zondag 13 april 2025

Week 16 - Een volkomen hart!
Neem de Tijd ... (39)

De afgelopen week las ik het boekje van Charles M. Sheldon ‘In Zijn voetspoor’.
Ik las het niet voor de eerste keer, ik heb het al meerdere keren gelezen, maar iedere keer opnieuw ben ik zeer onder de indruk.
Een jaar lang alleen maar dat doen, waarvan je denkt dat Jezus daarvoor zou kiezen …
Ongeacht wat het kost, zowel op sociaal, financieel, zakelijk of privégebied.
Een jaar lang bij alles wat je wilt gaan doen, jezelf afvragen: Wat zou Jezus doen?

Dit vraagt om een onverdeeld hart, om een hart dat volkomen naar Hem uitgaat, en daar gaat het deze week over.

‘Want des Heren ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.’ (NBG)

‘Want de ogen van Jahwe gaan vorsend rond over heel de aarde om allen te helpen, die Hem onverdeeld toebehoren.’ (WB)

2 Kronieken 16:9a

Een prachtige tekst, vind je ook niet, maar hij gaat wel diep, als ook wat eraan voorafgaat en nog achteraan komt.
Murray neemt mij daar niet mee naar toe, hij zoomt alleen in op een volkomen hart in de dienst van God en op de absolute noodzaak om God met een volkomen hart te zoeken.
Maar met het lezen van het gedeelte waaruit de tekst voor deze keer komt, kan ik dit gedeelte niet laten liggen, want ik denk dat het van zeer groot belang is om mee te nemen alvorens door te gaan naar wat Murray zegt.

Het verhaal van koning Asa van Juda begint in hoofdstuk 14 van 2 Kronieken en daar wil ik ook beginnen, want zijn koningschap begon heel anders dan het eindigde.
2 Kron. 14:2 – ‘En Asa deed wat goed en juist was in de ogen van de HEERE, zijn God.’
Asa begon zijn koningschap met God; hij verwijderde van alles en nog wat aan afgoderij, en spoorde Juda aan om de Heere God te volgen, en God zegende het volk met rust en voorspoed.
Zelfs toen ze aangevallen werden, riep hij tot God om hulp (vs. 11) en de Heere beslechtte de strijd voor hem.
Vervolgens krijgt hij via de profeet Azaria een profetie, 2 Kron. 15: 1,2 – ‘Toen kwam de Geest van God op Azaria, de zoon van Oded. En hij ging de stad uit, Asa tegemoet, en zei tegen hem: Luister naar mij, Asa, heel Juda en Benjamin! De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden, maar als u Hem verlaat, zal Hij u verlaten.’
Verder houdt de profeet hem voor hoe Israël zonder God is geweest, maar ook hoe zij in tijden van ellende zich tot de Heere bekeerden en Hij Zich door hen liet vinden en hen hielp op wonderlijke wijze.
Azaria eindigt zijn profetie met een bemoediging (vs. 7)‘U dan, wees sterk en verlies de moed niet, want er is loon overeenkomstig uw werk.’
Asa kreeg nieuwe moed door de woorden van de profeet en deed de afgoden weg, vernieuwde het altaar van de Heere en riep iedereen bijeen in Jeruzalem en ze offerden de Heere van de buit die ze hadden meegenomen. (vs. 8-11)
Maar wat nog veel belangrijker was dat ‘ze met elkaar een verbond aangingen, dat ze de Heere, de God van hun vaderen, zouden zoeken met heel hun hart en heel hun ziel’; ze legden hier zelfs een eed voor af. (vs. 12,14)
Het was zo’n ernstige zaak, dat iedereen die de Heere God niet zou zoeken, gedood zou worden; jong en oud, man en vrouw. (vs.13)
En in vers 15 lezen we hoe blij iedereen was met deze eed; dat ze met hun gehele hart en vol verlangen deze eed gezworen hadden, en dat God door hen werd gevonden en hen rust gaf.
Hoewel Asa niet perfect was in al zijn bezigheden om het land schoon te maken van alle afgodische zaken, zegt de Bijbel wel in vers 17, dat zijn hart volkomen was in die dagen.
Hij had zelfs zijn grootmoeder, die koningin was, afgezet, omdat zij een gruwelijk beeld had gemaakt, en hij verpulverde en verbrandde dat beeld.

Tien jaar lang was er rust in het land onder zijn koningschap, tien jaar zonder oorlog.
Maar toen …

We komen aan in hoofdstuk 16 en belanden in het zesendertigste regeringsjaar van koning Asa.
Het is in dit jaar dat de koning van Israël optrekt tegen Asa en ervoor zorgde dat niemand meer bij hem kon komen.
Je zou toch denken na alles wat ze met een eed gezworen hadden en met wat de Heere eerder gedaan had, dat hij opnieuw zijn toevlucht tot God zou nemen, maar blijkbaar is er gaandeweg iets veranderd in het leven van Asa en zocht hij niet meer als voorheen in alles de Heere.
Waar eens zijn hart en verlangen volkomen op de Heere was, is zijn hart afgedwaald en verdeeld geraakt.
En in plaats van dat hij opnieuw zijn toevlucht zoekt bij de Heere, rooft hij schatten uit het huis van God en de koning en zoekt zijn hulp bij de koning van Syrië, pleitend op een verbond dat ze eerder hadden gesloten, en de ander dwingend om een ander verbond te verbreken.
De koning van Syrië luisterde naar Asa en greep zo in dat de koning van Israël zich terugtrok.

Dan komt de profeet (-ziener in de HSV) Hanani (vs 7) naar Asa toe en spreekt hem namens God aan op zijn daden, en we zien dat de profetie – ‘De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden, maar als u Hem verlaat, zal Hij u verlaten’, van Azaria in vervulling gaat: ‘Omdat u op de koning van Syrië gesteund hebt, en niet gesteund hebt op de HEERE, uw God, daarom is het leger van de koning van Syrië uit uw hand ontkomen. Hadden de Cusjieten en de Libiërs niet een groot leger, met zeer veel strijdwagens en ruiters? Omdat u op de HEERE steunde, heeft Hij hen in uw hand gegeven. Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem. U hebt hierin dwaas gehandeld, want vanaf nu zullen oorlogen uw deel zijn.’

In plaats van berouw te hebben wordt Asa boos, en wel zodanig dat hij de profeet in de gevangenis gooit.
Wat er vervolgens achter staat, laat ons zien, hoezeer het hart van Asa al was afgedwaald: ‘Bovendien onderdrukte Asa in die tijd anderen uit het volk.’
Het leven van Asa werd nooit meer hetzelfde, en duurde ook niet meer zo lang.
Hij leefde nog vijf jaar, waarvan hij de laatste twee jaar ernstig ziek was, maar desondanks, zegt vers 12, zocht hij de Heere niet, maar geneesheren.

