Afgelopen week kwam met mijn Stille Tijd het lied ‘Mijn Vader, dank U wel!’ in mijn gedachten.
Het was lang geleden dat ik dit lied heb gezongen.
Eigenlijk best heel jammer, want de tekst is zo mooi en diep, zo troostvol, zo bemoedigend.
Misschien is het lied niet ‘modern’ genoeg voor sommigen, maar ik hoop en bid dat het lied onze week mag kleuren met diepe dankbaarheid naar onze hemelse Vader, als ook met troost en kracht door de zekerheden die Hij geeft.
>>
Mijn Vader, dank U wel! – Nederland zingt >> Tekst
Een nieuw, oud lied
‘Hij legde mij een nieuw lied in de mond, …’
Psalm 40:4a
Zaterdagmorgen moest ik met het zingen van dit lied, denken aan de woorden ‘Hij legde mij een nieuw lied in de mond’ uit de Bijbel.
Grappig, want eigenlijk is het allesbehalve een nieuw lied.
Want, al heb ik het jaren niet meer gezongen en er zelfs niet meer aan gedacht, enkele coupletten zing ik zo weer mee; heerlijk!
Terwijl ik nog wat bezig was, gingen mijn gedachten verder, en ik bedacht mij dat het, ook al is het een ouder lied en mij ook nog steeds bekend, het aan de andere kant toch voor mij ook weer nieuw was; het was immers al zolang uit mijn gedachten geweest, ik had het al zolang niet meer gezongen.
Het lied was die ochtend in mijn Stille Tijd zo op zijn plek; er was, - en is, zoveel waarvoor ik God dankbaar voor was, en ben.
En niet alleen die ene ochtend, maar elke dag!
Psalm 103, waarin de eigenschappen van God zo duidelijk in naar voren komen en waarbij ik deze week door mijn Stille Tijd zo werd stilgezet, maakte mij dat opnieuw weer eens heel duidelijk.
Mijn Vader, dank U wel voor dit nieuwe, oude lied!
Geheugen en herinneringen; schrijven en graveren …
Hoewel de tekstverwijzingen die ik bij dit lied vond verwijzen naar >> Psalm 139:1-12, en Mattheüs 28:20, zijn het de woorden rondom het vers dat ik zocht over ‘een nieuw lied’, die mij juist vasthouden.
Eigenlijk kun je wel zeggen dat het lied ‘Mijn Vader, dank U wel’ ons antwoord kan zijn op deze verzen; tenminste, zo ervaar ik het.
Terwijl het lied in mijn hoofd weerklinkt, lees ik de woorden uit Psalm 40:
‘Lang heb ik de HEERE verwacht, en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
Hij beurde mij op uit een kuil vol kolkend water, uit modderig slijk;
Hij zette mijn voeten op een rots en maakte mijn schreden vast.
Hij legde mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God.
Velen zullen het zien en vrezen, en op de HEERE vertrouwen.’
(verzen 2-4)
Met deze verzen flitsen er allerlei herinneringen aan moeilijke, zware en verdrietige tijden door mijn hoofd terwijl mijn hart opspringt met een ‘ja en amen’ om de waarheid van deze woorden.
Ja, hoelang het soms ook duurde, hoelang we soms ook (ver)wachten, steeds opnieuw hebben we ervaren dat de Heere Zich naar ons neerboog, onze roep om hulp hoorde en verhoorde (al was het vaak wel anders dan we hadden gedacht) en ons weer vaste grond onder de voeten gaf.
Met het bewust worden van deze herinneringen, moet ik ook denken aan wat ik eergister las in mijn Stille Tijd over ons geheugen, dus ik neem je weer mee naar ‘mijn’ Dagboek van Wiersbe.
(Zo dankbaar voor dit Dagboek!)
Wiersbe zegt over ons geheugen dat het de bibliotheek en de schatkamer is van de geest, maar ook selectief.
Nu, dat klopt denk ik wel, want wat daar boven allemaal niet is opgeslagen en wat er soms weer niet terugkomt in mijn gedachten …
Maar goed, waar ik eigenlijk aan moest denken is de uitspraak van Spurgeon die Wiersbe aanhaalt.
Ik citeer:
‘We schrijven onze zegeningen in het zand, en we graveren onze klachten in marmer.’
Deze uitspraak raakt mij behoorlijk; want komen er als moeilijke tijden maar voortduren inderdaad niet eerder slechte of negatieve herinneringen in onze gedachten dan positieve; denken we niet eerder van 'o, niet nog meer', of 'is het nu nog niet genoeg', of 'waarom nu?'
Of zoals Wiersbe oppert, vergeten wij vaak niet wat God voor ons gedaan heeft?
En laten wij niet denken dat wij veel beter zijn dan het volk Israël dat zo makkelijk en veel klaagde en alles wat God voor hen had gedaan vergat!
