zondag 30 juli 2023

Week 31 - In de stilte ...

‘O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, …’
‘Mijn ziel is aan U verkleefd, …’

Psalm 63:2a, 9a

‘Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn geliefde onder de mannen.
In zijn schaduw verlang ik te zitten, en zoet is zijn vrucht voor mijn verhemelte.’

‘Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem.’

Hooglied 2:3 en vers 16a

‘Ik zoek U met mijn ganse hart, …’
Psalm 119:10a

‘Sluit de wereld buiten, trek u terug
van alle wereldse gedachten en bezigheden
en sluit uzelf af, alleen met God,
om tot Hem in het verborgene te bidden.'

Andrew Murray


In de stilte van de morgen
mag ik U ontmoeten en
in vrijheid bij U zijn.
In het verborgene van mijn hart
ervaar ik het voorrecht,
dat ik mijn zonden kan belijden en
bij U neerleggen mijn nood en pijn.

In de stilte van dit moment
mag ik tot U komen
en rusten in Uw aanwezigheid.
Daar, ver weg van de wereld
met al haar beslommeringen,
word ik door Uw liefde en kracht
gesterkt en toegerust voor de strijd.

In de stilte
van het verborgene
U ontmoeten.
Verlangend
ontvangend
aan Uw voeten.

Gods zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 23 juli 2023

Week 30 - Aan Hem verkleefd ...
Neem de tijd ... (19)

Deze week keer ik voor de laatste keer terug naar het hoofdstukje ‘Verlangen naar God’.
Het is namelijk zo dat mijn blogje van vorige week ‘Van Hem is mijn Verwachting’, niet mijn enige ‘uitstapje’ was in mijn Stille Tijd.
In het blogje daarvoor -‘Verlangen naar God en Stille Aanbidding’, kwam met het lied ‘Ik verlang naar Jezus’ ook het Bijbelboek Hooglied in mijn gedachten.
Ik heb er toen voor gekozen om het er niet bij te halen (zou het nog langer geworden zijn 😊) en vorige week was het toch eerst de vraag over verwachting, die mij bezighield.
Aan het begin van de afgelopen week vroeg ik mezelf zelfs nog af óf ik er nog wel iets mee moest doen, maar halverwege de week werd het me duidelijk dat dit zeker de bedoeling is.
Immers, als dingen gaan samenvallen, in je gebedstijd bij elkaar wordt gebracht, dan …
Verlangen naar Jezus.
Hooglied, het Liefdesboek.
Aan Hem verkleefd, een ‘Neem de tijd …-stukje’ dat ik vorig jaar al bij dit hoofdstukje schreef, maar waarvoor - tot nu toe, niet de tijd was.

De afgelopen dagen speelde er nog iets door mijn hoofd door een reactie van iemand op mijn vorige blogje, namelijk dat ze het gevoel had dat ze het al eerder had gelezen.
En dit deed me de afgelopen dagen ook nadenken over of het erg is als er dingen herhaald worden.
Misschien vind jij het als lezer minder fijn, maar persoonlijk kwam ik tot de conclusie dat het -voor mij in ieder geval, juist goed is, ja, heel goed.
Men heeft het niet voor niets wel eens over ‘de Kracht van herhaling’.
Herhaling van dingen, gewoon omdat het belangrijk is, omdat ik ze niet wil vergeten, omdat het goed is om steeds opnieuw bij stilgezet te worden, om te leren en om daarin ook steeds weer nieuwe dingen te kunnen ontdekken.
Maar in dit geval ook, omdat het mij zo op het hart ligt om door te geven.
Daarom ook steeds weer de ‘Neem de tijd …-stukjes’, omdat van levensbelang is om dagelijks tijd met de Heer te hebben, om met Hem te spreken, als ook om over Zijn Woord na te denken en wat Zijn Geest ons ook laat zien, of te binnen brengt.
Omdat, zoals het mij bemoedigt, kracht geeft, staande houdt, mijn hart en ziel vervult, … ik er ook zo naar verlang dat dit ook voor een ander, voor jou, zo mag worden.
Aansporen, aanmoedigen: Neem toch de tijd om bij de Heer te zijn!, want als Hij is de Bron van ons leven, hoe zouden we dan ons leven kunnen leven zonder dagelijks bij Hem te zijn!