Het verhaal van koning Asa (en denk ook eens aan het verhaal van koning Saul) laat ons zien hoe het hart van een mens kan veranderen.
Ik geloof niet, omdat wij die nu in Hem geloven en de Heilige Geest hebben ontvangen, dat wij daarvan gevrijwaard zijn.
De boze gaat rond als een brullende leeuw, zegt de Bijbel in 1 Petr. 5:8, op zoek naar wie hij kan verslinden.
Maar deze brullende leeuw is sluw, en een meester in leugen, bedrog en verleiding, en gaat vaak zeer geniepig te werk.
Petrus spoort ons niet voor niets aan om nuchter en waakzaam te zijn en om weerstand te bieden aan hem.

Welk een grote les bevindt zich in het leven van Asa voor ons, als ook een grote waarschuwing in de woorden van de beide profeten die tot hem hebben gesproken.
We mogen misschien in een geheel andere tijd leven, de wereld mag dan totaal veranderd zijn, maar onze God ís -en blíjft, Dezelfde!
Hij is een Heilig God, Die ons het gebod gegeven heeft om Hem lief te hebben met geheel ons hart en geheel onze ziel, ja, met geheel ons verstand en al onze kracht.
Hij verlangt (eist) nog steeds naar volkomen harten, harten die Hem onverdeeld toebehoren.

En dan kom ik aan bij de woorden van Andrew Murray:

‘Het is eigenlijk verbazingwekkend dat ernstige christenen
die zich met hun gehele hart aan hun dagelijks werk geven,
er zo tevreden mee zijn in de dienst van God de dingen gemakkelijk op te nemen.
Ze beseffen niet dat als ze zich ergens met al hun wilskracht aan zouden moeten geven,
dat toch zeker wel de dienst van God moet zijn.’

Murray wijst met de woorden van 2 Kronieken 16:9 op de absolute noodzaak om God toch met een volkomen hart te zoeken, maar ook welk een bemoediging zich in deze woorden bevindt, namelijk dat we er dan ‘verzekerd van mogen zijn dat Zijn oog op ons zal zijn en Hij Zijn machtige kracht in ons en in ons werk zal betonen.’
Hij pleit ervoor dat we ons toch iedere morgen met ons gehele hart overgeven om Zijn wil te doen; om elk gebed te bidden met een volkomen hart, in ware en getrouwe toewijding aan Hem, in geloof verwachtend dat Gods kracht in en door ons heen gaat werken.


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om stil te worden
tot je hart volkomen
op Hem is gericht.
Neem de tijd om je iedere dag
opnieuw aan Hem toe te wijden
in het verlangen Zijn wil te doen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om de absolute
noodzaak in te zien van
deze tijd  met Hem.
Neem de tijd, want als wij vragen
naar Hem met ons hele hart,
zullen wij vinden als we zoeken.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd beseffend dat
Gods ogen over de
gehele wereld gaan.
Neem de tijd, want Hij zal je
krachtig bijstaan als je hart
volkomen naar Hem uitgaat.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om stil te worden
tot je hart volkomen
op Hem is gericht.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …


Neem de tijd …

De afgelopen twee weken stonden mijn blogjes in het teken van ‘tijd’, met daarin de belangrijkste vraag verborgen liggend: Is ook mijn tijd in Uw hand?
Ik geloof dat als we hierover nadenken ook zullen ontdekken in hoeverre ons hart volkomen en onverdeeld is.
Een volkomen hart, een onverdeeld hart; een hart dat volledig en alleen op Hem is gericht bij alles wat ik doe en bij elke beslissing die ik neem …

Nee, het betekent niet dat we daarin geen fouten zullen maken of verkeerde beslissingen nemen, soms hebben we immers al iets gedaan of besloten zonder Hem daarin te kennen, maar het betekent wel een hart hebben dat Hem zoekt, telkens weer, dat berouw heeft als het verkeerd heeft gedaan, die zonde belijdt en zich ervan afkeert om het goede te doen.

Een volkomen hart.
Ware, trouwe toewijding
aan de Ene, en in geloof
Zijn kracht in mij
verwachtend.

Een volkomen hart.
Zien op Hem,
op wat Hij zegt,
Hem altijd en in alles
hoogachtend.

Een volkomen hart.
Onverdeeld, onvermengd.
Elke dag opnieuw eerst
in stilte op Hem
wachtend.

‘Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen, op hen die op Zijn goedertierenheid hopen, …’
Psalm 33:18

‘De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep.’
Psalm 34:16

‘Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut op de dag van het onheil. Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots.’
Psalm 27:4,5

‘Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE.’
Psalm 27:14

Gods rijke zegen van licht, liefde en kracht voor de komende week.
Met een liefdevolle groet,
Rita



👉 Boek 'In Zijn voetspoor' van Charles M. Sheldon

zondag 6 april 2025

Week 15 - Ooit ... - Eens ...
De waarde van Tijd (2)

 … De tijd is in Zijn Hand! …

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om eens na te denken
over het begrip ‘Tijd’.
Neem de tijd om eens stil te staan
bij wat het voor jou betekent en inhoudt …

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

Soms gebeurt het dat ik van alles en nog wat geschreven heb, en het uiteindelijk toch niet zo op mijn Blog komt.
Inmiddels weet ik ook, dat ik ‘deze reis’ -zo noem ik het maar, soms nodig heb om ergens te komen, en hoewel dit deze keer niet zo was, was daar toch iets in mij dat mij weerhield om het te plaatsen zoals ik het in eerste instantie geschreven had.
En hoewel ik het blogje dus herschreven heb, heb ik het oude wel bewaard, want ook dit heeft alles te maken met TIJD, alleen op een andere manier, met een andere insteek.
Ach, er is zoveel om over na te denken en mijn gedachten kunnen daarin soms zo ver gaan.
En zo, nadenkend over het begrip ‘tijd’, was het niet alleen ‘Mijn tijden zijn in Uw hand’, of ‘Mijn tijd is in Uw hand’, maar ook ‘De tijd is in Uw hand’.
Enkele gedeeltes, die ik gebruikt heb in mijn vorige blogje, heb ik eruit gehaald, maar er zijn ook dingen die ik erin heb gehouden, gewoon omdat ik ze belangrijk vind.

De tijd is in Zijn Hand!
Een boodschap van Hoop en Bemoediging.

