zondag 26 mei 2024

Week 22 - Bid voor ons!
Bidden ... 2
Neem de tijd ... (31)

Blog in het teken van de Zondag voor de Vervolgde Kerk.

‘Deze eerste zondag na Pinksteren is een bijzondere dag, want na de uitstorting van de Heilige Geest begon ook de vervolging.’
Open Doors

Vandaag wordt in vele kerken en gemeenten stilgestaan bij het lijden van onze vervolgde broers en zussen.
Hoewel ik het inmiddels een beetje te ver vind gaan, al die verschillende speciale dagen voor van alles en nog wat – het lijkt wel of er tegenwoordig voor alles een speciale dag is, vind ik deze dag één van de belangrijkste.
Want hoe makkelijk worden we niet door eigen beslommeringen, of door de drukte van de gewone gang van zaken meegenomen in een dagelijks ritme waarin we maar weinig -of misschien wel helemaal niet, stilstaan bij het lijden wat onze vervolgde broers en zussen iedere dag opnieuw hebben te doorstaan.
Waar we met sommige dingen misschien zeggen van ‘het zou niet nodig moeten zijn’, weten we vanuit Gods Woord dat de Here Jezus dit 2000 jaar geleden al had voorzegd dat het zou gebeuren.

‘Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen. Maar al deze dingen zullen zij u aandoen omwille van Mijn Naam, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft.’
Johannes 15:18-21

Maar Gods woord zegt nog iets heel duidelijk:

‘En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.
Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.’

1 Korinthe 12:26,27

Hoewel de eenheid van dit Lichaam zoals de Heer het heeft bedoeld ver te zoeken is (lees 1 Korinthe 12 maar eens in zijn geheel), en we nauwelijks nog een voorbeeld zijn voor de wereld, doet dit niets af aan het feit dat we wel één Lichaam zijn, en daarmee dat als één lid lijdt, wij allen meelijden!
Wat zou het mooi zijn als deze zondag ons (opnieuw of voor het eerst) doet beseffen dat alle heiligen -en dat is ieder mensenkind die Jezus heeft aangenomen als Heer en Redder, één Lichaam vormen en dat we daardoor voor en naar elkaar verantwoordelijkheid hebben.
In het bijzonder om voor elkaar te bidden!
Gebed, door en voor elkaar, is de sleutel die grenzen doet verdwijnen en het Lichaam van Christus bij elkaar brengt en één maakt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan
voor je vervolgde broers en zussen.
Neem de tijd om te bidden,
om voorbede te doen,
een bemiddelaar te zijn.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om op de bres te staan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd  ….

En zo kom ik vandaag tegelijk uit bij enkele dingen die ik afgelopen week heb gelezen in mijn Dagboek.
Nee, er was niets dat over Gebed en de Vervolgde Kerk ging, maar ik werd daar zelf door de Zondag voor de Vervolgde Kerk, wel naar toe geleid.

Bewustwording
Een woord dat ik afgelopen week als sleutelwoord had opgeschreven was bewustwording.
Pas als we ons bewust worden van dingen, ontstaat de mogelijkheid om iets te gaan doen.
We moeten ons goed realiseren dat bewustwording niet wil zeggen dat daarmee dingen automatisch gaan veranderen, maar dat hier het begin ligt om stappen te zetten die verandering gaan brengen.
We kunnen ons van iets bewust worden, maar als we daar niets mee doen, verandert er nooit iets.
Dat gebeurde in eerste instantie bij mij, toen ik in een gemeente kwam waar iedere zondagavond een Bidstond was.

