zondag 25 februari 2024

Week 9 - Om over na te denken …
(niet) Kunnen of (niet) Willen?

Een gedachte om eens over na te denken bij de tekst die centraal stond in mijn vorige blogje.

‘Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!’
Marc. 9:24


Als ik iets moois lees, of een gedachte in mij opkomt die mij tot nadenken stem, of waar ik nog eens over wil nadenken, dan schrijf ik het (meestal) gelijk op.
Citaten vaak in een schriftje, maar gedachten vaak op een briefje.
En zo lag er alweer een tijdje een klein briefje op mijn bureau met een gedachte die erop wachtte dat ik er iets mee zou doen, of om gebundeld te worden met andere briefjes die waren blijven liggen, en die ik toch maar niet weg kan gooien.
Vanmorgen (vrijdag 23 febr.) zag ik dit briefje opnieuw liggen en ineens moest ik denken aan de tekst die in mijn vorige blogje centraal stond en hoe ze bij elkaar passen, misschien wel bij elkaar horen
En zo voor deze week een gedachte met een persoonlijk verhaal erbij om eens over na te denken.

Huilende vrouw van Christa Rosier

Ik geloof het niet meer …
Soms kunnen we door de dingen die we in ons leven meemaken, komen op het punt waarop we soms zeggen: ‘ik geloof het niet meer; ik kan niet meer geloven dat de Heer mij ziet, dat Hij van mij houdt, dat Hij voor mij zorgt; dat Hij mij helpt; dat ik kostbaar en waardevol ben in Zijn ogen, dat …’
Uit ervaring weet ik hoe zwaar het leven soms kan zijn, en hoe het je geloof kan aantasten, ondermijnen, kan doen afbrokkelen; het je zo aan de afgrond brengt, dat dit soort gedachten in je opkomen.
Een tijdje terug werd ik bij dit soort gedachten stilgezet, en het bracht mij terug in de tijd naar het moment dat ik mij daar bevond, en ik realiseerde mij dat ik van ‘ik geloof het niet meer’ belandde bij de vraag: ‘Wil ik nog wel geloven?’
Het was echt een oprechte vraag die ik mezelf stelde, een vraag die voortkwam uit alles wat we hadden meegemaakt en waar gewoon maar geen einde aan leek te komen.
Een vraag die voortkwam uit het gevoel van ‘waar bent U dan; kan het U dan nog wel iets schelen, ziet U mij nog wel? Heer help, ik verga!’
Het nadenken over deze vraag bracht mij uiteindelijk op de plaats waar ik besefte, dat als Hij geen deel meer van mijn leven zou uitmaken, ik dan net zo goed dood kon zijn; om vervolgens tot de conclusie te komen dat ik dan de eeuwigheid zonder Hem zou moeten doorbrengen, waardoor ik automatisch terugkwam bij Hem en het ‘Ja, Heer, ik wil wel geloven maar …
Ik wil wel geloven, ik weet immers niet hoe ik zonder U moet, maar ik kan niet meer; ik zie het ook niet meer, kom mij dan toch alstublieft op de één of andere manier tegemoet.’
En dit alles deed mij de volgende gedachte opschrijven:
‘De vraag is niet: kunnen we (nog) wel geloven, maar willen we (nog) geloven? Als we willen dan komt Hij ons tegemoet om het ook te kunnen.’

Kunnen of willen …
De ultieme vraag: willen we?
Want dat brengt mij per direct terug bij de tekst waarin ik de vorige keer over schreef; bij die radeloze vader van de bezeten jongen, die tegen de Here Jezus zei: ‘Here, ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp!’
Here, ik wil wel geloven, maar ik heb niet genoeg geloof.
En de Here Jezus kwam hem tegemoet, en genas zijn zoon!
Wat erg belangrijk was (zie ook vorige blogje) was het opzien naar Jezus.
Murray zei daarover: ‘Doch toen hij Christus in het gelaat keek, was hij er zeker van dat de liefde, die bereidwillig was om te genezen, ook klaar zou staan om met zijn geloof te helpen en zelfs het zwakke begin ervan in genade zou accepteren.’

Zolang ik bleef kijken naar wat er maar niet gebeurde, er maar niet veranderde; er steeds bij kwam, en hoe moe ik was enz., zag ik niet op Jezus, zag ik niet meer op Zijn liefde en kracht, zag ik niet meer dat God soms de tijd neemt, oftewel het juiste moment afwacht om hulp of uitkomst te geven.
Met de vraag of ik nog wel wilde geloven, werd mijn blik weer omhoog gericht, naar Hem Die alles vast in handen heeft, dus ook al mijn omstandigheden, alles wat er gebeurde, en gebeurt.

Misschien bevind jij je wel op dat punt van ‘ik geloof niet meer, ik kan niet meer geloven dat’.
Misschien bevind jij je wel op dat punt van waardeloos voelen, onbegrepen en onbemind, totaal niet kostbaar, niet voor mensen en ook voor God, want anders …
Dan wil ik je vragen om je blik daarvan eens weg te nemen en jezelf deze vraag te stellen: Wil ik nog wel geloven?
Kijk met het nadenken hierover eens terug naar toen je ging geloven, toen je koos voor Hem, en waarom je dat deed.
Neem Zijn Woord, de Bijbel, eens in je handen; wat betekende dit voor jou?
En hoe is alles nu?
Wat zou je nu willen?
Waar verlang je naar in je relatie met Hem?

