zondag 29 december 2024

Week 1 – Ik ben met je!

De afgelopen week was ik aangekomen met het Dagboek bij het hoofdstukje ‘De Alomtegenwoordigheid van Christus’ en de tekst die Murray gebruikte waren enkele woorden uit Ex. 3:12, en wel deze: ‘Ik ben immers met u!’, maar al snel gaat hij verder vanuit Matth. 28:18 & 20.
Een gedeelte van wat hij zei en wat mij zo raakte, heb ik vorige week al op dit blog geplaatst als een citaat, maar wat bij mij het meest binnenkwam heb ik voor deze keer bewaard, omdat het -in ieder geval voor mijzelf, zeer kostbare en waardevolle woorden zijn om niet alleen het nieuwe jaar mee te beginnen, maar om ze ook mee te nemen de rest van dit jaar, als ook alle tijd die we nog hebben voor de Heer terugkomt of ons thuishaalt.
Dat het voor jou net zo tot een zegenende bemoediging mag zijn als dat het voor mij is.

‘En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
...
En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.
Amen.’

Mattheüs 28:18 en 20

‘Toen Christus tot Zijn discipelen had gezegd:
'Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde',
volgde hierop onmiddellijk de belofte:
'Ik ben met u al de dagen'.
De Almachtige is zeer zeker ook de Alomtegenwoordige.’

Andrew Murray

‘De Almachtige is zeer zeker ook de Alomtegenwoordige!’
Het zijn deze woorden die zo binnenkwamen dat ze mij de afgelopen week bezig hebben gehouden en steeds terugkwamen in mijn gedachten.
De Almachtige is zeer zeker ook de Alomtegenwoordige …
De Almachtige; heilig en hoogverheven, niets of niemand is meer, groter, machtiger of hoger dan Hij …
De Alomtegenwoordige; overal aanwezig, ziet en hoort alles, heeft overal weet van, niets is voor Hem verborgen …
En toch zegt Hij: Ik ben met u!
Hij, Die ons door en door kent, weet heeft van alles wat we doen of zeggen, waar we gaan of staan, blijft van ons houden en voor ons zorgen.

Mijn gedachten gingen vervolgens deze week verschillende kanten op.
Er waren een aantal Bijbelteksten* die in mijn gedachten kwamen, verzen die mij toonden hoezeer Hij de Almachtige is, als ook Alomtegenwoordig; verzen die aantonen dat Hij ons niet eens zomaar kán verlaten, alleen door ons eigen toedoen.
We kunnen Hem misschien niet ervaren, of voelen dat Hij bij ons is, maar Zijn aanwezigheid is daarvan niet afhankelijk; Zijn Woord geeft ons daar bewijzen genoeg van.
Maar hoe vaak gaan wij niet eerder af op wat wij voelen of ervaren -of in dit geval, op wat we niet voelen of ervaren, dan wat Hij ons zegt en belooft?
Ja, welk een strijd levert dit soms in ons op, gevoelens en/of gedachten tegenover Zijn Woord!
Ik heb soms het idee dat de boze er dan vaak als de kippen bij is om het ons extra zwaar te maken en ons nog meer te belagen, onze gedachten nog meer te beïnvloeden om ons zo nog meer op te zetten tegen de Heer.

Een gedachte die wel vaker in mij opkomt, komt ook nu weer terug: We kunnen niet altijd wat doen aan de dingen die gebeuren in ons leven, aan de dingen die ons overkomen, maar we hebben wel altijd een keuze in hoe we ermee omgaan.
Tegelijk met deze woorden moest ik denken aan de ‘Serenity Prayer’ of in het Nederlands ‘Het gebed om Rust’, en dan in het bijzonder de eerste zin.
‘God, geef me de rust om te accepteren wat ik niet kan veranderen,
de moed om te veranderen wat ik kan, en de wijsheid om het verschil te zien.’

Onze gedachten en gevoelens maken ons zo vaak in war, waardoor we het zicht kwijtraken op de Heer, op Wie Hij is, op Zijn wijsheid, Zijn inzicht, Zijn liefde en genade.
En hoe meer dat we het zicht op Hem verliezen, hoe meer ons vertrouwen in Hem wordt aangetast.
Uiteindelijk schreeuwen we het soms uit: God, waar bent U?
Maar het lawaai van onze eigen gedachten en de warboel van onze gevoelens beletten ons Zijn zachte stem te horen als Hij zegt: Ik ben hier! Ik ben zo dichtbij; Ik ben immers ín jou!
Wat hebben we in alles veel wijsheid en inzicht nodig, maar ook rust om te kunnen accepteren als er dingen zijn die we niet kunnen veranderen, als ook moed om te veranderen wat we kunnen, of misschien zelfs soms moeten.

‘En zie, Ik ben met je al de dagen, tot de voleinding van de wereld.’
‘Ik zal je niet begeven en Ik zal je niet verlaten.’

Ga ik staan op deze beloften, en dank ik Hem daarvoor, in elke omstandigheid en ongeacht hoe ik me voel, of wuif ik deze beloften weg en volg ik mijn gevoel en mijn gedachten?

Ik ben met je!
- Ja maar, ik ervaar het niet.

Ik ben met je!
- Ja maar, ik voel het niet.

Ik ben met je!
- Ja maar, het lijkt wel alsof U mij niet hoort.

Ik ben met je!
- Ja maar, mijn gebeden lijken niet verder te komen dan het plafond.

Ik ben met je!
- Ja maar, de hemel lijkt wel van koper.

Ik ben met je!
- Ja maar, ...

Ik ben met je!
Ik ken je door en door,
zelfs beter dan jij jezelf kent.
Ik weet alles van je;
Ik weet wat je denkt,
en ik weet ook
wat je wil gaan zeggen
al voor er ook maar
een woord over je lippen komt.
En waar je ook gaat of staat,
Ik weet ervan;
ja, met al je wegen
ben Ik vertrouwt.
Zelfs al je haren zijn geteld
en niet één daarvan
zal er verloren gaan.


Het gaat niet om
wat jij voelt of ervaart,
en het gaat ook niet om
wat er rondgaat
in je gedachten.
Het gaat alleen
om wat Ik zeg,
om wat Ik heb beloofd,
om wat je van Mij
mág verwachten.

Ik ben Die Ik zeg dat Ik ben.
Mijn Woord is ‘Ja en Amen’.
Ik doe altijd wat Ik heb beloofd.
Mijn kind, Ik heb je zo lief,
nooit zal ik jou beschamen.

Ik, de Almachtige, ben ook de Alomtegenwoordige!

Mijn kind, IK BEN MET JE!
Geloof en Vertrouw Mij.

Het is mijn gebed dat deze paar woordjes met ons mee zullen reizen; dat ze tot kracht en steun zullen zijn, als ook tot vreugde, blijdschap en dankbaarheid.
‘Ik, de Almachtige, ben zeer zeker ook de Alomtegenwoordige!’
‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.

Zegen
en een liefdevolle groet,
Rita


* De beloofde Bijbelteksten:

‘HEERE, U doorgrondt en kent mij.
Ú kent mijn zitten en mijn opstaan,
U begrijpt van verre mijn gedachten.
U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,
U bent met al mijn wegen vertrouwd.
Al is er nog geen woord op mijn tong,
zie, HEERE, U weet het alles.’
Psalm 139:1-4

‘U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij.’
Psalm 139:5  

‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Johannes 3:16

‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.’
Matthëus 28:20

‘Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden.’
Johannes 16:7

‘Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u.’
Johannes 14:20

‘Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.’
Johannes 14:23

‘opdat Christus in uw harten woning make.’ (NBG)
Efeze 3:17

‘Want toen God Abraham de belofte deed, zwoer Hij bij Zichzelf, omdat Hij bij niemand die hoger was, kon zweren.’
Hebreeën 6:13
(-Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf, en …’ – Hebr. 6:16)

‘En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden.’
Openbaring 19:6

zondag 22 december 2024

Week - 51 - Belofte
Citaat ...

 
Toen Christus tot Zijn discipelen had gezegd:
'Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde',
volgde hierop onmiddellijk de belofte:
'Ik ben met u al de dagen'.

Andrew Murray

zondag 8 december 2024

Week 50 - Liefde aan het Kruis ...
Neem de tijd ... (34)

Vorige week schreef ik sinds lange tijd weer een blogje op ‘Into Your Hands’ n.a.v. een citaat dat mij raakte, en het bracht daarmee niet alleen mijn schrijvershart in beroering en beweging, maar ook mijn geest.

Het was afgelopen zaterdagmorgen een week geleden dat ik vrij vroeg wakker was.
De slaap wilde niet meer komen, en mijn gedachten gingen op een gegeven moment naar iets wat ik begin september had gelezen in het Dagboek, en dat maar steeds weer blijft terugkomen, zo ook weer deze morgen.
In mijn Stille Tijd ben ik af en toe nog teruggegaan naar dit hoofdstuk omdat het mij maar niet losliet, en hoewel ik het gevoel had dat ik er iets mee moest, lukte dit mij door alles gewoon niet.
Maar op deze vroege zaterdagmorgen, als het opnieuw in mijn gedachten terugkomt, en ik er over nadenk, lijkt het alsof alles, mijn blogje van die week en waar het Dagboek mij bracht, in elkaar past en dus kruipt ik achter mijn laptop en maak een begin met een nieuw ‘Neem de tijd …-stukje’.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en verplaats je eens
naar de heuvel van Golgotha, waar
je Heer en Heiland hangt aan het kruis.
Neem de tijd; zie, en hoor, wat
zich daar allemaal afspeelt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en sta eens stil
bij de woorden van de Here Jezus
die Hij sprak, hangend aan dat kruis.
Neem de tijd om de diepte en
de reikwijdte daarvan te ontdekken.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en zie Zijn liefde
in het bloed dat druppelt op de grond,
in de woorden die Hij heeft gesproken.
Neem de tijd, tot het op je netvlies
staat gebrand en in je hart is gegrift.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd vooral als je leven
moeilijk is en zwaar, en je denkt
te bezwijken onder alles dat gebeurt.
Neem de tijd, en blik vooruit naar
wat Hij daar voor jou heeft bereid.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

LIEFDE met hoofdletters …
Iedereen die de Here Jezus kent en heeft aangenomen als zijn -of haar, Heer en Heiland, weet dat wat Hij voor ons heeft gedaan -Zijn komst als baby naar deze aarde, Zijn leven als (volledig) mens op aarde, en Zijn lijden, sterven en opstanding om ons te redden, het allergrootste Liefdesgeschenk is dat ooit iemand heeft gegeven; het is de meest ultieme, zichtbaar gemaakte vorm van LIEFDE.
Een Liefde die alles te boven gaat en door niets of niemand ooit zal kunnen worden geëvenaard.
Het is LIEFDE met hoofdletters.
Het is Liefde in de meest onbaatzuchtige vorm.
Het is een Liefde, die zichtbaar en hoorbaar is, voor wie wil zien en horen.