Nu heb ik een prachtige reproductie van het schilderij 'Huilende Vrouw' van Christa Rosier op mijn kamertje hangen.
Ik heb het gekocht als herinnering aan Wie God is, en aan wat Hij heeft gedaan, als ook wat Hij nog steeds zal doen.
Christa schilderde dit kort na het overlijden van haar zoon, en het staat symbool voor haar rouwproces, maar voor mij is dit schilderij een symbool van hoop, moed en kracht.
De Heere had ons niet lang voor dat ik het kocht door een ontzettend zware en verdrietige tijd geholpen, en zeer bijzondere dingen gedaan, maar toen we er nog middenin zaten voelde ik mij als deze vrouw (zie beschrijving site van Christa - Link onder het schilderij).
Maar het is nu niet de gebroken vrouw die ik zie, maar het Licht dat op haar rug schijnt, het Licht dat staat voor Gods aanwezigheid en troost.
Toen we midden in de moeilijkheden zaten kon ik het vaak niet zien, omdat mijn gezicht vaak de verkeerde kant op was gericht, maar dat wil niet zeggen dat het er niet was, dat Hij er niet was.
Hij was er altijd, en Hij zal er ook altijd zijn, omdat onze God een God van trouw is, onveranderlijk en eeuwig.
Maar wat zie ik, waar kijk ik naar, wat herinner ik mij?
En dit schilderij herinner mij eraan - en ik hoop dat het dit altijd zal blijven doen, dat Hij altijd bij mij is, en mij door alles heen wil helpen; mij wil troosten en bemoedigen, mij moed en kracht wil geven.
Dat Hij altijd en in alles bij mij is; dat Zijn licht altijd op mij schijnt.
>>
Huilende Vrouw - Christa Rosier
Iedere dag staat onze hemelse Vader klaar om ons te overladen met Zijn liefde, Zijn zegeningen, met Zijn hulp, maar … zien wij het ook; willen, of kunnen we het wel zien?
En nee, dit betekent dan niet dat ons verdriet dan weg is, of onze moeilijkheden voorbij zijn, en we juichend in de rondte dansen van blijdschap.
Ik denk eerder dat onze hemelse Vader ons wil leren om op Hem te vertrouwen, dat we Hem danken te midden van, ook al is het met gebroken stem en met roodomrande ogen van het huilen.
Ik geloof dat Hij ernaar verlangt dat we ons leren vasthouden aan Zijn Woord en Zijn beloften in alle omstandigheden.
Ik geloof dat Hij wil dat wij weten -en onthouden, dat Zijn armen rondom ons zijn, en dat Hij zelfs soms met ons meehuilt.
Dat we, terwijl ons kussen nat wordt van onze tranen, we toch troost vinden in de wetenschap dat Hij erbij is, ons omgeeft, en ons er doorheen zal dragen, opdat we als we er doorheen zijn, Zijn zegeningen in het marmer zullen graveren in plaats van in het zand te schrijven.
Ons geheugen.
Onze herinneringen.
Wat hebben we geschreven?
Wat hebben we gegraveerd?
‘… en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
Hij beurde mij op uit een kuil vol kolkend water, uit modderig slijk;
Hij zette mijn voeten op een rots en maakte mijn schreden vast.
Hij legde mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God.
Velen zullen het zien en vrezen, en op de HEERE vertrouwen.’
Al vele malen heeft de Heere dit in mijn(ons) leven gedaan, misschien ook wel bij jou, denk er maar eens aan terug!
Maar op grond van Zijn Woord en Zijn beloften mogen we ook weten dat Hij het ook zal blijven doen!
En met iedere keer dat Hij het doet, kan ons vertrouwen in Hem groeien!
En met de groei van ons vertrouwen in Hem, groeit ook ons verlangen om Hem te danken, te loven en te prijzen.
Deze week legde de Heere mij een nieuw (oud) lied in de mond, een lofzang voor mijn God.
Mag, kan, Hij dat ook doen bij jou?
‘Loof de Heere, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam!
Loof de Heere, mijn ziel, en vergeet niet één van Zijn weldaden!’
Psalm 103:1,2
Mijn Vader, dank U wel!
Dank U wel, Vader,
dat U er altijd voor mij bent,
van mij houdt, voor mij zorgt,
mij beschermt en leidt,
mij troost en mijn leven vult.
Dank U wel,
voor rust en vrede,
voor blijdschap en vreugde,
voor begrip en overvloed,
voor Uw ongelooflijke geduld.
Dank U wel,
voor alles wat U geeft,
voor wat U doet,
voor wat U hebt gedaan,
en voor wat U nog doen zult.
Dank U wel, Vader,
ik dank U, en bid dat
in en door mijn leven
steeds meer van wie U bent
mag worden onthuld.
- Amen -
Gods rijke zegen voor de komende week,
en een liefdevolle groet,
Rita