Ja, ook vandaag vind je waarschijnlijk weer herhaling in het ‘Neem de tijd …-stukje’, maar ik bid, dat het je niet afstoot maar juist aanmoedigt, en stilzet.
Moge de Heere de woorden tot een zegen doen zijn, niet alleen voor mij, maar ook voor jou.
       




Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om in de stilte
van de ontluikende dag
Zijn Woord te lezen.
Neem de tijd om in de rust
van stille ochtenduren
Zijn Woord te overdenken.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om door Hem
onderwezen te worden.
Neem de tijd, om zoals Zijn
Woord zegt, te proeven en
te smaken dat Hij goed is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, opdat je Hem
werkelijk leert kennen.
Neem de tijd, totdat je Hem
liefhebt met heel je hart, ja,
met heel je ziel en al je kracht.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, en zoek Zijn
aangezicht iedere dag weer.
Neem de tijd, en klamp je
aan Hem vast, ja, tot je
aan Hem bent verkleefd.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, want niets
heeft meer waarde.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd ….

‘Neem er de tijd voor
en vraag uzelf af
of dit niet de waarheid is,
de hoogste wijsheid en het enige
waarvoor een christen boven alles moet leven
– om zijn God werkelijk te kennen
en Hem lief te hebben met zijn hele hart.’

Andrew Murray


‘O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, …’

‘Mijn ziel is aan U verkleefd, …’
Psalm 63:2a, 9a

‘Ik zoek U met mijn ganse hart, …’
Psalm 119:10a

Verlangen …
Eigenlijk verbaasde het mij een beetje, dat mijn gedachten met het lezen van deze teksten in het Dagboek naar Hooglied gingen, het was tot nog maar voor enkele jaren geleden dat het een Bijbelboek was waar ik helemaal niets mee kon.
En al begrijp ik nu nog steeds niet echt veel van, toch is er een grote liefde voor dit Bijbelboek in mijn hart gekomen.
En eigenlijk afgelopen week nog meer, nu ik samen met een vriendin aan de hand van de studies van Dato Steenhuis* begonnen ben met het overdenken van dit Bijbelboek.
Maar dat terzijde 😊

Als ik Hooglied opsla in mijn Bijbel (dit jaar de NBG) treffen mij de woorden boven hoofdstuk 1: ‘Het verlangen van de bruid naar haar bruidegom’. 
Het brengt mij automatisch bij de vraag: Hoe groot is mijn verlangen naar Hem?
Is het zoals de verzen uit Psalm 63 hierboven beschrijft?
Zoek ik Hem?
Dorst ik naar Hem?
Smacht ik naar Hem?
Zoek ik Hem met mijn gehele hart?
‘Vertel mij toch, mijn zielsbeminde, waar gij weidt, waar gij op de middag de kudde laat rusten?’
Hooglied 1:7a

Ik lees verder …
‘Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn geliefde onder de mannen.
In zijn schaduw verlang ik te zitten, en zoet is zijn vrucht voor mijn verhemelte.’


‘Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem.’
Hooglied 2:3 en vers 16a

Nieuwe vragen komen op:
Weet ik mij Zíjn geliefde?
Is Hij míjn Geliefde?
Is Hij voor mij ‘de appelboom onder de bomen’?
Waar het taalgebruik mij eerder zo vreemd was waardoor ik er niets mee kon, zo diep ontroerend komen de woorden vandaag binnen, en het stemt mij tot nadenken, en ik visualiseer mij de woorden …

Ik zie mezelf lopen door het bos, bewonderend de prachtige bomen die daar staan.
De bladeren ritselen, en ik moet uitkijken waar ik loop, want anders struikel ik zo over de wortels die her en der boven de grond uit groeien.
Er is een grote verscheidenheid aan kleuren, maar ook aan vormen; de ene boom is kaarsrecht en de ander o zo grillig.
En dan ineens, midden in het bos, valt mijn blik op een boom als geen ander, zo mooi, zo rijk aan geur en kleur.
Elke andere boom valt in het niet, geen enkele andere boom zie ik nog, alleen die éne.
Ik strek mijn hand uit, en raakt hem zachtjes aan, terwijl mijn ogen vol bewondering zijn verschijning onderzoeken.
Mijn hart zwelt op van liefde, terwijl mijn hand één van zijn vruchten zachtjes aanraakt en plukt. Ik ga zitten in zijn schaduw, en al leunend tegen de stam geniet van de zoetheid van de vrucht.
Niet eerder voelde ik me zo veilig en beschut, en niet eerder proefde ik een vrucht zo heerlijk en zoet.
Steeds opnieuw gaan mijn ogen naar boven; de beschutting die de boom mij biedt, en de rijkdom van vruchten maken mij stil.
Oh, hier zou ik voor altijd wel willen blijven, er is geen andere plek die deze ooit kan evenaren.