In dit -als ook de volgende paar hoofdstukjes, neemt Murray me mee naar de woorden die de Here Jezus sprak vanaf het kruis, maar het is vooral het eerste hoofdstukje dat mij zo heeft beziggehouden en steeds weer in mijn gedachten terugkwam.

‘En Jezus zei: …’
Voor ik naar die woorden ga, wil ik eerst stilstaan bij het feit dát Jezus sprak.
We lezen Zijn geschiedenis, we lezen de woorden die Hij sprak vanaf het kruis, maar hoe weinig sta ik -en misschien jij ook wel, met het lezen van die woorden stil bij het feit dat Hij eigenlijk nauwelijks spreken kon, dat elk woord dat Hij sprak Hem meer kostte dan wij ons ooit maar kunnen voorstellen.

Ik denk terug aan het moment dat ik voor het eerst hoorde over wat Zijn lijden werkelijk inhield, wat er gebeurde met de geseling en de kruisiging.
Ik denk terug aan het boek ‘Bewijs genoeg’ van Lee Strobel waarin hij dit zo nauwkeurig heeft onderzocht en uitgelegd, en waardoor hij de Heer persoonlijk heeft leren kennen, terwijl hij atheïst was toen hij aan dit boek begon.
Ik denk terug aan de nacht dat ik opbleef om alles wat hierdoor binnenin mij woelde op te schrijven; hieronder een stukje daaruit.

'De soldaten gebruiken een zweep van leren riemen waaraan stukjes bot en metaal bevestigd zijn.
De geseling rukt de huid van de rug, en er ontstaat een bloederige massa van opengelegd weefsel en bot.
Hevig is het bloedverlies en vaak leidt het tot de dood, en anders op z’n minst tot bewusteloosheid.
De hoeveelheid slagen doen er dan eigenlijk niet meer toe, al is het aantal slagen in de Joodse wet 39.
Alsof dat voor Jezus allemaal nog niet genoeg was, drijven de soldaten ook nog de spot met Hem.
Ze slaan Hem een purperrode mantel om, geven Hem in Zijn rechterhand een stok en vlechten een kroon van scherpe dorens en drukken die op Zijn hoofd.
De doorns dringen door de huid heen en bloeddruppels glijden langs Zijn gezicht naar beneden.
Ze spugen naar Hem, trekken de stok uit Zijn handen en slaan Hem er mee op Zijn hoofd.

En op dit kapot geslagen, bloederige lichaam wordt de dwarsbalk van het kruis gelegd.
Een balk van wel zo’n 45 kg.
Zo gaat Hij de weg naar Golgotha.'

...

'Op Golgotha aangekomen wordt Jezus ruw neergegooid en Zijn armen uitgespreid op de dwarsbalk.
Spijkers, van wel 18 cm lang en tot wel 1cm breed, worden door Zijn polsen geslagen en verbrijzelden alles wat op hun weg komt.
Bot, spierweefsel, aders, zenuwen ...

Mijn hart krimpt ineen.

Daarna wordt Hij, onze Heer, opgehesen tot de dwarsbalk op zijn plek staat, dan worden Zijn voeten vastgespijkerd.
’t Klinkt allemaal vrij simpel, alsof het zo was gebeurd, maar niets is minder waar.
Met het ophijsen van het lichaam rekken armen uit of schieten schouders en andere gewrichten uit de kom.
En dit ophijsen werd niet bepaald zachtzinnig gedaan.
Ademhalen wordt praktisch onmogelijk.
Een kruisiging is eigenlijk een folterende, trage dood door verstikking.

Here Jezus ...               

Spijkers in Uw handen en voeten ...
Uw uitgerekt lichaam, Uw kapotgeslagen rug schrapend over het ruwe hout om wat zuurstof te bemachtigen ...
De kroon van doornen in het hoofd gedrukt ...'

Het zijn deze dingen die in mijn gedachten komen als ik door het hoofdstukje uit het Dagboek van Murray word stilgezet bij de woorden die de Heer sprak vanaf het kruis.
Hij, Die nog maar nauwelijks kon ademhalen, laat staan spreken.
Die voor elke ademteug Zich omhoog moest drukken met voeten die vastgespijkerd waren aan het kruis.
Een kapotgeslagen rug, die met elke keer dat Hij iets omhoogging, langs het ruwe hout schraapte.
En Hij, Die al zoveel had meegemaakt, -verraden, verloochend, gesmaad, gelasterd, geslagen, haren uitgetrokken, een doornenkroon, geselslagen, de dwarsbalk en nu stervende was aan een vloekhout, Hij bleef oog houden voor de ander, bleef te midden van alles bewogen van hart.

En Hij zei:

‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen.’ (Luc. 23:34)

‘Vrouw, zie uw zoon’; ‘Zoon, zie uw moeder.’ (Joh. 19:26)

‘…, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.’ (Luc. 23:43)

Liefde aan het kruis.
LIEFDE, die Jezus heet.

‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen’: Vergevende Liefde!
‘Vrouw, zie uw zoon’; ‘Zoon, zie uw moeder’: Zorgende Liefde!
‘…, heden zult u met Mij in het paradijs zijn’: Reddende Liefde!

Liefde, Die bidt om vergeving voor Zijn vijanden.
Liefde, Die Zich bekommert om Zijn moeder, en voor haar zorgt.
Liefde, Die redt, zelfs in het laatste levensuur.

‘Liefde was het, onuitputtelijk,
liefd’ en goedheid, eindeloos groot.
Toen de Levensvorst op aarde,
tot ons heil Zijn bloed vergoot.’*

Liefde …
Hij zei: …

Voedsel voor de ziel
Misschien vraag je je af (als je de moeite hebt genomen om het hele stuk te lezen), wat is nu het verband met het blogje op ‘Into Your Hands’, hoezo past het in elkaar?
Wel, laat me je dit zeggen: Zijn Woord is werkelijk voedsel voor onze geest, voor onze ziel!
Waar mijn ziel aan het bezwijken was onder alles dat was gebeurd en zoals het ging(gaat), kon ik er met geen mogelijkheid onderuit dat Hij tot mij -op verschillende manieren, sprak door Zijn Woord.
Enerzijds doordat Hij de bovenstaande dingen steeds in mijn hart en gedachten terugbracht, maar ook op andere momenten.
In eerste instantie had ik het helemaal niet door, maar langzamerhand gebeurde er iets in mijn binnenste, en gingen mijn ogen open.
Ik kon dingen terugkijken en lezen, en ontdekte de wonderlijke bemoedigingen die Hij had gegeven, en ik begon op te letten om meer te kunnen ontvangen.
En zo gebeurde het dat mijn hart en mijn geest niet alleen in beroering werden gebracht door een citaat, maar mij ook weer in beweging brachten om te gaan schrijven.
Eerst het blogje over het citaat, en vervolgens ook over hetgeen dat mij maar niet losliet: De Liefde van Jezus aan het Kruis in de woorden die Hij sprak naar anderen toe.

Ja, soms kunnen de dingen die gebeuren te veel zijn voor ons gevoel en onze ziel aantasten, maar als we Zijn Woord blijven lezen, zal er altijd een moment komen waarop Zijn Woord en onze ziel elkaar weer raken; dat Zijn kracht en onze zwakheid elkaar vinden en Zijn vrede weer een weg baant in ons binnenste.
En we mogen weten dat Vreugde de Vrede op de voet volgt.
Daarom: wat er ook gebeurt in ons leven, laten we nooit ophouden met het lezen van Zijn Woord!
Laten we het juiste doen, en het lezen van Zijn Woord is -naast gebed, altijd het juiste om te blijven doen.

Tot slot
Als laatste een bemoediging -uiteraard uit Gods Woord, die afgelopen dinsdagmorgen, terwijl ik voor mijn Stille Tijd iets anders aan het lezen was, tot mij kwam doordat mijn oog erop viel.
En met het lezen van deze tekst kwam er vervolgens een andere tekst in mijn gedachten, en hoe wonderlijk mooi vullen deze twee teksten elkaar aan.
Maar vooraf mijn gebed voor een ieder die dit leest in de vorm van een gedicht.

Mogen Zijn woorden je bemoedigen,
je oprichten, verkwikken en troosten,
ja, zijn tot nieuwe moed en kracht.
Mogen Zijn woorden je versterken,
je geest en ziel in beroering brengen,
ja, je trekken tot Hem Die op je wacht.

Mogen Zijn Woorden je aanmoedigen
om te blijven vertrouwen, uit te zien,
ja, te hopen op wat bij Hem op je wacht.
Mogen Zijn woorden je doen opleven,
je handen en voeten weer sterk maken,
ja, je opnieuw doen gaan in Zijn kracht!


- Amen -

‘U wordt immers door de kracht van God 
bewaakt door het geloof tot de zaligheid, 
die gereedligt om geopenbaard te worden 
in de laatste tijd.’

‘En God is getrouw: 
Hij zal niet toelaten 
dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, 
maar Hij zal met de verzoeking 
ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.’

1 Petrus 1:5 - 1 Kor. 10:13b

‘De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest.’  (Romeinen 15:13)

- Amen - 


Blessings & Shalom
en een Liefdevolle Groet,

Rita

*   
 >> Opwekking 400 – Liefde was het

zondag 4 augustus 2024

Week 32 - Door alle gelovigen, voor alle gelovigen ...
Bidden ... (4)
Neem de tijd ... (33)

Als ik deze week weer verder ga met het Dagboek, word ik al heel snel weer stilgezet.
Waar ik met mijn vorige blogje onverwacht bepaald werd bij de opdracht van de Heer dat we voor alle heiligen moeten bidden, vindt het deze week door bepaalde dingen die ik in het Dagboek lees, zijn voortgang.
Als ik dan ook nog in mijn Stille Tijdschrift van 2022 een ‘Neem de tijd-stukje’ vindt, dat op de een of andere manier van mijn radar was verdwenen, -het was nergens terug te vinden, niet in mijn map, noch op mijn laptop, ervaar ik dat ik niet anders kan dan verder nadenken over dit wonderlijk ‘Bidden voor alle Heiligen’ en het belang daarvan.
Ik hoop dat je meeleest, er met mij over nadenkt en dat het ons in beweging brengt.

