zondag 8 februari 2015

Week 7 - Een juist hart

Schep mij een rein hart, o God,
en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.
HSV

Mijn God maak mijn hart zuiver
en mijn geest standvastig.
GNB

Psalm 51:12


Allereerst wil ik iedereen even bedanken voor alle beterschapswensen.
Inmiddels ben ik weer aardig opgeknapt; het restant zal waarschijnlijk gewoon moeten slijten.
Het is in ieder geval weer heel fijn om weer achter mijn laptopje te kruipen en te kunnen schrijven.


De tweede dag van het Leesplan van YouVersion ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid‘* gaat over een juist hart en de tekst die daarbij het meest tot mijn hart spreekt, is Psalm 51:12.
Het verlangen van David naar een rein, zuiver hart en een standvastige geest.
In het Leesplan wordt gewezen op het uitstekende hart van Daniël en het gebed van David om een juist hart, en de vraag die daarop gesteld wordt, is hoe het met mijn(ons) hart is; wat mijn (ons) hart beheerst; ‘is het vrij of zit het vol met ergernissen of pijn uit het verleden?’
Wat mij ook behoorlijk raakt in de overdenking en tot nadenken stemt, is het volgende:
‘Als iemand een vervuild hart heeft, komt het tot uiting in hun gave, wat hun gave ook is.

Als je hart niet juist is, komt dat tot uiting in wat je doet, omdat ons hart als het ware ‘lekt’.’


Als eerste word ik getrokken naar Daniël en ik ga op zoek naar wat de Bijbel over hem vertelt.
Al in het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Daniël staat het antwoord over de gesteldheid van zijn hart.
Daniël was weggevoerd uit zijn eigen land en terechtgekomen aan het hof van de koning van Babel, maar hij weigerde van het begin af aan ook maar iets te doen dat in strijd was met Gods voorschriften.
Koning Nebukadnessar had namelijk bepaald dat Daniël, en al de anderen -waaronder ook Chananja(Sadrach), Misaël(Mesach) en Azarja(Abed-nego)- die geschikt bevonden waren om dienst te doen in het paleis, naast onderwijs in de geschriften en taal van de Babyloniërs, ook moesten eten en drinken van de gerechten en de wijn die werden geserveerd aan de koninklijke tafel, en dan na drie jaar opleiding konden ze dan bij de koning in dienst komen.
En dan staat er in vers 8:
Daniël nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen.’
De Naardense Bijbel zegt zelfs bindt zichzelf op het hart dat hij zich niet zal …’

Als er gesproken wordt over het ‘uitstekende’ hart van Daniël, dan zien we aan deze woorden dat alles draait om het (willen) doen van wat God zegt, ongeacht de plaats, ongeacht de situatie.
Ook in dat verre vreemde heidense land wilde Daniël zijn God trouw zijn.
Er staat niets over Daniël’s gevoelens, alleen dat hij de keuze maakte met zijn hart(!) om niets te doen wat in strijd was met God’s voorschriften en vervolgens zette hij de daarvoor benodigde stappen.
En we zien in vers 9 hoe God dit ‘beloont’: ‘God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen.’
En in vers 17: ‘Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen.’

Daniël en zijn vrienden laten zien dat een juist hart alles te maken heeft met wie we de eerste plaats geven in ons leven, naar wie of wat we willen luisteren, wie of wat heerst in ons hart.
Hun keuze toont ons dat er geen enkel excuus te vinden is om God niet ten allen tijd op de eerste plaats in ons leven te zetten, maar om Hem gewoon boven alles gehoorzaam te zijn, en om ook de stappen te zetten die daarvoor eventueel nodig zijn.
En we zien dat God dit zegent.
Ook later zien we hoe deze mannen God trouw blijven ongeacht de consequenties die boven hun hoofd hangen. (Daniël 3 – Vurige oven; Daniël 6 - Leeuwenkuil)

Een juist hart, een hart dat God de eerste plaats geeft, een hart dat Hem wil behagen, een hart dat Hem zoekt, ongeacht de omstandigheden, ongeacht wat er gebeurt, ongeacht wat dan ook.
En daarin zijn Daniël en zijn vrienden ons een groot voorbeeld!