O, mijn Heer,
U bent voor mij
als deze appelboom,
dé Boom,
onder de bomen
in het bos.
In Uw schaduw
verlang ik dagelijks
te zijn, en niets,
nee niets,
is zoeter dan
de woorden
van Uw mond.

In Uw nabijheid
ben ik volmaakt
gelukkig, en
met U als
mijn schuilplaats,
altijd veilig.
Uw kracht houdt
mij staande, en
Uw hand ondersteunt
mij waar ik ook ga.
Niets is beter
dan dicht
bij U te zijn.

O, Jezus,
mijn Heer,
U bent
mijn Geliefde.
Er is geen
grotere rijkdom
dan U
te kennen;
geen grotere
rijkdom dan
mij Uw
eigendom
weten te zijn.

‘Mijn Geliefde is van mij, en ik ben van Hem!’

‘Mijn ziel is aan U verkleefd, …’

Aan Hem verkleefd …
Jezus, hoe meer ik van en over U lees, hoe nieuwsgieriger ik word.
Hoe meer ik van U hoor, hoe meer ik van U wil weten.
Hoe meer ik van U zie, hoe meer ik naar U ga verlangen.
Hoe meer ik U zoek, hoe meer ik van U ontdek.
Hoe meer ik U leer kennen, hoe meer mijn hart en ziel aan U raken verknocht.
Hoe vaker ik bij U ben, hoe meer mijn leven met U raakt verweven.
Hoe meer tijd ik met U doorbreng, hoe meer mijn ziel aan U raakt verkleefd.

Ja, mijn hart heeft Uw liefde geproefd en gesmaakt,
en mijn ziel tot in de diepste diepte geraakt.
‘Mijn Geliefde is van mij, en ik ben van Hem’,
nog even en ik zal Hem zien, in het nieuwe Jeruzalem.


Ik hoop en bid, dat ook jij kunt zeggen ‘mijn Geliefde is van mij en ik ben van Hem’; dat je Zijn liefde hebt geproefd en gesmaakt, en anders dat het je hongerig heeft gemaakt, hongerig naar Hem, naar méér van Hem.

Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,

Rita

* >> Bijbelstudies Dato Steenhuis over Hooglied
(even iets naar beneden scrollen tot onder Bruidegom en Bruid)

maandag 17 juli 2023

Week 29 - Van Hem is mijn Verwachting!
Neem de tijd ... (18)

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en wees stil elke dag,
maar neem ook momenten om stil te zijn
gedurende het voortgaan van de dag.
Neem de tijd om stil te zijn in het besef
dat je volkomen afhankelijk bent van Hem.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om bij Hem te zijn!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om stil te zijn!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, je bent immers zo
afhankelijk van Hem!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …!

‘Het is een grote les die geleerd moet worden,
dat stil zijn voor God
het geheim is van ware aanbidding.
Laten we ons de belofte herinneren:
‘In stilheid en vertrouwen
zal u sterkte zijn.’

Andrew Murray


‘Waarlijk mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting; …’
Psalm 62:6

‘Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op Zijn woord; …’
Psalm 130:5

Stil worden.
Een zacht hart.
Laat alle stemmen in mij zwijgen.
‘Kom maar vaak bij Mij!’
Verlangen naar God.
Stille aanbidding.
Bij al deze dingen heb ik de afgelopen weken stilgestaan, nagedacht, en geschreven.
Maar er was ook een ochtend, dat met het opnieuw lezen over deze dingen in het Dagboek van Murray, er twee dingen heel duidelijk, en indringend, mijn gedachten binnenkwamen.
Zo duidelijk en indringend dat ik er niet om heen kon.
Als eerste de woorden ‘want van Hem is mijn verwachting’, met aansluitend de indringende vraag: ‘maar … is mijn verwachting echt van Hem?’
Het bracht mijn gedachten terug naar alles wat ik eerder in mijn Stille Tijdschrift geschreven heb, en opnieuw lees en overdenk ik alles om het op een rijtje te zetten en uit te werken.