‘terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.’
Efeze 6:18 

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om eens stil te staan
en te bedenken dat je tot
het Lichaam van Christus behoort.
Neem de tijd om in te denken
wat en hoe dat is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en spiegel het
aan je eigen lichaam en
al haar leden.
Neem de tijd, beeld je in
spiegel en bedenk.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd tot je bewust bent dat,
zoals je lichaam één is, je in Christus
één bent met alle heiligen.
Neem de tijd, en sta eens stil bij
de diepte en reikwijdte ervan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

Alle heiligen, één lichaam …
Zoals ik al zei, werd ik met mijn vorige blogje stilgezet bij Gods opdracht om niet alleen de wapenrusting die Hij ons heeft gegeven aan te trekken, maar om óók bij elke gelegenheid te bidden voor alle heiligen, mét waakzaamheid én volharding.
Het staat er al jaar en dag; ik heb het ook al tig keer gelezen, en toch was het pas sinds vorige week dat het echt binnenkwam.
Maar dit herken je misschien zelf ook wel; je kunt nog zo vaak een bepaalde Bijbeltekst(gedeelte) lezen, en dan ineens …
Maar wat mij nu nog meer verbaast, is dat ik hierover ook al een 'Neem de tijd...-stukje' blijk te hebben geschreven, en toch heeft het mij destijds niet zo geraakt en in beweging gebracht als nu.
Echter met de dingen die ik deze week lees in het Dagboek en daarbij het vinden van het ongebruikte ‘Neem de Tijd-stukje, ervaar ik dat het Gods ernst is, dit bidden voor alle heiligen.
Het is niet iets waar even in de kerk -of met de bidstond, voor gebeden dient te worden, maar door iedere gelovige; het volgt immers direct op de wapenrusting aantrekken, en dat geldt voor eenieder van ons persoonlijk.
En het is ook méér dan alleen even in het algemeen in je gebed bidden voor Gods wereldwijde Gemeente.
Als het om de Gemeente gaat, gaat het om het geheel, om de Bruid van Christus, maar als het alle Heiligen betreft, komt het dichterbij, gaat het om de gelovigen, eenieder op zijn of haar eigen plek, en met zijn of haar eigen taak; betreft het onze broeders en zusters, dichtbij en ver weg.
Oftewel: De Gemeente vormt het Lichaam van Christus, en de Heiligen zijn de gelovigen, ‘alle onderdelen’ van dit Lichaam.
Tenminste, zo lees, zie, ervaar ik het.

‘Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus.’
1 Korinthe 12:12

‘Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde.’
Efeze 4:16 

‘Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.’
Romeinen 12:4,5

Gebed door alle heiligen voor alle heiligen!
'
En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.'
Johannes 17:20-23

Zullen we ons aansluiten bij dit gebed van de Here Jezus, daarvoor met z’n allen dagelijks gaan bidden? Dat we toch één mogen worden/zijn zoals Hij en de Vader één zijn, zodat de wereld zal zien en geloven?
En er naar streven om dit zichtbaar maken in de manier waarop we als gelovigen, als HEILIGEN, met elkaar omgaan?
Als ook Zijn Woord biddend in praktijk brengen?

‘Als er dan enige bemoediging is in Christus, als er enige troost is van de liefde, als er enige gemeenschap is van de Geest, als er enige innige gevoelens en ontfermingen zijn, maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen. Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.’
Filippenzen 2:1-3

‘Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.’
Rom. 12:10

‘Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.’
1 Petrus 4:10


Heer, ik vraag me af hoe het eruit zal/zou zien als alle heiligen dagelijks hun handen zouden vouwen en zouden bidden om die eenheid, zoals U en de Vader één zijn; om meer kracht van Uw Geest in ons aller leven, om het meer zichtbaar worden van Uw Liefde, die door Uw Geest in ons hart is uitgestort.
Hoe zal, en zou het zijn, Heer, als we ons hoofd voor hoofd meer bewust zouden zijn dat eenieder van ons deel is van Uw Lichaam, van Uw leger, en daarmee verantwoordelijkheid hebben voor en naar elkaar, om er voor elkaar te zijn, om voor elkaar te zorgen, om ook elkaars rugdekking te zijn.
Hoe zou, en zal het zijn, Heer, als deze bewustwording ons in beweging brengt en we gaan bidden?
Maak ons bewust, Heer, breng ons in beweging, opdat Uw Naam wordt grootgemaakt!

In Jezus’ Naam.
- Amen -

Tot eer van Uw grote Naam!

Bidden …
Door gelovigen,
voor gelovigen;
daarmee Zijn Woord
in praktijk brengen.

Bidden …
Door heiligen,
voor heiligen;
daardoor verandering
teweegbrengen.

Bidden …
Als broers en zussen
door, en voor elkaar;
in eenheid Zijn zegen
voortbrengen.

Gods zegen voor de komende week,
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 28 juli 2024

Week 31 - Een Voorbidder/Bemiddelaar zijn ...
Bidden ... (3)
Neem de tijd ... (32)

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en de moed
om alleen met God te zijn.
Neem de tijd om stil te zijn,
Zijn Woord te lezen
en Hem aan te roepen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, bid, vertel Hem
wat je bezighoudt, wat in je leeft.
Neem de tijd, deel alles met Hem,
ja, je diepste roerselen, want
niets is te groot of te klein.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om te bidden,
om een bemiddelaar te zijn.
Neem de tijd om voorbede te doen,
om een voorbidder te zijn zoals
ons gezegd wordt in Zijn Woord.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en breng hen
die ziek zijn voor Gods troon.
Neem de tijd en bid voor allen
die in diepe nood verkeren
en geen uitkomst zien.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en bid voor allen
die je lief en dierbaar zijn.
Neem de tijd, maar bid ook voor
een ieder die de Heer op je hart,
als ook voor alle heiligen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en bid ook voor
je land, volk en kerk.
Neem de tijd en bid ook,
onder Zijn aansporing,
voor alle hooggeplaatsten

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan
voor je vervolgde broers en zussen.
Neem de tijd om te bidden,
om voorbede te doen, ook
voor de vrede van Jeruzalem.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

Neem de tijd!
Neem de tijd en de moed om bij Hem te zijn, Zijn Woord te lezen en te bidden.
Neem de tijd om een voorspraak, een bemiddelaar te zijn; om voorbede te doen, om een voorbidder te zijn.
Neem de tijd om in de bres te springen, op de bres te staan!
Neem de tijd, en bid!

Zijn ze aansporend deze bovenstaande woorden, of ervaar je ze als dwingend?
Ik kan het me helemaal voorstellen als je ze als dwingend ervaart, maar het Dagboek neemt me mee naar elk denkbaar onderwerp waar we voor zouden moeten bidden, en soms overweldigt mij deze veelheid zodanig dat het mij eerder lam legt dan doet bidden.
Hoewel ik geloof dat een bepaalde mate van druk niet verkeerd is, -soms hebben we dat inderdaad nodig om iets te gaan doen, om in beweging te komen, maar ik heb ook gemerkt dat het me soms juist lam legt, en dus het tegenovergestelde in de hand werkt.
Waar sommige dingen uit dit Dagboek mij in beweging hebben gebracht, -en brengen, zijn er ook hoofdstukjes die mij ontmoedigen, en juist hinderen om ook maar iets te gaan doen.
En vaak komt dat, ja precies, door de dwingende toon als de veelheid van waarvoor ik zou moeten bidden.
Als ik teruglees in mijn Stille Tijdschriften is dit ook iets dat ik steeds weer tegenkom, en vaak ook precies bij dezelfde hoofdstukjes.
Het zet mij ook wel even stil bij het feit dat ik merk dat ik me als mens dus niet echt graag iets laat gezeggen als het op een behoorlijk dwingende toon wordt gezegd, of zo wordt uitgemeten dat ik het voor mijn gevoel niet meer kan overzien.

Iemand of niemand?
Ezechiël 22:30 toont ons hoe de Heere zocht naar voorbidders, maar niemand vond.
'Ik (de Heere) zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, zodat Ik het niet te gronde hoefde te richten, maar Ik vond niemand.’
Als de Heer nu zou zoeken naar voorbidders, hoe velen zou Hij er dan vinden?

In het eerste stukje over Gebed in deze serie staat de vraag ‘Hoe belangrijk is gebed voor ons?’ centraal.
Ik heb best getwijfeld over de titel voor dit blogje, maar toch geloof ik dat alles staat en valt met hoe belangrijk iets voor ons is.
Immers, als iets belangrijk is voor ons, dan is het niet zo moeilijk om daar tijd voor vrij te maken en aandacht aan te geven, maar hoe lager op de lijst van belangrijke zaken, hoe minder aandacht en tijd iets van ons krijgt.
Daarom vind ik dit Blogje ook een best lastige.
Nee, niet als het gaat om regelmatig, of zelfs dagelijks te bidden voor hen die mij lief en dierbaar zijn, noch voor mensen die ziek zijn, of in nood verkeren, noch voor de Vervolgde Kerk of Israël, lastiger wordt het al met gebed voor kerken, gemeenten, voorgangers(in het algemeen), maar voor mijn land, volk, dorp/stad, regering, vorstenhuis en voor mensen met hoge functies …, en wat te denken voor alle heiligen waartoe Paulus ons oproept, tja, daar trouw in zijn om regelmatig zelf voor te bidden en niet alleen met anderen in een bidstond, dat is wel een dingetje.
En toch, als ik Gods Woord lees, dan wordt het wel van mij -van ons, gevraagd, en laat Zijn Woord ook zien hoe belangrijk het is.

Jacobus 5:13-16
‘Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen. Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.’ 

2 Kor. 1:11 (NBG)
‘…, terwijl ook gij ons te hulp komt met uw voorbede, opdat uit veler mond voor de genade, ons geschonken, veelvuldig dank gebracht worde voor ons.’

1 Timotheüs 2:1-4
‘Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.’

Efeze 6:18-20
‘…, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken, waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken.

Psalm 122:6a
‘Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben.’

