zondag 26 mei 2024

Week 22 - Bid voor ons!
Bidden ... 2
Neem de tijd ... (31)

Blog in het teken van de Zondag voor de Vervolgde Kerk.

‘Deze eerste zondag na Pinksteren is een bijzondere dag, want na de uitstorting van de Heilige Geest begon ook de vervolging.’
Open Doors

Vandaag wordt in vele kerken en gemeenten stilgestaan bij het lijden van onze vervolgde broers en zussen.
Hoewel ik het inmiddels een beetje te ver vind gaan, al die verschillende speciale dagen voor van alles en nog wat – het lijkt wel of er tegenwoordig voor alles een speciale dag is, vind ik deze dag één van de belangrijkste.
Want hoe makkelijk worden we niet door eigen beslommeringen, of door de drukte van de gewone gang van zaken meegenomen in een dagelijks ritme waarin we maar weinig -of misschien wel helemaal niet, stilstaan bij het lijden wat onze vervolgde broers en zussen iedere dag opnieuw hebben te doorstaan.
Waar we met sommige dingen misschien zeggen van ‘het zou niet nodig moeten zijn’, weten we vanuit Gods Woord dat de Here Jezus dit 2000 jaar geleden al had voorzegd dat het zou gebeuren.

‘Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen. Maar al deze dingen zullen zij u aandoen omwille van Mijn Naam, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft.’
Johannes 15:18-21

Maar Gods woord zegt nog iets heel duidelijk:

‘En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.
Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.’

1 Korinthe 12:26,27

Hoewel de eenheid van dit Lichaam zoals de Heer het heeft bedoeld ver te zoeken is (lees 1 Korinthe 12 maar eens in zijn geheel), en we nauwelijks nog een voorbeeld zijn voor de wereld, doet dit niets af aan het feit dat we wel één Lichaam zijn, en daarmee dat als één lid lijdt, wij allen meelijden!
Wat zou het mooi zijn als deze zondag ons (opnieuw of voor het eerst) doet beseffen dat alle heiligen -en dat is ieder mensenkind die Jezus heeft aangenomen als Heer en Redder, één Lichaam vormen en dat we daardoor voor en naar elkaar verantwoordelijkheid hebben.
In het bijzonder om voor elkaar te bidden!
Gebed, door en voor elkaar, is de sleutel die grenzen doet verdwijnen en het Lichaam van Christus bij elkaar brengt en één maakt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan
voor je vervolgde broers en zussen.
Neem de tijd om te bidden,
om voorbede te doen,
een bemiddelaar te zijn.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd  ….

En zo kom ik vandaag tegelijk uit bij enkele dingen die ik afgelopen week heb gelezen in mijn Dagboek.
Nee, er was niets dat over Gebed en de Vervolgde Kerk ging, maar ik werd daar zelf door de Zondag voor de Vervolgde Kerk, wel naar toe geleid.

Bewustwording
Een woord dat ik afgelopen week als sleutelwoord had opgeschreven was bewustwording.
Pas als we ons bewust worden van dingen, ontstaat de mogelijkheid om iets te gaan doen.
We moeten ons goed realiseren dat bewustwording niet wil zeggen dat daarmee dingen automatisch gaan veranderen, maar dat hier het begin ligt om stappen te zetten die verandering gaan brengen.
We kunnen ons van iets bewust worden, maar als we daar niets mee doen, verandert er nooit iets.
Dat gebeurde in eerste instantie bij mij, toen ik in een gemeente kwam waar iedere zondagavond een Bidstond was.

Het begint bij het feit dat ik niet ben opgegroeid, en dus ook niet bekend was met Bidstonden, en toen ik later in een gemeente kwam waar dit elke zondagavond gewoon was, vond ik het ook maar ‘eng’; ik kon me er gewoon niets bij voorstellen dat je samen een uur of langer aan het bidden was, en daarbij zag ik ook de noodzaak er niet zo van in.
Ook had ik (vond ik toen) genoeg redenen waarom ik vaak niet zou kunnen.
Hoewel er met de tijd vaak wat begon te knagen rond het tijdstip dat de bidstond was, de vrees voor het onbekende zorgde er altijd wel voor dat de tijd verstreek en het moment voorbij ging.
Totdat … totdat ik het Dagboek van Murray, dat ik al jaren daarvoor gekocht had omdat het ‘iets’ had, af en toe begon te lezen.
Ik kwam er toen nog niet aan toe om dit iedere dag te doen, en vond toen het taalgebruik -dat wat oubollig is, ook wel een beetje lastig (inmiddels niet meer).
Maar zo af en toe pakte ik het, sloeg de juiste dag open en las wat er voor die dag stond.
Zo ook die ene keer.
Ik las het gedeelte en hoewel mijn binnenste zich beroerde, wilde ik er toch niet aan, tot de laatste zin van dit gedeelte; die woorden haakten zich diep in mijn binnenste.
Nee, ik ging niet vanaf dat moment direct naar elke bidstond toe, maar het werd de aanzet tot nadenken over de betekenis, het doel en de uitwerking van de bidstond.
Het werd als het ware alsof het God Zelf was Die door deze woorden heen tegen mij sprak.
Pas toen ik op een zondagavond door gezinsomstandigheden stuk dreigde te lopen, en alleen nog maar kon huilen, gaf ik gehoor aan de zachte drang van Gods Geest die ik van binnen ervoer, en Die mij aanspoorde: Ga naar de bidstond, ga naar de plaats waar je hoort te zijn, de enige plaats tot vertroosting.
Ik had nog ongeveer een half uur voor het zou beginnen, dus ik ben gegaan.
En ja, ik kon alleen maar huilen, praktisch de hele bidstond door, maar het gebed van de gemeenteleden die er waren, werden mij tot een genezende balsem; een warme, beschermende deken over en om mij heen.
Na de bidstond heb ik kunnen spreken en bidden met een paar vrouwen die ik goed ken en de ommekeer kwam uit deze avond voort, zowel ten opzichte van bidstonden als mijn geestelijke gesteldheid.
Nog twee dagen streed ik mijn strijd met wat er speelde en wat ik moest doen, maar de gebeden omringden mij en brachten mij daar waar God mij hebben wilde.
Nee, de omstandigheden in ons gezin waren niet veranderd (toen nog niet), maar ik wel.
God liet mij de kracht van de bidstond zien en het belang van deze Gebedssamenkomst.
En zo was het verlangen naar de Gebedssamenkomst geboren, en de gang daar naartoe ontstaan.

Bewustwording, bewust worden, bewust zijn, van het feit dat de Heer ons in Zijn Woord keer op keer aanspoort om te bidden, zowel voor alle heiligen, als voor vele mensen en dingen (ga ik nu even niet verder op in).
Bewust worden, bewust zijn, van de noodzaak ervan.
Bewust worden, bewust zijn, van de uitwerking daarvan.
En daarmee kom ik bij het citaat uit het Dagboek dat mijn leven heeft veranderd ten aanzien van een bidstond.

‘Zoals de wortels van de boom, diep in de aarde ingegraven,
en de takken uitgestrekt naar de hemel, één zijn,
zo is het verborgen gebedsleven onafscheidelijk verbonden met verenigd gebed.’

De Heilige Geest opende mijn ogen en liet mij de diepte en reikwijdte van deze woorden zien, en het werd mij duidelijk, dat mijn eigen persoonlijke gebedsleven -Het Verborgen Gebedsleven zoals de schrijver het noemt - samen hoort te gaan met het samen bidden met mijn broeders en zusters, hetzij uit de gemeente of elders.
En ik zag de boom voor mij; ik zag zijn wortels diep in de grond en ik zag hoe de wortels overgingen in de stam en de stam zich verspreidde in takken; alles is zo met elkaar verbonden.
En ik begreep wat Andrew Murray bedoelde.
Met broers en zussen samen bidden hoort gewoon voort te komen uit ons persoonlijke gebedsleven.
Verborgen wortels, -mijn gebedsleven, door de Stam, onze Here Jezus Christus, verbonden met de takken, -onze broers en zussen, wijd uitgespreid naar de hemel, naar Hem, Die ons altijd hoort en ziet.
Niet alleen ‘ik bid’, maar ‘wij bidden’ samen, -voor elkaar als dat nodig is, voor onze eigen gemeente, voor alles wat daarin en vanuit gebeurt en plaatsvindt; samen voor ons land, ons dorp, onze stad; samen bidden voor alle heiligen, voor Israël, voor …; samen bidden voor onze Vervolgde broers en zussen!

‘Neem daarom de hele wapenrusting van God aan,
opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad,
en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.
…, terwijl u bij elke gelegenheid
met alle gebed en smeking bidt in de Geest
en daarin waakzaam bent
met alle volharding en smeking voor alle heiligen.
Bid ook voor mij,
opdat mij het woord gegeven wordt
bij het openen van mijn mond,
om met vrijmoedigheid
het geheimenis van het Evangelie bekend te maken,
waarvan ik een gezant ben in ketenen,
opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken,
zoals ik moet spreken.’

Efeze 6:13, 18-20

‘Op Hem hebben wij de hoop gevestigd
dat Hij ons ook verder verlossen zal,
terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed,
opdat door velen dankzegging voor ons gedaan wordt
voor de genadegave die door velen tot ons is gekomen.’

2 Kor. 1:10b,11

Door alle heiligen voor alle heiligen  
En zo komen eigenlijk meerdere hoofdstukje bij elkaar; -‘De Gebedssamenkomst’, -‘Gebed voor alle Heiligen’, -‘Gebed door alle Heiligen’, als ook -‘Paulus’ verzoek om Gebed’.
Waar bewustwording heel belangrijk is, heeft het echter alleen waarde als het gevolgd wordt door handelen.
We kunnen ons bewust zijn van wat de Heer zegt in Zijn woord, maar als we er niets mee doen, zal het ook weinig tot niets uitwerken.
Paulus was zich bewust van zowel de kracht van Gebed, als van de noodzaak van Gebed, en dan evenzeer voor alle christenen (zie Ef. 6:18 hierboven) als ook voor hemzelf.
Romeinen 15:30  - ‘En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij,’
Door en voor.
In deze Bijbelverzen komt heel duidelijk naar voren dat Paulus zich voor de taak die hij had gekregen, afhankelijk wist van het gebed van zijn broeders en zusters.
Als iemand als Paulus dit al zo nodig had, wij niet te meer?
En bovenal, wat te denken van onze Vervolgde broers en zussen!
Hoe velen van ons voelen zich getrokken en gedrongen tot -dagelijks- gebed voor hen?
Vanuit de verhalen van Open Doors, als ook de ‘Women to Women-dagen’ weet ik, dat er door de Vervolgde christenen juist ook voor ons wordt gebeden.
Waar wij bidden voor hen die vervolgd worden, bidden zij voor ons, omdat zij vaak de verleidingen waar wij hier mee te maken hebben een groter gevaar achten dan hun eigen vervolging.

Daarbij, vervolging mag dan nu nog redelijk ver van ons bed zijn, maar de Here Jezus zegt ons Zelf dat wij er allemaal mee te maken zullen krijgen als we Hem in Zijn voetspoor volgen.
Is het niet genade dat wij er nu nog weinig mee te maken hebben, en hebben we dan niet de grote plicht om voor onze Vervolgde broers en zussen op de bres te gaan staan in gebed?!
Laten we toch nooit vergeten: ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.’  - Jacobus 5:16b

'De onzichtbare hand van God 
wordt in beweging gebracht door gebed.'