Er zijn een aantal woorden die eigenlijk al heel snel in mijn gedachten komen met het herlezen van alles, woorden die voor mij alleszeggend zijn als het gaat om verwachting.
Woorden, die ik verder uitwerk om van te leren, om te onthouden, om me naar uit te strekken dat ze in mijn leven meer en meer gestalte krijgen.
Deze woorden zijn: Stilheid, Vertrouwen, Sterkte, Gods Woord, en als laatste Verwachten – Verwachting.


Stilheid 
‘In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn.’
‘Waarlijk, mijn ziel keert u stil tot God.’
'Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting.’

Jes. 30:15 – Ps. 62:2a,6

Tijd maken, tijd nemen om stil te zijn, om stil te leren worden.
Me er niet van af maken met ‘het lukt me toch niet’, of ‘heb ik geen tijd voor’, of toegeven aan de gejaagdheid die zo in me kan zijn door alles wat ik nog moet doen, maar gewoon gáán doen, in het vertrouwen, dat als ik de tijd ervoor vrijmaak, God mij tegemoet komt.
Immers, Zijn woord zegt mij heel duidelijk: ‘Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen.’  (Jac. 4:8)

Ik kan het niet laten, en kijk toch ook nog even bij synoniemen van het woord ‘stilheid’ en een aantal verschillende woorden die ik daar lees, raken mij.
Stilte - gerustheid, kalmte, rust, sereniteit, stilheid, stilzwijgen, stilzwijgendheid, vrede, vredigheid.
Rust - gemoedsrust, gerustheid, geruststelling, kalmte, rustigheid, sereniteit, verademing, vrede, vredigheid, zielenrust, zielsrust.
Proef jij het ook, de rijkdom die deze woorden blootleggen, die te vinden is in dat ene woord 'Stilheid’?
‘Waarlijk, mijn ziel keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting!’

Vertrouwen
Is vertrouwen niet precies hetgeen waar het om draait met verwachting?
Is dat niet de essentie van het stil worden, stil zijn bij de Heer?
Bij hem willen zijn omdat je Hem vertrouwt!
Ik kan niet anders dan teruggaan naar Psalm 62 (vers 2, 3a, 6,7a,8).

‘Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil;
waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, …’

‘Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting;
waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, …
Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God.’

Zijn deze woorden alleen maar woorden, of is het meer dan dat?
Zijn het woorden die ik alleen maar lees en mezelf voorhoud, of leef ik daar ook uit?
Zijn deze woorden ook werkelijk mijn fundament, de grond van mijn bestaan, in welke omstandigheid van mijn leven dan ook?


Sterkte 
Als Hij het fundament is van mijn leven, de grond van mijn bestaan, dan is Hij ook mijn kracht en mijn sterkte!
(Och, wat houd ik toch van de Psalmen!)
Kijk toch eens hoe David ons tot een voorbeeld is, ook hier weer in Psalm 62.
Waar het in vers drie nog klinkt alsof hij niet helemaal zeker is van zijn zaak, zien we in vers zes, nadat hij voor zichzelf nog eens het een en ander op een rijtje had gezet (vers 4,5), hoe de laatste kleine aarzeling verdwijnt.

Vers 3:
‘waarlijk, Hij is …,
ik zal niet te zeer wankelen.’

Vers 6:
'Waarlijk, …
ik zal niet wankelen!

Het is alsof hij bij zichzelf alles nog eens op een rijtje heeft gezet: wie is God, hoe is Hij, wat zegt Zijn woord, wat betekent dit voor mij, wat geloof ik …, als ook: wie zijn mijn vijanden nu eigenlijk, wat doen zij, wat zeggen zij.
En ook hier zien we hoe de weegschaal doorslaat naar de liefde en vertrouwen die David heeft voor, en in zijn God.
Het is alsof hij zijn rug recht na zijn woorden van vers 2 t/m 5 en heel duidelijk een keuze maakt in waar hij voor kiest:

‘Waarlijk. mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting;
waarlijk Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen.
Op God rust mijn heil en mijn eer,
mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God!’