Deze Bijbelteksten roepen ons niet alleen op tot voorbede, maar laten ons ook zien waarom het zo belangrijk is.
En toch, toch blijkt het vaak heel moeilijk, tenminste dat vind ik voor mijzelf wel, om dagelijks tijd apart te zetten om voor deze zaken te bidden, en vooral om daarin óók te volharden.
Ik heb wel gebeden: ‘Heer, leg het toch als een last op mijn hart, zodat ik …’, maar steeds weer bemerkte ik dat er vaak andere dingen waren die mijn tijd en aandacht opslokten, waardoor ook deze gebedsvraag stilletjes naar de achtergrond verdween.
Toch laat het me niet los, dat merk ik wel; steeds opnieuw komt het op de één of andere manier terug, zo ook weer door het nadenken over en schrijven van deze stukjes.
Opnieuw word ik hierdoor stilgezet bij het belang en de waarde van voorbede, van op de bres staan, ook voor die dingen die -gevoelsmatig- verder van mij afstaan.
En hoe erg zou het zijn als de Heer tegen ons zou zeggen: ‘Ik (de Heere) zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor …, maar Ik vond niemand.’

Wapenrusting en bij elke gelegenheid … 
Ik was met dit blogje niet van plan om in te gaan op elk onderwerp die de Bijbelteksten geven, maar met één onderwerp maak ik een uitzondering, namelijk het bidden voor alle heiligen.
Met dat ik afgelopen week de laatste hoofdstukjes uit het Dagboek nog eens doorlas, er zit door omstandigheden immers inmiddels aardig wat tijd tussen de blogjes, kwam ik ook bij Efeze 6:10-20; -ik lees namelijk eigenlijk altijd een bepaalde tekst in de context.
Een overbekend gedeelte waarin vooral de wapenrusting van God er uitspringt.
Maar als ik het deze week lees, word ik abrupt stilgezet bij de eerste twee woordjes van vers 18: ‘terwijl u’.
Als een schok gaat het door mij heen: het is niet een kwestie van alleen dagelijks Zijn wapenrusting aandoen, nee, er wordt daarnaast tegelijk van mij gevraagd om bij elke gelegenheid te bidden voor alle heiligen.
‘…, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.’
Niet eerder werd ik er zo bij bepaald hoe belangrijk het is om voor alle heiligen, voor al Gods kinderen, ja, voor al mijn broers en zussen in de Heer te bidden.
En in mijn geest begonnen allerlei radertjes te draaien.

‘Bidden voor alle heiligen, voor al mijn broers en zussen in de Heer, met wie ik samen één Lichaam vorm: het Lichaam van Christus.
In mijn gedachten hoor ik Jezus’ woorden: 'Opdat ze allen één zullen zijn zoals U, Vader, en Ik één zijn.’
O Heer, hoe belangrijk is dit bidden voor elkaar als kinderen van U.
Als nooit tevoren komt het belang van bidden voor al mijn broers en zussen bij mij binnen.
Bidden om eenheid!
Bidden om waakzaamheid daartoe.
Bidden om een bewustzijn van de strijd waarin we ons als broers en zussen bevinden.
De scheuringen die in de afgelopen paar jaar alleen al in mijn directe omgeving hebben plaatsgevonden, als waar wij ook mee te maken kregen, komen in mijn gedachten.
Zoveel beschadigde mensen, zoveel beschadigde broers en zussen, zoveel pijn en verdriet.
'Vechtend' met elkaar, tegen elkaar, zoveel hardheid, boosheid en bitterheid, zoveel onvergevingsgezindheid; zo weinig liefde.
Staan op ons gelijk in plaats van in alle nederigheid de handen vouwen met en voor elkaar.
O Heere, vergeef ons, vergeef mij!
We hebben een wapenrusting gekregen om stand te kunnen houden en om te strijden, niet als individuen, maar als één Leger in dienst van de Heere, die onze kracht en sterkte is, en niet tegen elkaar, maar tegen onze gezamenlijke Vijand met zijn listige verleidingen en leugens.

Heer, wat is er overgebleven van Uw Geest van Liefde Die U met Uw Heilige Geest in onze harten hebt uitgestort?'

Tot slot:

‘Bid zonder ophouden.’
1 Thess. 5:17

‘En Hij sprak ook een gelijkenis tot hen met het oog daarop dat men altijd moet bidden en niet de moed verliezen.’
‘Luc. 18:1

‘Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.’
Rom 12:12

‘Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging.
‘Kol. 4:2

Afgelopen week had ik het er nog met een vriendin over, over Paulus’ woorden dat we zonder ophouden moeten bidden, hoe we dit toch moeten zien.
Zelf geloof ik niet dat Paulus bedoelde dat we nu allemaal 24/7 op onze knieën moeten liggen, of met gevouwen handen zitten.
Kijkend naar zijn leven, dan zie ik een man wiens leven zo met Christus was verweven, dat alles wat hij deed en sprak, voortkwam uit het diepe besef dat hij zich ín alles volkomen afhankelijk wist van Hem.
Zijn leven was een leven gericht op het doen van Zijn wil; een leven gericht op wat is tot Zijn eer en glorie, zich daarbij 100 % bewust zijn dat alleen Christus hem daartoe in staat kon stellen om dat ook te doen.

‘Doch zo diep is zijn overtuiging
van zijn eigen onvolkomenheid en zwakte,
zó absoluut is zijn afhankelijkheid
van Goddelijk onderricht en Goddelijke kracht,
dat hij voelt dat hij zonder de directe hulp van God
het werk niet kan doen
zoals het gedaan zou moeten worden.
Het besef van zijn algehele en onveranderlijke
afhankelijkheid van God,
Die met hem was,
hem lerend wat en hoe te spreken,
is de basis van al zijn vertrouwen
en de grondtoon van zijn gehele leven.’

Andrew Murray


‘Bid zonder ophouden’ is denk ik een levenshouding van volkomen afhankelijk van God en in alles gericht op gehoorzame toewijding aan Zijn wil, en tot Zijn eer en glorie.
Het is een leven zo verweven met dat van Christus dat het maar één ding belangrijk is: Hij, en Hij alleen!

Christus inademen, Christus uitademen.

Hoezeer is mijn leven
met U verweven;
hoezeer is het op U gericht?
Hoe groot is mijn verlangen
Uw wil te vangen;
gehoorzaam te leven in Uw licht?

Hoe groot is mijn afhankelijkheid,
in al zijn onvolkomenheid,
van U, mijn Koning en Heer?
Hoe diep is mijn vertrouwen,
dat ik volledig durf te bouwen,
hoe de boze ook manoeuvreert?

In hoeverre adem ik U in
voor ik ergens aan begin?
In hoeverre adem ik U uit
na elk genomen besluit?

Gods rijke zegen voor de komende nieuwe week
en een liefdevolle groet,

Rita

zondag 26 mei 2024

Week 22 - Bid voor ons!
Bidden ... 2
Neem de tijd ... (31)

Blog in het teken van de Zondag voor de Vervolgde Kerk.

‘Deze eerste zondag na Pinksteren is een bijzondere dag, want na de uitstorting van de Heilige Geest begon ook de vervolging.’
Open Doors

Vandaag wordt in vele kerken en gemeenten stilgestaan bij het lijden van onze vervolgde broers en zussen.
Hoewel ik het inmiddels een beetje te ver vind gaan, al die verschillende speciale dagen voor van alles en nog wat – het lijkt wel of er tegenwoordig voor alles een speciale dag is, vind ik deze dag één van de belangrijkste.
Want hoe makkelijk worden we niet door eigen beslommeringen, of door de drukte van de gewone gang van zaken meegenomen in een dagelijks ritme waarin we maar weinig -of misschien wel helemaal niet, stilstaan bij het lijden wat onze vervolgde broers en zussen iedere dag opnieuw hebben te doorstaan.
Waar we met sommige dingen misschien zeggen van ‘het zou niet nodig moeten zijn’, weten we vanuit Gods Woord dat de Here Jezus dit 2000 jaar geleden al had voorzegd dat het zou gebeuren.

‘Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen. Maar al deze dingen zullen zij u aandoen omwille van Mijn Naam, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft.’
Johannes 15:18-21

Maar Gods woord zegt nog iets heel duidelijk:

‘En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.
Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.’

1 Korinthe 12:26,27

Hoewel de eenheid van dit Lichaam zoals de Heer het heeft bedoeld ver te zoeken is (lees 1 Korinthe 12 maar eens in zijn geheel), en we nauwelijks nog een voorbeeld zijn voor de wereld, doet dit niets af aan het feit dat we wel één Lichaam zijn, en daarmee dat als één lid lijdt, wij allen meelijden!
Wat zou het mooi zijn als deze zondag ons (opnieuw of voor het eerst) doet beseffen dat alle heiligen -en dat is ieder mensenkind die Jezus heeft aangenomen als Heer en Redder, één Lichaam vormen en dat we daardoor voor en naar elkaar verantwoordelijkheid hebben.
In het bijzonder om voor elkaar te bidden!
Gebed, door en voor elkaar, is de sleutel die grenzen doet verdwijnen en het Lichaam van Christus bij elkaar brengt en één maakt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan
voor je vervolgde broers en zussen.
Neem de tijd om te bidden,
om voorbede te doen,
een bemiddelaar te zijn.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd  ….

En zo kom ik vandaag tegelijk uit bij enkele dingen die ik afgelopen week heb gelezen in mijn Dagboek.
Nee, er was niets dat over Gebed en de Vervolgde Kerk ging, maar ik werd daar zelf door de Zondag voor de Vervolgde Kerk, wel naar toe geleid.

Bewustwording
Een woord dat ik afgelopen week als sleutelwoord had opgeschreven was bewustwording.
Pas als we ons bewust worden van dingen, ontstaat de mogelijkheid om iets te gaan doen.
We moeten ons goed realiseren dat bewustwording niet wil zeggen dat daarmee dingen automatisch gaan veranderen, maar dat hier het begin ligt om stappen te zetten die verandering gaan brengen.
We kunnen ons van iets bewust worden, maar als we daar niets mee doen, verandert er nooit iets.
Dat gebeurde in eerste instantie bij mij, toen ik in een gemeente kwam waar iedere zondagavond een Bidstond was.

