Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en de moed
om alleen met God te zijn.
Neem de tijd om stil te zijn,
Zijn Woord te lezen
en Hem aan te roepen.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, bid, vertel Hem
wat je bezighoudt, wat in je leeft.
Neem de tijd, deel alles met Hem,
ja, je diepste roerselen, want
niets is te groot of te klein.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om te bidden,
om een bemiddelaar te zijn.
Neem de tijd om voorbede te doen,
om een voorbidder te zijn zoals
ons gezegd wordt in Zijn Woord.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en breng hen
die ziek zijn voor Gods troon.
Neem de tijd en bid voor allen
die in diepe nood verkeren
en geen uitkomst zien.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en bid voor allen
die je lief en dierbaar zijn.
Neem de tijd, maar bid ook voor
een ieder die de Heer op je hart,
als ook voor alle heiligen.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en bid ook voor
je land, volk en kerk.
Neem de tijd en bid ook,
onder Zijn aansporing,
voor alle hooggeplaatsten
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan
voor je vervolgde broers en zussen.
Neem de tijd om te bidden,
om voorbede te doen, ook
voor de vrede van Jeruzalem.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan.
Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …
Neem de tijd!
Neem de tijd en de moed om bij Hem te zijn, Zijn Woord te lezen en te bidden.
Neem de tijd om een voorspraak, een bemiddelaar te zijn; om voorbede te doen, om een voorbidder te zijn.
Neem de tijd om in de bres te springen, op de bres te staan!
Neem de tijd, en bid!
Zijn ze aansporend deze bovenstaande woorden, of ervaar je ze als dwingend?
Ik kan het me helemaal voorstellen als je ze als dwingend ervaart, maar het Dagboek neemt me mee naar elk denkbaar onderwerp waar we voor zouden moeten bidden, en soms overweldigt mij deze veelheid zodanig dat het mij eerder lam legt dan doet bidden.
Hoewel ik geloof dat een bepaalde mate van druk niet verkeerd is, -soms hebben we dat inderdaad nodig om iets te gaan doen, om in beweging te komen, maar ik heb ook gemerkt dat het me soms juist lam legt, en dus het tegenovergestelde in de hand werkt.
Waar sommige dingen uit dit Dagboek mij in beweging hebben gebracht, -en brengen, zijn er ook hoofdstukjes die mij ontmoedigen, en juist hinderen om ook maar iets te gaan doen.
En vaak komt dat, ja precies, door de dwingende toon als de veelheid van waarvoor ik zou moeten bidden.
Als ik teruglees in mijn Stille Tijdschriften is dit ook iets dat ik steeds weer tegenkom, en vaak ook precies bij dezelfde hoofdstukjes.
Het zet mij ook wel even stil bij het feit dat ik merk dat ik me als mens dus niet echt graag iets laat gezeggen als het op een behoorlijk dwingende toon wordt gezegd, of zo wordt uitgemeten dat ik het voor mijn gevoel niet meer kan overzien.
Iemand of niemand?
Ezechiël 22:30 toont ons hoe de Heere zocht naar voorbidders, maar niemand vond.
'Ik (de Heere) zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, zodat Ik het niet te gronde hoefde te richten, maar Ik vond niemand.’
Als de Heer nu zou zoeken naar voorbidders, hoe velen zou Hij er dan vinden?
In het eerste stukje over Gebed in deze serie staat de vraag ‘Hoe belangrijk is gebed voor ons?’ centraal.
Ik heb best getwijfeld over de titel voor dit blogje, maar toch geloof ik dat alles staat en valt met hoe belangrijk iets voor ons is.
Immers, als iets belangrijk is voor ons, dan is het niet zo moeilijk om daar tijd voor vrij te maken en aandacht aan te geven, maar hoe lager op de lijst van belangrijke zaken, hoe minder aandacht en tijd iets van ons krijgt.
Daarom vind ik dit Blogje ook een best lastige.