Het begint bij het feit dat ik niet ben opgegroeid, en dus ook niet bekend was met Bidstonden, en toen ik later in een gemeente kwam waar dit elke zondagavond gewoon was, vond ik het ook maar ‘eng’; ik kon me er gewoon niets bij voorstellen dat je samen een uur of langer aan het bidden was, en daarbij zag ik ook de noodzaak er niet zo van in.
Ook had ik (vond ik toen) genoeg redenen waarom ik vaak niet zou kunnen.
Hoewel er met de tijd vaak wat begon te knagen rond het tijdstip dat de bidstond was, de vrees voor het onbekende zorgde er altijd wel voor dat de tijd verstreek en het moment voorbij ging.
Totdat … totdat ik het Dagboek van Murray, dat ik al jaren daarvoor gekocht had omdat het ‘iets’ had, af en toe begon te lezen.
Ik kwam er toen nog niet aan toe om dit iedere dag te doen, en vond toen het taalgebruik -dat wat oubollig is, ook wel een beetje lastig (inmiddels niet meer).
Maar zo af en toe pakte ik het, sloeg de juiste dag open en las wat er voor die dag stond.
Zo ook die ene keer.
Ik las het gedeelte en hoewel mijn binnenste zich beroerde, wilde ik er toch niet aan, tot de laatste zin van dit gedeelte; die woorden haakten zich diep in mijn binnenste.
Nee, ik ging niet vanaf dat moment direct naar elke bidstond toe, maar het werd de aanzet tot nadenken over de betekenis, het doel en de uitwerking van de bidstond.
Het werd als het ware alsof het God Zelf was Die door deze woorden heen tegen mij sprak.
Pas toen ik op een zondagavond door gezinsomstandigheden stuk dreigde te lopen, en alleen nog maar kon huilen, gaf ik gehoor aan de zachte drang van Gods Geest die ik van binnen ervoer, en Die mij aanspoorde: Ga naar de bidstond, ga naar de plaats waar je hoort te zijn, de enige plaats tot vertroosting.
Ik had nog ongeveer een half uur voor het zou beginnen, dus ik ben gegaan.
En ja, ik kon alleen maar huilen, praktisch de hele bidstond door, maar het gebed van de gemeenteleden die er waren, werden mij tot een genezende balsem; een warme, beschermende deken over en om mij heen.
Na de bidstond heb ik kunnen spreken en bidden met een paar vrouwen die ik goed ken en de ommekeer kwam uit deze avond voort, zowel ten opzichte van bidstonden als mijn geestelijke gesteldheid.
Nog twee dagen streed ik mijn strijd met wat er speelde en wat ik moest doen, maar de gebeden omringden mij en brachten mij daar waar God mij hebben wilde.
Nee, de omstandigheden in ons gezin waren niet veranderd (toen nog niet), maar ik wel.
God liet mij de kracht van de bidstond zien en het belang van deze Gebedssamenkomst.
En zo was het verlangen naar de Gebedssamenkomst geboren, en de gang daar naartoe ontstaan.

Bewustwording, bewust worden, bewust zijn, van het feit dat de Heer ons in Zijn Woord keer op keer aanspoort om te bidden, zowel voor alle heiligen, als voor vele mensen en dingen (ga ik nu even niet verder op in).
Bewust worden, bewust zijn, van de noodzaak ervan.
Bewust worden, bewust zijn, van de uitwerking daarvan.
En daarmee kom ik bij het citaat uit het Dagboek dat mijn leven heeft veranderd ten aanzien van een bidstond.

‘Zoals de wortels van de boom, diep in de aarde ingegraven,
en de takken uitgestrekt naar de hemel, één zijn,
zo is het verborgen gebedsleven onafscheidelijk verbonden met verenigd gebed.’

De Heilige Geest opende mijn ogen en liet mij de diepte en reikwijdte van deze woorden zien, en het werd mij duidelijk, dat mijn eigen persoonlijke gebedsleven -Het Verborgen Gebedsleven zoals de schrijver het noemt - samen hoort te gaan met het samen bidden met mijn broeders en zusters, hetzij uit de gemeente of elders.
En ik zag de boom voor mij; ik zag zijn wortels diep in de grond en ik zag hoe de wortels overgingen in de stam en de stam zich verspreidde in takken; alles is zo met elkaar verbonden.
En ik begreep wat Andrew Murray bedoelde.
Met broers en zussen samen bidden hoort gewoon voort te komen uit ons persoonlijke gebedsleven.
Verborgen wortels, -mijn gebedsleven, door de Stam, onze Here Jezus Christus, verbonden met de takken, -onze broers en zussen, wijd uitgespreid naar de hemel, naar Hem, Die ons altijd hoort en ziet.
Niet alleen ‘ik bid’, maar ‘wij bidden’ samen, -voor elkaar als dat nodig is, voor onze eigen gemeente, voor alles wat daarin en vanuit gebeurt en plaatsvindt; samen voor ons land, ons dorp, onze stad; samen bidden voor alle heiligen, voor Israël, voor …; samen bidden voor onze Vervolgde broers en zussen!