Gods onzichtbare hand …
Met het oog op de zondag voor de Vervolgde Kerk sluit ik af met een gedicht dat ik jaren geleden geschreven heb nadat ik op een ‘Women to Women-dag’ was geweest.
Een van de spreeksters van de Vervolgde Kerk die daar haar verhaal deed, zei iets, dat mij tot de dag van vandaag is bijgebleven, en n.a.v. deze uitspraak en de verhalen die ik die dag hoorde, schreef ik dit gedicht.

In gedachten zie ik haar staan; ze trekt
haar omslagdoek dichter om zich heen.
Haar ogen staan vol tranen,
waar, o waar moet ze nu toch heen?

Geschopt, geslagen en uit huis gezet;
er is in huis geen plaats meer voor haar.
Ze heeft schande over haar familie gebracht
toen Jezus tot leven kwam in haar.

O, ze kan niet en wil niet meer zonder Hem leven,
maar de prijs is hoog en wordt duur betaald.
Maar Hij gaf voor haar Zijn leven,
de grootste prijs heeft Hij reeds betaald.

Zo loopt ze ontredderd door de straten, 
op zoek naar een veilig onderkomen.
Ergens heel ver weg klinkt een zacht gebed;
een deur gaat open, ze mag daar binnen komen.

De warmte van vuur en liefde
omarmen haar gebroken hart en leven.
Hulp, gezonden door God op een uitgesproken gebed,
brengen nieuwe hoop en nieuwe kansen om te leven.

Gods onzichtbare hand in beweging gebracht door een gebed.
O Heer, maak mijn hart gevoelig voor de stem van Uw Geest;
opdat ik in beweging kom en er een verschil wordt gebracht
door een door mij gebeden gebed.


Laten we onze vervolgde broers en zussen niet vergeten, maar trouw en met volharding voor hen blijven bidden, in het besef dat Gods onzichtbare hand in beweging wordt gebracht door een gebed.

Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita


Lees ook het blog waar dit gedicht uit voortkomt.
👉 ‘De onzichtbare hand van God …’

👉 ‘Het verhaal van Gulmira’

zondag 19 mei 2024

Week 21 - Hoe belangrijk is Gebed voor Ons?
Bidden ... (1)
Neem de tijd ... (30)

Het Dagboek van Murray van waaruit ik deze stukjes schrijf, is een boek over gebed.
Hoewel niet ieder hoofdstuk echt specifiek over bidden gaat, heeft het vaak toch op de een of andere manier mee te maken.
Soms kan ik hem heel goed volgen, soms kost het me wat moeite, en soms kan ik hem helemaal niet volgen.

De afgelopen tijd (als ook nog de komende) zijn er echter een aantal hoofdstukjes die heel specifiek over gebed gaan.
In wat ik reeds heb gelezen waren soms dingen die me bijna de moed ontnamen, maar er waren ook dingen die mijn hart diep raakten.
Als ik hem niet kon volgen, had dat vaak te maken met het feit dat ik de link niet kon leggen tussen wat hij zei en Gods Woord, maar er waren ook momenten dat vreugde mijn hart vulde.
Soms wilde ik alles maar laten voor wat het was, ik kon immers toch niet voldoen aan wat hij zei, om vervolgens mezelf maar weer toe te spreken en voor te houden dat niet zijn woorden mij moeten leiden, maar wat de Heer zegt en van mij vraagt,  en dat daarin voor alles een tijd is.
Maar te midden van dit alles zijn er zoveel mooie en goede dingen die hij schrijft die de moeite van het overdenken waard zijn en waar ik van kan leren, dat ik toch de komende weken hier schrijvend mee bezig wil zijn.

Als ik mijn ‘Neem de tijd-stukje’ over bidden erbij pak1), kom ik echter bij een heel ander hoofdstukje uit dan ik had gedacht.
De vraag ‘waar ik eigenlijk moet beginnen’, werd daarmee gelijk van mij afgenomen, want het werd me meteen duidelijk dat hier het begin ligt van alles wat ik wil overdenken en schrijven, namelijk hoe belangrijk onze gebeden voor de Heer zijn.
Ik heb werkelijk geen idee waar alles mij gaat brengen, of hoeveel blogjes eruit voort zullen komen, en het doet er ook niet toe voor mij; ik wil gewoon de vele prachtige dingen die ik heb gelezen nogmaals overdenken, een plekje geven en er van leren.
Als je meeleest, dan bid ik dat het ook jou tot nadenken stemt en je er zegen van mag ontvangen.
Ik zou het fijn vinden als je je gedachten weer met mij deelt.
Immers: ‘Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt de ene mens de ander.’  (Spr. 27:17 - NBG)

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en de moed
om alleen met God te zijn.
Neem de tijd om stil te zijn,
Zijn Woord te lezen
en Hem aan te roepen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, bid, vertel Hem
wat je bezighoudt, wat in je leeft.
Neem de tijd, deel alles met Hem,
ja, je diepste roerselen, want
niets is te groot of te klein.

Een halfuur stilte …
‘En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een halfuur.

En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.’
Openb. 8:1,3,4

Murray verbindt het half uur stilte in de hemel aan de gebeden van de heiligen om die voor Gods aangezicht te brengen, vóórdat de eerste engel zijn bazuin deed klinken en aan de noodzaak van stilte en terugtrekking van de dingen van de aarde die vele van Gods kinderen hebben gevoeld om gedurende een half uur hun gebeden voor God te brengen, om in gemeenschap met Hem te worden gesterkt voor hun dagelijks werk.
Zelf geloof ik niet helemaal dat dit halfuur stilte specifiek alleen is voor de gebeden van de heiligen, maar voor het geheel, de gebeden én de grote dingen die te gebeuren staan.
Maar het neemt niet weg dat dit gedeelte ons wel heel duidelijk de waarde van onze gebeden laat zien, en dat is waar het om gaat.
Onze gebeden zijn belangrijk voor God, hebben onnoemelijke waarde en stijgen op als een reukwerk tot Zijn aangezicht.
(zie ook de verwijzing naar Openb. 5:8, en Psalm 141:2)

Door te bidden eren we Hem, bewíjzen we Hem de eer, doordat we daarmee aangeven dat we Hem nodig hebben, dat we het zelf niet kunnen.
Door te bidden onderhouden we onze relatie met de Heer; immers, komt elke groeiende en goede relatie niet voort uit contact hebben met elkaar, samen dingen doen, door met elkaar te praten?
En worden relaties niet juist hechter als we onszelf geven aan elkaar, dingen delen, waardoor we er voor elkaar kunnen zijn?
En is het niet juist in zo’n relatie dat we elkaar tot steun en bemoediging kunnen zijn, we opgebeurd worden …?

De Heer verlangt naar ons!
De Heer verlangt ernaar dat we bij Hem komen om van hart tot hart met ons te spreken.
Hij verlangt ernaar dat we ons hart met Hem delen, dat we Hem deelgenoot maken van wat in ons leeft, zowel onze vreugde als onze pijn, zowel dat waar we blij van worden, als waar we het moeilijk mee hebben, zowel onze vragen als onze strijd.
Ja, de Heer weet alles, Hij weet precies wat we denken of willen zeggen (Ps. 139), niets is voor Hem verborgen, maar Hij wil gebeden zijn!
Hij wil onze stem horen!

‘Het geheim van kracht kan slechts gevonden worden
in levende gemeenschap met God.’

Andrew Murray

Geen tijd …
Ik ben door alles wat er gebeurd is de afgelopen tijd, en eigenlijk zelfs al daarvoor, een beetje mijn gewone dagelijkse ritme kwijtgeraakt.
Waar ik eerst in alle rust en stilte mijn dag met de Heer kon beginnen zonder op de klok te hoeven letten (vroege afspraken uitgezonderd), moet ik nu de klok in de gaten houden, omdat ons hondje wel uit moet, zeker nu zij wat ouder wordt, en ik vind dat lastig, en voel me daardoor soms onrustig en opgejaagd.
Het probleem zit hem voor mij niet in het feit dat het niet op een ander tijdstip zou mogen, maar meer in het feit, dat ik gewoon mijn dag met Hem wil beginnen.
Al met al is het daarmee voor mij gewoon geen optie om een ander moment te kiezen.
Daarnaast heb ik ook gemerkt dat het me op een ander tijdstipt vaak ook niet lukt om in diezelfde rust en stilte te komen als ’s morgens.
Dus ligt er voor mij de komende tijd de uitdaging om mijn weg daarin te vinden, zodat ik weer in alle rust, zonder op de tijd te hoeven letten, bij Hem kan zijn, want het is mijn kracht om door te gaan, om vol te houden, maar bovenal om te groeien in mijn realtie met Hem.

Hoe kostbaar zijn daarom (Dag)boeken als deze van Murray naast de Bijbel, boeken die ons iedere keer weer aansporen en aanmoedigen om tijd te maken voor de Heer; het belang van Bijbellezen, bidden en voorbede doen voorhouden.
Tijd met Hem moet het belangrijkste zijn van elke dag, als ook tijd om te bidden, voor onszelf, ons gezin/familie, als ook voorbede voor zovele andere mensen en dingen; en ook sámen met anderen, er gebeurt immers zoveel, en de nood is zo groot.
Maar hoe lastig is het om die tijd te nemen, te pakken.
Hoe zeer worden we niet meer en meer in beslag genomen door van alles en nog wat.
Hoe vaak gebeurt het niet dat ik het idee had dat ik geen tijd had gehad om bijvoorbeeld extra te bidden, terwijl als ik het eens op een rijtje zette wat ik dan precies had gedaan, ik er vaak achter kwam dat het in wezen te maken had met waar ik voor gekozen had om te doen.
Eén ding is zeker, de boze wil niet dat wij tijd voor de Heer maken, dat we Bijbellezen, bidden en voorbede doen.
Er is een prachtige uitspraak van Corrie ten Boom over bidden die heel duidelijk is:
‘Gebed heeft grote kracht!
De duivel glimlacht als wij plannen maken.
Hij lacht als hij ons druk bezig ziet.
Maar hij beeft als wij bidden.’

Misschien goed om onszelf eens af te vragen: welke plaats heeft Tijd met God, Tijd voor Gebed/Voorbede in ons leven, in onze dagplanning?
Zijn we dan ook in alle rust bij Hem, of voelen we ons opgejaagd door allerlei zaken?
En, hoe eerlijk zijn we als we zeggen dat we geen tijd hebben om Bijbel te lezen of te bidden, om met Hem alleen te zijn?

Terug naar dat Halfuur …
Wat is een halfuur van onze tijd op een hele dag?
Okay, voor de één vast heel wat meer dan voor de ander, maar toch.
Elke dag die we van de Heer krijgen heeft 24 uur, hoeveel daarvan spenderen we aan tijd met Hem?
Murray zegt in het hoofdstukje:
‘O mijn broeder (lees ook zuster 😊), indien u slechts Christus wilde gehoorzamen als Hij zegt: “Sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene” en de moed zou hebben om alleen met God te zijn gedurende een halfuur.’2)

En aan het eind van het hoofdstukje zegt hij het volgende:
‘Broeder (zuster), God verlangt ernaar u te zegenen. Is het niet de moeite waard om een halfuur alleen met God te zijn? In de hemel zelf was er behoefte aan een halfuur stilte om de gebeden van de heiligen voor Gods aangezicht te brengen. Als u volhardt, zult u ondervinden dat het halfuur dat eerst het moeilijkste schijnt van de hele dag, op den duur de meest gezegende tijd wordt in uw gehele leven.’