Gods Woord
‘Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op Zijn woord; …’
Psalm 130:5

Hopen, niet in de zin van ‘iets wensen, graag zien dat iets gebeurt’, dus twijfel en onzekerheid, maar in de zin van ‘verwachten, uitzien naar het moment dat het gebeurt’, dus een zeker weten, geloof en vertrouwen.
Ik hoop op Zijn Woord, oftewel op Zijn Woord is mijn vertrouwen!
Zijn woord is waarheid, is ‘Ja en Amen’.
Dat betekent dat ik ook moet leren om, als ik bepaalde dingen voel of denk, Zijn Woord daar tegenover zetten.
Ik voel mij … maar Uw Woord zegt
Ik denk … maar U bent, Uw Woord zegt
Ik … maar U bent, Uw Woord zegt!
Hopen op Uw Woord, is vast geloven en vertrouwen.

Ik moest hierbij ook terugdenken aan het laatste gedeelte van mijn MT enkele weken geleden, Psalm 119:11.
‘Ik berg Uw Woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige.’
Zijn Woord opbergen in je hart, het leren, niet alleen opdat het tot bemoediging en kracht en steun zal zijn, maar vooral ook opdat wij niet zullen zondigen.
Ik weet niet hoe dit voor jou is, maar ik vind het best moeilijk.
Ik wil zo graag, maar …
Toch blijf ik me uitstrekken, ook hierin, om dit toe te passen, steeds meer, iedere keer weer, ook als het keer op keer misgaat.

Ik richt mijn oog naar boven;
kies ervoor om te zien op U,
op Wie U bent en wat U hebt gezegd.
Want ik wil U gehoorzaam zijn;
ik wil U vertrouwen en niet zondigen.
Immers, ik heb mijn leven in Uw hand gelegd.

Verwachten - Verwachting
Als mijn verwachting werkelijk in alles van Hem is, recht ook ik (met vallen en opstaan) mijn rug, iedere keer weer als dat nodig is, zodat mijn ‘ik zal niet al te zeer wankelen’, ook verandert in een ‘ik zal niet wankelen!’.
Dan blijf ik staande, dan houd ik stand, niet omdat ik zo sterk ben, maar omdat mijn God zo sterk is.
Meer nog dan dat zelfs, dan houd ik stand en blijf ik staande in de overwinning behaald door onze Here Jezus aan het kruis op Golgotha!
Dat is wat wij voor hebben op David!
Jezus heeft de overwinning behaald, en wij delen in Zijn overwinning; ja, met Hem zijn wij meer dan overwinnaar! (Rom. 8:37)
'
Want Hij die in ons is, is machtiger dan hij die in de wereld is!' 

1 Joh. 4:4b

Tot slot
Nog even dit als laatste, ook al is het weer een heel lang stukje geworden, maar het is zo mooi.
Afgelopen week werd ik met mijn Bijbelleesrooster diep geraakt door een bepaalde tekst, zodanig, dat ik hem heb overgeschreven en onder mijn (doorzichtige) bureaumat heb gelegd en hem zo dagelijks kan lezen en mezelf dit kan voorhouden, om mij hier naar uit te strekken.
Ik wil dit als laatste ook hier nog meegeven, omdat ik denk dat deze tekst een bijzondere aansporing is om naar uit te strekken, voor ons allemaal. 

2 Kron. 27:6
‘Jotam betoonde zich een krachtig man, want hij was standvastig in zijn wandel voor het aangezicht van de Here, zijn God.’

Is het geen fantastisch Woord om mee af te sluiten?
Jotam betoonde zich; hij liet zien, hij bewees met zijn levenshouding, de manier waarop hij door het leven ging, - standvastig voor zijn Heer, een krachtig man.
Het zal maar van je gezegd worden!
Hoe mooi zou het zijn als dit van ons gezegd zou worden: betoonde zich een krachtige vrouw, een krachtig man, want zij/hij was standvastig in haar/zijn wandel voor het aangezicht van de Here, haar/zijn God!

Er is maar één manier waarop dit kan, namelijk door veel bij de Heer te zijn, Zijn Woord te lezen en op te bergen in ons hart, door alles van Hem te verwachten, en in elke omstandigheid.
Kortom: 

‘Waarlijk. mijn ziel, keer u stil tot God,
want van Hem is mijn verwachting;
waarlijk Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht,
ik zal niet wankelen.
Op God rust mijn heil en mijn eer,
mijn sterke rots,
mijn schuilplaats is in God!’

‘Ik verwacht de Here,
mijn ziel verwacht,
en ik hoop op Zijn woord!’