‘Neem daarom de hele wapenrusting van God aan,
opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad,
en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.
…, terwijl u bij elke gelegenheid
met alle gebed en smeking bidt in de Geest
en daarin waakzaam bent
met alle volharding en smeking voor alle heiligen.
Bid ook voor mij,
opdat mij het woord gegeven wordt
bij het openen van mijn mond,
om met vrijmoedigheid
het geheimenis van het Evangelie bekend te maken,
waarvan ik een gezant ben in ketenen,
opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken,
zoals ik moet spreken.’

Efeze 6:13, 18-20

‘Op Hem hebben wij de hoop gevestigd
dat Hij ons ook verder verlossen zal,
terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed,
opdat door velen dankzegging voor ons gedaan wordt
voor de genadegave die door velen tot ons is gekomen.’

2 Kor. 1:10b,11

Door alle heiligen voor alle heiligen  
En zo komen eigenlijk meerdere hoofdstukje bij elkaar; -‘De Gebedssamenkomst’, -‘Gebed voor alle Heiligen’, -‘Gebed door alle Heiligen’, als ook -‘Paulus’ verzoek om Gebed’.
Waar bewustwording heel belangrijk is, heeft het echter alleen waarde als het gevolgd wordt door handelen.
We kunnen ons bewust zijn van wat de Heer zegt in Zijn woord, maar als we er niets mee doen, zal het ook weinig tot niets uitwerken.
Paulus was zich bewust van zowel de kracht van Gebed, als van de noodzaak van Gebed, en dan evenzeer voor alle christenen (zie Ef. 6:18 hierboven) als ook voor hemzelf.
Romeinen 15:30  - ‘En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij,’
Door en voor.
In deze Bijbelverzen komt heel duidelijk naar voren dat Paulus zich voor de taak die hij had gekregen, afhankelijk wist van het gebed van zijn broeders en zusters.
Als iemand als Paulus dit al zo nodig had, wij niet te meer?
En bovenal, wat te denken van onze Vervolgde broers en zussen!
Hoe velen van ons voelen zich getrokken en gedrongen tot -dagelijks- gebed voor hen?
Vanuit de verhalen van Open Doors, als ook de ‘Women to Women-dagen’ weet ik, dat er door de Vervolgde christenen juist ook voor ons wordt gebeden.
Waar wij bidden voor hen die vervolgd worden, bidden zij voor ons, omdat zij vaak de verleidingen waar wij hier mee te maken hebben een groter gevaar achten dan hun eigen vervolging.

Daarbij, vervolging mag dan nu nog redelijk ver van ons bed zijn, maar de Here Jezus zegt ons Zelf dat wij er allemaal mee te maken zullen krijgen als we Hem in Zijn voetspoor volgen.
Is het niet genade dat wij er nu nog weinig mee te maken hebben, en hebben we dan niet de grote plicht om voor onze Vervolgde broers en zussen op de bres te gaan staan in gebed?!
Laten we toch nooit vergeten: ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.’  - Jacobus 5:16b

'De onzichtbare hand van God 
wordt in beweging gebracht door gebed.'


Gods onzichtbare hand …
Met het oog op de zondag voor de Vervolgde Kerk sluit ik af met een gedicht dat ik jaren geleden geschreven heb nadat ik op een ‘Women to Women-dag’ was geweest.
Een van de spreeksters van de Vervolgde Kerk die daar haar verhaal deed, zei iets, dat mij tot de dag van vandaag is bijgebleven, en n.a.v. deze uitspraak en de verhalen die ik die dag hoorde, schreef ik dit gedicht.

In gedachten zie ik haar staan; ze trekt
haar omslagdoek dichter om zich heen.
Haar ogen staan vol tranen,
waar, o waar moet ze nu toch heen?

Geschopt, geslagen en uit huis gezet;
er is in huis geen plaats meer voor haar.
Ze heeft schande over haar familie gebracht
toen Jezus tot leven kwam in haar.

