dan zouden we toch geen enkel verschil mogen zien, slechts één witte zee van kleden, witte kleden van rechtvaardigheid die over onze schouders liggen, over de schouders van elk kind van U.
Samen één voor U, onze Vader …
Lieve Vader, ik bid U, hoewel het onmogelijk lijkt te zijn, laat het mij niet weerhouden om mij ernaar uit te strekken en help mij om bij mezelf te beginnen door zo te leven.
Samen.
Onze Vader.
In Jezus’ Naam bid ik U.

– Amen –


Onze Vader

Samen;
onze Vader,
zo heeft Jezus
het bedoeld;
onze Vader,
en niet alleen:
mijn.

Samen;
eenheid, één-zijn,
zo heeft Jezus
het bedoeld;
voor ons allen
werd Hij brood
en wijn.

Samen;
onze Vader.
Zie de witte zee
van kleden van
rechtvaardigheid
over de schouders
van al Gods kinderen.

Samen;
eenheid, één-zijn;
allen gekocht en betaald
met het kostbare bloed
van Jezus, Zijn Zoon;
niets, nee niets mag
onze lofprijs hinderen.


Het ‘Onze vader’, het is zo'n bekend gebed, maar zijn we ons wel bewust wat we bidden, wat we zeggen? Alleen deze eerste twee woordjes al: Onze Vader …
Iets om ook eens over na te denken?

Gods rijke zegen voor de komende week,
en een liefdevolle groet,




*
Nehemia 1:5-11
Daniël 9:1-19
Mattheüs 6:5-15
Johannes 17:20-23
Lucas 10:38-42
Lucas 12:13-21


zondag 20 april 2014

Week 17 - Geloof jij dat?

Deze week slechts één vraag: ‘Geloof jij dat?’ 

Geloof je dat Jezus’ offer voldoende was? 
Geloof je dat Hij aan het kruis al jouw zonden en ongerechtigheden 
op Zich heeft genomen, 
de straf die jij had verdient, gedragen heeft? 
Geloof je, dat je door Zijn vergoten bloed bent bevrijd, genezen, 
weer vrij tot God mag gaan? 
Geloof je dat Hij door Zijn opstanding uit de dood, 
de dood heeft overwonnen, zodat jij straks na dit leven, 
voor eeuwig met Hem zult leven? 

Geloof jij dat? 
Geloof jij dat Zijn offer voldoende was …?

Gods rijke zegen voor de komende week 
en een liefdevolle groet,


Jezus is alles,
Jezus is voldoende.
Jezus’ offer
is afdoende!

Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven.
Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft,
en een ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven.
‘Geloof je dat?’

Johannes 11:25,26

Jezus, 
U heeft Uzelf
gegeven,
U bent alles
wat wij nodig
hebben
om te leven.
Nu, vandaag,
en tot in alle 
eeuwigheid;
U bent het,
Die echt bevrijd.
U bent
de opstanding
en het leven.
U vraagt 
aan een ieder
van ons:
‘Geloof jij,
dat Ik
Mijn leven
voor jou
heb gegeven?’

zondag 13 april 2014

Week 16 - Deleted!

…, en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen.
HSV

Hij heft het document met voorschriften, waarin wij waren aangeklaagd, uitgewist en vernietigd door het aan het kruis te nagelen.
NBV

Kolossenzen 2:14


Ik hoor de ene aanklacht 
na de andere komen en gaan.
Dit, en dit, zus en zo, dat, en dat,
en dat heeft ze allemaal gedaan.
Mijn aanklager komt vingers tekort
om alles uit te tellen.
En hij laat een brede grijns 
zijn woorden vergezellen.

Met iedere aanklacht is het alsof hij dichter
met zijn klauwen naar mij reikt.
Klaar om uit te halen en mij mee te nemen
als een trofee die zijn koninkrijk verrijkt.
Vurig en vol venijn is zijn pleidooi;
er is niets dat hij vergeet te noemen.
en ik, ik kan op geen enkele manier 
wat ik ooit heb gedaan, verbloemen.


Te midden van een schreeuwende, joelende mensenmassa gaat een Man; gebogen en struikelend onder de last van een zware balk.
Hij is nauwelijks herkenbaar, zo geschonden is Zijn lichaam.
Bloed stroomt langs Zijn gezicht, en Zijn bovenkleed is doordrenkt met bloed.
Degenen die joelend achter Hem aanlopen hebben geen oog voor het feit dat Hij bijna niet meer vooruit kan komen, noch voor de bloeddruppels die Hij achterlaat en die een spoor vormen naar Golgotha.