Standvastig.
Onbevreesd.
In absolute afhankelijkheid van God.
Verwachten.
Geloof en Vertrouwen.
Complete overgave.
Een leven van ware, stille, ononderbroken aanbidding …

Heer, mijn leven is
een werk in uitvoering.
Tot mijn dood toe, of
totdat U terugkomt, geldt:
U bent nog niet klaar met mij.

Ik dank U voor Uw geduld,
voor Uw liefde en genade,
voor Uw trouw en voor
Uw Woord, dat mij belooft:
‘Ik maak af wat Mijn hand begon.’

Ik blijf mij uitstrekken, Heer,
naar een standvastig leven, vol
geloof, vertrouwen en verwachting;
staande op Uw Woord, dat zegt:
'God is mijn rots en mijn heil,
ik zal niet wankelen!’

– Amen – 

Van U, o Heer, wil ik alles verwachten,
vertrouwend op U, wil ik mijn wegen gaan.
Dank U, Heer, dat U mij daarin helpt om
steeds opnieuw mijn ogen naar U op te slaan.


Gods rijke en onmisbare zegen ook weer voor deze week,
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 9 juli 2023

Week 28 - Verlangen naar God en Stille Aanbidding ...
Neem de tijd ... (17)

Wat kan een mens soms toch worstelen, en dat is wat ik de afgelopen twee weken best wel heb gedaan.
Geworsteld met alles wat ik las, overdacht, en het meest nog met woorden om te beschrijven.
Soms gaat er van alles om in mijn hoofd, maar lukt het me maar niet om op papier te krijgen.
Voeg daar wat onverwachte bezigheden aan toe, en een paar dagen helemaal niet lekker zijn, en er lijkt niets meer te lukken of uit je handen te komen.
Terwijl ik zo aan het worstelen was met het hoofdstukje over Stille Aanbidding, maar niet op papier kreeg wat in mijn hoofd rondging, werd ik ook steeds getrokken naar het hoofdstukje ervoor, dat gaat over ‘Het verlangen naar God’.
De hoofdstukjes zijn onlosmakend met elkaar verbonden, maar voor het voor mijzelf een geheel werd, was er heel wat geworstel.
Het is hierdoor weer een lang verhaal geworden, maar welk een zegen bracht het mij.
Ik hoop dat de lengte jou ook niet afschrikt, maar juist nieuwsgierig maakt, en dat het ook voor jou tot een zegen en be(aan)moediging mag zijn, zoals het voor mij was en is.

‘Als de ziel zich buigt
om Zijn grootheid en Zijn heiligheid te gedenken,
Zijn kracht en liefde,
en ernaar streeft Hem de eer te geven
en de eerbied en de aanbidding die Hem toekomt,
zal het hart geopend worden
om de goddelijke impressie te ontvangen
van de nabijheid van God
en van de werking van Zijn kracht.’

Andrew Murray


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om bij de Heer te zijn,
elke dag opnieuw, want elk moment
met Hem is van onschatbare waarde!
Neem de tijd, vooral als het moeilijk is,
en weet, dat het nooit vruchteloos zal zijn.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om bij Hem te zijn.
Hoor toch naar Zijn stem, die zegt:
‘Kom maar vaak bij Mij!’
Neem de tijd, of is je verlangen
om bij Hem te zijn verflauwd?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, laat je toch door niets
tegenhouden of verhinderen om
dagelijks bij Hem te komen, te zijn.
Neem de tijd, Hij verlangt immers zo
om van jou te horen, om samen te zijn.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om, naast alles wat je Hem
te vertellen hebt, ook stil te zijn, ja, om ook
te zwijgen in de tijd dat je bij Hem bent.
Neem de tijd om je gedachten te laten gaan naar
Wie Hij is, Zijn grootheid, heiligheid en kracht.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, want Hij verlangt ernaar
om Zichzelf aan jou te openbaren, opdat
je Hem, en Zijn wil, zal leren kennen.
Neem de tijd, opdat Hij je ook kan geven,
alles, wat Hij heeft beloofd in Zijn Woord.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd in de zekerheid dat Hij
in tedere liefde naar jou kijkt, als ook
in jou werkt met Goddelijke kracht!
Neem de tijd tot je hart gevuld is
met diep en heilig ontzag voor Hem!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd in het geloof en vertrouwen
dat deze tijd met Hem de weg opent
naar diepe gemeenschap met Hem.
Neem de tijd opdat je ook de waarheid
van Zijn beloften kan leren kennen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, zodat je werkelijk zult gaan
ontdekken ja, mag gaan ervaren, dat in
stilheid en vertrouwen je kracht gelegen is.
Neem de tijd en weet dat hierin ten diepste
het geheim van ware aanbidding ligt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en wees stil elke dag,
maar neem ook momenten om stil te zijn
gedurende het voortgaan van de dag.
Neem de tijd om stil te zijn in het besef
dat je volkomen afhankelijk bent van Hem.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om bij Hem te zijn!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om stil te zijn!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, je bent immers zo
afhankelijk van Hem!