Ik weet van mijzelf nog dat bidden en Bijbellezen gaandeweg minder werd naar mate ik mijn blik verlegde van Hem naar alle problemen en verdriet.
Opmerkingen als ‘Och, het houdt bij jullie ook niet op, hè’, -hoe goed en meelevend ook bedoeld en ook als zodanig ervaren, trokken mij in wezen alleen maar meer bij Hem vandaan, en richtte mijn blik -onbedoeld, nog meer op alle ellende in plaats van op Hem, Die onveranderlijk is, en Die bij machte is oneindig veel meer te doen, dan ik maar kan bidden of beseffen, en bij Wie alle dingen mogelijk zijn.

Onder tranen koos ik opnieuw voor Hem, vroeg ik Hem vergeving over alles wat mij op dit punt had doen belanden, en smeekte Hem om mij te helpen om weer te kunnen geloven, om mij weer iets aan hoop en kracht te geven; om mij tegemoet te komen.
Hoe het allemaal precies ging, weet ik niet meer, maar wel dat de Heer mij iets liet doen, zo heb ik dat (achteraf) echt ervaren.
Ik ervoer dat ik Zijn Woord bij de Psalmen moest openen, ze doorbladeren en elk woord van de Psalmist opschrijven waarmee ik me verwant voelde als het ging om pijn en verdriet, om strijd en ellende, moeiten en zorgen enz.
Vervolgens ervoer ik dat ik -op een ander papier, alles op ‘moest’ schrijven waarvan de Psalmist getuigde van Wie en hoe God was. 
Toen ik daarmee klaar was, ben ik alles hardop gaan voorlezen, hardop gaan uitspreken; eerst het vel met alle ‘klachten’ en daarna alle Bijbelteksten die spraken over Wie en hoe Hij is.
En met dat ik aan het lezen was over Zijn grootheid, Zijn bewogenheid, liefde en kracht, ervoer ik dat er binnenin mij iets veranderde, hoe spoortjes van licht en hernieuwde hoop mijn ziel binnenkwamen, en mij weghaalden bij die afgrond en terugbrachten bij Hem.
Nee, de omstandigheden waren nog precies dezelfde, en bleven dat ook nog voor lange tijd, maar ín mij was er iets veranderd.

Wat ik met dit alles wil zeggen?
Kéér toch terug naar God, naar Gods Woord!
Ga het weer lezen, -het liefst hardop zodat je ook hoort wat je leest.
Maar ik geloof ook dat, vooral in dit soort omstandigheden, het belangrijk is dat je het hardop doet, zodat de boze machten het ook horen, want ik ben ervan overtuigt dat ze daarmee hun greep verliezen.
Terugkijkend, geloof ik dat dat ook hetgeen was wat er gebeurde, toen ik die spoortjes van licht en hernieuwde hoop mijn ziel voelde binnenkomen.

Het doet er niet toe of jij -voor je gevoel, geen geloof meer hebt in Hem of Zijn Woord; de boze wil maar al te graag dat wij denken dat het zo is, maar als je wil geloven, dóe het dan, laat het de eerste stap weer terug zijn naar Hem.
‘Nader tot God, en Hij zal tot u naderen’, zegt Zijn Woord in Jacobus 4:8; dat is een belofte waar je op mag gaan staan!
En bid, spreek het maar uit:
‘Heer, ik geloof, -ik wil geloven, maar kom mijn ongeloof te hulp!’
Zoals de Here Jezus de vader van die jongen tegemoet kwam, en mij, zal Hij ook jou tegemoet komen.

Niet meer kunnen, of niet willen geloven …
‘Nader tot God, en Hij zal tot u naderen’,
dát is wat Hij belooft in Zijn Woord.
Niet meer kunnen, of niet willen geloven …
‘Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp’;
zie, het eerste lichtpuntje van hoop gloort.

'For thou wilt light my candle: the LORD my God will enlighten my darkness.'
Psalm 18:28
(In Nederlandse vert. vers 29)

Dat de Heer Zijn licht in jouw leven weer zal ontsteken als het duister en donker is.
Zegen en een liefdevolle groet,
Rita


👉 De afbeelding van het schilderij 'Huilende vrouw' van Christa Rosier is een foto van het canvas van het schilderij dat op mijn studeerkamer hangt, en betekent erg veel voor mij, daar er een verhaal achter zit. Het Blog waarop dit verhaal stond bestaat niet meer, maar vanaf nu is het ook >>Hier<< te lezen. 

👉 Lees >> hier<< Christa's verhaal achter dit schilderij.

7 opmerkingen:

  1. Wat een prachtige en herkenbare blog Rita. Ik wilde zo vaak nog wel geloven, maar ik kon het dan bijna niet meer. Alle eer aan Hem die mij te hulp kwam.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dankjewel voor je openhartige blog Rita. Mij spreekt het aan, evenals het schilderij. Het idee van je omdraaien is mooi maar soms erg moeilijk. God is gelukkig erg geduldig met ons.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat is het zeker Anne, zowel het idee van omdraaien, als Zijn geduld met ons.
      Aan de andere kant is het wel ook zo, dat we er soms wel op gewezen moeten worden, om ons er weer bewust van te worden.
      Bedankt voor je reactie, Anne!

      Verwijderen
  3. Zeker Rita. Daarom ben ik blij met jou wijzen op. Daarmee zet je mij en anderen weer aan het denken.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik kan alleen maar herhalen wat de anderen in hun reacties gezegd hebben. Zo herkenbaar! Dank voor jouw openhartige en kwetsbare blog. Moedig dat je het op durft te schrijven voor anderen te lezen...

    BeantwoordenVerwijderen