Het geluid van de hamer draagt ver als de spijkers de handen en voeten van de mishandelde Man doorboren en ze vastnagelen in het kruishout.
Het kruis wordt rechtop gezet, en de kapotte rug van de Man schuurt wreed langs het ruwe hout als Hij alle moeite doet om ergens een hap lucht vandaan te halen.
Zijn bovenkleed wordt als een trofee verdobbeld onder de soldaten.
Er wordt Hem wat verdovende wijn en kruiden aangereikt, maar als Hij er van proeft, weigert Hij ervan te drinken.
Overal om Hem heen klinken spottende en bijtende opmerkingen.
En als het midden op de dag ineens donker wordt en het duister iedereen omringt, klinkt ineens van het kruis de meest gepijnigde stem die een mens ooit gehoord kan hebben: ‘Eloï, Eloï, Lama sabachtani’.
Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?
De diepte en zwaarte van Zijn pijn en eenzaamheid, van alles wat er op dat moment gebeurd daar aan het kruis, zal niemand ooit volledig kunnen bevatten.
Niet lang daarna wordt de ademhaling van de Man met steeds meer horten en stoten.
Nog één kreet klinkt: ‘Het is volbracht!’
Het is voorbij, de Man is gestorven.

Naast het zachte geween van een paar mensen die van Hem hielden, klinkt er ook een luid gejuich.
Triomfantelijke overwinningskreten.
O, het is niet hoorbaar voor de mensen die daar zijn, maar dat wil niet zeggen dat ze daarom niet klinken.
Tegenover een klein groepje mensen die bij elkaar komen om hun verdriet te delen en om troost te zoeken bij elkaar, staat ergens anders een menigte van kwaadaardige wezens, die een enorm groot feest vieren en waar de wijn rijkelijk rondgaat.
De lach van een triomfator schalt door het heelal; dood, De Man is DOOD! Ha, ha, ha!

De Sabbat gaat voorbij
Het zachte morgenrood kleurt de hemel van de stille nieuwe dag.
Ineens is er een zware aardbeving, gevolgd door het geluid van een zware steen die wordt weggerold, klinkt.

‘Wees niet bang, ik weet dat u Jezus zoekt, De Man, Die gekruisigd is. Hij is hier niet, want Hij is door God opgewekt zoals Hij had gezegd. Kom maar kijken naar de plaats waar Hij heeft gelegen. Hij is uit de dood opgewekt.’

Waar nu vreugde is bij hen die eerst weenden, klinkt er een afschuwelijke woeste kreet bij hen die eerst feestvierden.
‘NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE!’
Tegenover de mensen die bij elkaar komen om elkaar het blijde nieuws van de opstanding van De Man te vertellen, staat nu een woeste, boze en uitzinnige menigte van kwaadaardige wezens die nog maar één ding willen, bloed zien van allen die deze Man volgen.


Overal op aarde, in de hemel en in de hemelse gewesten, klinkt het geluid van een hamer.
Aan een leeg kruis wordt door twee doorboorde handen een document geslagen.
Alle overtredingen van de heiligen staan erop, maar het bloed dat het kruis heeft doordrenkt, wist alles wat erop geschreven staat en laat een blanco document achter.


Ik staar naar beneden,
en wacht op wat komen gaat.
Mijn hart bonkt en mijn tranen stromen;
angstig wacht ik op wat me te wachten staat.
Opnieuw klinkt er een stem,
maar nu vol liefde, teder en zacht.
‘Geen enkele aanklacht van hem houdt stand,
want Ik, Ik heb alles voor jou volbracht!

Ik betaalde voor jou de prijs,
Ik gaf Mijn leven voor jouw zonden.
Elke aanklacht is door Mijn bloed gewist,
voor altijd ben je door Mij met de Vader verbonden.
Hij heeft geen recht meer op jou,
jij behoort immers aan Mij.
Ik gaf jou eeuwig leven;
Ik maakte jou van zonden vrij.’


Deleted, uitgewist.
Ik ben vrij! Ik ben vrij!

Deleted, uitgewist
is het document met aanklachten
tegen mij.

Deleted, uitgewist.
Doorboorde handen kochten mij vrij!

Deleted, uitgewist
is elk oordeel, elke schuld, elke straf,
over mij.

Deleted, uitgewist.
Jezus maakte mij vrij!


Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.
Johannes 8:36


Gods rijke en onmisbare zegen voor de komende week,
en een liefdevolle groet,




zaterdag 5 april 2014

Week 15 - Hosanna!