O, ze kan niet en wil niet meer zonder Hem leven,
maar de prijs is hoog en wordt duur betaald.
Maar Hij gaf voor haar Zijn leven,
de grootste prijs heeft Hij reeds betaald.

Zo loopt ze ontredderd door de straten, 
op zoek naar een veilig onderkomen.
Ergens heel ver weg klinkt een zacht gebed;
een deur gaat open, ze mag daar binnen komen.

De warmte van vuur en liefde
omarmen haar gebroken hart en leven.
Hulp, gezonden door God op een uitgesproken gebed,
brengen nieuwe hoop en nieuwe kansen om te leven.

Gods onzichtbare hand in beweging gebracht door een gebed.
O Heer, maak mijn hart gevoelig voor de stem van Uw Geest;
opdat ik in beweging kom en er een verschil wordt gebracht
door een door mij gebeden gebed.


Laten we onze vervolgde broers en zussen niet vergeten, maar trouw en met volharding voor hen blijven bidden, in het besef dat Gods onzichtbare hand in beweging wordt gebracht door een gebed.

Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita


Lees ook het blog waar dit gedicht uit voortkomt.
👉 ‘De onzichtbare hand van God …’

👉 ‘Het verhaal van Gulmira’

zondag 19 mei 2024

Week 21 - Hoe belangrijk is Gebed voor Ons?
Bidden ... (1)
Neem de tijd ... (30)

Het Dagboek van Murray van waaruit ik deze stukjes schrijf, is een boek over gebed.
Hoewel niet ieder hoofdstuk echt specifiek over bidden gaat, heeft het vaak toch op de een of andere manier mee te maken.
Soms kan ik hem heel goed volgen, soms kost het me wat moeite, en soms kan ik hem helemaal niet volgen.

De afgelopen tijd (als ook nog de komende) zijn er echter een aantal hoofdstukjes die heel specifiek over gebed gaan.
In wat ik reeds heb gelezen waren soms dingen die me bijna de moed ontnamen, maar er waren ook dingen die mijn hart diep raakten.
Als ik hem niet kon volgen, had dat vaak te maken met het feit dat ik de link niet kon leggen tussen wat hij zei en Gods Woord, maar er waren ook momenten dat vreugde mijn hart vulde.
Soms wilde ik alles maar laten voor wat het was, ik kon immers toch niet voldoen aan wat hij zei, om vervolgens mezelf maar weer toe te spreken en voor te houden dat niet zijn woorden mij moeten leiden, maar wat de Heer zegt en van mij vraagt,  en dat daarin voor alles een tijd is.
Maar te midden van dit alles zijn er zoveel mooie en goede dingen die hij schrijft die de moeite van het overdenken waard zijn en waar ik van kan leren, dat ik toch de komende weken hier schrijvend mee bezig wil zijn.

Als ik mijn ‘Neem de tijd-stukje’ over bidden erbij pak1), kom ik echter bij een heel ander hoofdstukje uit dan ik had gedacht.
De vraag ‘waar ik eigenlijk moet beginnen’, werd daarmee gelijk van mij afgenomen, want het werd me meteen duidelijk dat hier het begin ligt van alles wat ik wil overdenken en schrijven, namelijk hoe belangrijk onze gebeden voor de Heer zijn.
Ik heb werkelijk geen idee waar alles mij gaat brengen, of hoeveel blogjes eruit voort zullen komen, en het doet er ook niet toe voor mij; ik wil gewoon de vele prachtige dingen die ik heb gelezen nogmaals overdenken, een plekje geven en er van leren.
Als je meeleest, dan bid ik dat het ook jou tot nadenken stemt en je er zegen van mag ontvangen.
Ik zou het fijn vinden als je je gedachten weer met mij deelt.
Immers: ‘Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt de ene mens de ander.’  (Spr. 27:17 - NBG)

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en de moed
om alleen met God te zijn.
Neem de tijd om stil te zijn,
Zijn Woord te lezen
en Hem aan te roepen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, bid, vertel Hem
wat je bezighoudt, wat in je leeft.
Neem de tijd, deel alles met Hem,
ja, je diepste roerselen, want
niets is te groot of te klein.