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …!

‘Op U wacht ik de ganse dag.
Dat is het geheim van ware, ononderbroken, stille verering en aanbidding.’
(A.M.)

‘Het is een grote les die geleerd moet worden, dat stil zijn voor God het geheim is van ware aanbidding.’ (A.M.)

‘Het verlangen naar God.’ 

‘Kom maar vaak bij Mij!’, dat is waar de Here Jezus zo naar verlangt; vaak bij Hem komen, bij Hem zijn, tijd met Hem doorbrengen.
Bij Hem tot rust komen.
Bij Hem gesterkt worden.
Bij Hem alles vinden en ontvangen wat we zo nodig hebben, omdat Hij precies weet -meer dan wijzelf, wat we nodig hebben.

‘Kom maar vaak bij Mij!’
Zien we Zijn uitgestoken, doorboorde handen nog wel?
Of zijn we te druk, worden we te veel meegesleurd in de maalstroom van het leven?
Of zijn het de zorgen en beslommeringen die ons zo in de greep hebben, dat we die doorboorde uitgestoken handen gedurende de dag niet meer zien?

‘Kom maar vaak bij Mij!’
Hoe meer we opgaan in van alles en nog wat, ons mee laten slepen in de drukte, in zorgen en beslommeringen van alle dag, en in alles dat op ons afkomt, of waar we denken -of vinden, recht op te hebben, hoe minder wij Zijn stem nog zullen horen en die uitgestoken, doorboorde handen zullen zien.

‘Kom maar vaak bij Mij!’
Zoveel ongekende liefde, zoveel ongekende bewogenheid ligt er in deze woorden.
Zoveel zorg en aandacht.
Zoveel ontferming.

‘Kom maar vaak bij Mij!’

‘Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, …’
'Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting!’

Psalm 62:2a,6

Laat alle stemmen in mij zwijgen, Heer!
In deze stilte* kwamen de woorden: ‘Kom maar vaak bij Mij!’
Woorden, die Hij niet alleen tegen mij zegt, maar ook tegen jou, tegen allen die Hem toebehoren.
‘Kom maar vaak bij Mij!’, maar … willen wij dit wel?
Verlangen wij daar wel naar?
En daar gaat het precies om in het hoofdstukje dat voorafgaat aan het hoofdstukje ‘Stille Aanbidding’.
Eigenlijk ook best logisch, want als er geen verlangen is naar God, naar Jezus, hoe kan er dan sprake zijn van aanbidding, van stille aanbidding?

‘Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht, ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U, …’
Jesaja 26:9a

‘O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, …’
Psalm 63: 2a

‘Ik zoek U met mijn ganse hart, …’
Psalm 119:10a

Hoewel de Here Jezus zeker een plaats heeft in het Dagboek van Murray, mis ik Hem in dit hoofdstukje.
Samengevat zegt Murray in het eerste gedeelte:
‘God Zelf is het meest voornaamste, grootste, en meest glorierijke dat een mens op aarde kan vinden. Deze glorierijke God zoeken, kennen, liefhebben en prijzen is het voornaamste, beste en meest heerlijke dat een mens elke dag nodig heeft, en kan doen. God zoeken, Hem ontmoeten, Hem aanbidden, en voor Hem en Zijn glorie leven, het eerste en grootste dat we moeten doen of leren doen.’

