wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
HSV
Psalm 139:14
Als ik terugblik naar de week die achter me ligt en de Bijbelgedeelten die de kalender geeft op een rijtje zet, dan is het toch Psalm 139 die mijn hart het meest beroerd.
Niet dat de andere Bijbelgedeelten minder mooi of belangrijk zijn, absoluut niet, want allen hebben een plek in onze reis op weg naar huis; ook deze Bijbelgedeelten bevatten een grote schat aan zowel aan bemoediging, als onderwijs voor ons op onze reis.
Als ik eenmaal achter mijn laptop kruip om vast een begin te maken met schrijven over alles wat ik deze week gelezen had, is het Psalm 139 die mijn hart zo raakt, dat ik deze op een bepaalde manier ‘moest’ uitwerken.
En eigenlijk was voor mijn gevoel daarmee alles gezegd wat er gezegd moest worden deze keer, lag daarin alles besloten wat we nodig hebben om verder te kunnen, verder te gaan en onderweg te leren van alles wat Hij ons aanreikt.
Alsof het een soort basis is, al is het echte/eerste fundament natuurlijk de Here Jezus.
Onze reis naar huis is niet de makkelijkste reis.
De Here Jezus Zelf zegt het al, dat we het zwaar te verduren zullen krijgen, maar we hoeven deze weg niet alleen te gaan.
En we hoeven deze weg ook niet te gaan in de veronderstelling dat we als persoon niets voorstellen, of dat ons leven van generlei betekenis is.
Of dat God ons niet zou zien, of kunnen vinden, of zelfs maar willen kennen.
Welk een schat aan bemoediging ligt er in Psalm 139 om mee te nemen op onze reis naar huis.
Loop je met me mee aan de hand van Psalm 139 op reis naar huis?
We zijn op weg naar huis
met een God aan onze zij
Die ons schiep in de moederschoot,
voor Wie onze beenderen niet verborgen waren
toen wij in het duister groeiden.
Wiens ogen zagen ons vormeloze begin
en Die onze dagen opschreef
nog voor er ook maar één
was aangebroken.
We zijn op weg naar huis
met een God aan onze zij
Die ons door en door kent,
Die vertrouwd is met alles wat we doen;
Die onze gedachten begrijpt,
weet wat we willen zeggen
nog voor we een woord
hebben gesproken.
We zijn op weg naar huis
met een God aan onze zij
Die wij niet kunnen ontlopen of ontvluchten,
noch in de hemel, noch in het dodenrijk.
Waar we ook gaan of staan,
waar we ook gaan wonen,
Hij is daar en zal ons leiden;
ja, Zijn hand zal ons vasthouden.
Wij kunnen ons niet voor Hem verbergen
want de nacht is voor Hem als de dag,
en het duister als het licht.
We zijn op weg naar huis
met een God aan onze zij
Wiens gedachten talrijker zijn
dan de korrels zand;
oneindig diep en groot.
We kunnen het alles niet begrijpen,
niet bevatten met ons verstand.
Het is te wonderbaarlijk.
We zijn op weg naar huis
met een God aan onze zij
Die ons geheel omgeeft,
van achter tot voor
en Wiens hands op onze schouder ligt.
Dank U, HEER, onze God,
dat we zo met U aan onze zij
op weg zijn naar huis.
Wij loven U om het ontzaglijke wonder
van ons bestaan.
Wij loven U om alles wat U hebt gemaakt.
Het is een wonder en wij beseffen dit
tot in het diepst van onze ziel.
Doorgrondt ons, o HEER,
zie tot diep in ons hart,
tot diep in onze gedachten,
of we ons nog op de goed weg bevinden
en leidt ons anders weer terug
op de eeuwige weg naar U.
God heeft ons geschapen; Hij heeft ons dus gewild, een ieder van ons!
Hij was (en is) betrokken bij ons leven vanaf het allereerste begin, nog voor er ook maar iemand weet van had (heeft).