‘Maar ik vertrouw op U, Heere.
Ik zeg: U bent mijn God!
Mijn tijden zijn in Uw hand; …’

Psalm 31:15,16a


... De tijd is in Uw hand, mijn tijden zijn in Uw hand, mijn tijd is in Uw hand ...

Tijden en Tijd …

Genesis 1:1-5
‘In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.’

Genesis 1:14, 18b,19
‘En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot tekenen, en tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren! … En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.’

Ooit was alles goed en mooi.
Ooit leefde de mens in harmonie met zijn Schepper en de schepping.
Ooit was tijd en hoe die besteed werd geen probleem; het was goed, meer nog: het was perfect!
Ooit waren niet alleen onze tijden in Zijn hand, maar ook was onze tijd in Zijn hand.
Ooit werden we niet geleefd door de tijd, maar was God het centrum van ons bestaan en niet de klok.
Ooit …

Als ik het scheppingsverhaal in Genesis lees, dan was daar rust, vrede en orde.
In alle rust schiep God de hemel en de aarde, en alles wat daarop, in, boven en onder is, en Hij nam alle tijd om ervan te genieten.
Er was een dag en een nacht, maar de uren zoals wij ze kennen, waren er nog niet.
De mens leefde in pure zuiverheid, liefde en harmonie met Hem Die hen geschapen had.
Haast, tijdsdruk, herrie, gejaagdheid, onrust en onvrede waren nergens te bekennen.
Wat heeft de zonde toch veel kapot gemaakt, en wat maakt de zonde nog steeds veel kapot.

Wat eens zo mooi en zuiver was, rein en puur,
is vernietigd door één daad van ongehoorzaamheid.
Een leven, eens zo vol van vreugde en vrede,
veranderde in pijn en verdriet, dood, verderf en strijd.

Waar de mens eens alleen leefde tot eer van Hem,
was hij nu bevangen door egoïsme en zelfgenoegzaamheid.
Het leven, eens zo in volmaakte harmonie met God,
veranderde in verwijdering, vrees, zorgen en opstandigheid.

Vriend of vijand?
Waar tijd eens niet meer was dan alleen een rustgevend, stabiel feit, is het in de loop van de jaren steeds meer een vijand geworden.
Een subtiel, sluipend spel van de boze om de mens weg te halen -én te houden, van Zijn Schepper en Heer; om in de tijd die hem nog rest, nog zoveel mogelijk mensen mee te nemen in zijn ondergang.
Ik moet dan ook gelijk denken aan een verhaal op mijn andere Blog dat heet: ‘Tactiek van de boze’.
Even een klein stukje uit dit verhaal:
'Satan riep zijn dienaren van over de hele wereld bijeen voor een ontmoeting.
In zijn openingswoord tot zijn slechte engelen zei hij:
"Wij kunnen de christenen er niet van weerhouden naar de kerk te gaan.
We kunnen ze er niet van weerhouden hun Bijbel te lezen en de waarheid te leren kennen.
We kunnen ze er zelfs niet van weerhouden om behoudende waarden te hebben.
Maar, we kunnen wel wat anders doen.
Wij kunnen de christenen ervan weerhouden om een intieme, blijde ervaring in Christus te hebben.
Wij moeten oppassen, want als zij die verbinding met Jezus hebben, is onze macht over hen verbroken.
Dus, laat ze maar naar de kerk gaan en laat ze maar een behoudende levensstijl hebben, maar ... steel hun tijd ... zodat ze geen tijd voor een ervaring met Christus kunnen hebben."

Steel hun tijd!
Is dat niet wat steeds gebeurt?
Hetgeen we het hardste nodig hebben, wat het hardste nodig is, wordt ons vaak als eerste geroofd, of is het laten we ons als eerste roven.

Murray schrijft het volgende:
‘Tijd is heer van alle dingen. Wat is de wereldgeschiedenis anders dan het bewijs ervan, hoe langzaam maar zeker, de tijd de mens gemaakt heeft tot wat hij vandaag is. Overal om ons heen zien we de bewijzen. In de groei van het mensenkind, zowel lichamelijk als geestelijk, in het succes van het najagen van wat dan ook, in al ons werk en alles wat we bereikt hebben: het is onder de wet van de tijd en zijn onbegrijpelijke kracht dat wij ons leven doorbrengen.’

Maar hij gaat verder, hij vindt het in bijzonder van toepassing op ons geloof en onze omgang met God, want ook daar is Tijd de meester.
Tijd voor samenzijn met God, tot rust komen, opgebouwd worden, kracht ontvangen om tot zegen te kunnen zijn in Zijn dienst.
‘Alles onder die ene voorwaarde: dat wij voldoende tijd nemen om met God te zijn, opdat Zijn heiligheid met haar licht en warmte op ons kan schijnen en Hij ons deelnemers kan maken van Zijn Geest en Zijn leven. De essentie van religie (-persoonlijk gebruik ik liever het woord ‘Geloof’), ligt in de gedachte: Tijd met God.’

Eens deed tijd er niet toe en was het een vriend,
maar nu is hij een stille vijand, die onrust brengt en rooft.
Eens was tijd slechts een verschil tussen dag en nacht,
nu wordt onze vrede en vreugde vaak door hem gedoofd.

Eens was Tijd met God geen enkel probleem,
nu, worden we soms voor we er erg in hebben van berooft.
Eens genoten we van een leven in Zijn aanwezigheid,
nu hebben we door tijdsdruk vaak andere dingen aan ons hoofd. 


Keuze
Mijn tijden zijn in Uw hand, maar laat ook mijn tijd in Uw hand zijn.
De Waarde van Tijd, van onze Tijd, is zichtbaar in de keuzes die we maken en daarmee in de dingen die we wel of niet doen.
Waar we de meeste Tijd aan spenderen laat zien wat voor ons belangrijk is, en wat voor ons belangrijk is, daar zullen we makkelijker en vaak ook meer Tijd voor vrijmaken.
En Tijd vrijmaken doen we weer het snelst en het makkelijkst voor dingen die we leuk en fijn vinden.

Ja, Tijd is de heer van alle dingen geworden, daar kunnen we niet meer onderuit.
Werktijden, schooltijden, allerlei afspraken -persoonlijk als zakelijk, vrije tijd …, alles is ondergeschikt aan het begrip tijd.
Maar waar laten wij ons door leiden als het gaat om de indeling van onze Tijd?
Waar kiezen we voor?
Wat geeft ons rust, nieuwe moed en kracht, wat is in wezen het meest belangrijk?

Ooit was alles in evenwicht, ontspannen, in rust;
maar met de voortschrijdende tijd, raakt alles uit balans. 
Meer en meer maakt de mens haar eigen keuzes,
en het omgaan met de tijd is als een tomeloze dans.