‘Kom maar vaak bij Mij!’, klinkt het opnieuw.
Verlangen naar God, is verlangen naar Jezus.
Immers:
‘Ik en de Vader zijn Eén!’ (Joh. 10:30)
En:
‘Niemand komt tot de Vader dan door Mij’, zegt Jezus, als ook ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’.  (Joh. 14:1-14)

Verlangen naar God kan niet meer buiten de Here Jezus om.
Zijn volbrachte werk op Golgotha, Zijn lijden, sterven en opstanding is de weg naar God de Vader.
God liefhebben boven alles, met geheel ons hart, met geheel onze ziel, met geheel ons verstand en met al onze kracht, is Jezus aangenomen hebben als Verlosser en Zaligmaker, en Hem volgen, in Zijn voetsporen gaan.
Is er naar streven te leven zoals Hij, te doen en te handelen als Hij.
Terwijl ik hier mee bezig was, kwam het lied ‘Ik verlang naar Jezus’ in mijn gedachten -niet zo verwonderlijk, denk ik 😊.

‘Ik verlang naar Jezus;
kostbaar Lam dat stierf voor mij.
Aan het kruis droeg Hij mijn schuld,
met Zijn bloed kocht Hij mij vrij.

Ik verlang naar Jezus;
o mijn ziel, verhef Zijn Naam.
Ooit droeg Hij de doornenkrans,
nu de Overwinnaarskroon.

Hij verdient ontzag en eerbied,
alle glorie voor Zijn Naam!
Hij alleen verdient de hoogste eer;
Hij, Die heerst in eeuwigheid.’


  >> 'Ik verlang naar Jezus'- Opwekking 774 

                   
Ik verlang naar Jezus …

Hoe groot is ons verlangen?
Is Hij voor ons de Mooiste in de breedste zin van het woord?
Zoeken we Hem?
Dorsten, ja, smachten we naar Hem?
Ik verlang naar Jezus …
Ik verlang.
Verlangen …

Verlangen doet zoeken, zoeken naar manieren om bij iemand te zijn.
Verlangen naar houdt liefhebben in, is houden van, innig en veel.
Verlangen wil kennen, wil weten; waar houdt die ander van, waar kan ik hem blij mee maken, wat is voor hem belangrijk?
Verlangen wil samenzijn, wil bij iemand zijn, vaak, veel en langdurig.
Verlangen wil behagen, wil doen, geven; zoeken te doen wat de ander blij maakt, wat hem vreugde schenkt.
Verlangen doet prijzen en aanbidden, vertellen over, bejubelt de ander, spreekt mooi, goed en lovend over de ander.
Verlangen wil ook stil genieten, gewoon in elkaars gezelschap zijn, genieten van het moment met elkaar; geen woorden, alleen samenzijn.

Hoewel het belangrijk en heerlijk is om de Heer te aanbidden en te prijzen met onze mond, in woord en in een lied, is Stille Aanbidding, denk ik, van minstens even grote waarde, en misschien soms wel meer.
Want ik geloof dat Stille Aanbidding meer is dan alleen maar stil zijn en overdenken en luisteren, als we bij de Heer zijn.
Ik geloof dat Stille Aanbidding ook daar te vinden is, waar we in alles wat we hebben te doen, in de keuzes die we hebben te maken, eerst onze ogen opslaan naar boven om Zijn wil te zoeken.
Stille Aanbidding is, geloof ik, ook God eren door de minste te zijn, -niet op onze strepen te gaan staan, te dienen, -wat en waar de Heer het ook van ons vraagt.
Zonder mopperen of klagen ons kruis opnemen, en gaan; Zijn licht verspreidend.
En steeds weer bij alles omhoogkijkend, verlangend verwachtend, gelovend vertrouwend.
Niet mijn wil, maar Uw wil.
Vader, doet U maar wat U de meeste eer geeft!

Stille Aanbidding …

‘Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil;
waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet al te zeer wankelen.
Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, van Hem is mijn verwachting;
waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen.
Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God.’

Psalm 62:2,3,6-8

‘Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neem Mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen, want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’
Matth. 11:28,29

‘En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.’
Matth. 28:20

Verlangen.
Stille Aanbidding.
Kom maar vaak bij Mij!

Stil worden,
alle stemmen
tot zwijgen brengen,
tot alles in mij
alleen op U
is gericht.

Bedenken,
Wie U bent,
door laten dringen,
en aannemen.
Mijn hart
en mijn ziel
worden verlicht.

Groeien
in geloof
en vertrouwen.
Hechter worden,
steeds meer
op U gericht.

Leven,
steeds meer
met U;
tot Uw eer,
in het schijnsel
van Uw Licht.

– Amen – 


Gods rijke zegen voor de nieuwe week die voor ons ligt!

'Zoek Hem vaak, zoek Hem veel;
kies elke dag het beste deel!'



Een liefdevolle groet,