De menigte die vooropliep en die volgde, riep: Hosanna, de Zoon van David!
Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere!
Hosanna, in de hoogste hemelen!

Mattheüs 21:9

Ergens diep in de verte wist ik wel dat ‘Hosanna’ eigenlijk een schreeuw om hulp betekende, maar het is pas in deze week dat ik er eens echt bij stil sta en over nadenk.
Als ik via Google eens ga rondkijken, komt dit woordje, dat wij als lofprijs kennen, wel dieper binnen.

Hosanna!
Geef uitredding! Verlos ons! Verlos ons toch alstublieft!

Een menigte mensen was Jezus tegemoet gegaan als Hij onderweg is naar Jeruzalem.
Zij waren bij de opstanding van Lazarus geweest, of hadden gehoord van de grote wonderen en tekenen die Jezus had gedaan en redeneerden, dat als Hij Lazarus uit de dood kon opwekken, Hij hen ook zou kunnen verlossen van de Romeinse overheersing.
En ze haalden Jezus binnen als een koning die hen zou bevrijden en verlossen.
Hoe dubbel, want dat is precies waarvoor Jezus naar deze aarde kwam om te doen, alleen op een totaal ander manier dan zij hadden verwacht.

Velen waren in Jezus gaan geloven na dit wonder en zagen daardoor in hem de bevrijdende koning.
Maar toen Jezus niet deed wat zij hadden verwacht, keerden zij Hem de rug toe; slechts een korte tijd later klonk in plaats van Hosanna: Kruisigt Hem! Kruisigt Hem!
Er is zelfs een spreekwoord uit voortgekomen: Vandaag Hosanna, morgen kruist hem.
Het laat de wispelturigheid van de mens zien.
Halleluja als alles goed en voorspoedig gaat, maar Weg met Hem als het anders gaat dan wij hadden gedacht, of willen.

Hosanna!
Red ons! Verlos ons!
Verlos ons toch alstublieft!
En het geluid van de hamer klinkt over de heuvel van Golgotha.
De kroon van Koning Jezus was een kroon van doornen gevlochten en lieten hun bloedsporen na op Zijn gezicht.

Hosanna! Red ons! Verlos ons!
Het is volbracht.
Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest.
En het voorhangsel in de tempel scheurde van boven naar beneden.
Waarlijk, deze man was werkelijk Gods Zoon, was het getuigenis dat klonk uit de mond van een Romeinse hoofdman en van degenen die met hem waakten.

Hosanna? Red ons? Verlos ons?
Jezus gaf een luide schreeuw en stierf.
En één van de soldaten stak een speer in Zijn zij en meteen liep er bloed en water uit.
Ze namen het lichaam van Jezus en wikkelden het met de balsems in linnen doeken en legden Hem in een nieuw graf.

Hosanna!
Onze lofgezangen klinken.
Wij weten dat dit alles zo moest gebeuren, dat Hij werkelijk de Koning was Die kwam om te verlossen.
Die Koning is en zit aan de rechterhand van God, Zijn Vader, en op ons wacht.
Wij weten waarom, waarvoor, waartoe.
De striemen, de doornenkroon, de spijkers; de straf voor onze zonden kwam volledig op Hem neer.
Gestorven voor onze zonden, om ons te redden, zodat wij kunnen leven!
Opgestaan, de dood overwonnen, de boze overwonnen!
Voorgoed is satans macht verbroken!

En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.
Gen. 3:15

Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.
Kol. 2:15

Hosanna, de Zoon van David!
Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere!
Hosanna, in de hoogste hemelen!

En wij?
Wat doen wij?
Wat roepen wij?
Wat als Jezus niet doet wat wij verwachten?
Wat als het leven anders gaat dan wij willen?
Wat als God onze gebeden niet verhoord op de wijze waarop wij het graag willen zien?
Klinkt dan ook nog ons ‘Hosanna!’, of verandert dit dan, net als toen, in ‘Weg met Hem!’?

Gods wegen zijn niet onze wegen, Gods gedachten zijn hoger dan die van ons.
We zien dat alles zo duidelijk door heel de Bijbelse geschiedenis heen.
Onbegrijpelijk zijn Zijn wegen, de dingen die gebeuren, die Hij doet, die Hij toelaat.
Maar dwars door dit alles heen, en in alle dingen zien we ook steeds weer Zijn trouw en liefde; dat Zijn woord ja en amen is, betrouwbaar, dat Hij Zijn beloften nakomt, altijd!
Kunnen we ons daaraan dan vasthouden?
Doen we dat, kiezen we daarvoor of haken we af als het toch niet gaat zoals we hoopten, dachten, wilden?