Het begint bij het feit dat ik niet ben opgegroeid, en dus ook niet bekend was met Bidstonden, en toen ik later in een gemeente kwam waar dit elke zondagavond gewoon was, vond ik het ook maar ‘eng’; ik kon me er gewoon niets bij voorstellen dat je samen een uur of langer aan het bidden was, en daarbij zag ik ook de noodzaak er niet zo van in.
Ook had ik (vond ik toen) genoeg redenen waarom ik vaak niet zou kunnen.
Hoewel er met de tijd vaak wat begon te knagen rond het tijdstip dat de bidstond was, de vrees voor het onbekende zorgde er altijd wel voor dat de tijd verstreek en het moment voorbij ging.
Totdat … totdat ik het Dagboek van Murray, dat ik al jaren daarvoor gekocht had omdat het ‘iets’ had, af en toe begon te lezen.
Ik kwam er toen nog niet aan toe om dit iedere dag te doen, en vond toen het taalgebruik -dat wat oubollig is, ook wel een beetje lastig (inmiddels niet meer).
Maar zo af en toe pakte ik het, sloeg de juiste dag open en las wat er voor die dag stond.
Zo ook die ene keer.
Ik las het gedeelte en hoewel mijn binnenste zich beroerde, wilde ik er toch niet aan, tot de laatste zin van dit gedeelte; die woorden haakten zich diep in mijn binnenste.
Nee, ik ging niet vanaf dat moment direct naar elke bidstond toe, maar het werd de aanzet tot nadenken over de betekenis, het doel en de uitwerking van de bidstond.
Het werd als het ware alsof het God Zelf was Die door deze woorden heen tegen mij sprak.
Pas toen ik op een zondagavond door gezinsomstandigheden stuk dreigde te lopen, en alleen nog maar kon huilen, gaf ik gehoor aan de zachte drang van Gods Geest die ik van binnen ervoer, en Die mij aanspoorde: Ga naar de bidstond, ga naar de plaats waar je hoort te zijn, de enige plaats tot vertroosting.
Ik had nog ongeveer een half uur voor het zou beginnen, dus ik ben gegaan.
En ja, ik kon alleen maar huilen, praktisch de hele bidstond door, maar het gebed van de gemeenteleden die er waren, werden mij tot een genezende balsem; een warme, beschermende deken over en om mij heen.
Na de bidstond heb ik kunnen spreken en bidden met een paar vrouwen die ik goed ken en de ommekeer kwam uit deze avond voort, zowel ten opzichte van bidstonden als mijn geestelijke gesteldheid.
Nog twee dagen streed ik mijn strijd met wat er speelde en wat ik moest doen, maar de gebeden omringden mij en brachten mij daar waar God mij hebben wilde.
Nee, de omstandigheden in ons gezin waren niet veranderd (toen nog niet), maar ik wel.
God liet mij de kracht van de bidstond zien en het belang van deze Gebedssamenkomst.
En zo was het verlangen naar de Gebedssamenkomst geboren, en de gang daar naartoe ontstaan.

Bewustwording, bewust worden, bewust zijn, van het feit dat de Heer ons in Zijn Woord keer op keer aanspoort om te bidden, zowel voor alle heiligen, als voor vele mensen en dingen (ga ik nu even niet verder op in).
Bewust worden, bewust zijn, van de noodzaak ervan.
Bewust worden, bewust zijn, van de uitwerking daarvan.
En daarmee kom ik bij het citaat uit het Dagboek dat mijn leven heeft veranderd ten aanzien van een bidstond.

‘Zoals de wortels van de boom, diep in de aarde ingegraven,
en de takken uitgestrekt naar de hemel, één zijn,
zo is het verborgen gebedsleven onafscheidelijk verbonden met verenigd gebed.’

De Heilige Geest opende mijn ogen en liet mij de diepte en reikwijdte van deze woorden zien, en het werd mij duidelijk, dat mijn eigen persoonlijke gebedsleven -Het Verborgen Gebedsleven zoals de schrijver het noemt - samen hoort te gaan met het samen bidden met mijn broeders en zusters, hetzij uit de gemeente of elders.
En ik zag de boom voor mij; ik zag zijn wortels diep in de grond en ik zag hoe de wortels overgingen in de stam en de stam zich verspreidde in takken; alles is zo met elkaar verbonden.
En ik begreep wat Andrew Murray bedoelde.
Met broers en zussen samen bidden hoort gewoon voort te komen uit ons persoonlijke gebedsleven.
Verborgen wortels, -mijn gebedsleven, door de Stam, onze Here Jezus Christus, verbonden met de takken, -onze broers en zussen, wijd uitgespreid naar de hemel, naar Hem, Die ons altijd hoort en ziet.
Niet alleen ‘ik bid’, maar ‘wij bidden’ samen, -voor elkaar als dat nodig is, voor onze eigen gemeente, voor alles wat daarin en vanuit gebeurt en plaatsvindt; samen voor ons land, ons dorp, onze stad; samen bidden voor alle heiligen, voor Israël, voor …; samen bidden voor onze Vervolgde broers en zussen!

‘Neem daarom de hele wapenrusting van God aan,
opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad,
en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.
…, terwijl u bij elke gelegenheid
met alle gebed en smeking bidt in de Geest
en daarin waakzaam bent
met alle volharding en smeking voor alle heiligen.
Bid ook voor mij,
opdat mij het woord gegeven wordt
bij het openen van mijn mond,
om met vrijmoedigheid
het geheimenis van het Evangelie bekend te maken,
waarvan ik een gezant ben in ketenen,
opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken,
zoals ik moet spreken.’

Efeze 6:13, 18-20

‘Op Hem hebben wij de hoop gevestigd
dat Hij ons ook verder verlossen zal,
terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed,
opdat door velen dankzegging voor ons gedaan wordt
voor de genadegave die door velen tot ons is gekomen.’

2 Kor. 1:10b,11

Door alle heiligen voor alle heiligen  
En zo komen eigenlijk meerdere hoofdstukje bij elkaar; -‘De Gebedssamenkomst’, -‘Gebed voor alle Heiligen’, -‘Gebed door alle Heiligen’, als ook -‘Paulus’ verzoek om Gebed’.
Waar bewustwording heel belangrijk is, heeft het echter alleen waarde als het gevolgd wordt door handelen.
We kunnen ons bewust zijn van wat de Heer zegt in Zijn woord, maar als we er niets mee doen, zal het ook weinig tot niets uitwerken.
Paulus was zich bewust van zowel de kracht van Gebed, als van de noodzaak van Gebed, en dan evenzeer voor alle christenen (zie Ef. 6:18 hierboven) als ook voor hemzelf.
Romeinen 15:30  - ‘En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij,’
Door en voor.
In deze Bijbelverzen komt heel duidelijk naar voren dat Paulus zich voor de taak die hij had gekregen, afhankelijk wist van het gebed van zijn broeders en zusters.
Als iemand als Paulus dit al zo nodig had, wij niet te meer?
En bovenal, wat te denken van onze Vervolgde broers en zussen!
Hoe velen van ons voelen zich getrokken en gedrongen tot -dagelijks- gebed voor hen?
Vanuit de verhalen van Open Doors, als ook de ‘Women to Women-dagen’ weet ik, dat er door de Vervolgde christenen juist ook voor ons wordt gebeden.
Waar wij bidden voor hen die vervolgd worden, bidden zij voor ons, omdat zij vaak de verleidingen waar wij hier mee te maken hebben een groter gevaar achten dan hun eigen vervolging.

Daarbij, vervolging mag dan nu nog redelijk ver van ons bed zijn, maar de Here Jezus zegt ons Zelf dat wij er allemaal mee te maken zullen krijgen als we Hem in Zijn voetspoor volgen.
Is het niet genade dat wij er nu nog weinig mee te maken hebben, en hebben we dan niet de grote plicht om voor onze Vervolgde broers en zussen op de bres te gaan staan in gebed?!
Laten we toch nooit vergeten: ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.’  - Jacobus 5:16b

'De onzichtbare hand van God 
wordt in beweging gebracht door gebed.'


Gods onzichtbare hand …
Met het oog op de zondag voor de Vervolgde Kerk sluit ik af met een gedicht dat ik jaren geleden geschreven heb nadat ik op een ‘Women to Women-dag’ was geweest.
Een van de spreeksters van de Vervolgde Kerk die daar haar verhaal deed, zei iets, dat mij tot de dag van vandaag is bijgebleven, en n.a.v. deze uitspraak en de verhalen die ik die dag hoorde, schreef ik dit gedicht.

In gedachten zie ik haar staan; ze trekt
haar omslagdoek dichter om zich heen.
Haar ogen staan vol tranen,
waar, o waar moet ze nu toch heen?

Geschopt, geslagen en uit huis gezet;
er is in huis geen plaats meer voor haar.
Ze heeft schande over haar familie gebracht
toen Jezus tot leven kwam in haar.

O, ze kan niet en wil niet meer zonder Hem leven,
maar de prijs is hoog en wordt duur betaald.
Maar Hij gaf voor haar Zijn leven,
de grootste prijs heeft Hij reeds betaald.

Zo loopt ze ontredderd door de straten, 
op zoek naar een veilig onderkomen.
Ergens heel ver weg klinkt een zacht gebed;
een deur gaat open, ze mag daar binnen komen.

De warmte van vuur en liefde
omarmen haar gebroken hart en leven.
Hulp, gezonden door God op een uitgesproken gebed,
brengen nieuwe hoop en nieuwe kansen om te leven.

Gods onzichtbare hand in beweging gebracht door een gebed.
O Heer, maak mijn hart gevoelig voor de stem van Uw Geest;
opdat ik in beweging kom en er een verschil wordt gebracht
door een door mij gebeden gebed.


Laten we onze vervolgde broers en zussen niet vergeten, maar trouw en met volharding voor hen blijven bidden, in het besef dat Gods onzichtbare hand in beweging wordt gebracht door een gebed.

Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita


Lees ook het blog waar dit gedicht uit voortkomt.
👉 ‘De onzichtbare hand van God …’

👉 ‘Het verhaal van Gulmira’

zondag 19 mei 2024

Week 21 - Hoe belangrijk is Gebed voor Ons?
Bidden ... (1)
Neem de tijd ... (30)

Het Dagboek van Murray van waaruit ik deze stukjes schrijf, is een boek over gebed.
Hoewel niet ieder hoofdstuk echt specifiek over bidden gaat, heeft het vaak toch op de een of andere manier mee te maken.
Soms kan ik hem heel goed volgen, soms kost het me wat moeite, en soms kan ik hem helemaal niet volgen.

De afgelopen tijd (als ook nog de komende) zijn er echter een aantal hoofdstukjes die heel specifiek over gebed gaan.
In wat ik reeds heb gelezen waren soms dingen die me bijna de moed ontnamen, maar er waren ook dingen die mijn hart diep raakten.
Als ik hem niet kon volgen, had dat vaak te maken met het feit dat ik de link niet kon leggen tussen wat hij zei en Gods Woord, maar er waren ook momenten dat vreugde mijn hart vulde.
Soms wilde ik alles maar laten voor wat het was, ik kon immers toch niet voldoen aan wat hij zei, om vervolgens mezelf maar weer toe te spreken en voor te houden dat niet zijn woorden mij moeten leiden, maar wat de Heer zegt en van mij vraagt,  en dat daarin voor alles een tijd is.
Maar te midden van dit alles zijn er zoveel mooie en goede dingen die hij schrijft die de moeite van het overdenken waard zijn en waar ik van kan leren, dat ik toch de komende weken hier schrijvend mee bezig wil zijn.