Nee, niet als het gaat om regelmatig, of zelfs dagelijks te bidden voor hen die mij lief en dierbaar zijn, noch voor mensen die ziek zijn, of in nood verkeren, noch voor de Vervolgde Kerk of Israël, lastiger wordt het al met gebed voor kerken, gemeenten, voorgangers(in het algemeen), maar voor mijn land, volk, dorp/stad, regering, vorstenhuis en voor mensen met hoge functies …, en wat te denken voor alle heiligen waartoe Paulus ons oproept, tja, daar trouw in zijn om regelmatig zelf voor te bidden en niet alleen met anderen in een bidstond, dat is wel een dingetje.
En toch, als ik Gods Woord lees, dan wordt het wel van mij -van ons, gevraagd, en laat Zijn Woord ook zien hoe belangrijk het is.
Jacobus 5:13-16
‘Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen. Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.’
2 Kor. 1:11 (NBG)
‘…, terwijl ook gij ons te hulp komt met uw voorbede, opdat uit veler mond voor de genade, ons geschonken, veelvuldig dank gebracht worde voor ons.’
1 Timotheüs 2:1-4
‘Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.’
Efeze 6:18-20
‘…, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken, waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken.
Psalm 122:6a
‘Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben.’
Deze Bijbelteksten roepen ons niet alleen op tot voorbede, maar laten ons ook zien waarom het zo belangrijk is.
En toch, toch blijkt het vaak heel moeilijk, tenminste dat vind ik voor mijzelf wel, om dagelijks tijd apart te zetten om voor deze zaken te bidden, en vooral om daarin óók te volharden.
Ik heb wel gebeden: ‘Heer, leg het toch als een last op mijn hart, zodat ik …’, maar steeds weer bemerkte ik dat er vaak andere dingen waren die mijn tijd en aandacht opslokten, waardoor ook deze gebedsvraag stilletjes naar de achtergrond verdween.
Toch laat het me niet los, dat merk ik wel; steeds opnieuw komt het op de één of andere manier terug, zo ook weer door het nadenken over en schrijven van deze stukjes.
Opnieuw word ik hierdoor stilgezet bij het belang en de waarde van voorbede, van op de bres staan, ook voor die dingen die -gevoelsmatig- verder van mij afstaan.
En hoe erg zou het zijn als de Heer tegen ons zou zeggen: ‘Ik (de Heere) zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor …, maar Ik vond niemand.’
Wapenrusting en bij elke gelegenheid …
Ik was met dit blogje niet van plan om in te gaan op elk onderwerp die de Bijbelteksten geven, maar met één onderwerp maak ik een uitzondering, namelijk het bidden voor alle heiligen.
Met dat ik afgelopen week de laatste hoofdstukjes uit het Dagboek nog eens doorlas, er zit door omstandigheden immers inmiddels aardig wat tijd tussen de blogjes, kwam ik ook bij Efeze 6:10-20; -ik lees namelijk eigenlijk altijd een bepaalde tekst in de context.
Een overbekend gedeelte waarin vooral de wapenrusting van God er uitspringt.
Maar als ik het deze week lees, word ik abrupt stilgezet bij de eerste twee woordjes van vers 18: ‘terwijl u’.
Als een schok gaat het door mij heen: het is niet een kwestie van alleen dagelijks Zijn wapenrusting aandoen, nee, er wordt daarnaast tegelijk van mij gevraagd om bij elke gelegenheid te bidden voor alle heiligen.
‘…, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.’
Niet eerder werd ik er zo bij bepaald hoe belangrijk het is om voor alle heiligen, voor al Gods kinderen, ja, voor al mijn broers en zussen in de Heer te bidden.
En in mijn geest begonnen allerlei radertjes te draaien.
‘Bidden voor alle heiligen, voor al mijn broers en zussen in de Heer, met wie ik samen één Lichaam vorm: het Lichaam van Christus.
In mijn gedachten hoor ik Jezus’ woorden: 'Opdat ze allen één zullen zijn zoals U, Vader, en Ik één zijn.’
O Heer, hoe belangrijk is dit bidden voor elkaar als kinderen van U.