Een halfuur stilte …
‘En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een halfuur.

En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.’
Openb. 8:1,3,4

Murray verbindt het half uur stilte in de hemel aan de gebeden van de heiligen om die voor Gods aangezicht te brengen, vóórdat de eerste engel zijn bazuin deed klinken en aan de noodzaak van stilte en terugtrekking van de dingen van de aarde die vele van Gods kinderen hebben gevoeld om gedurende een half uur hun gebeden voor God te brengen, om in gemeenschap met Hem te worden gesterkt voor hun dagelijks werk.
Zelf geloof ik niet helemaal dat dit halfuur stilte specifiek alleen is voor de gebeden van de heiligen, maar voor het geheel, de gebeden én de grote dingen die te gebeuren staan.
Maar het neemt niet weg dat dit gedeelte ons wel heel duidelijk de waarde van onze gebeden laat zien, en dat is waar het om gaat.
Onze gebeden zijn belangrijk voor God, hebben onnoemelijke waarde en stijgen op als een reukwerk tot Zijn aangezicht.
(zie ook de verwijzing naar Openb. 5:8, en Psalm 141:2)

Door te bidden eren we Hem, bewíjzen we Hem de eer, doordat we daarmee aangeven dat we Hem nodig hebben, dat we het zelf niet kunnen.
Door te bidden onderhouden we onze relatie met de Heer; immers, komt elke groeiende en goede relatie niet voort uit contact hebben met elkaar, samen dingen doen, door met elkaar te praten?
En worden relaties niet juist hechter als we onszelf geven aan elkaar, dingen delen, waardoor we er voor elkaar kunnen zijn?
En is het niet juist in zo’n relatie dat we elkaar tot steun en bemoediging kunnen zijn, we opgebeurd worden …?

De Heer verlangt naar ons!
De Heer verlangt ernaar dat we bij Hem komen om van hart tot hart met ons te spreken.
Hij verlangt ernaar dat we ons hart met Hem delen, dat we Hem deelgenoot maken van wat in ons leeft, zowel onze vreugde als onze pijn, zowel dat waar we blij van worden, als waar we het moeilijk mee hebben, zowel onze vragen als onze strijd.
Ja, de Heer weet alles, Hij weet precies wat we denken of willen zeggen (Ps. 139), niets is voor Hem verborgen, maar Hij wil gebeden zijn!
Hij wil onze stem horen!

‘Het geheim van kracht kan slechts gevonden worden
in levende gemeenschap met God.’

Andrew Murray

Geen tijd …
Ik ben door alles wat er gebeurd is de afgelopen tijd, en eigenlijk zelfs al daarvoor, een beetje mijn gewone dagelijkse ritme kwijtgeraakt.
Waar ik eerst in alle rust en stilte mijn dag met de Heer kon beginnen zonder op de klok te hoeven letten (vroege afspraken uitgezonderd), moet ik nu de klok in de gaten houden, omdat ons hondje wel uit moet, zeker nu zij wat ouder wordt, en ik vind dat lastig, en voel me daardoor soms onrustig en opgejaagd.
Het probleem zit hem voor mij niet in het feit dat het niet op een ander tijdstip zou mogen, maar meer in het feit, dat ik gewoon mijn dag met Hem wil beginnen.
Al met al is het daarmee voor mij gewoon geen optie om een ander moment te kiezen.
Daarnaast heb ik ook gemerkt dat het me op een ander tijdstipt vaak ook niet lukt om in diezelfde rust en stilte te komen als ’s morgens.
Dus ligt er voor mij de komende tijd de uitdaging om mijn weg daarin te vinden, zodat ik weer in alle rust, zonder op de tijd te hoeven letten, bij Hem kan zijn, want het is mijn kracht om door te gaan, om vol te houden, maar bovenal om te groeien in mijn realtie met Hem.