Moed hebben om een half uur alleen met God te zijn …
Ja, soms vraagt dat om moed, moed om nee te zeggen tegen andere dingen, dingen die we misschien veel leuker of fijner vinden om te doen, of dingen die eigenlijk nodig zijn, of dingen die in eerste instantie óns een goed gevoel geven, of … vul zelf maar in welke dingen dat voor jou zijn.
Ja, soms vraagt het om moed om met Hem alleen te zijn, misschien weet je niet goed wat te moeten lezen, of wat je moet zeggen, of moet bidden.
Niet voor iedereen is het even vanzelfsprekend om speciaal tijd met de Heer te hebben, om bij Hem te zijn en te delen wat je zo bezighoudt, wat je fijn vindt, of juist moeilijk; een persoonlijke relatie met de Heer hebben is niet in elke gezindte iets natuurlijks.
Misschien ben je wel heel boos op God om wat Hij toelaat in je leven, en voel je je door Hem in de steek en aan je lot overgelaten, hoeveel moed is er dan soms niet voor nodig om over je eigen gevoelens heen te stappen en toch naar Hem toe te gaan en bij Hem te zijn.
Misschien heb je wel allerlei vragen, en begrijp je helemaal niets van Hem, en staat dit als een berg tussen jou en Hem in; hoeveel moed is er dan soms niet nodig om Hem toch te bestormen met al je vragen, daarbij accepterend dat sommigen vragen onbeantwoord zullen blijven; dat Hij tegen je zegt: Mijn genade is jou genoeg!
Misschien …, ach, er kunnen zovele redenen zijn dat het om moed vraagt om alleen met Hem te durven zijn.
Dus: hoe moedig zijn we?
Hoe moedig ben jij?

De meesten van ons zullen niet als Cornelius uit Handelingen (10:3) een visioen krijgen, waarbij een engel gezien wordt en die een boodschap voor ons heeft.
Maar op grond van Gods Woord mogen we weten dat de woorden van de engel tot Cornelius, eigenlijk ook voor ons gelden.
‘Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God.’
Op grond van Wie Hij is, en wat Zijn Woord zegt, weten we dat Hij ons hoort en ziet, en dat onze gebeden opstijgen naar Zijn troon.

‘En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.’
Openb. 5: 8

‘Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn.’
Psalm 141:2 

‘Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet.’
Jeremia 33:3

God verlangt naar ons en Hij verlangt ernaar om ons te zegenen!
(en dan heb ik het niet over materiële zegeningen)
‘Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!’ (Klaagliederen 3:22,23)
Hoe groot is ons verlangen om bij Hem te zijn?
Hoe groot is ons verlangen om door Hem gezegend te worden?
Wat hebben we daarvoor over?
Is ons verlangen als dat van die koopman uit Mattheüs 13:44-46?

‘Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.’
Mattheüs 6:33

Ik verlang naar jou,
naar ons samenzijn;
Ik ben immers je Vader,
Ik heb je gemaakt!
Ik verlang ernaar
om bij elkaar te zijn;
dat Mijn Vaderhart
jouw leven raakt.

Ik verlang naar jou,
naar ontmoeting,
naar samen delen,
naar verbondenheid.
Ik verlang ernaar
deelgenoot te zijn
van al jouw vreugde,
als ook je strijd.

Ik verlang naar jou!
O Mijn kind, Mijn hart
gaat zo vol verlangen
en hunkering uit naar jou!
Kom toch bij Mij, elke dag;
geloof Mij als Ik zeg dat
er niemand is als Ik,
Die zoveel van je houdt.

Ik verlang zo naar jou,
verlang jij ook zoveel naar Mij?
Ik zie zo uit naar ons samenzijn,
dit uitzien maakt Mijn hart al blij.
Ik verlang zo naar jou;
kom je spoedig, Mijn lieve kind?
Ik wil zo graag van hart tot hart zeggen
hóezeer je door Mij wordt bemind.

Gods rijke en onmisbare zegen voor de komende week!
Onthoudt de woorden maar van dit oude liedje:
Zoek Jezus veel, zoek Jezus vroeg.
Wie Jezus heeft, die heeft genoeg.

Een liefdevolle groet,
Rita


1) In 2022 ben ik gewoon in één jaar door dit boek gegaan, waardoor ik wel stukjes heb geschreven, maar niet altijd de kans heb gehad om er een blogje van te maken. Daarom begon ik in 2023 opnieuw met het boek, daar er nog zoveel instond waar ik gewoon voor mijn gevoel niet genoeg tijd voor had gehad om goed te overdenken. Maar met het opnieuw beginnen van het Dagboek, realiseerde ik mij na een paar maanden, dat het weer opnieuw lezen van dit boek niet de oplossing was, het probleem lag in het feit dat sommige hoofdstukjes gewoon meer tijd vroegen dan één dag, en dus besloot ik om voortaan gewoon alle tijd te nemen die ik nodig had.
En wat heeft dat voor mij al vele kostbare momenten met de Heer opgeleverd en zegen gebracht, maar ook terugslagen; de weg terug van de top van een berg is soms knap lastig en moeilijk en gaat soms gepaard met struikelen, vallen en weer opstaan.
Maar één ding is zeker, het boek brengt mij en doet mij nadenken over dingen waarover ik anders zo over zou zijn heen gestapt.

2) De hele tekst (Mattheüs 6:6) zegt: ‘Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden’, dus Murray laat wel een stukje weg, dat van ‘wanneer u bidt’, maar we mogen er immers vanuit gaan dat elk kind van God bidt? Dat hebben we toch nodig!
Er staat duidelijk ook niet áls u bidt, maar wánneer u bidt.
Er ligt dus weldegelijk een opdracht in de woorden van de Here Jezus om ons terug te trekken in de stilte en te bidden.

zondag 21 april 2024

Week 17 - Epiloog

Vrijdag, 19 april
Epiloog, het lijkt mij de beste titel die ik dit blogje kan geven, want ja, eigenlijk had ik met mijn vorige stukje het thema ‘God de Onbegrijpelijke’ afgesloten, maar met alles dat de afgelopen anderhalve week is gebeurd, toch nog een paar woorden.

God de onbegrijpelijk ...

Het is zo’n driekwart jaar geleden dat mijn man voor een vaatonderzoek naar het ziekenhuis moest, en bij ‘toeval’ ontdekken zij dat hij een aneurysma had.
Best heftig nieuws, want meestal -zoals ook bij een vriend van mijn man, wordt het te laat ontdekt en sterft de persoon.
Met een half jaar moest hij voor controle, en op de echo zagen zij dat het best wel gegroeid was, dus dan maar met drie maanden een nieuwe echo, en vorige week dinsdag (9 april) was de dag voor dit controle-onderzoek.
Maar in plaats dat mijn man doorging naar de winkel, werd het na de CT-scan een ritje IC, met een operatie binnen 24 uur op het programma.
Het waren heftige en zeer spannende dagen, en hoewel niet alles ging zoals het zou moeten, liep alles goed af, en uiteindelijk mocht hij afgelopen woensdag dan toch naar huis.


In de dagen die achter me liggen, gingen mijn gedachten met regelmaat terug naar de stukjes die ik de afgelopen tijd heb geschreven over dat we God niet kunnen begrijpen.
Waar bij ons nu uiteraard dankbaarheid overheerst, omdat we echt Gods hand zien in dit tot drie keer toe op tijd gewaarschuwd worden (na de operatie gebeurde er nog iets op de IC), gingen mijn gedachten ook automatisch naar al die mensen die gewoon komen te overlijden aan een aneurysma, simpelweg omdat het vaak pas ontdekt wordt als deze scheurt, en je dan meestal te laat ben om nog iets te kunnen doen.
Wat ook heel erg binnenkwam, was een berichtje op Facebook van het plotselinge overlijden van iemand, die daarbij nog elf jaar jonger was dan mijn man.
(Mijn hart gaat naar hen uit 💕🙏🏻)
God, de Onbegrijpelijke ...

Hoewel dankbaarheid overheerst, zijn er nog vele dingen die hun plek moeten krijgen.
Ik voel en ervaar van alles van binnen, maar kan er de woorden (nog?) niet voor vinden.
En hoewel ook niet alles in woorden hoef te worden gevangen, ervaar ik dat er toch een paar dingen zijn die naar buiten willen.


Zondag, 21 april
Het is een paar dagen dat ik bij bovenstaande bleef steken, en niet verder kwam.
Kleine gedichtcoupletjes verschenen op mijn digitale A-viertje, maar het is het niet.
Ik voelde dat de woorden er waren, maar ze kwamen er niet uit, nóg niet.

Het is vroeg, nog voor ik vandaag met mijn Stille Tijd begin, als de volgende woorden in mijn gedachten komen en ik ze met een potlood snel neerkrabbel op een kladpapiertje.

U vraagt mij U te geloven;
mijn hart te verbinden
met dat van U.

U vraagt mij U te vertrouwen;
mijn hand te leggen
in die van U.

U vraagt mij U te volgen;
gehoorzaam te gaan in
het voetspoor van U.

U vraagt mij aan U vast te houden;
ook als ik niets
begrijp van U.

U vraagt mij …
Heer, hier ben ik,
maar houd mij vast,
want ik kan dit niet
zonder de hulp van U.

's Middag volgen de laatste woorden; wat van binnen leefde, krijgt gestalte in het volgende gedichtje.


Rusten in de zekerheid,
dat mijn niet te begrijpen God en Vader
altijd alles vast in Zijn handen heeft.

Vrede hebben in de wetenschap,
dat mijn niet te begrijpen God en Vader
mij altijd met Zijn liefde omgeeft.

In geloof rotsvast vertrouwen,   
omdat mijn niet te begrijpen God en Vader,
door Zijn geest, in mij woont en leeft.


Dank U, Heere, dat U alle dingen doet meewerken ten goede voor wie U liefhebben.
En ik geloof dat U hiermee zowel de goede, als de kwade dagen voor ogen hebt.
Met alles dat gebeurd is, en zoals het gaat, laat U dan maar zien, Heer, wat Uw wil is dat ik doe, wat u mij wil leren; de plannen die U nog hebt met mijn/ons leven.
Dat Uw glorie gezien zal worden, Heer!

- Amen -


'Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.'

Psalm 103:13


Laten we vol vertrouwen blijven geloven in deze, voor ons niet te begrijpen, maar liefdevolle en betrouwbare, onveranderlijke God en Vader; laten we toch alles van Hem blijven verwachten en ons geloof en vertrouwen zal nooit worden beschaamd.

Blessings en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 7 april 2024

Week 15 - God de Onbegrijpelijke ... (slot)
Dank U wel!

Soms Heer, 
kan ik me maar moeilijk neerleggen
bij de dingen die U toelaat in mijn leven
en die ik maar niet kan begrijpen.
Maar dank U wel, dat U mijn worstelen gebruikt
om wat niet goed is weg te slijpen.

Soms Heer,
kan ik maar moeilijk aanvaarden
dat U dingen toelaat die mijn wereld
steeds weer zo overhoopgooien.
Maar dank U wel, dat U ook dit gebruikt om
mijn karakter verder te ontplooien.

Soms Heer,
vind ik het zo moeilijk om U God
te laten zijn en te accepteren dat Uw
gedachten en wegen hoger dan de mijne zijn.
Maar dank U wel, dat U elk strijden gebruikt om
mij meer te vormen, dwars door elke pijn.

Soms Heer,
kan ik maar moeilijk rust vinden voor
mijn ziel, in het feit dat U, mijn Vader,
ook de Soevereine God bent.
Maar dank U wel, dat U ook dit gebruikt om te
laten zien, dat alleen Overgave echte Vrede kent.

Soms Heer …

Maar dank U wel, voor ruimte
om te worstelen en te strijden.
Dank U wel, dat ik weten mag,
dat U ook hierin mij zult leiden.

Dank U wel, dat ik zo mag ontdekken dat
begrijpen ondergeschikt is aan vertrouwen,
en dat mijn grootste rijkdom is een kind te zijn
van een God en Vader, op Wie ik kan bouwen.












‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken.’

Spr. 3:5,6

‘Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt, wiens vertrouwen de HEERE is. Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop. Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen. Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen.’
Jer. 17:7,8

‘Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.’
Jes. 54:10

‘Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken.’
Ps. 9:11

‘Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE.’
Ps.27:14

Ter afsluiting.
Met dat ik de laatste Bijbeltekst plaats, zie ik vanuit mijn ooghoek het kaartje uit 2021 staan met een citaat van Corrie ten Boom erop.
Ja, dit kaartje staat er de afgelopen jaren onafgebroken, zo belangrijk en waardevol is dit citaat voor mij.
En ik denk dat het een mooie afsluiting is van dit blogje en om ook weer mee te nemen de komende week in.
Mag de Heere de woorden zegenen en uitwerken in ons aller hart.

Om te groeien in geloof,
moeten wij in omstandigheden komen
waarin wij gedwongen worden ons uit te strekken
naar de Bron van onze kracht.
Zo wordt ons geestelijk inzicht geoefend
en ontdekken wij nieuwe dimensies van onze God.’


Liefdevolle groet,
Rita



👉 Blogje 'Hoor jij de vogels nog fluiten?'

donderdag 28 maart 2024

Week 13 - God de Onbegrijpelijke ...(2)
Geloof, vertrouwen en gehoorzaamheid

Abraham (en Izaäk)

‘Hij zei: Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal.’
Genesis 22:2

Terwijl ik bezig was met het stukje van de vorige keer kwam ook dit in mijn gedachten, dit moment waar God aan Abraham vraagt om naar het land Moria te gaan om daar zijn enige zoon, waar hij zolang op had gewacht en die hij zo liefhad, te offeren.
Wat een onbegrijpelijke vraag was dit -menselijk gezien, van God aan Abraham.
Zo lang op moeten wachten, zo kostbaar en geliefd, en nu vraagt God van Abraham om hem te offeren!

In dit hele stukje lezen we niets van wat deze opdracht van God met Abraham deed, in de zin van welke emoties het bij hem losmaakte, wat hij dacht, of dat hij strijd had, of …
We lezen alleen dat hij de volgende dag vroeg opstond, alles wat hij nodig had klaarmaakte en ging.
We lezen dat hij als hij er bijna is, de knechten gebiedt om daar te blijven en dat alleen hij en Izaäk verder gaan en zij later samen terug zullen komen.
We lezen hoe Abraham Izaäks vraag naar het lam voor het brandoffer beantwoordt met dat God Zelf daarin zal voorzien.
We lezen alleen hoe Abraham het altaar bouwt, het hout schikt, zijn zoon vastbindt en op het hout op het altaar legt en het mes nam om zijn zoon te slachten.

We lezen alleen …
Wat er ook door Abraham is heengegaan aan vragen of emoties, het was duidelijk niet van belang voor God om dit in Zijn Woord te vermelden; het gaat duidelijk alleen om het feit dat Abraham gehoorzaam was en deed wat Hij hem vroeg.
Abraham ging, bouwde en legde zijn enige en zo geliefde zoon op dat altaar, en schijnbaar had zijn zoon ook zóveel vertrouwen in zijn vader, én in de God van zijn vader, dat hij zich op het altaar liet leggen.
Ik wil niets invullen, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat er niet van alles door Abraham en Izaäk is heengegaan.
Maar wat er ook door hen heen is gegaan, wat het hen ook heeft gekost om te gaan en te doen, ze deden wat de Heer hen vroeg, hoe onbegrijpelijk ook voor hen moet zijn geweest.
Zowel Abrahams als Izaäks houding was er één van geloof en vertrouwen.

Het was niet de eerste keer dat God iets moeilijks van Abraham vroeg, maar ik denk wel het moeilijkste.
En als we Abrahams verhaal lezen in de Bijbel (Gen. 12 t/m 25:11), dan is er één ding dat steeds opnieuw opvalt, namelijk dat Abraham gehoorzaamt.
Wat de Heer ook van hem vroeg, hij gehoorzaamde!

Als ons leven over rozen gaat, is het heel makkelijk om te zeggen dat Gods wegen en gedachten hoger zijn dan die van ons; dat Hij immers alles zal doen meewerken ten goede voor wie Hem liefhebben.
Als ons leven over rozen gaat, is het feit dat God ook de Onbegrijpelijke is vaak geen issue, en ook klinkt er dan meestal geen waarom-vraag.
Maar het leven kan soms heel zwaar en moeilijk zijn.
De Heer kan dingen toelaten in ons leven, dingen van ons vragen, waardoor alles in ons het uitschreeuwt naar Hem: Ik begrijp het niet; ik begrijp U niet; ik begrijp deze weg(en) niet. Waarom?

Ik heb geen idee of dergelijke gedachten en vragen in Abrahams hoofd zijn opgekomen, we lezen er niets over, maar uiteindelijk is dat ook niet waar het om gaat.
Waar het om gaat, is dat Abraham gehoorzaamde, iedere keer weer, en bij alles wat de Heer van hem vroeg.
Waar het om gaat, is dat Abraham een rotsvast geloof en vertrouwen had in zijn Heer en God.

Inmiddels zijn we nog maar één dag verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen, en daarmee komt ook opnieuw het besef binnen hoe onbegrijpelijk het in wezen eigenlijk ook is, wat God voor ons heeft gedaan; hoe onbegrijpelijk eigenlijk Zijn liefde en genade zijn voor ons mensen die zo gezondigd hebben en zondigen.
Hoe onbegrijpelijk dat Hij zoveel van ons hield, zo met ons bewogen was in hetgeen we onszelf hadden aangedaan, dat Hij Zijn hand uitstak om ons toch te redden, om de weg terug naar Hem weer vrij te maken.
Onbegrijpelijk, dat Hij Zijn Zoon zond vanuit die heerlijke heerlijkheid, om mens te worden en op Zich te nemen, en te doen, wat wij nooit konden.

Jezus 

‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.’
Kolossenzen 1:15

‘Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, …’
Hebr. 1:3a

‘… Die, hoewel Hij de gestalte van God had, Zich niet heeft vastgeklampt aan zijn goddelijke rechten. Integendeel, Hij legde zijn grote macht en heerlijkheid af, nam de gestalte aan van een dienaar en werd een mens. Herkenbaar als mens, vernederde Hij Zich en gehoorzaamde tot het uiterste, zelfs tot in de dood aan het kruis.’
Fil. 2:6-8 (HB)

‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Joh. 3:16

‘Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.’
Hebr. 4:15

We zijn slechts nog enkele dagen verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen.
De dagen, die het meest getuigen van Zijn Liefde voor ons!
Hoe onbegrijpelijk!

We zijn slechts nog enkele dagen verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen.
De dagen, die het meest getuigen van Zijn Genade voor ons!
Hoe onbegrijpelijk!

We zijn slechts nog enkele dagen verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen.
De dagen, die het meest getuigen van Zijn bewogenheid met ons!
Hoe onbegrijpelijk!

Was het makkelijk voor Hem?
Ging het als vanzelf, omdat Hij naast volledig mens ook God was?
Wie dát denkt, zit er verder naast dan ooit mogelijk is.

‘Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. En aan Hem verscheen een engel uit de hemel, die Hem versterkte. En Hij kwam in zware zielenstrijd en bad des te vuriger. En Zijn zweet werd als grote druppels bloed, die op de aarde neervielen.'
Luc. 22:42-44

‘Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden.’
Hebr. 5:8

Hoe onbegrijpelijk eigenlijk allemaal!
God schiep de mens, en de mens komt tegen Hem in opstand, wil aan Hem gelijk zijn en vervalt in zonde.
De eens zo wonderschone liefdesband, die wonderbare relatie met Hem is verbroken.
En er is niets dat wij ooit zelf kunnen doen om dat te herstellen.

En hoe onbegrijpelijk, God komt ons tegemoet!
Hij zond Zijn enig geboren Zoon, Jezus.
Alleen Hij, Die zonder zonden was, kon de weg naar God weer herstellen.
‘Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.’ (2 Kor. 5:21)

God, Die mens werd, en de straf die wij hadden verdiend op Zich nam.
God, Die Zijn enig geboren Zoon gaf als offer om ons te redden.
God, Die van Zijn kant alles heeft gedaan voor ons, omdat Hij zoveel van ons hield.
Jezus, Die zo bereid was om deze afschuwelijke lijdensweg te gaan.
Uit liefde, uit gehoorzaamheid, uit bewogenheid.

‘Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’
Jes. 53:5

Hoe onbegrijpelijk ...

‘Genade, zo oneindig groot,
dat ik, die ’t niet verdien,
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ’k zien.

Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.’

Gehoorzaamheid …
Gehoorzaamheid is wat we in de levens van zowel Abraham als Jezus zien, en wat zij geleerd hebben door lijden heen.
Abraham verkeerde in onzekerheid, hij wist niet wat hem te wachten stond, maar hij geloofde én vertrouwde, én gehoorzaamde God.
Jezus wíst wat Hem te wachten stond, maar gehoorzaamde en richtte Zijn blik voorbij het lijden op wat daarna op hem wachtte.
En wij?

Geloof, vertrouwen en gehoorzaamheid.
Hoe onlosmakend zijn deze woorden met elkaar verbonden en verweven, en hoe gaan zij boven ons niet kunnen begrijpen uit.
Het sleutelwoord in dit alles is Overgave.
Overgave aan Hem Die ons geschapen heeft, overgave aan Hem Die ons leven vast in handen heeft.
Overgave aan Hem, Die ons zo liefhad, dat Hij wat Hij liefhad boven alles, prijsgaf om ons te redden.

Mijn Heer en God,
er gebeuren zoveel dingen
die ik niet kan begrijpen,
er is zoveel dat ik niet
kan inzien en verstaan,
maar als ik kijk naar
Uw Volmaakte plan,
dan zie ik daarin een God
Die van Zijn kinderen houdt
en hen zó is toegedaan.

Mijn Heer en Heiland,
als ik mijn ogen richt
op U, op de weg die U
uit liefde voor mij
zo gewillig bent gegaan,
dan begrijp ik niet
dat ik steeds opnieuw
met zoveel vragen,
soms tegensputterend,
voor U kan staan.

Mijn God en Vader,
mijn Heiland en Heer,
met al mijn niet begrijpen
verlang ik toch om U in
alles meer te vertrouwen,
door te zien op wie U bent,
op wat U heeft beloofd,
en op hoe U hebt bewezen,
door heel de Bijbel heen,
dat ik op U kan bouwen.

En zo, voor U, mijn Heer en God,
buig ik mij in alle eerbied neer.
Uw Naam wil ik loven en prijzen,
ja, U geven al mijn lof, dank en eer!
U wil ik kennen, U wil dienen;
in Uw voetspoor, Jezus, wil ik gaan.
Ik wil U in alles gehoorzamen,
en ook U in alles zijn toegedaan.


Gezegende dagen!
Dat met iedere keer dat we stilstaan bij het lijden en sterven van onze Heer en Heiland meer van Hem zullen gaan houden, en ons toewijden aan Hem; ook als we niets begrijpen van de dingen die gebeuren.

Een liefdevolle groet,Rita

maandag 18 maart 2024

Week 12 - God de Onbegrijpelijke ...
Neem de tijd ... (29)

Niet altijd leiden de hoofdstukjes uit het dagboek van Murray tot schrijfsels, en zo gaat er soms ook een week, of langer voorbij zonder dat ik iets schrijf waarover ik las, zo ook de afgelopen tijd.
De eerste maanden van het jaar echter hield ik nog netjes de dagen aan, en hierdoor zijn er meerdere hoofdstukje blijven liggen waar ik wel wat bij had geschreven.
En zo neem ik nu één van de hoofdstukjes die was blijven liggen, ‘God, de Onbegrijpelijke’.