Hoelang nog gaan we door, gaan we hierin mee?
hoever moet het komen eer we zeggen: tot hiertoe en niet verder.
Horen we nog te midden van alle drukte en hectiek
de zachte, vol verlangen klinkende stem van onze Herder?

Eens …
Maar wat ooit was, zal eens weer zijn, nee, meer en beter als toen.

‘De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad. Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen.’
Jesaja 60:19,20

‘Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.’
Openbaring 1:8

‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.’
Openbaring 21:1-5

‘En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.’
Openbaring 21:23

Eens maakt Hij alles nieuw,
voorbij is dan het gehaast en gejacht,
de onrust die zo verwart, en
alles wat ons zo berooft van Zijn kracht.

Eens maakt Hij alles nieuw,
voorbij is beheerst worden door tijd,
het kiezen, verscheurd worden;
eens zijn we van alle strijd bevrijd.

Eens maakt Hij alles nieuw,
het zal zijn als nooit eerder is geweest.
Leven in het licht van Zijn heerlijkheid
wordt een -nog niet te bevatten- feest.

Eens maakt Hij alles nieuw.
Maranatha, kom,
Heer Jezus kom!
De bruid wacht op haar Bruidegom.


Gods zegen van Liefde, Licht en Hoop voor de komende week.
Liefde, die ons hart en onze ziel verwarmt.
Licht, dat we zien gloren aan de horizon.
Hoop, op wat ons wacht.

Een liefdevolle groet,
Rita


Voor wie het vorige week gemist heeft of nog een keer wil lezen:
👉 Het verhaal: ‘Tactiek van de boze’


zondag 30 maart 2025

Week 14 - De Waarde van Tijd
Neem de Tijd ... (37)

'Mijn tijden zijn in Uw hand; …’
Psalm 31:16a


De kant die Murray opgaat met dit Bijbelvers, is geheel anders dan waar David op doelde, en toch ligt waar Murray heengaat in bepaalde zin ook opgesloten in deze woorden.
Als Murray de focus legt op ‘mijn tijd is in Uw hand’, ligt dat besloten in de zekerheid van het geloof en vertrouwen dat onze tijden -de tijd die we van Hem toe bedeeld krijgen op deze aarde, in Zijn hand ligt. 
Nadenken over de Kracht van Tijd, oftewel nadenken over ‘de Waarde van Tijd’, door stil te worden en de tijd te nemen om er eens over na te denken en jezelf belangrijke vragen voor te leggen.

‘Maar ik vertrouw op U, Heere.
Ik zeg: U bent mijn God!
Mijn tijden zijn in Uw hand; …’
Psalm 31:15,16a

Mijn tijden zijn in Uw hand; mijn Tijd is in Uw hand.


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om eens na te denken
over het begrip ‘Tijd’.
Neem de tijd om eens stil te staan
bij wat het voor jou betekent en inhoudt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en bekijk je dagen eens,
je agenda, waar je je tijd aan spendeert.
Neem de tijd, en vraag jezelf eens af:
Wat zou Jezus ervan zeggen?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd; durf eens rust te nemen
en stil te staan om je leven te bezien.
Neem de tijd en vraag jezelf eens af:
Is ook mijn Tijd in Zijn hand?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

‘Mijn tijd is in Uw hand,
en behoort U toe
Gij alleen hebt het recht om hierin te bevelen.
Ik geef mijn tijd
geheel en met blijdschap aan U,
te Uwer beschikking.

Welk een machtige kracht kan de tijd uitwerken
indien geheel overgegeven aan God.’

Andrew Murray

Tijd is in wezen de heer van alle dingen geworden, en we zien dit terug in de geschiedenis en in alles om ons heen.
We willen steeds meer, er wordt steeds meer van ons verwacht, we vinden ook steeds meer dat we recht hebben op bepaalde dingen, en ondertussen raakt de tijd die we hebben te besteden meer en meer ingevuld door dit alles.

De tijd vliegt.
De tijd glipt door mijn vingers.
Waar blijft de tijd?
Het zijn allemaal uitdrukkingen die ons laten zien dat we de grip op tijd hebben verloren.
We willen het vaak niet, en soms denken we dat we nog steeds grip hebben op onze tijd, maar ik denk dat als we eens stil zouden gaan zitten en onze dag bekijken wat we nu eigenlijk allemaal hebben gedaan, dan konden we denk ik nog weleens heel erg schrikken van hoe we het hebben ingevuld.
En dan met name als we gaan kijken naar de plaats die we de Heer hierin hebben gegeven, de tijd om bij Hem te zijn, Zijn woord te lezen en overdenken, te bidden.


Ik moet met dit alles denken aan het verhaal op mijn andere Blog ‘Tactiek van de boze’.
Een verhaal dat laat zien hoe de boze ons heel subtiel bespeelt, een verhaal dat in mijn ogen niet meer alleen een verhaal is, maar helaas een werkelijkheid geworden realiteit.
Een stukje eruit:

‘Satan riep zijn dienaren van over de hele wereld bijeen voor een ontmoeting.
In zijn openingswoord tot zijn slechte engelen zei hij:
"Wij kunnen de christenen er niet van weerhouden naar de kerk te gaan.
We kunnen ze er niet van weerhouden hun Bijbel te lezen en de waarheid te leren kennen.
We kunnen ze er zelfs niet van weerhouden om behoudende waarden te hebben.
Maar, we kunnen wel wat anders doen.
Wij kunnen de christenen ervan weerhouden om een intieme, blijde ervaring in Christus te hebben.
Wij moeten oppassen, want als zij die verbinding met Jezus hebben, is onze macht over hen verbroken.
Dus, laat ze maar naar de kerk gaan en laat ze maar een behoudende levensstijl hebben, maar ... steel hun tijd ... zodat ze geen tijd voor een ervaring met Christus kunnen hebben."

Steel hun tijd!
Is dat niet wat steeds gebeurt?
Hetgeen we het hardste nodig hebben, wat het hardste nodig ís, wordt ons vaak als eerste geroofd, of is het: laten we ons als eerste roven.