‘Gewillig liet Hij Zich mishandelen, geen woord kwam over Zijn lippen.
Hij hield Zich stil, als een lam op weg naar de slachtbank, als een schaap onder de handen van zijn scheerders.

Mijn dienaar kent Mijn wil, Hij is onschuldig.
Hij bevrijdt velen van hun schuld en draagt de straf voor hun zonden.

Om onze zonden werd Hij doorboord, onder onze schulden vermorzeld.
De straf die Hij onderging, bracht ons de vrede; de wonden die Hij opliep, brachten ons genezing.’

Jesaja 53:7,11b,5

Jezus kende Gods wil voor Zijn leven, Jezus leefde Gods wil voor Zijn leven.
Hij vertrouwde Zijn Vader volledig en is daarmee tegelijk in alles een voorbeeld voor ons.
Jezus wist hoe moeilijk we het zouden krijgen, Hij wist en daarom bad Hij voor ons nog voor Hij de weg van het lijden ging. (Joh. 17)
Hij beloofde ons de Trooster om ons te helpen en bij te staan, en ons de weg te wijzen naar de volle waarheid (Joh. 14:16; Joh. 16:13)

Hosanna!
Gezegend Hij die komt in de Naam van de Heere!

‘Tot op dit ogenblik hebben we te kampen met honger en dorst, met een tekort aan kleding; we lopen klappen op, we leiden een zwervend bestaan; we verrichten zware handenarbeid.
Worden we uitgescholden, dan zegenen we; worden we vervolgd, dan verdragen we het; beledigingen beantwoorden we met vriendelijkheid.’

We kregen zoveel meer te dragen dan we konden, dat we zelfs wanhoopten aan ons leven.
We beschouwden onszelf als ten dode opgeschreven.
Zo moesten we leren niet op onszelf te vertrouwen, maar op God, die de doden opwekt.
Hij heeft ons uit een groot doodsgevaar gered en Hij zal ons blijven redden.
Op Hem hebben we onze hoop gesteld: Hij zal ons steeds weer redden!’

Paulus
(1 Kor. 4:11,12; 2 Kor. 1:8b-10)

Hosanna, de Zoon van David!
Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere!
Hosanna, in de hoogste hemelen!

‘Als de wereld jullie haat, denk er dan aan, dat ze Mij eerst heeft gehaat.
Als jullie de wereld toebehoorden, zou de wereld jullie liefhebben als iets van haarzelf.
Maar de wereld haat jullie juist, omdat Ik jullie uit de wereld heb uitgekozen en jullie haar niet meer toebehoren.

Een knecht staat niet boven zijn heer.
Als ze Mij hebben vervolgd, zullen ze jullie ook vervolgen; …

Ik heb jullie dit verteld, omdat Ik wil voorkomen dat jullie je geloof verliezen.’

Jezus
(Joh. 15:18-20; Joh. 16:1)


Hosanna!

‘Wees niet bang, Ik sta naast je!
Vertrouw ook op Mij, steun ook op Mij, als je door het duister moet gaan; er geen lichtstraal tot je doordringt.
Want Ik kwam om het evangelie te brengen aan de armen, om te genezen de gebrokenen van hart, om gevangenen te vertellen dat ze bevrijd zullen worden, blinden zullen weer zien, en om verdrukten in vrijheid te laten gaan.’
(Naar: Jes. 43:5; Jes. 50:10; Luc.4:18)

Hosanna!
Halleluja!
Amen!


Ik heb geen woorden om te spreken, Heer dan:
Hosanna – Halleluja!
Dank U, Heer!

- Amen –


Wat is onze reactie?

Wat is onze reactie
als het leven tegenzit,
niet brengt wat we hadden
gehoopt of verwacht?

Wat is onze reactie
als het lijkt alsof God
onze gebeden niet hoort,
of als Hij geen uitkomst bracht?

Wat is onze reactie
als stormen ons leven belagen,
alles donker is als
een inktzwarte nacht?

Wat is onze reactie
als het antwoord op onze gebeden
anders is dan wij hadden gewild
of hadden bedacht?

Wat is onze reactie?
Hosanna of kruisigt Hem?
Uw wil geschiede
of weg met Hem?

Wat is onze reactie?

Gods zegen voor de komende week,
en een liefdevolle groet,