‘Zie, God is groot en wij begrijpen Hem niet; …’
Job 36:26a

‘De Almachtige, wij kunnen Hem niet uitvinden; Hij is groot van kracht en recht, …’
Job 37:23a
(SV)

(NBG – niet kunnen begrijpen: BB – niet kunnen zien en begrijpen)

Moeilijk …
Murray geeft in zijn schrijven aan dat we deze eigenschap van God veel te weinig overdenken.
Hij wijst erop dat ‘het van het grootste belang is dat wij zuiver aanvoelen dat, zoals de hemel hoog verheven is boven de aarde, Gods gedachten en wegen hoog verheven zijn boven al onze gedachten.’
En dat ‘diepe nederigheid en heilige eerbied ons zou moeten bevangen’ als we naar Hem opkijken.
Wat mij voor nu zo aanspreekt zijn de woorden ‘zuiver aanvoelen’.
Als ik het letterlijk zou moeten omschrijven, zou ik zeggen: duidelijk en helder begrijpen; de diepte van iets inzien.
Met het stilstaan bij en nadenken over deze dingen, vraag ik me af of we soms toch niet te snel en te makkelijk deze woorden ‘Zijn wegen en gedachten zijn hoger dan die van ons’ gebruiken.
En mij bekruipt het gevoel dat het zuiver aanvoelen van deze woorden ook omvat dat ik mij in geloof en vertrouwen buig voor Zijn Alwetendheid en Soevereiniteit, als voor ook Zijn wijsheid, inzicht en Almacht.
Dat ik mij in geloof en vertrouwen vast blijf houden aan Hem ook in tijden van tegenspoed, of als tegenspoed op tegenspoed volgt; of als er van alles gebeurt in mijn leven waar ik niets van begrijp, en waar ik geen grip op heb.

Er zijn zoveel dingen gebeurd in mijn leven en in/met levens van mensen die me zo heel lief en dierbaar zijn, waar ik helemaal niets van begrijp, en waarbij ik het menigmaal in wanhoop naar boven heb uitgeschreeuwd: ‘Heer, waarom? WAAROM? Ik begrijp het niet; ik begrijp U niet, hoe kunt U …?’; terwijl elk denkbare emotie daarin voorbijkwam.
Maar tegelijk gebeurden er soms ook de mooiste dingen, dingen die ik op dat moment vaak niet kon zien, maar die toch plaatsvonden en waaruit weer prachtige dingen zijn voortgekomen, als mij ook hebben gebracht, en gemaakt, tot waar en wie ik nu ben.
Mijn gedachten gaan naar enkele stukjes en gedichten die ik schreef :
Worstelen om te groeien …
Niet begrijpen, maar toch …
Niet begrijpen en toch vertrouwen …
Ik heb U lief …
Danken ondanks ...
Vastgrijpen aan Zijn beloften …
Gebroken Halleluja …


‘Welk een diepe nederigheid
en heilige eerbied moet ons bevangen
als wij naar God opkijken,
om ons dan met kinderlijke eenvoud
aan het onderricht door Zijn Heilige Geest over te geven.’

Andrew Murray

‘O diepte van rijkdom, van wijsheid en kennis Gods, hoe ondoorgrondelijke zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!’  (NBG)

‘Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen! In de Boeken staat: "Wie kent de plannen van de Heer? Wie heeft Hem raad gegeven? Wie heeft iets aan Hem gegeven, waardoor hij het recht zou hebben iets van Hem terug te vragen?" Maar alle dingen komen van God, bestaan door God en zijn voor God. Voor Hem is alle eer voor altijd en eeuwig! Amen! Zo is het!’  (BB)
Romeinen 11:33

Maar …

‘Wat is het vaak moeilijk
voor ons mensen
om ons neer te leggen
bij dingen die God toelaat
en wij niet kunnen begrijpen.

Wat is het soms moeilijk
om te aanvaarden
dat God dingen toelaat
die onze wereld soms finaal
op zijn kop zet.

Wat is het moeilijk
voor ons mensen
om God God te laten zijn
en te accepteren dat
Zijn wegen en gedachten
hoger zijn dan die van ons.’


Aanvaarden …
God, de Onbegrijpelijke …
Geloof ik, geloof ik niet?
Vertrouw ik, of vertrouw ik niet?
Gehoorzaam ik, of keer ik me van Hem af?
Aanvaard ik dat ik Hem niet kan begrijpen, of …

Dit laatste is iets dat steeds in mijn gedachten blijft terugkomen als het gaat om God de Onbegrijpelijke.
Aanvaard ik deze eigenschap van God ook volledig?
Aanvaard ik vol geloof en vertrouwen dat Hij werkelijk is wie Hij zegt dat Hij is en doet wat Hij -heeft- beloofd, ook als ik niets begrijp van de dingen die gebeuren, of de wending die mijn leven neemt, of wat Hij ook van mij vraagt?
Deze vraag deed mij kijken naar de betekenis van dit woord, naar wat dit woord ‘aanvaarden’ allemaal inhoud.
Aanvaarden, oftewel accepteren, wat omarmen insluit.
Berusten in (rusten in), wat vrede hebben met, hoofd buigen voor, inhoud.
Erkennen, wat weer inhoud dat we dingen ook inzien.
Aannemen, met andere woorden: in de armen sluiten, omhelzen.
Geloven
, wat wil zeggen: vertrouwen, ons verlaten op.

‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten.’
Jesaja 55:8,9

Gods Grootheid …
Zijn Almacht …
Gods Alomtegenwoordigheid …
Zijn Wijsheid …
Gods Heiligheid …
Zijn soevereiniteit ...
Gods Liefde …
Zijn Genade ...


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om te aanvaarden
dat God eeuwig is en soeverein.
Neem de tijd om te rusten in het feit 
dat wij Hem niet kunnen begrijpen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om te accepteren
dat God Alomtegenwoordig is.
Neem de tijd om te erkennen dat
Hij de Alwetende is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om te aan te nemen
dat God de Almachtige is.
Neem de tijd en zie in dat
Zijn wijsheid alles te boven gaat.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en aanvaardt
Zijn ondoorgrondelijkheid.
Neem de tijd en heb vrede
dat Hij onbegrijpelijk is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en wees stil
vol eerbied en nederigheid.
Neem de tijd en buig je neer
voor Hem vol heilig ontzag.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en erken
dat Hij, en Hij alleen, God is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd ...


Vandaag eindig ik met een gedichtje dat ik jaren geleden al schreef, en wat ook al op mijn gedichtenblog staat, maar wat tot op de dag van vandaag een grote impact op mij heeft.
Ook plaats ik hieronder enkele linken naar gedichten/stukjes die ik eerder heb geschreven en waarin het onderwerp van vandaag op de één of andere manier terugkomt; stukjes die voor mij heel waardevol zijn, omdat ze deel uitmaken van het proces van groeien in Geloof en Vertrouwen in deze ontzagwekkende grote en onbegrijpelijke God, Die ik tegelijk míjn Vader mag noemen.

Vastgrijpen aan Zijn Beloften!

Nee, ik weet niet,
noch begrijp ik vaak iets
van het waarom
van de dingen
die gebeuren.

Waarom mijn hoop
soms verbrijzeld wordt.
Waarom mijn zorgen
zo groot en vele zijn.
Waarom pijn en verdriet
mij elke dag volgen.
Waarom strijden en vechten
soms daag’lijkse rituelen zijn.

Nee, ik weet, noch begrijp,
vaak iets van het waarom
van de dingen
die mijn leven
kleuren.

Maar één ding weet ik,
al kan ik Gods perfecte plan niet zien;
er komt een dag
dat Hij mijn tranen zal drogen
en ik alles zal begrijpen.
En tot die tijd kies ik ervoor
om mij aan Zijn beloften
vast te grijpen.

Laten we er samen steeds opnieuw voor kiezen om ons vast te grijpen aan Zijn beloften, dan zullen we nooit beschaamd uitkomen!
Mag Hij je rijkelijk zegenen met Zijn vrede, met Zijn Shalom.

Liefdevolle groet,
Rita

Hier enkele van de waardevolle blogjes waar ik op wees:

👉 'Niet begrijpen, maar toch …'

👉 'Worstelen om te groeien …'

👉 'Niet begrijpen, en toch vertrouwen …'

👉 'Danken ondanks …  (Worstelen)'

👉 'Ik heb U lief …'

👉 'Niet begrijpen, maar …'

👉 'Gebroken Halleluja …'

maandag 26 februari 2024

Week 9 - Een kostbare bijzondere aanvulling
Neem de tijd ... (28)

Belangrijke lessen om te onthouden en te leren!


Inmiddels is het zaterdagmorgen; het was namelijk vrijdag toen ik het blogje van gister schreef.
En eigenlijk dacht ik dat het stukje klaar was op eventueel een gedichtje na.
Echter na wat ik vanmorgen las met ‘mijn Bijbelleesrooster’, ervaar ik dat dit er toch nog ‘bij’ moet, maar omdat het bij elkaar echt te lang wordt, komt dit stukje vandaag apart.
Even voor alle duidelijkheid (voor het geval iemand ook dit Bijbelleesrooster volgt) ik ben iets verder met lezen dat wat er precies op het rooster staat, - dit geeft mij wat speling voor de dagen dat ik door afspraken of onvoorziene dingen geen tijd heb, vandaar dat ik vandaag iets anders las dan staat aangegeven voor vandaag.

Jezelf verliezen in de emoties van het moment …
En zo begon ik vandaag met Numeri 14.
Degenen die ook meelezen op mijn Blog ‘Into Your Hands’, weten dat ik dit jaar het Rooster lees vanuit ‘Het nieuwe Leven’, en ik lees daarbij ook alle aantekeningen onderin die daarbij gegeven zijn.
Zo kwam ik dan ook bij de aantekeningen bij Num. 14:1-4, een gedeelte waar het volk Israël alles bij elkaar klaagde nadat de twaalf verspieders waren teruggekomen uit het Beloofde Land, en tien van hen hadden aangegeven dat het onmogelijk zou zijn om dit land te veroveren, zo groot en sterk waren de mensen (en steden etc.) die daar woonden.
Jozua en Kaleb, die heel andere dingen vertelden, werden compleet overstemt door de negatieve reacties van de andere tien.
En dan staat er bij de aantekeningen het o.a. volgende:
‘Doordat zij het overzicht verloren, verloor het volk zich in de emotie van dat moment. Zij vergaten daarbij wat zij over Gods karakter wisten.’

Met het lezen van deze woorden gingen mijn gedachten direct terug naar dat moment waar mijn geloof zo onder vuur lag.
Ik bedenk mij nu dat de omstandigheden inderdaad zo’n grote plaats in mijn leven hadden ingenomen, dat ik het overzicht had verloren, en niet meer kon accepteren dat Gods wegen en gedachten hoger zijn dan mijn wegen en gedachten.
De emoties hadden zo de overhand gekregen, dat ik mij daarin inderdaad had verloren, in plaats van dat ik nog kon zien en leven vanuit Wie Hij was.
O ja, heel diep van binnen wist ik het allemaal nog wel, maar alle emoties hadden de overhand gekregen.
Nu terugkijkend en denkend, besef ik dat ik ze de overhand laten nemen; ik had het al zover laten komen, dat dit een onvermijdelijk gevolg was.