Ik moet denken aan wat ik vorige week las in het boekje ‘Cappuccino’ van Max Lucado.
Over dat de tijd van een zandloper beperkt is, met daaraan de vraag verbonden waar we onze tijd aan besteden.
Hij noemde verschillende voorbeelden waar mensen ons voor vragen, en allemaal omdat net wij het zo goed kunnen, of er ervaring mee hebben, …
Hij noemt het ‘touwtrekken’, waarbij wij het touw zijn.
Allemaal goede dingen die gevraagd worden, kansen om iets goeds te doen en daarom vaak ook zo moeilijk om nee tegen te zeggen, waardoor we er toch (weer) over nadenken: moeten we …
Hij wijst erop dat aan de andere kant onze dierbaren staan, die geen brieven schrijven, of een afspraak maken, of aanbieden om onkosten te vergoeden.
Nee, ‘zij willen geen contact omdat je wat voor ze kunt doen. Ze willen jou om wie je bent.’
Hier stopt Lucado, maar mijn gedachten gingen direct door: Zo wil God geen contact met ons om wat wij voor Hem kunnen doen, maar Hij wil contact met ons om wie we zijn.
Het is niet verkeerd om allerlei goede dingen te doen, maar het kan en mag nooit ten koste gaan van onze relatie met Hem; het mag ons niet beroven van onze tijd met Hem.

Niet eerder was het aantal burn-outs zo hoog als in de huidige tijd.
Steeds meer wordt er van ons gevraagd en verwacht, maar ook leggen we de lat voor onszelf soms te hoog, of we willen teveel.
De tijd glipt ons door de vingers door alles wat we ‘moeten’ doen; steeds meer worden we geleefd door de tijd of je het nu wilt of niet, en het levert het bewijs dat het verhaal ‘Tactiek van de boze’ niet slechts een verhaal meer is, maar iets dat helaas waarheid geworden is.

"Laat ze maar bezig zijn met zielen winnen, maar stop hun leven zo vol met goede zaken, dat ze geen tijd meer hebben om de kracht van Christus te zoeken.
Weldra zullen ze dan werken in eigen kracht en hun gezondheid opofferen en hun familieband, en dat alles voor de goede zaak."

Prediker 3:1 zegt: ‘Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel’, maar … hebben wij ook een vaste plaats voor de Heer in onze agenda, of bekijken we per dag wel of we daar wat tijd voor overhouden?
Murray zegt ook in dit hoofdstukje: ‘het is onder de wet van de tijd en zijn onbegrijpelijke kracht dat wij ons leven doorbrengen’, en hij vindt dit in bijzonder van toepassing op ons geloof en onze omgang met God, want ook daar is tijd de meester.
Tijd voor samenzijn met God, tot rust komen, opgebouwd worden, kracht ontvangen om tot zegen te kunnen zijn in Zijn dienst, ‘opdat Zijn heiligheid met haar licht en warmte op ons kan schijnen en Hij ons deelnemers kan maken van Zijn Geest en Zijn leven.’ (-Murray)

Met het nadenken over deze dingen, moest ik denken aan wat er in het eerste gedeelte van Daniël 1:8 staat: ‘Daniël nu nam zich in zijn hart voor …’ en ik denk dat hier de sleutel ligt voor de keuzes die wij hebben te maken.
En dan niet ‘voornemen’ als in de ‘goede voornemens met Oud en Nieuw’, nee, voornemen in de zin van een besluit nemen.
Daniël besloot met heel zijn hart om God gehoorzaam te zijn ook al was hij nu aan het hof van een heidense koning.
Met heel je hart besluiten, een vast voornemen, er valt niet aan te tornen.

Wie heeft het voor het zeggen in ons leven?
Wat is het belangrijkste in ons leven?
Waar kiezen we voor?

Opnieuw kom ik terug bij Daniël, en denk aan het moment (Daniël 6:11) dat hij hoort van het uitgevaardigde bevel van de koning dat niemand aan iemand anders iets mocht vragen dan aan hem, en wat doet Daniël als hij hoort dat het bevel ondertekent is; hij gaat direct naar zijn huis, opent het raam richting Jeruzalem, knielt neer en gaat bidden tot God, drie keer per dag, zoals hij altijd had gedaan.
De straf die hem boven het hoofd hing, het in de leeuwenkuil geworpen worden bij overtreding, kon hem daar niet van weerhouden.
Hoe makkelijk en vaak laten wij ons weerhouden om tijd met God te nemen, om Bijbel te lezen, om te bidden, of voorbede te doen, omdat we in tijdnood komen, of eigenlijk te laat zijn, of er iets tussenkomt en het vervolgens te laat wordt, of …

Mijn tijden zijn in Uw hand, maar laat ook mijn tijd in Uw hand zijn.
De Waarde van Tijd, van onze Tijd, is zichtbaar in de keuzes die we maken en daarmee in de dingen die we wel of niet doen.
Waar we de meeste tijd aan spenderen laat zien wat voor ons belangrijk is, en wat voor ons belangrijk is, daar zullen we makkelijker en vaak ook méér tijd voor vrijmaken.
En tijd vrijmaken doen we weer het snelst en het makkelijkst voor dingen die we leuk en fijn vinden.

‘Daniël nu nam zich in zijn hart voor …’
‘Toen Daniël te weten kwam dat dit bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters in de richting van Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij voordien had gedaan.’

‘O mijn broeder, zuster, die klaagt dat overwerk,
of te veel ijver in de uitvoer van het werk,
uw geestelijke doelmatigheid hindert,
ziet u niet in dat als u slechts uw tijdrooster
zou willen onderwerpen aan de inspectie
door Christus en Zijn Heilige Geest,
u zou merken dat een nieuw leven
het uwe zou zijn als u het woord:
‘Mijn tijd is in Uw hand’
volledig geloofde
en dagelijks in praktijk zou brengen?’

Andrew Murray


Daniël nam in zijn hart voor!

In mijn hart voornemen als Daniël,
betekent iets vast besluiten.
Ik laat mij door niets afleiden,
ik ben door niets te stuiten.

In mijn hart voornemen als Daniël,
laat mijn hartsgesteldheid zien.
Waar mijn hart naar uitgaat,
wat belangrijk is, wie ik dien.

In mijn hart voornemen als Daniël,
getuigt van trouw en standvastigheid.
Hem eren en dienen is al wat telt,
in Zijn handen is dus ook mijn tijd.


Gods rijke en onmisbare zegen voor de nieuwe week die voor ons ligt.
Dat ons hart mag worden als dat van Daniël.


Een liefdevolle groet,
Rita


zondag 23 maart 2025

Week 13 - Gezegende Gehoorzaamheid
Citaat plus ...

‘Gezegende gehoorzaamheid,
die ons in staat stelt in Zijn liefde te blijven
en die ons de volledige ervaring geeft
van Zijn onafgebroken tegenwoordigheid.
Christus sprak niet van een onmogelijkheid;
Hij zag wat wij in de kracht van de Geest
vol vertrouwen zouden mogen verwachten.
Laat deze gedachte bezit van ons nemen,
het is tot de gehoorzame dat het woord komt
“Zie, Ik ben met u al de dagen”
en aan wie de betekenis daarvan in alle volheid
zal worden geopenbaard.'