Als ik mijn ‘Neem de tijd-stukje’ over bidden erbij pak1), kom ik echter bij een heel ander hoofdstukje uit dan ik had gedacht.
De vraag ‘waar ik eigenlijk moet beginnen’, werd daarmee gelijk van mij afgenomen, want het werd me meteen duidelijk dat hier het begin ligt van alles wat ik wil overdenken en schrijven, namelijk hoe belangrijk onze gebeden voor de Heer zijn.
Ik heb werkelijk geen idee waar alles mij gaat brengen, of hoeveel blogjes eruit voort zullen komen, en het doet er ook niet toe voor mij; ik wil gewoon de vele prachtige dingen die ik heb gelezen nogmaals overdenken, een plekje geven en er van leren.
Als je meeleest, dan bid ik dat het ook jou tot nadenken stemt en je er zegen van mag ontvangen.
Ik zou het fijn vinden als je je gedachten weer met mij deelt.
Immers: ‘Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt de ene mens de ander.’  (Spr. 27:17 - NBG)

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en de moed
om alleen met God te zijn.
Neem de tijd om stil te zijn,
Zijn Woord te lezen
en Hem aan te roepen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, bid, vertel Hem
wat je bezighoudt, wat in je leeft.
Neem de tijd, deel alles met Hem,
ja, je diepste roerselen, want
niets is te groot of te klein.

Een halfuur stilte …
‘En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een halfuur.

En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.’
Openb. 8:1,3,4

Murray verbindt het half uur stilte in de hemel aan de gebeden van de heiligen om die voor Gods aangezicht te brengen, vóórdat de eerste engel zijn bazuin deed klinken en aan de noodzaak van stilte en terugtrekking van de dingen van de aarde die vele van Gods kinderen hebben gevoeld om gedurende een half uur hun gebeden voor God te brengen, om in gemeenschap met Hem te worden gesterkt voor hun dagelijks werk.
Zelf geloof ik niet helemaal dat dit halfuur stilte specifiek alleen is voor de gebeden van de heiligen, maar voor het geheel, de gebeden én de grote dingen die te gebeuren staan.
Maar het neemt niet weg dat dit gedeelte ons wel heel duidelijk de waarde van onze gebeden laat zien, en dat is waar het om gaat.
Onze gebeden zijn belangrijk voor God, hebben onnoemelijke waarde en stijgen op als een reukwerk tot Zijn aangezicht.
(zie ook de verwijzing naar Openb. 5:8, en Psalm 141:2)

Door te bidden eren we Hem, bewíjzen we Hem de eer, doordat we daarmee aangeven dat we Hem nodig hebben, dat we het zelf niet kunnen.
Door te bidden onderhouden we onze relatie met de Heer; immers, komt elke groeiende en goede relatie niet voort uit contact hebben met elkaar, samen dingen doen, door met elkaar te praten?
En worden relaties niet juist hechter als we onszelf geven aan elkaar, dingen delen, waardoor we er voor elkaar kunnen zijn?
En is het niet juist in zo’n relatie dat we elkaar tot steun en bemoediging kunnen zijn, we opgebeurd worden …?

De Heer verlangt naar ons!
De Heer verlangt ernaar dat we bij Hem komen om van hart tot hart met ons te spreken.
Hij verlangt ernaar dat we ons hart met Hem delen, dat we Hem deelgenoot maken van wat in ons leeft, zowel onze vreugde als onze pijn, zowel dat waar we blij van worden, als waar we het moeilijk mee hebben, zowel onze vragen als onze strijd.
Ja, de Heer weet alles, Hij weet precies wat we denken of willen zeggen (Ps. 139), niets is voor Hem verborgen, maar Hij wil gebeden zijn!
Hij wil onze stem horen!

‘Het geheim van kracht kan slechts gevonden worden
in levende gemeenschap met God.’

Andrew Murray

Geen tijd …
Ik ben door alles wat er gebeurd is de afgelopen tijd, en eigenlijk zelfs al daarvoor, een beetje mijn gewone dagelijkse ritme kwijtgeraakt.
Waar ik eerst in alle rust en stilte mijn dag met de Heer kon beginnen zonder op de klok te hoeven letten (vroege afspraken uitgezonderd), moet ik nu de klok in de gaten houden, omdat ons hondje wel uit moet, zeker nu zij wat ouder wordt, en ik vind dat lastig, en voel me daardoor soms onrustig en opgejaagd.
Het probleem zit hem voor mij niet in het feit dat het niet op een ander tijdstip zou mogen, maar meer in het feit, dat ik gewoon mijn dag met Hem wil beginnen.
Al met al is het daarmee voor mij gewoon geen optie om een ander moment te kiezen.
Daarnaast heb ik ook gemerkt dat het me op een ander tijdstipt vaak ook niet lukt om in diezelfde rust en stilte te komen als ’s morgens.
Dus ligt er voor mij de komende tijd de uitdaging om mijn weg daarin te vinden, zodat ik weer in alle rust, zonder op de tijd te hoeven letten, bij Hem kan zijn, want het is mijn kracht om door te gaan, om vol te houden, maar bovenal om te groeien in mijn realtie met Hem.

Hoe kostbaar zijn daarom (Dag)boeken als deze van Murray naast de Bijbel, boeken die ons iedere keer weer aansporen en aanmoedigen om tijd te maken voor de Heer; het belang van Bijbellezen, bidden en voorbede doen voorhouden.
Tijd met Hem moet het belangrijkste zijn van elke dag, als ook tijd om te bidden, voor onszelf, ons gezin/familie, als ook voorbede voor zovele andere mensen en dingen; en ook sámen met anderen, er gebeurt immers zoveel, en de nood is zo groot.
Maar hoe lastig is het om die tijd te nemen, te pakken.
Hoe zeer worden we niet meer en meer in beslag genomen door van alles en nog wat.
Hoe vaak gebeurt het niet dat ik het idee had dat ik geen tijd had gehad om bijvoorbeeld extra te bidden, terwijl als ik het eens op een rijtje zette wat ik dan precies had gedaan, ik er vaak achter kwam dat het in wezen te maken had met waar ik voor gekozen had om te doen.
Eén ding is zeker, de boze wil niet dat wij tijd voor de Heer maken, dat we Bijbellezen, bidden en voorbede doen.
Er is een prachtige uitspraak van Corrie ten Boom over bidden die heel duidelijk is:
‘Gebed heeft grote kracht!
De duivel glimlacht als wij plannen maken.
Hij lacht als hij ons druk bezig ziet.
Maar hij beeft als wij bidden.’

Misschien goed om onszelf eens af te vragen: welke plaats heeft Tijd met God, Tijd voor Gebed/Voorbede in ons leven, in onze dagplanning?
Zijn we dan ook in alle rust bij Hem, of voelen we ons opgejaagd door allerlei zaken?
En, hoe eerlijk zijn we als we zeggen dat we geen tijd hebben om Bijbel te lezen of te bidden, om met Hem alleen te zijn?

Terug naar dat Halfuur …
Wat is een halfuur van onze tijd op een hele dag?
Okay, voor de één vast heel wat meer dan voor de ander, maar toch.
Elke dag die we van de Heer krijgen heeft 24 uur, hoeveel daarvan spenderen we aan tijd met Hem?
Murray zegt in het hoofdstukje:
‘O mijn broeder (lees ook zuster 😊), indien u slechts Christus wilde gehoorzamen als Hij zegt: “Sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene” en de moed zou hebben om alleen met God te zijn gedurende een halfuur.’2)

En aan het eind van het hoofdstukje zegt hij het volgende:
‘Broeder (zuster), God verlangt ernaar u te zegenen. Is het niet de moeite waard om een halfuur alleen met God te zijn? In de hemel zelf was er behoefte aan een halfuur stilte om de gebeden van de heiligen voor Gods aangezicht te brengen. Als u volhardt, zult u ondervinden dat het halfuur dat eerst het moeilijkste schijnt van de hele dag, op den duur de meest gezegende tijd wordt in uw gehele leven.’

Moed hebben om een half uur alleen met God te zijn …
Ja, soms vraagt dat om moed, moed om nee te zeggen tegen andere dingen, dingen die we misschien veel leuker of fijner vinden om te doen, of dingen die eigenlijk nodig zijn, of dingen die in eerste instantie óns een goed gevoel geven, of … vul zelf maar in welke dingen dat voor jou zijn.
Ja, soms vraagt het om moed om met Hem alleen te zijn, misschien weet je niet goed wat te moeten lezen, of wat je moet zeggen, of moet bidden.
Niet voor iedereen is het even vanzelfsprekend om speciaal tijd met de Heer te hebben, om bij Hem te zijn en te delen wat je zo bezighoudt, wat je fijn vindt, of juist moeilijk; een persoonlijke relatie met de Heer hebben is niet in elke gezindte iets natuurlijks.
Misschien ben je wel heel boos op God om wat Hij toelaat in je leven, en voel je je door Hem in de steek en aan je lot overgelaten, hoeveel moed is er dan soms niet voor nodig om over je eigen gevoelens heen te stappen en toch naar Hem toe te gaan en bij Hem te zijn.
Misschien heb je wel allerlei vragen, en begrijp je helemaal niets van Hem, en staat dit als een berg tussen jou en Hem in; hoeveel moed is er dan soms niet nodig om Hem toch te bestormen met al je vragen, daarbij accepterend dat sommigen vragen onbeantwoord zullen blijven; dat Hij tegen je zegt: Mijn genade is jou genoeg!
Misschien …, ach, er kunnen zovele redenen zijn dat het om moed vraagt om alleen met Hem te durven zijn.
Dus: hoe moedig zijn we?
Hoe moedig ben jij?

De meesten van ons zullen niet als Cornelius uit Handelingen (10:3) een visioen krijgen, waarbij een engel gezien wordt en die een boodschap voor ons heeft.
Maar op grond van Gods Woord mogen we weten dat de woorden van de engel tot Cornelius, eigenlijk ook voor ons gelden.
‘Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God.’
Op grond van Wie Hij is, en wat Zijn Woord zegt, weten we dat Hij ons hoort en ziet, en dat onze gebeden opstijgen naar Zijn troon.