Welk een grote les ligt er dan ook in deze woorden!
De les van elke dag waakzaam zijn, me niet mee laten slepen door wat ik voel of denk, zelfs niet een heel klein stukje, omdat als ik niet oppas me anders kan verliezen in de emoties van het moment!
Een moeilijke les om te leren, immers we worden vaak juist aangevallen als we zwak zijn, moe en kwetsbaar.
Opnieuw ligt hier het bewijs van de noodzaak van het dagelijks omgang hebben met Hem!

Gevolgen van ongeloof en weglopen …
Vervolgens lees ik op de volgende bladzijde, de aantekening bij Num. 14:34 - ‘Door niet op God te vertrouwen, ontstaan vaak grotere problemen dan er oorspronkelijk waren. Als we van God weglopen, komen we onvermijdelijk in de problemen.’
De problemen – gevolgen, voor het volk Israël waren gigantisch groot, iedereen vanaf twintig jaar mocht het Beloofde Land niet meer in, op de paar mensen na die de Heere God wel hadden vertrouwd.
Hoewel onze eeuwigheid misschien niet à la minuut in gevaar komt, toch zijn er zeker consequenties als wij de Heer niet vertrouwen.
Er ontstaat een steeds grotere verwijdering tussen Hem en ons, waardoor we Zijn kracht en steun steeds minder zullen ervaren; en hoe langer dit ongeloof – want dat is het uiteindelijk, duurt, hoe groter de kloof tussen Hem en ons wordt.
Het zal onze relatie met Hem negatief beïnvloeden.
Het zal ons weghalen van tijd met Hem.
Zijn Woord zal steeds minder voor ons gaan betekenen en we zullen er steeds minder ons houvast in vinden.
Het zal ook ons gebedsleven aantasten, waardoor we uiteindelijk misschien wel helemaal niet meer (kunnen) bidden.
En als we van Hem weglopen, lopen we zelfs de kans om ook onze eeuwige toekomst met Hem te verspelen, en dan hebben we pas echt een groot probleem!

'Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?
Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging,
of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?
Zoals geschreven staat:
Want omwille van U worden wij de hele dag gedood,
wij worden beschouwd als slachtschapen.
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars
door Hem Die ons heeft liefgehad.
Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven,
noch engelen, noch overheden, noch krachten,
noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte,
noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden
van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.'

Romeinen 8:35-39

Als geen ander weet ik hoe moeilijk het soms is om te blijven geloven, te blijven vertrouwen.
Hoe kostbaar is dan Zijn belofte dat niets of niemand ons uit Zijn hand kan roven!
Dat niets ons kan scheiden van Zijn Liefde!
Behalve …
Ja, behalve wijzelf, alleen wijzelf kunnen ervoor kiezen om Hem volledig de rug toe te keren, en niets meer met Hem te maken willen hebben.
Maar aan Hem zal het niet liggen, zo groot is Zijn liefde en genade, zo’n waarheid is Zijn woord, zo onveranderlijk is Hij!

Een bijzonder Gebed …
Als laatste las ik Psalm 90.
Wat een prachtige afsluiting voor vandaag met alles wat ik al heb gelezen, maar ook van alles waar ik de laatste dagen mee bezig mocht zijn.
De Psalm toont ons de eeuwige grootheid en almacht van God, en de nietigheid en kwetsbaarheid van de mens.
En uit de laatste woorden van Mozes blijkt hoe belangrijk Zijn liefde, goedheid, en bewogenheid zijn, en hoezeer wij het nodig hebben in ons leven.
Maar voor vandaag, met de woorden van gister en vandaag in gedachten, is vers 12 wat we moeten leren.
‘O God, leer ons zo te leven dat wij ons uiteindelijk de wijsheid eigen maken.’ 
In dit geval spreekt mij de NBG-vertaling mij het meeste aan, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik deze tekst in die vertaling ooit als eerste uit mijn hoofd geleerd heb.
‘Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.’

Onze tijd hier op aarde mag soms heel lang lijken, vooral als het leven moeilijk en zwaar is, maar in wezen hebben we slechts beperkt de tijd op deze aarde.
Daarom is het belangrijk hoe wij onze dagen hier op aarde leven, hoe we de tijd die we hebben gekregen, besteden.

Op mijn Blog ‘Into Your Hands’ heb ik een verhaal staan dat heet ‘Tactiek van de boze’, en komt er in het kort op neer, dat hij erop uit is om maar te zorgen dat we het zo druk hebben, dat onze tijd met de Heer er (vaak als eerste) bij inschiet en dat menig mens zijn benen voorbijloopt.
Gezien het aantal burn-outs lijkt het hem ook bijzonder goed te lukken.
Toch zijn we allemaal uiteindelijk zelf verantwoordelijk wat we met onze tijd doen, en hoe we die besteden.
Wat heeft onze prioriteit?
Wat zegt Hij ons eigenlijk in Zijn Woord?
Misschien is vandaag wel een goed moment om tijd te nemen en onze agenda eens te bestuderen.
Misschien is vandaag wel een goed moment om hem eens naast Gods Woord te leggen.

Neem de tijd …

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en sta eens even stil
bij het feit dat je leven kwetsbaar is,
en voorbij voor je het weet.
Neem de tijd en bedenk daarbij wat
nu eigenlijk het meest belangrijk is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en spiegel je leven eens
aan Zijn Woord en aan Zijn wil;
aan wat hem vreugde schenkt.
Neem de tijd, om zo dagelijks bij Hem
te zijn, zodat Hij je kan onderwijzen en leren.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, sta open voor wat Hij
je zegt in Zijn Woord, neem het ter harte
en wees Hem in alles gehoorzaam.
Neem de tijd, sta open voor Zijn leiding, en
je zult een wijs en moedig hart verkrijgen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …


   >> 'In de stilte' -  Opwekking 854
                              

Blessings & Shalom
Rita


👉 Tactiek van de boze

👉 Een dagje vrij

zondag 25 februari 2024

Week 9 - Om over na te denken …
(niet) Kunnen of (niet) Willen?

Een gedachte om eens over na te denken bij de tekst die centraal stond in mijn vorige blogje.

‘Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!’
Marc. 9:24


Als ik iets moois lees, of een gedachte in mij opkomt die mij tot nadenken stem, of waar ik nog eens over wil nadenken, dan schrijf ik het (meestal) gelijk op.
Citaten vaak in een schriftje, maar gedachten vaak op een briefje.
En zo lag er alweer een tijdje een klein briefje op mijn bureau met een gedachte die erop wachtte dat ik er iets mee zou doen, of om gebundeld te worden met andere briefjes die waren blijven liggen, en die ik toch maar niet weg kan gooien.
Vanmorgen (vrijdag 23 febr.) zag ik dit briefje opnieuw liggen en ineens moest ik denken aan de tekst die in mijn vorige blogje centraal stond en hoe ze bij elkaar passen, misschien wel bij elkaar horen
En zo voor deze week een gedachte met een persoonlijk verhaal erbij om eens over na te denken.

Huilende vrouw van Christa Rosier

Ik geloof het niet meer …
Soms kunnen we door de dingen die we in ons leven meemaken, komen op het punt waarop we soms zeggen: ‘ik geloof het niet meer; ik kan niet meer geloven dat de Heer mij ziet, dat Hij van mij houdt, dat Hij voor mij zorgt; dat Hij mij helpt; dat ik kostbaar en waardevol ben in Zijn ogen, dat …’
Uit ervaring weet ik hoe zwaar het leven soms kan zijn, en hoe het je geloof kan aantasten, ondermijnen, kan doen afbrokkelen; het je zo aan de afgrond brengt, dat dit soort gedachten in je opkomen.
Een tijdje terug werd ik bij dit soort gedachten stilgezet, en het bracht mij terug in de tijd naar het moment dat ik mij daar bevond, en ik realiseerde mij dat ik van ‘ik geloof het niet meer’ belandde bij de vraag: ‘Wil ik nog wel geloven?’
Het was echt een oprechte vraag die ik mezelf stelde, een vraag die voortkwam uit alles wat we hadden meegemaakt en waar gewoon maar geen einde aan leek te komen.
Een vraag die voortkwam uit het gevoel van ‘waar bent U dan; kan het U dan nog wel iets schelen, ziet U mij nog wel? Heer help, ik verga!’
Het nadenken over deze vraag bracht mij uiteindelijk op de plaats waar ik besefte, dat als Hij geen deel meer van mijn leven zou uitmaken, ik dan net zo goed dood kon zijn; om vervolgens tot de conclusie te komen dat ik dan de eeuwigheid zonder Hem zou moeten doorbrengen, waardoor ik automatisch terugkwam bij Hem en het ‘Ja, Heer, ik wil wel geloven maar …
Ik wil wel geloven, ik weet immers niet hoe ik zonder U moet, maar ik kan niet meer; ik zie het ook niet meer, kom mij dan toch alstublieft op de één of andere manier tegemoet.’
En dit alles deed mij de volgende gedachte opschrijven:
‘De vraag is niet: kunnen we (nog) wel geloven, maar willen we (nog) geloven? Als we willen dan komt Hij ons tegemoet om het ook te kunnen.’

Kunnen of willen …
De ultieme vraag: willen we?
Want dat brengt mij per direct terug bij de tekst waarin ik de vorige keer over schreef; bij die radeloze vader van de bezeten jongen, die tegen de Here Jezus zei: ‘Here, ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp!’
Here, ik wil wel geloven, maar ik heb niet genoeg geloof.
En de Here Jezus kwam hem tegemoet, en genas zijn zoon!
Wat erg belangrijk was (zie ook vorige blogje) was het opzien naar Jezus.
Murray zei daarover: ‘Doch toen hij Christus in het gelaat keek, was hij er zeker van dat de liefde, die bereidwillig was om te genezen, ook klaar zou staan om met zijn geloof te helpen en zelfs het zwakke begin ervan in genade zou accepteren.’

Zolang ik bleef kijken naar wat er maar niet gebeurde, er maar niet veranderde; er steeds bij kwam, en hoe moe ik was enz., zag ik niet op Jezus, zag ik niet meer op Zijn liefde en kracht, zag ik niet meer dat God soms de tijd neemt, oftewel het juiste moment afwacht om hulp of uitkomst te geven.
Met de vraag of ik nog wel wilde geloven, werd mijn blik weer omhoog gericht, naar Hem Die alles vast in handen heeft, dus ook al mijn omstandigheden, alles wat er gebeurde, en gebeurt.

Misschien bevind jij je wel op dat punt van ‘ik geloof niet meer, ik kan niet meer geloven dat’.
Misschien bevind jij je wel op dat punt van waardeloos voelen, onbegrepen en onbemind, totaal niet kostbaar, niet voor mensen en ook voor God, want anders …
Dan wil ik je vragen om je blik daarvan eens weg te nemen en jezelf deze vraag te stellen: Wil ik nog wel geloven?
Kijk met het nadenken hierover eens terug naar toen je ging geloven, toen je koos voor Hem, en waarom je dat deed.
Neem Zijn Woord, de Bijbel, eens in je handen; wat betekende dit voor jou?
En hoe is alles nu?
Wat zou je nu willen?
Waar verlang je naar in je relatie met Hem?

Ik weet van mijzelf nog dat bidden en Bijbellezen gaandeweg minder werd naar mate ik mijn blik verlegde van Hem naar alle problemen en verdriet.
Opmerkingen als ‘Och, het houdt bij jullie ook niet op, hè’, -hoe goed en meelevend ook bedoeld en ook als zodanig ervaren, trokken mij in wezen alleen maar meer bij Hem vandaan, en richtte mijn blik -onbedoeld, nog meer op alle ellende in plaats van op Hem, Die onveranderlijk is, en Die bij machte is oneindig veel meer te doen, dan ik maar kan bidden of beseffen, en bij Wie alle dingen mogelijk zijn.