Andrew Murray

Het komt nog steeds terug in mijn gedachten, één van de verhalen van de Vervolgde Vrouwen waar we twee weken geleden voor mochten bidden met de Gebedsgroep.
Een voorbeeld van Gezegende Gehoorzaamheid.

Een vrouw vlucht uit Noord-Korea, komt tot geloof in het land waar ze naar toe is gevlucht, en haar besluit om na jarenlang Bijbelonderwijs en leiderschapstraining, God gehoorzaam te zijn en terug te keren naar het land waar ze vandaan komt om wat ze geleerd heeft te delen met de geheime gelovigen daar, wetende dat het haar vrijheid zal kosten als ze wordt betrapt, en misschien zelfs haar leven.
'Maar niets – geen honger, geen gevaar voor gevangenschap, geen dictator – kan haar tegenhouden om het Licht dat ze gevonden heeft helder te laten schijnen in de duisternis van Noord-Korea.'

‘Ik ben met Christus gekruisigd;
niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; 
en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, 
Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.’
Gal. 2:20

Gezegende Gehoorzaamheid …

In Zijn liefde blijvend,
op Zijn kracht vertrouwend,
met zekerheid verwachtend.













zondag 16 maart 2025

Week 12 - De Kracht van Gehoorzaamheid

Dit jaar zijn er al meerdere blogjes voortgekomen uit het Dagboek van Murray zonder dat ze een, zeg maar ‘apart Neem-de-Tijd-stukje’ bevatten.
Maar het blijven allemaal toch echt ‘Neem-de-Tijd-stukjes’, want ze komen voort uit het tijd nemen om dieper over de dingen na te denken.
Zo ook vorige week; ik las iets, en het kwam zo binnen, dat ik er niet aan voorbij kan gaan zonder er meer over na te denken en dit ‘meer nadenken over’ betekent voor mij schrijven.
Toch verschijnt dit blogje een week later dan anders, want door verschillende verplichtingen ontbrak het mij die week aan tijd om het uit te werken en erover te schrijven.

‘En Hij Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hem welgevallig is.’
Johannes 8:29

Gehoorzaamheid …
Gehoorzaam zijn …

Geen gemakkelijk iets en vaak ook niet echt een geliefd onderwerp.
Bij dit woord komen er automatisch allerlei gedachten boven aan vroeger, en sommigen zorgen voor een gevoel van wrikken en wringen, van ‘vechten’ tegen hoe dingen gingen en wat mij werd geleerd en voorgehouden, en tegelijk het willen vasthouden wat ik daarnaast ook hoorde en ook las in Gods Woord.
Terugkijkend was het voor mij Liefde tegenover koude geboden, Liefde tegenover autoriteit, Liefde tegenover wat mensen zeggen en vinden.
Eén ding is voor mij zeker: Gehoorzaamheid aan God is meer, is anders dan blindelings alleen maar Zijn geboden volgen en houden (en daar nog wat van onszelf aan toe te voegen).
Gehoorzaamheid aan God vindt haar oorsprong in de Liefde, in Hem Liefhebben boven alles!
Liefde is de sleutel in en naar gehoorzaamheid.

En dat brengt mij bij de woorden van Murray die zo bij mij binnenkwamen.

‘Gehoorzaamheid
is het bewijs en de beoefening
van de Liefde van God
die in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest.’


Met dat we ons leven aan de Here Jezus hebben gegeven, is de Heilige Geest in ons hart gekomen, en met de Heilige Geest heeft God ook Zijn liefde in ons hart uitgestort.
Dit is het begin van ons leven met Hem, een leven waarin we het proces zijn aangegaan van Zijn wil zoeken en doen, het proces van sterven aan onszelf.
Niet omdat het moet, maar omdat we Hem liefhebben en net als de Here Jezus onze hemelse Vader willen behagen.
In Johannes 14 spreekt de Here Jezus tot drie keer toe over liefhebben en gehoorzaamheid.

Johannes 14:15
‘Als u Mij liefhebt,
neem dan Mijn geboden in acht.’

Johannes 14: 21
‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt,
die is het die Mij liefheeft, …’

Johannes 14:23
‘Jezus antwoordde en zei tegen hem:
Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; …’

Het mag door deze verzen duidelijk zijn, dat Liefde én Gehoorzaamheid aan God bij elkaar horen, meer nog, met elkaar verbonden zijn.
En dat brengt mij terug bij de woorden van Murray.
‘Gehoorzaamheid is het bewijs en de beoefening van de Liefde van God die in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest.’
Het is belangrijk om te weten dat het laatste gedeelte van deze zin geen woorden van Murray zijn, maar dat dit een Bijbelse Waarheid is, we vinden deze woorden namelijk terug in Romeinen 5:5.
‘En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.’
En daarmee zijn wij in staat om ook Hem lief te hebben
1 Johannes 4:10 – ‘Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden.’

Het Bewijs
Liefde is het ijkpunt in onze relatie met de Heer, maar uit de woorden van de Here Jezus blijkt dat gehoorzaamheid aan God daar onlosmakend mee verbonden is.
Het is dus Zijn Liefde in ons die ons dringt om Hem te gehoorzamen, níet een slaafs opvolgen en houden van geboden.
Misschien is dit laatste, wat in mijn jongere levensjaren grotendeels mijn leefomgeving was, wel wat mij zo dringt om dit citaat uit te pluizen, om zo kenbaar te maken dat God een God van Liefde is, en Hij ernaar verlangt dat Zijn Liefde voor ons beantwoord wordt door onze liefde voor Hem, die zich bewijst in ons verlangen om Zijn wil te zoeken en te doen.
Onze gehoorzaamheid aan God is dus het bewijs van het feit dat Hij Zijn liefde -door de Heilige Geest, in ons hart heeft uitgestort; onze gehoorzaamheid aan Hem laat zien dat dit niet alleen is gebeurd, maar ook door ons wordt beantwoord.
Met onze gehoorzaamheid aan Hem eren wij Hem, laten wij zien Wie het in ons leven voor het zeggen heeft, Wie het is voor Wie wij willen leven en Wie wij willen behagen boven alles.

De Beoefening 
Onze gehoorzaamheid aan God is ook de beoefening van deze Liefde.
Ik denk dat we allemaal wel weten wat beoefening inhoudt, maar met dat ik toch dit woord eens opzocht om te kijken wat het allemaal inhoudt, werd het me nog duidelijker, -concreter, kreeg het nog meer diepgang.
Beoefening is volgens Encyclo: Geregelde praktische uitvoering, geregelde uitoefening, oefening, studie; en synoniemen van beoefening zijn: naleving, inachtneming, uitoefening.