‘En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.’
Openb. 5: 8

‘Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn.’
Psalm 141:2 

‘Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet.’
Jeremia 33:3

God verlangt naar ons en Hij verlangt ernaar om ons te zegenen!
(en dan heb ik het niet over materiële zegeningen)
‘Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!’ (Klaagliederen 3:22,23)
Hoe groot is ons verlangen om bij Hem te zijn?
Hoe groot is ons verlangen om door Hem gezegend te worden?
Wat hebben we daarvoor over?
Is ons verlangen als dat van die koopman uit Mattheüs 13:44-46?

‘Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.’
Mattheüs 6:33

Ik verlang naar jou,
naar ons samenzijn;
Ik ben immers je Vader,
Ik heb je gemaakt!
Ik verlang ernaar
om bij elkaar te zijn;
dat Mijn Vaderhart
jouw leven raakt.

Ik verlang naar jou,
naar ontmoeting,
naar samen delen,
naar verbondenheid.
Ik verlang ernaar
deelgenoot te zijn
van al jouw vreugde,
als ook je strijd.

Ik verlang naar jou!
O Mijn kind, Mijn hart
gaat zo vol verlangen
en hunkering uit naar jou!
Kom toch bij Mij, elke dag;
geloof Mij als Ik zeg dat
er niemand is als Ik,
Die zoveel van je houdt.

Ik verlang zo naar jou,
verlang jij ook zoveel naar Mij?
Ik zie zo uit naar ons samenzijn,
dit uitzien maakt Mijn hart al blij.
Ik verlang zo naar jou;
kom je spoedig, Mijn lieve kind?
Ik wil zo graag van hart tot hart zeggen
hóezeer je door Mij wordt bemind.

Gods rijke en onmisbare zegen voor de komende week!
Onthoudt de woorden maar van dit oude liedje:
Zoek Jezus veel, zoek Jezus vroeg.
Wie Jezus heeft, die heeft genoeg.

Een liefdevolle groet,
Rita


1) In 2022 ben ik gewoon in één jaar door dit boek gegaan, waardoor ik wel stukjes heb geschreven, maar niet altijd de kans heb gehad om er een blogje van te maken. Daarom begon ik in 2023 opnieuw met het boek, daar er nog zoveel instond waar ik gewoon voor mijn gevoel niet genoeg tijd voor had gehad om goed te overdenken. Maar met het opnieuw beginnen van het Dagboek, realiseerde ik mij na een paar maanden, dat het weer opnieuw lezen van dit boek niet de oplossing was, het probleem lag in het feit dat sommige hoofdstukjes gewoon meer tijd vroegen dan één dag, en dus besloot ik om voortaan gewoon alle tijd te nemen die ik nodig had.
En wat heeft dat voor mij al vele kostbare momenten met de Heer opgeleverd en zegen gebracht, maar ook terugslagen; de weg terug van de top van een berg is soms knap lastig en moeilijk en gaat soms gepaard met struikelen, vallen en weer opstaan.
Maar één ding is zeker, het boek brengt mij en doet mij nadenken over dingen waarover ik anders zo over zou zijn heen gestapt.

2) De hele tekst (Mattheüs 6:6) zegt: ‘Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden’, dus Murray laat wel een stukje weg, dat van ‘wanneer u bidt’, maar we mogen er immers vanuit gaan dat elk kind van God bidt? Dat hebben we toch nodig!
Er staat duidelijk ook niet áls u bidt, maar wánneer u bidt.
Er ligt dus weldegelijk een opdracht in de woorden van de Here Jezus om ons terug te trekken in de stilte en te bidden.

zondag 21 april 2024

Week 17 - Epiloog

Vrijdag, 19 april
Epiloog, het lijkt mij de beste titel die ik dit blogje kan geven, want ja, eigenlijk had ik met mijn vorige stukje het thema ‘God de Onbegrijpelijke’ afgesloten, maar met alles dat de afgelopen anderhalve week is gebeurd, toch nog een paar woorden.

God de onbegrijpelijk ...

Het is zo’n driekwart jaar geleden dat mijn man voor een vaatonderzoek naar het ziekenhuis moest, en bij ‘toeval’ ontdekken zij dat hij een aneurysma had.
Best heftig nieuws, want meestal -zoals ook bij een vriend van mijn man, wordt het te laat ontdekt en sterft de persoon.
Met een half jaar moest hij voor controle, en op de echo zagen zij dat het best wel gegroeid was, dus dan maar met drie maanden een nieuwe echo, en vorige week dinsdag (9 april) was de dag voor dit controle-onderzoek.
Maar in plaats dat mijn man doorging naar de winkel, werd het na de CT-scan een ritje IC, met een operatie binnen 24 uur op het programma.
Het waren heftige en zeer spannende dagen, en hoewel niet alles ging zoals het zou moeten, liep alles goed af, en uiteindelijk mocht hij afgelopen woensdag dan toch naar huis.


In de dagen die achter me liggen, gingen mijn gedachten met regelmaat terug naar de stukjes die ik de afgelopen tijd heb geschreven over dat we God niet kunnen begrijpen.
Waar bij ons nu uiteraard dankbaarheid overheerst, omdat we echt Gods hand zien in dit tot drie keer toe op tijd gewaarschuwd worden (na de operatie gebeurde er nog iets op de IC), gingen mijn gedachten ook automatisch naar al die mensen die gewoon komen te overlijden aan een aneurysma, simpelweg omdat het vaak pas ontdekt wordt als deze scheurt, en je dan meestal te laat ben om nog iets te kunnen doen.
Wat ook heel erg binnenkwam, was een berichtje op Facebook van het plotselinge overlijden van iemand, die daarbij nog elf jaar jonger was dan mijn man.
(Mijn hart gaat naar hen uit 💕🙏🏻)
God, de Onbegrijpelijke ...

Hoewel dankbaarheid overheerst, zijn er nog vele dingen die hun plek moeten krijgen.
Ik voel en ervaar van alles van binnen, maar kan er de woorden (nog?) niet voor vinden.
En hoewel ook niet alles in woorden hoef te worden gevangen, ervaar ik dat er toch een paar dingen zijn die naar buiten willen.


Zondag, 21 april
Het is een paar dagen dat ik bij bovenstaande bleef steken, en niet verder kwam.
Kleine gedichtcoupletjes verschenen op mijn digitale A-viertje, maar het is het niet.
Ik voelde dat de woorden er waren, maar ze kwamen er niet uit, nóg niet.

Het is vroeg, nog voor ik vandaag met mijn Stille Tijd begin, als de volgende woorden in mijn gedachten komen en ik ze met een potlood snel neerkrabbel op een kladpapiertje.

U vraagt mij U te geloven;
mijn hart te verbinden
met dat van U.

U vraagt mij U te vertrouwen;
mijn hand te leggen
in die van U.

U vraagt mij U te volgen;
gehoorzaam te gaan in
het voetspoor van U.

U vraagt mij aan U vast te houden;
ook als ik niets
begrijp van U.

U vraagt mij …
Heer, hier ben ik,
maar houd mij vast,
want ik kan dit niet
zonder de hulp van U.

's Middag volgen de laatste woorden; wat van binnen leefde, krijgt gestalte in het volgende gedichtje.


Rusten in de zekerheid,
dat mijn niet te begrijpen God en Vader
altijd alles vast in Zijn handen heeft.

Vrede hebben in de wetenschap,
dat mijn niet te begrijpen God en Vader
mij altijd met Zijn liefde omgeeft.

In geloof rotsvast vertrouwen,   
omdat mijn niet te begrijpen God en Vader,
door Zijn geest, in mij woont en leeft.


Dank U, Heere, dat U alle dingen doet meewerken ten goede voor wie U liefhebben.
En ik geloof dat U hiermee zowel de goede, als de kwade dagen voor ogen hebt.
Met alles dat gebeurd is, en zoals het gaat, laat U dan maar zien, Heer, wat Uw wil is dat ik doe, wat u mij wil leren; de plannen die U nog hebt met mijn/ons leven.
Dat Uw glorie gezien zal worden, Heer!

- Amen -


'Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.'

Psalm 103:13


Laten we vol vertrouwen blijven geloven in deze, voor ons niet te begrijpen, maar liefdevolle en betrouwbare, onveranderlijke God en Vader; laten we toch alles van Hem blijven verwachten en ons geloof en vertrouwen zal nooit worden beschaamd.

Blessings en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 7 april 2024

Week 15 - God de Onbegrijpelijke ... (slot)
Dank U wel!

Soms Heer, 
kan ik me maar moeilijk neerleggen
bij de dingen die U toelaat in mijn leven
en die ik maar niet kan begrijpen.
Maar dank U wel, dat U mijn worstelen gebruikt
om wat niet goed is weg te slijpen.

Soms Heer,
kan ik maar moeilijk aanvaarden
dat U dingen toelaat die mijn wereld
steeds weer zo overhoopgooien.
Maar dank U wel, dat U ook dit gebruikt om
mijn karakter verder te ontplooien.

Soms Heer,
vind ik het zo moeilijk om U God
te laten zijn en te accepteren dat Uw
gedachten en wegen hoger dan de mijne zijn.
Maar dank U wel, dat U elk strijden gebruikt om
mij meer te vormen, dwars door elke pijn.

Soms Heer,
kan ik maar moeilijk rust vinden voor
mijn ziel, in het feit dat U, mijn Vader,
ook de Soevereine God bent.
Maar dank U wel, dat U ook dit gebruikt om te
laten zien, dat alleen Overgave echte Vrede kent.

Soms Heer …

Maar dank U wel, voor ruimte
om te worstelen en te strijden.
Dank U wel, dat ik weten mag,
dat U ook hierin mij zult leiden.

Dank U wel, dat ik zo mag ontdekken dat
begrijpen ondergeschikt is aan vertrouwen,
en dat mijn grootste rijkdom is een kind te zijn
van een God en Vader, op Wie ik kan bouwen.












‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken.’

Spr. 3:5,6

‘Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt, wiens vertrouwen de HEERE is. Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop. Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen. Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen.’
Jer. 17:7,8

‘Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.’
Jes. 54:10

‘Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken.’
Ps. 9:11

‘Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE.’
Ps.27:14

Ter afsluiting.
Met dat ik de laatste Bijbeltekst plaats, zie ik vanuit mijn ooghoek het kaartje uit 2021 staan met een citaat van Corrie ten Boom erop.
Ja, dit kaartje staat er de afgelopen jaren onafgebroken, zo belangrijk en waardevol is dit citaat voor mij.
En ik denk dat het een mooie afsluiting is van dit blogje en om ook weer mee te nemen de komende week in.
Mag de Heere de woorden zegenen en uitwerken in ons aller hart.