Onder tranen koos ik opnieuw voor Hem, vroeg ik Hem vergeving over alles wat mij op dit punt had doen belanden, en smeekte Hem om mij te helpen om weer te kunnen geloven, om mij weer iets aan hoop en kracht te geven; om mij tegemoet te komen.
Hoe het allemaal precies ging, weet ik niet meer, maar wel dat de Heer mij iets liet doen, zo heb ik dat (achteraf) echt ervaren.
Ik ervoer dat ik Zijn Woord bij de Psalmen moest openen, ze doorbladeren en elk woord van de Psalmist opschrijven waarmee ik me verwant voelde als het ging om pijn en verdriet, om strijd en ellende, moeiten en zorgen enz.
Vervolgens ervoer ik dat ik -op een ander papier, alles op ‘moest’ schrijven waarvan de Psalmist getuigde van Wie en hoe God was. 
Toen ik daarmee klaar was, ben ik alles hardop gaan voorlezen, hardop gaan uitspreken; eerst het vel met alle ‘klachten’ en daarna alle Bijbelteksten die spraken over Wie en hoe Hij is.
En met dat ik aan het lezen was over Zijn grootheid, Zijn bewogenheid, liefde en kracht, ervoer ik dat er binnenin mij iets veranderde, hoe spoortjes van licht en hernieuwde hoop mijn ziel binnenkwamen, en mij weghaalden bij die afgrond en terugbrachten bij Hem.
Nee, de omstandigheden waren nog precies dezelfde, en bleven dat ook nog voor lange tijd, maar ín mij was er iets veranderd.

Wat ik met dit alles wil zeggen?
Kéér toch terug naar God, naar Gods Woord!
Ga het weer lezen, -het liefst hardop zodat je ook hoort wat je leest.
Maar ik geloof ook dat, vooral in dit soort omstandigheden, het belangrijk is dat je het hardop doet, zodat de boze machten het ook horen, want ik ben ervan overtuigt dat ze daarmee hun greep verliezen.
Terugkijkend, geloof ik dat dat ook hetgeen was wat er gebeurde, toen ik die spoortjes van licht en hernieuwde hoop mijn ziel voelde binnenkomen.

Het doet er niet toe of jij -voor je gevoel, geen geloof meer hebt in Hem of Zijn Woord; de boze wil maar al te graag dat wij denken dat het zo is, maar als je wil geloven, dóe het dan, laat het de eerste stap weer terug zijn naar Hem.
‘Nader tot God, en Hij zal tot u naderen’, zegt Zijn Woord in Jacobus 4:8; dat is een belofte waar je op mag gaan staan!
En bid, spreek het maar uit:
‘Heer, ik geloof, -ik wil geloven, maar kom mijn ongeloof te hulp!’
Zoals de Here Jezus de vader van die jongen tegemoet kwam, en mij, zal Hij ook jou tegemoet komen.

Niet meer kunnen, of niet willen geloven …
‘Nader tot God, en Hij zal tot u naderen’,
dát is wat Hij belooft in Zijn Woord.
Niet meer kunnen, of niet willen geloven …
‘Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp’;
zie, het eerste lichtpuntje van hoop gloort.

'For thou wilt light my candle: the LORD my God will enlighten my darkness.'
Psalm 18:28
(In Nederlandse vert. vers 29)

Dat de Heer Zijn licht in jouw leven weer zal ontsteken als het duister en donker is.
Zegen en een liefdevolle groet,
Rita


👉 De afbeelding van het schilderij 'Huilende vrouw' van Christa Rosier is een foto van het canvas van het schilderij dat op mijn studeerkamer hangt, en betekent erg veel voor mij, daar er een verhaal achter zit. Het Blog waarop dit verhaal stond bestaat niet meer, maar vanaf nu is het ook >>Hier<< te lezen. 

👉 Lees >> hier<< Christa's verhaal achter dit schilderij.

zondag 18 februari 2024

Week 8 - Jezus, de Leidsman en Voleinder van ons Geloof
Overwinnend leven (slot)
Neem de tijd ... (27)

Vorige week eindigde ik het stukje (voor het gedichtje) met deze woorden:
‘Stel uw vertrouwen in de machtige kracht van God,
in de blijvende tegenwoordigheid van Jezus,
als de enige borg voor zekere en voortdurende overwinning.
- Gelooft gij dit? Ja, Heere, ik geloof -

Als we dit geloven, als dit onze zekerheid is, kunnen we vastberaden voortgaan op de weg die nog voor ons ligt, wetende dat ons leven veilig is in de almachtige hand van God, onze Vader, en in de liefde van onze Heer en Heiland, Jezus Christus.'

Maar helaas is ons geloof niet altijd even groot en sterk, hebben we simpelweg te kort aan geloof.
Hoe mooi is het dan dat het volgende hoofdstukje begint met deze tekst, Marc. 9:24b, waar staat:
‘Heere, ik geloof; maar kom mijn ongeloof te hulp.’

Groot geloof - klein geloof - ongeloof ...
Ja, soms schiet mijn geloof gewoon te kort, maar soms lijkt het ook af te brokkelen als vele moeilijkheden en problemen zich opstapelen; het één op het ander volgt, en er maar geen eind aan lijkt te komen.
Ja, dan vind ik het soms moeilijk om te blijven geloven dat Hij erbij is, erbij blijft en ook uitkomst zal geven.
Al moet ik bij dit laatste wel zeggen, dat ik wel in alle jaren die achter mij liggen, meer en meer in ben gaan zien, dat de Heere er echt altijd bij is, en hulp geeft op het juiste moment; als ook dat Hij de dingen die gebeuren soms wil gebruiken om mij te onderwijzen, te leren, te doen groeien, door te laten zien wie Hij is; als ook dat uiteindelijk eigenlijk alles er altijd om gaat dat Híj de meeste eer ontvangt.
Helaas was -en ben ik soms nog, dan vaak te ongeduldig in het wachten, wil ik dingen zelf oplossen in plaats van dat ik Hem de ruimte te geeft.
Is het immers niet zo dat we vaak wel willen leren, maar dan zonder (al te veel) lijden, zonder moeilijkheden en problemen enz.?
Maar iets leren gaat nu eenmaal niet zonder dat het ons iets kost, en dat geldt letterlijk voor alles wat we in dit leven hebben te leren.
Leren lopen gaat met vallen en opstaan.
Praten leert een kind alleen doordat zijn ouders hem dingen -soms eindeloos, voorzeggen en hem laten herhalen, en waar nodig verbeteren.
Leren lezen en schrijven, ons verder ontwikkelen, het kan alleen door te oefenen en er moeite voor te doen.
Een topsporter worden kan alleen door dag in dag uit te trainen.
Zo heeft ook ons geloof ook training nodig om te kunnen groeien, groter en sterker te worden.
Maar ook hierin komt de Here Jezus ons tegemoet, Hij weet dit!
Hij is ons immers in alles voorgegaan, ook hierin, want ook Hij heeft gehoorzaamheid geleerd door lijden heen; Hij vraagt niets van ons, waar Hij niet Zelf doorheen gegaan is.
En dan nog komt Hij ons tegemoet …

Heere, ik geloof; maar kom mijn ongeloof te hulp.’

Lees als je tijd hebt, of jezelf deze tijd gunt, het hele gedeelte eens even waar deze tekst uit voortkomt, -want het is niet alleen mooi, maar ook heel belangrijk om te doen, zelfs als het zoals vandaag eigenlijk alleen gaat om een paar verzen eruit.
>> Marcus 9:14-29   

De vader van de bezeten jongen vraagt de Here Jezus om hulp, en de Here jezus zegt tegen hem: ‘Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.’
En dan zegt Murray een paar dingen die mij zeer raken.
‘De vader voelde dat Christus de verantwoordelijkheid op hem legde. Als hij geloofde, kon het kind genezen worden. En hij dacht dat hij zulk geloof niet had.
Doch toen hij Christus in het gelaat keek, was hij er zeker van dat de liefde, die bereidwillig was om te genezen, ook klaar zou staan om met zijn geloof te helpen en zelfs het zwakke begin ervan in genade zou accepteren.
En hij riep in tranen uit: Here, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.’

Christus verhoorde het gebed en het kind werd genezen.’


Opzien - aankijken ...
Doch toen hij Christus in het gelaat keek, was hij er zeker van …
Als ik het Bijbelgedeelte nog eens herlees, zie ik in gedachten de radeloze vader bij de Here Jezus staan.
Hij was al bij de discipelen geweest, maar die hadden hem niet kunnen helpen; het was zelfs uitgemond in onenigheid en geruzie met enkele schriftgeleerden.
En nu had Jezus hem naar zijn verhaal gevraagd en als laatste zei hij in zijn radeloosheid tegen Jezus: ‘…, maar als U iets kunt, wees dan met innerlijke ontferming bewogen over ons, en help ons.’

Maar als U iets kunt …
Geloof en ongeloof klinken in dezelfde zin door, willen geloven en toch ook bijna niet kunnend.
En tegelijkertijd doet hij een beroep op de liefde en bewogenheid van de Here Jezus: ‘wees dan met innerlijke ontferming bewogen over ons en …’
Geen mens kan zulke dingen zeggen, zonder de persoon tot wie ze spreken aan te kijken.
Misschien dat we ons smekend op de grond laten vallen aan de voeten van de Heere, maar er zal altijd een moment zijn van verwachtend en verlangend opzien naar Hem.
De vader van de jongen zag verwachtend en verlangend op; keek Hem vol verlangen verwachtend aan.
Jezus’ antwoord was moeilijk voor hem, maar doordat hij naar Jezus keek, zag hij Zijn liefde en bewogenheid, waardoor hij uitriep: ‘Ik geloof, Heere, maar kom mijn ongeloof te hulp!’
Ik geloof, Heere, maar ik heb ook weer niet genoeg geloof, kom mij daarin toch tegemoet!

Doch toen hij Jezus in het gelaat keek …
Ik geloof dat hier de sleutel ligt naar groei in ons geloof, naar versterking van ons geloof; naar de verhoring van onze gebeden, om het antwoord, -zowel het ja, als nee, te kunnen zien, als ook het te kunnen accepteren als het antwoord anders is dan wij hadden gewild of gehoopt.
Opzien naar Jezus.
Verwachtend opzien naar Jezus.
Vertrouwend op Zijn liefde en bewogenheid, op Zijn ontferming.

Deze woorden, opzien naar Jezus, brengen mij een voorval in herinnering van jaren geleden.
Het was op een zondagmorgen tijdens een dienst.
Degene die de leiding had voor de zang/aanbidding was een jonge vader.
En terwijl hij daar stond, kwam er opeens een klein mannetje aan gedribbeld, en ging voor het podium staan en keek omhoog naar de plaats waar zijn vader stond te spelen en te zingen.
Hij keek even, en ging vervolgens weer terug naar zijn moeder.
Thuisgekomen uit de dienst kon ik niet anders dan woorden geven aan wat ik had gezien, en de boodschap die erin verborgen lag.

Opzien naar zijn vader,
zijn oogjes zijn gericht op hem.
Opzien naar zijn vader,
stilletjes luisterend naar zijn stem.

Het kleine mannetje
komt aan gedribbeld,
voor het podium
blijft hij stilletjes staan.
In zijn knuistjes houdt hij
zijn knuffel stevig vast
en met grote ogen
kijkt hij zijn vader aan.
Voor een kort moment
kijkt hij omhoog, dan doen
zijn kleine beentjes hem weer
terug naar zijn moeder gaan.