Het is door verdieping en doen, dat wij ons vaardigheden eigen maken.
Als we ook maar iets willen leren, dan betekent dit dat we ons gaan inzetten,
Lopen en praten hebben we ook niet in één dag geleerd, en elk diploma dat we in ontvangst hebben genomen, hebben we pas verkregen na -soms jarenlange, studie.
Een hardloper bijvoorbeeld kan alleen de top bereiken als hij naast de gave in hem, zich ook ten volle inzet om daar te komen, hetgeen betekent trainen, trainen, en nog eens trainen; iedere dag opnieuw.
En hoewel iets ons door het te blijven doen het ons steeds makkelijker afgaat, betekent het niet dat we nooit geen fouten meer zullen maken, zullen struikelen of vallen; maar als we niet opgeven en bereid zijn te leren van onze fouten, zullen we wel (blijven) groeien.

Dit principe geldt in wezen ook als het gaat om onze Gehoorzaamheid aan God.
Hij heeft toen wij tot geloof kwamen met Zijn Geest Zijn liefde in ons hart uitgestort, waardoor wij de gave hebben gekregen om Hem lief te hebben en Hem te gehoorzamen.
Maar het is niet iets dat vervolgens maar vanzelf gebeurt; nee, het betekent keuzes maken.
Het betekent je richten op wat Zijn wil is, wat Hem vreugde schenkt, wat Hem blij maakt, wat Hem eert.
Het betekent niet doen wat wijzelf eigenlijk graag willen, of ons gevoel volgen, of wat wij denken dat goed is, maar onderzoeken wat Zijn wil is en dat doen.
Het is een proces van sterven aan onszelf, van onszelf verloochenen, van ‘niet mijn wil, maar Uw wil geschiede’.
En dat zijn dingen die we moeten leren, en die we ook kunnen leren als we oefenen, oftewel: het beoefenen, in praktijk brengen.
Daarvoor is het belangrijk om iedere dag tijd te nemen om bij Hem te zijn, om Zijn woord te lezen, te overdenken, te memoriseren, en te bidden, om ons vervolgens ernaar uit te strekken in het naleven daarvan, ons daarin te trainen.

Voorbeeld
Iets doen, ongeacht wat, is makkelijker met een voorbeeld voor ogen, en iemand die in ons gelooft, ons aanspoort en ons aanmoedigt.
Het helpt ons om ons doel voor ogen te houden, het geeft ons vaak net dat extra zetje, of nieuwe moed en kracht om toch door te gaan en om vol te houden.
Een hardloper heeft naast zijn eigen inzet toch ook heel wat mensen om hem heen die hem vertellen wat hij het beste wel of niet kan doen, die in hem geloven en hem aanmoedigen en aansporen, en andere hardlopers zijn hem vaak tot een voorbeeld, is het niet om wat hem kan verbeteren, dan wel om te zien wat je beter wel of niet kunt doen.

Ook wij hebben als kind van God zo’n Voorbeeld en Aanmoediger in de Here Jezus.
Hij is ons in alles voorgegaan!
Ja, ook Hij heeft gehoorzaamheid moeten leren, zegt de Bijbel in Hebreeën 5:8.
En waar menselijke voorbeelden ons vroeg of laat teleurstellen, tegenvallen of afhaken, zal de Here Jezus ons nooit teleurstellen, tegenvallen of in de steek laten, integendeel, tot wij oog in oog met Hem staan, gaat Hij elke dag met ons mee.
En waar de hardloper uiteindelijk de wedstrijd altijd alleen zal moeten lopen, hebben wij de zekerheid dat wij onze weg, hoe moeilijk die ook kan zijn, NOOIT alleen hoeven te gaan, want door de Heilige Geest Die in ons woont, zijn we nog geen fractie van een seconde alleen.

De Kracht van Gehoorzaamheid
Nu denken we bij het woordje kracht vaak in eerste instantie aan sterkte, macht, geweld, invloed en dat soort dingen, maar het woordje kracht heeft ook als synoniem ‘waarde’, en dat is waar het hier om gaat.
En dat brengt mij weer terug bij de Bijbelteksten die ik aan het begin gaf met het oog op Gehoorzaamheid.
Ze stoppen namelijk niet bij de punt of stippeltjes.
Op vers 15 volgen vers 16 en 17, en waar de stippeltjes staan, staat nog iets dat erbij hoort, namelijk kostbare Beloften van God op onze Gehoorzaamheid.

Johannes 14:15-17
‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.’
De Belofte van Zijn Geest Die bij ons blijft, ja, in ons zal zijn!
Een Belofte die Hij heeft vervuld met Pinksteren, en voor een ieder die Hem aanneemt als Verlosser en Heer.

Johannes 14:21
‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.’
De Belofte van Liefde van de Vader en van Jezus Zelf, als ook de Belofte dat de Here Jezus Zich aan ons zal openbaren, oftewel Zich gedurende ons leven meer en meer aan ons bekend zal maken, zal laten zien Wie Hij is.

Johannes 14:23
‘Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.’
Opnieuw de Belofte van Liefde van de Vader, als ook de Belofte dat de Vader en de Here Jezus Zelf blijvend in ons komen wonen.

Welk een rijkdom, welk een kracht, welke een zegen brengt onze Gehoorzaamheid aan God!
En het blijft hier niet bij, want kijk ook eens wat er in Johannes 15 staat:
Johannes 15:7
‘Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen.

Johannes 15:10
‘Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven,  zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.’

Johannes 15:14
‘U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.’

De kracht van Gehoorzaamheid,
de rijkdom, de vreugde,
zoveel meer dan wij
maar kunnen bedenken;
ja, onvoorstelbaar groot
zijn de zegeningen die Hij
als antwoord op gehoorzaamheid
aan ons zal schenken.

Liefde is de sleutel
in deze Gehoorzaamheid;
Liefde van Hem naar jou,
en van jou naar Hem.
Geen slaafs volgen van, maar
met een liefhebbend hart
gehoorzaam luisteren
naar Zijn stem.

Buig maar gerust, mijn ziel,
onder de machtige arm
van Hem Die van je vraagt.
Luister en gehoorzaam,
want Hij Die spreekt, is ook
Degene Die jou draagt.


Liefdevolle gehoorzaamheid.
Gehoorzaamheid, omdat je weet hoe geliefd je bent.
Gehoorzaamheid, ons antwoord op die Liefde.