Als nooit tevoren komt het belang van bidden voor al mijn broers en zussen bij mij binnen.
Bidden om eenheid!
Bidden om waakzaamheid daartoe.
Bidden om een bewustzijn van de strijd waarin we ons als broers en zussen bevinden.
De scheuringen die in de afgelopen paar jaar alleen al in mijn directe omgeving hebben plaatsgevonden, als waar wij ook mee te maken kregen, komen in mijn gedachten.
Zoveel beschadigde mensen, zoveel beschadigde broers en zussen, zoveel pijn en verdriet.
'Vechtend' met elkaar, tegen elkaar, zoveel hardheid, boosheid en bitterheid, zoveel onvergevingsgezindheid; zo weinig liefde.
Staan op ons gelijk in plaats van in alle nederigheid de handen vouwen met en voor elkaar.
O Heere, vergeef ons, vergeef mij!
We hebben een wapenrusting gekregen om stand te kunnen houden en om te strijden, niet als individuen, maar als één Leger in dienst van de Heere, die onze kracht en sterkte is, en niet tegen elkaar, maar tegen onze gezamenlijke Vijand met zijn listige verleidingen en leugens.
Heer, wat is er overgebleven van Uw Geest van Liefde Die U met Uw Heilige Geest in onze harten hebt uitgestort?'
Tot slot:
‘Bid zonder ophouden.’
1 Thess. 5:17
‘En Hij sprak ook een gelijkenis tot hen met het oog daarop dat men altijd moet bidden en niet de moed verliezen.’
‘Luc. 18:1
‘Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.’
Rom 12:12
‘Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging.
‘Kol. 4:2
Afgelopen week had ik het er nog met een vriendin over, over Paulus’ woorden dat we zonder ophouden moeten bidden, hoe we dit toch moeten zien.
Zelf geloof ik niet dat Paulus bedoelde dat we nu allemaal 24/7 op onze knieën moeten liggen, of met gevouwen handen zitten.
Kijkend naar zijn leven, dan zie ik een man wiens leven zo met Christus was verweven, dat alles wat hij deed en sprak, voortkwam uit het diepe besef dat hij zich ín alles volkomen afhankelijk wist van Hem.
Zijn leven was een leven gericht op het doen van Zijn wil; een leven gericht op wat is tot Zijn eer en glorie, zich daarbij 100 % bewust zijn dat alleen Christus hem daartoe in staat kon stellen om dat ook te doen.
‘Doch zo diep is zijn overtuiging
van zijn eigen onvolkomenheid en zwakte,
zó absoluut is zijn afhankelijkheid
van Goddelijk onderricht en Goddelijke kracht,
dat hij voelt dat hij zonder de directe hulp van God
het werk niet kan doen
zoals het gedaan zou moeten worden.
Het besef van zijn algehele en onveranderlijke
afhankelijkheid van God,
Die met hem was,
hem lerend wat en hoe te spreken,
is de basis van al zijn vertrouwen
en de grondtoon van zijn gehele leven.’
Andrew Murray
‘Bid zonder ophouden’ is denk ik een levenshouding van volkomen afhankelijk van God en in alles gericht op gehoorzame toewijding aan Zijn wil, en tot Zijn eer en glorie.
Het is een leven zo verweven met dat van Christus dat het maar één ding belangrijk is: Hij, en Hij alleen!
Christus inademen, Christus uitademen.
Hoezeer is mijn leven
met U verweven;
hoezeer is het op U gericht?
Hoe groot is mijn verlangen
Uw wil te vangen;
gehoorzaam te leven in Uw licht?
Hoe groot is mijn afhankelijkheid,
in al zijn onvolkomenheid,
van U, mijn Koning en Heer?
Hoe diep is mijn vertrouwen,
dat ik volledig durf te bouwen,
hoe de boze ook manoeuvreert?
In hoeverre adem ik U in
voor ik ergens aan begin?
In hoeverre adem ik U uit
na elk genomen besluit?
Gods rijke zegen voor de komende nieuwe week
en een liefdevolle groet,
Rita