Een kort moment,
waarin dit kleine ventje,
opzag naar zijn vader
die daar op het podium stond.
Een kort moment,
maar waarin God,
door dit mannetje heen,
Zijn boodschap zond.
Sla je ogen op naar Mij,
Ik ben jouw hemelse Vader,
Zie op naar Mij,
Ik ben jouw vaste grond.

Opzien naar de Vader,
richt de ogen van je hart op Hem.
Opzien naar de Vader,

wees stil, vertrouw en luister naar Zijn stem.

Opzien naar de Vader.
Opzien naar Jezus.


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd tot al wat je ziet
Jezus is, en wie Hij is.
Neem de tijd, en zie Zijn verlangen
om jouw geloof te versterken.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om bij Hem te zijn
tot je Zijn bereidheid ziet.
Neem de tijd, zodat je kunt ontvangen
wat Hij je zo vol liefde wilt geven.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, geloof en vertrouw,
en bidt vurig tot Hem.
Neem de tijd, klamp je aan Hem vast
tot je hebt ontvangen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, blijf terugkomen tot
je kunt zeggen: ‘Ja, Heer, ik geloof.’

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

Jezus, de Leidsman en Voleinder van ons geloof.
Jezus, onze Heer en Heiland, onze Redder.
Jezus, onze Leidsman, Die ons de weg heeft gewezen, ons in alles is voorgegaan, maar zonder te zondigen.
Jezus, de Voleinder, Hij heeft alles voor ons volbracht en zal op een dag ook alles voltooien.

‘In contact met Jezus,
wordt ook het zwakste geloof
sterk en moedig gemaakt!
Jezus is de Auteur en Voleinder van ons geloof.

Een zwak geloof in de Almachtige Christus
zal uitgroeien tot het grote geloof dat bergen kan verzetten.

Reken met groot vertrouwen
op het verlangen van Christus
om uw geloof te versterken.’

Andrew Murray


Doch toen hij Jezus in het gelaat keek …
Opzien …
Verwachtend opzien.
Verlangend verwachtend opzien om te ontvangen!
Zo kunnen we, samen met Hem, een overwinnend leven leven.

Ik richt mijn ogen naar boven,
naar Hem, Die mij in alles is voorgegaan.
Ik richt mijn ogen op Jezus,
Die zoveel, ja alles, voor mij heeft doorstaan.

Ik richt mijn ogen naar boven,
naar Hem Die vol ontferming is bewogen.
Ik richt mijn ogen op Jezus,
Wiens hart vol liefde is en mededogen.

Ik richt mijn ogen naar boven, op Jezus.
Neem mijn kleine beetje geloof, o Heer,
kom mij toch in Uw grote liefde tegemoet,
en vermeerder het tot Uw glorie en eer.


Gods zegen voor de komende week.
Laten we waar nodig is onze ogen omhoog richten en zien op Hem, Die ons in alles is voorgegaan en wil geven wat we nosdig hebben.

Een liefdevolle groet,
💕Rita

zondag 11 februari 2024

Week 7 - Overwinnend leven (1)
Neem de tijd ... (26)

Eigenlijk zijn het twee hoofdstukjes die mij bezighielden na mijn vorige blogjes; hoofdstukjes die voor mijn gevoel hier weer prachtig bij aansluiten.
Het ene hoofdstukje draagt de titel ‘De wereld overwinnend’, en het andere ‘Jezus, de Leidsman en Voleinder van ons geloof’.
In dit en een volgend blogje komen de beide hoofdstukjes samen onder de titel ‘Overwinnend Leven’. Een reis vanuit ‘de wereld overwinnend’ met ‘Jezus, de Leidsman en Voleinder van ons geloof naar een leven in overwinning.



Neem de tijd, o mijn ziel
neem de tijd en denk eens na
over de volgende vragen.
Neem de tijd om je leven
daaraan te spiegelen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd: In hoeverre ben je
je bewust van het gevaar van
de verleidingen van de wereld?
Neem de tijd: Hoe hard trekken
de genoegens van de wereld aan jou?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd: In hoeverre voel je
je onmachtig om dit te overwinnen?
Neem de tijd: Hoe vaak verlies
je de strijd in deze gevechten?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd: In hoeverre onderschat je
de gevaren van de wereld en wat zij biedt?
Neem de tijd: Of denk je dat het
wel meevalt, je weinig gevaar loopt?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, en vraag jezelf eens af:
Is Gods Woord nog echt je leidraad?
Neem de tijd: Wie of wat bepaald
de keuzes die je in alles maakt?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd: Wat geeft je voldoening?
Wat zie je, en wat zoek je?
Neem de tijd: In hoeverre heb je
God echt nodig in je dagelijks leven?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en denk eens na
over deze vragen.
Neem de tijd en spiegel
je leven eens daaraan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

De wereld overwinnend ...
Onderkennen en erkennen.

‘Wie is het die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is?’
1 Joh.5:5

De wereld overwinnend, de wereld met al haar macht en verdorvenheid.
Murray somt het op, en geeft Adam en Eva tot voorbeeld.
- Lust van het vlees (zelfvoldoening) – de boom was goed om van te eten.
- Begeerte van de ogen (zien en zoeken) – de boom was een lust voor het oog.
- Hovaardig leven (zelfverheffing) – het was begeerlijk om daardoor verstandig te worden.
Er is vandaag de dag niet veel veranderd, nog steeds heeft de wereld een enorme invloed op ons, trekt zij aan ons kinderen van God met haar genoegens en verleidingen.
De wereldse geest …

Murray stelt het volgende vast:
‘De meeste christenen zijn òf uiterst onwetend omtrent het gevaar van een wereldse geest, of voelen zich uiterst onmachtig om deze te overwinnen.’
Deze stelling van Murray deed mij mezelf afvragen ‘In hoeverre zijn wij christenen onwetend omtrent het gevaar van een wereldse geest?’; ‘In hoeverre voelen wij christenen ons onmachtig om deze te overwinnen?’; maar meer nog kwam de vraag in mij op ‘In hoeverre onderschatten wij christenen het gevaar van een wereldse geest?’
Ik geloof zeker dat er vele mensen onwetend zullen zijn, als ook onmachtig, onkundig, maar is het gevaar van deze tijd niet vooral ook dat de scheiding tussen de wereldse geest en Gods Woord steeds kleiner wordt?
En onderschatten wij daarmee niet het gevaar van een wereldse geest?
Hoe verdrietig vind ik het om zelfs bij mijn eigen kinderen te merken dat ze sommige dingen uit de Bijbel niet meer bij deze tijd vinden horen, dat het nu anders is.
Voor mij telt Gods Woord, de Bijbel, nog steeds als de leidraad voor ons leven, een Woord waaraan niets mag worden toegevoegd of afgedaan.
Elk Woord dat daarin geschreven staat, gold voor zowel toen als nu.
Simpelweg omdat God nog steeds Dezelfde is, en Hij dat ook tot in alle eeuwigheden zal blijven.
De wereld verandert, de mensen veranderen, alles om ons heen verandert, maar God is en blijft Dezelfde, en daarmee ook Zijn Woord!

Aan de andere kant verbaast het me ook weer niet dat de zienswijze van onze kinderen verandert, hoe kan het ook anders met het voorbeeld dat wij hen geven?
Hoezeer raakt alles niet met elkaar verweven in onze samenleving, ja zelfs in onze kerken?
Echtscheiding/hertrouwen, samenwonen, abortus, euthanasie, homoseksualiteit, transgender, kerkelijke scheuringen …
Hoe zien we zelfs in kerken/gemeente niet de liefdeloosheid toenemen, en willen we wel liefhebben en vergeven, maar dan volgens onze begrippen en niet op de manier waarop de Bijbel het ons zegt.
En ja, ik steek hier ook zeker -helaas- hand in eigen boezem; want hoezeer ik ook probeer het goede te doen, ik faal hierin ook de nodige keren.
Het is namelijk precies zoals Paulus zegt ‘het goed dat ik doen wil, doe ik niet, maar het verkeerde, dat ik niet wil, dat doe ik’.
Toch wil ik net als Paulus mij blijven uitstrekken naar het goede om dat te doen, want daar verlang ik naar.

Hoe mooi is het dat Murray vervolgens de belofte van de Here Jezus aanhaalt voor Hij terugging naar Zijn Vader: ‘Houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen!’ (Joh. 16:33b)
In Hem, in de Here Jezus, en door de kracht van de Heilige Geest kunnen ook wij een overwinnend leven leiden.
‘Wie is het die de wereld overwint, dan wie gelooft dat Jezus de Zoon van God is?’
‘… en voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefhad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.’
Leven vanuit het kracht gevende feit, dat Jezus zoveel van mij hield, dat Hij Zijn leven gaf om het mijne te redden!
Dit zo met mijn leven verweven laten geraken, met mijn geest, met mijn ziel, ja, zelfs met mijn lichaam, dat wat er ook gebeurt, het mij niet onderuit schopt of slaat, omdat ik ten volle weet, besef, ja, leef uit de wetenschap, dat mijn leven met Christus verborgen is in God.

Hier op deze aarde zullen mij allerlei nare dingen overkomen, zullen er allerlei moeilijkheden op mijn pad komen.
Er zal lijden zijn, hetzij als gevolg van mijn verkeerde keuzes, of door vervolging, of verzoeking, of beproeving, of …
Maar te midden van dat alles vasthouden aan Hem, Die mij vergeven heeft en de Overwinning heeft behaald over zonde en dood!
Mij aan Hem vasthoudend, kom ik (uiteindelijk en met vallen en opstaan) door alles heen, en zal ik delen in Zijn overwinning.
Als ik onderweg afhaak, en Hem loslaat, zal ik zeker stranden.

‘Wie is het die de wereld overwint, dan wie gelooft dat Jezus de Zoon van God is?’
Ik leef door het geloof in de Zoon van God, Die mij liefhad en Zich voor mij overgaf’;
dit is het geheim van dagelijkse, voortdurende overwinning over de wereld
en al haar subtiele verleiding.
Maar hiervoor is nodig een hart en een leven
geheel vervuld van geloof in Jezus Christus
om de overwinnaarshouding te allen tijde te handhaven.’

Andrew Murray

Hierbij moedigt Murray ons aan, om eens de tijd te nemen om onszelf de volgende vraag te stellen: 'Geloof ik met mijn gehele hart in de overwinning die het geloof heeft op de wereld?'
Vervolgens moedigt hij ons aan:

‘Stel uw vertrouwen in de machtige kracht van God,
in de blijvende tegenwoordigheid van Jezus,
als de enige borg voor zekere en voortdurende overwinning.
- Gelooft gij dit? Ja, Heere, ik geloof -‘

Als we dit geloven, als dit onze zekerheid is, kunnen we vastberaden voortgaan op de weg die nog voor ons ligt, wetende dat ons leven veilig is in de almachtige hand van God, onze Vader, en in de liefde van onze Heer en Heiland, Jezus Christus.

Vastberaden voortgaan.
Me laten leiden
door Zijn Woord.
Kracht puttend uit
het teken van Zijn liefde,
in handen en voeten,
die voor mij zijn doorboord.

Vastberaden voortgaan.
Vertrouwend op
Zijn almachtige kracht,
die mij zal ondersteunen,
mij voort zal helpen,
in alles bij zal staan,
ja, zelfs in de zwartste nacht.

Vastberaden voortgaan.
Onderkennend elk gevaar
van leugens en misleiding.
In Hem blijvend, daarbij
gelovend vasthoudend,
- met alles wat in mij is,
aan Zijn behaalde Overwinning.


Gods rijke en onmisbare zegen voor de komende week.
Blijf dicht bij Hem, en vertrouw op Hem; Hij zal je nooit beschamen!

Een liefdevolle groet,
Rita