En doordat Hij ons gemaakt heeft, kent Hij ons als geen ander, begrijpt Hij ons als geen ander.
Doordat Hij ons gemaakt heeft, Zijn we zo kostbaar en waardevol voor Hem, dat je er zeker van mag zijn, dat als Hij zegt dat hij ons omgeeft, voor ons en achter ons is, dat dit ook echt zo is.
Zijn hand ligt op onze schouder terwijl Hij met ons meeloopt op onze reis naar huis!
We kunnen dit niet begrijpen of bevatten, en dat hoeft ook niet, dat moeten we eigenlijk niet eens proberen.
Gods gedachten zijn talrijker dan de zandkorrels, zegt David in deze Psalm, dus …
Laten we het toch aannemen en Hem loven en prijzen om alles wat Zijn hand heeft geschapen; ja, ook voor ons leven.
Laten we beseffen hoe groot dit wonder is, tot ons door laten dringen, tot in het diepst van onze ziel.
Ons leven is belangrijk, ongeacht wie we zijn, of wat we ook wel of niet kunnen doen.
God heeft aan een ieder van ons gaven en talenten gegeven, en God verlangt ernaar dat we die gebruiken tot Zijn eer en tot opbouw van elkaar.
Het één is niet belangrijker dan het ander of meer waard, alles is even belangrijk omdat het elkaar aanvult, helpt, versterkt.
We zijn immers één lichaam!
En denk nu niet alleen in grote dingen, in dingen die zichtbaar zijn voor anderen, maar besef dat zelfs (bijvoorbeeld) het kleinste gebed gebeden in stilte van ongekende waarde is.
Misschien zelfs wel meer; denk maar eens aan het muntje van de weduwe.
Het leven van een ieder van ons speelt een belangrijke rol in Gods plan met deze wereld.
En in deze wetenschap mogen we met Hem aan onze zijde op weg gaan naar huis.
Lieve Vader in de hemel, dank U wel voor deze bemoediging.
Dank U wel, dat U dit alles hebt mogelijk gemaakt.
Wij hebben het allemaal verprutst, maar door het volbrachte werk aan het kruis van Uw Zoon, onze Here Jezus, is de toegang tot de hemel, tot U, weer vrij.
Wordt er op dit moment zelfs een plaats voor ons bereid door de Here Jezus.
En we mogen weten, geloven, aannemen: Uzelf gaat met ons mee elke dag van ons leven terwijl we op weg zijn naar huis.
Uw hand ligt op onze schouder met elke stap die we zetten.
Uw Geest woont in ons.
Uw Liefde is in ons hart uitgestort.
Dank U wel, Vader, dat U mij gemaakt heeft, het is een wonder, ik besef dat tot in het diepst van mijn ziel.
Ik loof U om alles wat Uw hand heeft geschapen.
Ik prijs U om Wie U bent!
En laat mij, Vader, in dit telkens weer zien of ik mij nog wel op de goede weg bevind en leid mij anders terug op de eeuwige weg naar U.
Doorgrond en ken mijn hart, opdat ik zal leven tot Uw eer.
In Jezus’ Naam.
- Amen -
Ik ben op weg naar huis
met de almachtige God
aan mijn zij.
Ik ben door Hem gewild,
gekend, wonderlijk gemaakt.
Ik ben omgeven door Zijn liefde,
beschermt door Zijn hand.
Hij leidt mij, houdt mij vast, ziet mij,
waar ik ook ben of heen zou gaan.
Hij gaat met mij mee, elke dag,
op weg naar mijn Vaderland
Ik ben op weg naar huis
met de almachtige God
aan mijn zij.
Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,
This world is not my home, I'm just passing through.
My treasures are laid up somewhere beyond the blue.
The angels beckon me from Heaven's open door
And I can't feel at home in this world anymore...
O Lord you know I have no friend like you
If Heaven's not my home, then Lord what will I do?
The angels beckon me from Heaven's open door
And I can't feel at home in this world anymore.