Hoe kostbaar zijn daarom (Dag)boeken als deze van Murray naast de Bijbel, boeken die ons iedere keer weer aansporen en aanmoedigen om tijd te maken voor de Heer; het belang van Bijbellezen, bidden en voorbede doen voorhouden.
Tijd met Hem moet het belangrijkste zijn van elke dag, als ook tijd om te bidden, voor onszelf, ons gezin/familie, als ook voorbede voor zovele andere mensen en dingen; en ook sámen met anderen, er gebeurt immers zoveel, en de nood is zo groot.
Maar hoe lastig is het om die tijd te nemen, te pakken.
Hoe zeer worden we niet meer en meer in beslag genomen door van alles en nog wat.
Hoe vaak gebeurt het niet dat ik het idee had dat ik geen tijd had gehad om bijvoorbeeld extra te bidden, terwijl als ik het eens op een rijtje zette wat ik dan precies had gedaan, ik er vaak achter kwam dat het in wezen te maken had met waar ik voor gekozen had om te doen.
Eén ding is zeker, de boze wil niet dat wij tijd voor de Heer maken, dat we Bijbellezen, bidden en voorbede doen.
Er is een prachtige uitspraak van Corrie ten Boom over bidden die heel duidelijk is:
‘Gebed heeft grote kracht!
De duivel glimlacht als wij plannen maken.
Hij lacht als hij ons druk bezig ziet.
Maar hij beeft als wij bidden.’

Misschien goed om onszelf eens af te vragen: welke plaats heeft Tijd met God, Tijd voor Gebed/Voorbede in ons leven, in onze dagplanning?
Zijn we dan ook in alle rust bij Hem, of voelen we ons opgejaagd door allerlei zaken?
En, hoe eerlijk zijn we als we zeggen dat we geen tijd hebben om Bijbel te lezen of te bidden, om met Hem alleen te zijn?

Terug naar dat Halfuur …
Wat is een halfuur van onze tijd op een hele dag?
Okay, voor de één vast heel wat meer dan voor de ander, maar toch.
Elke dag die we van de Heer krijgen heeft 24 uur, hoeveel daarvan spenderen we aan tijd met Hem?
Murray zegt in het hoofdstukje:
‘O mijn broeder (lees ook zuster 😊), indien u slechts Christus wilde gehoorzamen als Hij zegt: “Sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene” en de moed zou hebben om alleen met God te zijn gedurende een halfuur.’2)

En aan het eind van het hoofdstukje zegt hij het volgende:
‘Broeder (zuster), God verlangt ernaar u te zegenen. Is het niet de moeite waard om een halfuur alleen met God te zijn? In de hemel zelf was er behoefte aan een halfuur stilte om de gebeden van de heiligen voor Gods aangezicht te brengen. Als u volhardt, zult u ondervinden dat het halfuur dat eerst het moeilijkste schijnt van de hele dag, op den duur de meest gezegende tijd wordt in uw gehele leven.’

Moed hebben om een half uur alleen met God te zijn …
Ja, soms vraagt dat om moed, moed om nee te zeggen tegen andere dingen, dingen die we misschien veel leuker of fijner vinden om te doen, of dingen die eigenlijk nodig zijn, of dingen die in eerste instantie óns een goed gevoel geven, of … vul zelf maar in welke dingen dat voor jou zijn.
Ja, soms vraagt het om moed om met Hem alleen te zijn, misschien weet je niet goed wat te moeten lezen, of wat je moet zeggen, of moet bidden.
Niet voor iedereen is het even vanzelfsprekend om speciaal tijd met de Heer te hebben, om bij Hem te zijn en te delen wat je zo bezighoudt, wat je fijn vindt, of juist moeilijk; een persoonlijke relatie met de Heer hebben is niet in elke gezindte iets natuurlijks.
Misschien ben je wel heel boos op God om wat Hij toelaat in je leven, en voel je je door Hem in de steek en aan je lot overgelaten, hoeveel moed is er dan soms niet voor nodig om over je eigen gevoelens heen te stappen en toch naar Hem toe te gaan en bij Hem te zijn.
Misschien heb je wel allerlei vragen, en begrijp je helemaal niets van Hem, en staat dit als een berg tussen jou en Hem in; hoeveel moed is er dan soms niet nodig om Hem toch te bestormen met al je vragen, daarbij accepterend dat sommigen vragen onbeantwoord zullen blijven; dat Hij tegen je zegt: Mijn genade is jou genoeg!
Misschien …, ach, er kunnen zovele redenen zijn dat het om moed vraagt om alleen met Hem te durven zijn.
Dus: hoe moedig zijn we?
Hoe moedig ben jij?