Een juist hart is ook een hart dat openstaat voor de leiding van Gods Geest, voor correctie, voor berouw, om andere wegen te gaan.
‘Schep mij een rein hart, o God!’ bidt David, als Nathan hem gewezen heeft op zijn zonde met Bathseba.
David laat zich niet alleen terechtwijzen door de profeet Nathan, hij keert zich met een berouwvol hart naar God.
(Lees Psalm 51 maar eens in zijn geheel)

David, over wie de Bijbel over spreekt als de man naar Gods hart (Hand. 13:22) laat ons zien dat een juist hart openstaat voor correctie, openstaat om terechtgewezen te worden en vervolgens tot berouw komt en andere wegen wil gaan.
Van dat laatste getuigen zijn woorden als hij bidt om een standvastige geest.
‘Vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.’
Hij beseft dat hij zwak is geweest en dat zijn geest het nodig heeft om opnieuw standvastig te worden, zodat hij niet nogmaals zal bezwijken voor verleiding.
Een standvastige geest, een geest die zich houdt aan wat God zegt en vraagt, en die niet bezwijkt voor wat wordt gevoeld, of gezien, of gehoord, of …
En David beseft dat hij Gods hulp daarbij heel hard nodig heeft.

Wat een bijzondere mannen die ons als voorbeeld gegeven worden voor een juist hart; wat kunnen we veel van hen, van hun leven, hun keuzes, leren.


Daarnaast gaan mijn gedachten, eigenlijk al vanaf voor ik ook maar begon met schrijven, naar Psalm 139 en wel de laatste twee verzen, 23 en 24.

‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
beproef mij en ken mijn gedachten.
Zie of er bij mij een schadelijke weg is
en leid mij op de eeuwige weg.’

De Groot Nieuws Bijbel zegt het zo:
‘Mijn God, doorgrond mij,
kijk in mijn hart, 
onderzoek mij, 
peil mijn gedachten.
Dreig ik van U af te dwalen,
breng mij dan terug op de weg naar U.’

Deze woorden brengen mij weer naar het begin, naar de woorden uit de overdenking.
Hoe is het met mijn hart; wat beheerst mijn hart?
Is het vrij of zit het vol met ergernissen of pijn uit het verleden?’
Of zijn er/spelen er andere dingen?

Soms kunnen dingen door de tijd heen zo met ons leven verweven zijn geraakt, en ‘gewoon’ zijn geworden, dat we niet eens meer doorhebben dat God daardoor niet, of niet volledig, tot Zijn doel met ons leven kan komen.
Onvergevingsgezindheid, haat, onwil, bitterheid, boosheid, …
Of, we hebben dingen op een bepaalde manier geleerd, maar is dit ook zoals God het zegt of bedoeld heeft?
Of vraagt God wat anders van ons dan dat we zelf voor ogen hebben?
Of gaan we voor wat mensen van ons verwachten, verlangen of willen?

Dingen kunnen in onze ogen soms heel onschuldig lijken, of niet de oorzaak zijn van …, maar als ik de onderstaande zinnetjes, die uit de overdenking komen, nog eens lees en deze woorden zet naast Spreuken 4:23 …
(zie ook: Week 5 – Bewaak je hart!)

‘Als iemand een vervuild hart heeft, komt het tot uiting in hun gave, wat hun gave ook is.

Als je hart niet juist is, komt dat tot uiting in wat je doet, omdat ons hart als het ware ‘lekt’.’

Hoe belangrijk is het dus wel niet om, als we een juist hart willen hebben, regelmatig naar God toe te gaan en Hem ons hart te laten onderzoeken, zodat Hij ons, als het nodig is, steeds weer op de juiste weg terug kan brengen, zodat ons hart een juist hart zal zijn.
Een hart dat Hem op de eerste plaats heeft, een hart dat gericht is om Zijn wil te doen en Zijn wegen te gaan.


Mijn  God en Vader,
ik bid U:
doorgrond mijn hart,
kijk, ja zie, tot in het diepste,
donkerste puntje van mijn hart
of er ook maar iets is wat mij
doet afdwalen van U,
of mij verkeerde wegen
doet gaan.
Maak het mij bekend, o God;
laat Uw Geest het mij tonen,
mij weten, zien of horen,
opdat er niets zal zijn
wat tussen U en mij
in zal staan.
Vernieuw zo ook 
in mijn binnenste,
in het diepst van mijn hart,
een standvastige geest,
opdat ik te allen tijd
U zal dienen en eren
met een toegewijd hart,
en onbevreesd.

– Amen –


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




* Het leesplan ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid’ kun je vinden op >>YouVersion<<; na een account aangemaakt te hebben, kun je het leesplan (of andere leesplannen) volgen/meelezen.

1 opmerking:

  1. Wat een goede voorbeelden: Daniel en David. Psalm 139 past hier heel mooi bij, ja. Ik hoop dat de restjes van je ziekte gauw zullen verdwijnen!

    BeantwoordenVerwijderen