Om te groeien in geloof,
moeten wij in omstandigheden komen
waarin wij gedwongen worden ons uit te strekken
naar de Bron van onze kracht.
Zo wordt ons geestelijk inzicht geoefend
en ontdekken wij nieuwe dimensies van onze God.’


Liefdevolle groet,
Rita



👉 Blogje 'Hoor jij de vogels nog fluiten?'

donderdag 28 maart 2024

Week 13 - God de Onbegrijpelijke ...(2)
Geloof, vertrouwen en gehoorzaamheid

Abraham (en Izaäk)

‘Hij zei: Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal.’
Genesis 22:2

Terwijl ik bezig was met het stukje van de vorige keer kwam ook dit in mijn gedachten, dit moment waar God aan Abraham vraagt om naar het land Moria te gaan om daar zijn enige zoon, waar hij zolang op had gewacht en die hij zo liefhad, te offeren.
Wat een onbegrijpelijke vraag was dit -menselijk gezien, van God aan Abraham.
Zo lang op moeten wachten, zo kostbaar en geliefd, en nu vraagt God van Abraham om hem te offeren!

In dit hele stukje lezen we niets van wat deze opdracht van God met Abraham deed, in de zin van welke emoties het bij hem losmaakte, wat hij dacht, of dat hij strijd had, of …
We lezen alleen dat hij de volgende dag vroeg opstond, alles wat hij nodig had klaarmaakte en ging.
We lezen dat hij als hij er bijna is, de knechten gebiedt om daar te blijven en dat alleen hij en Izaäk verder gaan en zij later samen terug zullen komen.
We lezen hoe Abraham Izaäks vraag naar het lam voor het brandoffer beantwoordt met dat God Zelf daarin zal voorzien.
We lezen alleen hoe Abraham het altaar bouwt, het hout schikt, zijn zoon vastbindt en op het hout op het altaar legt en het mes nam om zijn zoon te slachten.

We lezen alleen …
Wat er ook door Abraham is heengegaan aan vragen of emoties, het was duidelijk niet van belang voor God om dit in Zijn Woord te vermelden; het gaat duidelijk alleen om het feit dat Abraham gehoorzaam was en deed wat Hij hem vroeg.
Abraham ging, bouwde en legde zijn enige en zo geliefde zoon op dat altaar, en schijnbaar had zijn zoon ook zóveel vertrouwen in zijn vader, én in de God van zijn vader, dat hij zich op het altaar liet leggen.
Ik wil niets invullen, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat er niet van alles door Abraham en Izaäk is heengegaan.
Maar wat er ook door hen heen is gegaan, wat het hen ook heeft gekost om te gaan en te doen, ze deden wat de Heer hen vroeg, hoe onbegrijpelijk ook voor hen moet zijn geweest.
Zowel Abrahams als Izaäks houding was er één van geloof en vertrouwen.

Het was niet de eerste keer dat God iets moeilijks van Abraham vroeg, maar ik denk wel het moeilijkste.
En als we Abrahams verhaal lezen in de Bijbel (Gen. 12 t/m 25:11), dan is er één ding dat steeds opnieuw opvalt, namelijk dat Abraham gehoorzaamt.
Wat de Heer ook van hem vroeg, hij gehoorzaamde!

Als ons leven over rozen gaat, is het heel makkelijk om te zeggen dat Gods wegen en gedachten hoger zijn dan die van ons; dat Hij immers alles zal doen meewerken ten goede voor wie Hem liefhebben.
Als ons leven over rozen gaat, is het feit dat God ook de Onbegrijpelijke is vaak geen issue, en ook klinkt er dan meestal geen waarom-vraag.
Maar het leven kan soms heel zwaar en moeilijk zijn.
De Heer kan dingen toelaten in ons leven, dingen van ons vragen, waardoor alles in ons het uitschreeuwt naar Hem: Ik begrijp het niet; ik begrijp U niet; ik begrijp deze weg(en) niet. Waarom?

Ik heb geen idee of dergelijke gedachten en vragen in Abrahams hoofd zijn opgekomen, we lezen er niets over, maar uiteindelijk is dat ook niet waar het om gaat.
Waar het om gaat, is dat Abraham gehoorzaamde, iedere keer weer, en bij alles wat de Heer van hem vroeg.
Waar het om gaat, is dat Abraham een rotsvast geloof en vertrouwen had in zijn Heer en God.

Inmiddels zijn we nog maar één dag verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen, en daarmee komt ook opnieuw het besef binnen hoe onbegrijpelijk het in wezen eigenlijk ook is, wat God voor ons heeft gedaan; hoe onbegrijpelijk eigenlijk Zijn liefde en genade zijn voor ons mensen die zo gezondigd hebben en zondigen.
Hoe onbegrijpelijk dat Hij zoveel van ons hield, zo met ons bewogen was in hetgeen we onszelf hadden aangedaan, dat Hij Zijn hand uitstak om ons toch te redden, om de weg terug naar Hem weer vrij te maken.
Onbegrijpelijk, dat Hij Zijn Zoon zond vanuit die heerlijke heerlijkheid, om mens te worden en op Zich te nemen, en te doen, wat wij nooit konden.

Jezus 

‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.’
Kolossenzen 1:15

‘Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, …’
Hebr. 1:3a

‘… Die, hoewel Hij de gestalte van God had, Zich niet heeft vastgeklampt aan zijn goddelijke rechten. Integendeel, Hij legde zijn grote macht en heerlijkheid af, nam de gestalte aan van een dienaar en werd een mens. Herkenbaar als mens, vernederde Hij Zich en gehoorzaamde tot het uiterste, zelfs tot in de dood aan het kruis.’
Fil. 2:6-8 (HB)

‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Joh. 3:16

‘Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.’
Hebr. 4:15

We zijn slechts nog enkele dagen verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen.
De dagen, die het meest getuigen van Zijn Liefde voor ons!
Hoe onbegrijpelijk!

We zijn slechts nog enkele dagen verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen.
De dagen, die het meest getuigen van Zijn Genade voor ons!
Hoe onbegrijpelijk!

We zijn slechts nog enkele dagen verwijderd van Goede Vrijdag en Pasen.
De dagen, die het meest getuigen van Zijn bewogenheid met ons!
Hoe onbegrijpelijk!

Was het makkelijk voor Hem?
Ging het als vanzelf, omdat Hij naast volledig mens ook God was?
Wie dát denkt, zit er verder naast dan ooit mogelijk is.

‘Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. En aan Hem verscheen een engel uit de hemel, die Hem versterkte. En Hij kwam in zware zielenstrijd en bad des te vuriger. En Zijn zweet werd als grote druppels bloed, die op de aarde neervielen.'
Luc. 22:42-44

‘Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden.’
Hebr. 5:8

Hoe onbegrijpelijk eigenlijk allemaal!
God schiep de mens, en de mens komt tegen Hem in opstand, wil aan Hem gelijk zijn en vervalt in zonde.
De eens zo wonderschone liefdesband, die wonderbare relatie met Hem is verbroken.
En er is niets dat wij ooit zelf kunnen doen om dat te herstellen.

En hoe onbegrijpelijk, God komt ons tegemoet!
Hij zond Zijn enig geboren Zoon, Jezus.
Alleen Hij, Die zonder zonden was, kon de weg naar God weer herstellen.
‘Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.’ (2 Kor. 5:21)

God, Die mens werd, en de straf die wij hadden verdiend op Zich nam.
God, Die Zijn enig geboren Zoon gaf als offer om ons te redden.
God, Die van Zijn kant alles heeft gedaan voor ons, omdat Hij zoveel van ons hield.
Jezus, Die zo bereid was om deze afschuwelijke lijdensweg te gaan.
Uit liefde, uit gehoorzaamheid, uit bewogenheid.

‘Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’
Jes. 53:5

Hoe onbegrijpelijk ...

‘Genade, zo oneindig groot,
dat ik, die ’t niet verdien,
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ’k zien.

Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.’

Gehoorzaamheid …
Gehoorzaamheid is wat we in de levens van zowel Abraham als Jezus zien, en wat zij geleerd hebben door lijden heen.
Abraham verkeerde in onzekerheid, hij wist niet wat hem te wachten stond, maar hij geloofde én vertrouwde, én gehoorzaamde God.
Jezus wíst wat Hem te wachten stond, maar gehoorzaamde en richtte Zijn blik voorbij het lijden op wat daarna op hem wachtte.
En wij?

Geloof, vertrouwen en gehoorzaamheid.
Hoe onlosmakend zijn deze woorden met elkaar verbonden en verweven, en hoe gaan zij boven ons niet kunnen begrijpen uit.
Het sleutelwoord in dit alles is Overgave.
Overgave aan Hem Die ons geschapen heeft, overgave aan Hem Die ons leven vast in handen heeft.
Overgave aan Hem, Die ons zo liefhad, dat Hij wat Hij liefhad boven alles, prijsgaf om ons te redden.

Mijn Heer en God,
er gebeuren zoveel dingen
die ik niet kan begrijpen,
er is zoveel dat ik niet
kan inzien en verstaan,
maar als ik kijk naar
Uw Volmaakte plan,
dan zie ik daarin een God
Die van Zijn kinderen houdt
en hen zó is toegedaan.

Mijn Heer en Heiland,
als ik mijn ogen richt
op U, op de weg die U
uit liefde voor mij
zo gewillig bent gegaan,
dan begrijp ik niet
dat ik steeds opnieuw
met zoveel vragen,
soms tegensputterend,
voor U kan staan.

Mijn God en Vader,
mijn Heiland en Heer,
met al mijn niet begrijpen
verlang ik toch om U in
alles meer te vertrouwen,
door te zien op wie U bent,
op wat U heeft beloofd,
en op hoe U hebt bewezen,
door heel de Bijbel heen,
dat ik op U kan bouwen.

En zo, voor U, mijn Heer en God,
buig ik mij in alle eerbied neer.
Uw Naam wil ik loven en prijzen,
ja, U geven al mijn lof, dank en eer!
U wil ik kennen, U wil dienen;
in Uw voetspoor, Jezus, wil ik gaan.
Ik wil U in alles gehoorzamen,
en ook U in alles zijn toegedaan.


Gezegende dagen!
Dat met iedere keer dat we stilstaan bij het lijden en sterven van onze Heer en Heiland meer van Hem zullen gaan houden, en ons toewijden aan Hem; ook als we niets begrijpen van de dingen die gebeuren.

Een liefdevolle groet,Rita