De meesten van ons zullen niet als Cornelius uit Handelingen (10:3) een visioen krijgen, waarbij een engel gezien wordt en die een boodschap voor ons heeft.
Maar op grond van Gods Woord mogen we weten dat de woorden van de engel tot Cornelius, eigenlijk ook voor ons gelden.
‘Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God.’
Op grond van Wie Hij is, en wat Zijn Woord zegt, weten we dat Hij ons hoort en ziet, en dat onze gebeden opstijgen naar Zijn troon.

‘En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.’
Openb. 5: 8

‘Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn.’
Psalm 141:2 

‘Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet.’
Jeremia 33:3

God verlangt naar ons en Hij verlangt ernaar om ons te zegenen!
(en dan heb ik het niet over materiële zegeningen)
‘Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!’ (Klaagliederen 3:22,23)
Hoe groot is ons verlangen om bij Hem te zijn?
Hoe groot is ons verlangen om door Hem gezegend te worden?
Wat hebben we daarvoor over?
Is ons verlangen als dat van die koopman uit Mattheüs 13:44-46?

‘Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.’
Mattheüs 6:33

Ik verlang naar jou,
naar ons samenzijn;
Ik ben immers je Vader,
Ik heb je gemaakt!
Ik verlang ernaar
om bij elkaar te zijn;
dat Mijn Vaderhart
jouw leven raakt.

Ik verlang naar jou,
naar ontmoeting,
naar samen delen,
naar verbondenheid.
Ik verlang ernaar
deelgenoot te zijn
van al jouw vreugde,
als ook je strijd.

Ik verlang naar jou!
O Mijn kind, Mijn hart
gaat zo vol verlangen
en hunkering uit naar jou!
Kom toch bij Mij, elke dag;
geloof Mij als Ik zeg dat
er niemand is als Ik,
Die zoveel van je houdt.

Ik verlang zo naar jou,
verlang jij ook zoveel naar Mij?
Ik zie zo uit naar ons samenzijn,
dit uitzien maakt Mijn hart al blij.
Ik verlang zo naar jou;
kom je spoedig, Mijn lieve kind?
Ik wil zo graag van hart tot hart zeggen
hóezeer je door Mij wordt bemind.

Gods rijke en onmisbare zegen voor de komende week!
Onthoudt de woorden maar van dit oude liedje:
Zoek Jezus veel, zoek Jezus vroeg.
Wie Jezus heeft, die heeft genoeg.

Een liefdevolle groet,
Rita


1) In 2022 ben ik gewoon in één jaar door dit boek gegaan, waardoor ik wel stukjes heb geschreven, maar niet altijd de kans heb gehad om er een blogje van te maken. Daarom begon ik in 2023 opnieuw met het boek, daar er nog zoveel instond waar ik gewoon voor mijn gevoel niet genoeg tijd voor had gehad om goed te overdenken. Maar met het opnieuw beginnen van het Dagboek, realiseerde ik mij na een paar maanden, dat het weer opnieuw lezen van dit boek niet de oplossing was, het probleem lag in het feit dat sommige hoofdstukjes gewoon meer tijd vroegen dan één dag, en dus besloot ik om voortaan gewoon alle tijd te nemen die ik nodig had.
En wat heeft dat voor mij al vele kostbare momenten met de Heer opgeleverd en zegen gebracht, maar ook terugslagen; de weg terug van de top van een berg is soms knap lastig en moeilijk en gaat soms gepaard met struikelen, vallen en weer opstaan.
Maar één ding is zeker, het boek brengt mij en doet mij nadenken over dingen waarover ik anders zo over zou zijn heen gestapt.

2) De hele tekst (Mattheüs 6:6) zegt: ‘Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden’, dus Murray laat wel een stukje weg, dat van ‘wanneer u bidt’, maar we mogen er immers vanuit gaan dat elk kind van God bidt? Dat hebben we toch nodig!
Er staat duidelijk ook niet áls u bidt, maar wánneer u bidt.
Er ligt dus weldegelijk een opdracht in de woorden van de Here Jezus om ons terug te trekken in de stilte en te bidden.