Gods rijke en liefdevolle zegen voor de komende week.
Dat Zijn liefde voor ons, ons zal dringen om naar Zijn wil en tot Zijn eer te leven.
🌾🌾🌾
Een liefdevolle groet,
Rita

 

zondag 2 maart 2025

Week 10 - Christus alleen
Citaat

 'Waar Jezus Christus het enige voorwerp is
van ons verlangen en ons vertrouwen,
zal Hij Zich manifesteren
in Goddelijke kracht.
Thomas had zijn vurige toewijding
voor Christus bewezen toen hij zei:

“Laten we gaan
opdat wij met Hem sterven.”
Aan zulk een liefde,
zelfs wanneer het worstelt met ongeloof,
zal Christus Zich openbaren.’


zondag 23 februari 2025

Week 9 - Beroving van Kracht om te Geloven ...
Neem de tijd ... (36)

Er zijn soms van die boeken die je verschillende keren kunt lezen, en waarbij er iedere keer weer iets anders is dat je aanspreekt.
Zo ook deze week weer; ik heb het zelfs nog even nagekeken in mijn andere Stille Tijdschrift, maar daar had ik zelfs niet eens het citaat in opgenomen waaruit de zin komt die mij deze keer zo bezighield.
Die ene zin waar het om gaat, is niet zo lang, maar om hem goed te kunnen begrijpen, neem ik even een groter gedeelte uit dit hoofdstukje over.
Maar eerst de Bijbeltekst die bij dit hoofdstukje hoort.

'Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.'
Johannes 20:29

‘Aan hen die niet zien en toch geloven,
eenvoudig, alleen, waarlijk, ten volle geloven in
wat Christus is en voor hen kan zijn op ieder moment,
heeft Hij beloofd dat Hij Zichzelf zal openbaren
en dat de Vader en Hij bij hen zullen komen en in hen wonen.*
Zijn we niet dikwijls geneigd geweest om
aan dit volledige leven van geloof te denken
als iets buiten ons bereikt?
Een dergelijke gedachte berooft ons van de kracht om te geloven.
Laten we ons wenden tot Christus’ Woord en dat vasthouden:
‘Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.’’

Andrew Murray

 … Een dergelijke gedachte berooft ons van de kracht om te geloven …

Nu is het niet zo zeer wat boven deze zin staat dat mij zo bezighield, maar wel dat er dus gedachten in ons kunnen opkomen, kunnen zijn, die ons geloof kunnen beroven van haar kracht.
Hoe vaak zijn er geen geloof-ondermijnende gedachten in ons hoofd zonder dat we ons daar maar bewust van zijn?
Hoe makkelijk zijn we soms niet geneigd om dingen maar te aanvaarden dat ze zijn zoals ze zijn, simpelweg omdat we niet (meer) kunnen geloven dat ze ooit nog zullen veranderen.

‘Ja, maar dat gold voor toen.’
‘Ja, dat gebeurt wel bij hem, maar niet bij mij.’
‘Ik heb maar een klein geloof.’
‘Ik ben nu eenmaal zo.’
‘Ik heb nu eenmaal geen goed voorbeeld gehad.’
‘Ik geloof er niet meer in.’
‘Ik geloof wel dat U alles kunt, maar …

Hoe vaak zijn verschillende van deze gedachten niet in mijn hoofd geweest de afgelopen jaren.
Hoe hebben ze mijn geloof en vertrouwen in de Heer toen niet ondermijnt en mij naar beneden getrokken en het dagelijkse leven zwaarder gemaakt.
En hoezeer liggen dit soort gedachten nu nog steeds niet op de loer om mij te bespringen op mijn meest kwetsbare momenten ...

En wat te denken van een opmerking als ‘Ik kan maar weinig voor je doen; ik kan alleen maar bidden’.
Hoe zeer ondermijnen we daarmee niet de kracht van gebed, als tegelijk ook ons geloof!
En misschien zijn er zo nog wel veel meer kleine of grotere gedachten die ons geloof ondermijnen.

Het nadenken over deze dingen deed mij ook weer beseffen hoeveel bijzondere dingen de Heer ook in mijn (en ons) leven heeft gedaan.
Verschillende daarvan heb ik dan ook opnieuw in mijn Stille Tijdschrift opgeschreven, want hoe erg is het eigenlijk wel niet, dat ik me door de andere dingen die gebeurden, mij soms (tijdelijk) liet beroven van de kostbare herinneringen aan de bijzondere en wonderlijke dingen die U ook hebt gedaan in mijn leven.
Welk een waarschuwing ligt hier gelijk niet in voor de tijd die nog voor mij -voor ons, ligt.
Het doet mij beseffen dat het belangrijk is om eens stil te staan en mezelf af te vragen, ja, om te bidden en Hem te vragen, welke gedachten er in mij zijn die mijn geloof van haar kracht berooft.

'Vangt ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, nu onze wijngaarden in bloei staan.'
Hooglied 2:15

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en vraag jezelf eens af:
zijn er in jou gedachten die
je geloof beroven van haar kracht?
Neem de tijd en schroom niet
om eens bij deze vraag stil te staan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en probeer eens te bedenken
welke gedachten het kunnen zijn die
je geloof kunnen ondermijnen.
Neem de tijd, het zal je geloof en relatie
met de Heer alleen maar ten goede komen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, want soms zijn dingen
zo gewoon geworden dat we
eventuele gevaren niet meer zien.
Neem de tijd; vraag de Heilige Geest
om je in dit alles te leiden.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

‘Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.'

Ik zie (nog) geen genezing, maar ik geloof dat U Jehova Rapha bent, de God Die geneest.
Er zijn allerlei onzekerheden, maar ik geloof dat U Jehova Jireh bent, de God Die voorziet.
Oorlogen woeden, rampen en ongelukken gebeuren, maar ik geloof dat U bent, El Shaddai, de Almachtige God en Jehova Shalom, de God van Vrede.
Soms lijkt het alsof U mij niet ziet, maar ik geloof dat U bent, El Roï, de God Die mij ziet.
Alles hier op aarde is vergankelijk, verdwijnt of gaat dood, maar ik geloof dat U bent, El Olam, de eeuwige God.

Maar ik geloof dat U bent …

Het is in de diepte dat God kan tonen Wie Hij is en voor ons wil zijn.
Het is door moeilijkheden heen dat we kunnen groeien in geloof en vertrouwen.
Het is in tijden van tegenspoed dat Hij ons nog dichter tot Zich wil trekken.
Het is in tijden van beproeving dat zichtbaar wordt hoe diep ons geloof geworteld is.
Het is goed om te beseffen, dat er geen bergtop is, zonder een diep dal.

Welke gedachte, of misschien wel welke woorden, beroven ons van de kracht om te geloven?
Misschien goed om eens met regelmaat bij stil te staan en samen met Hem naar te kijken.
Dat de woorden van het volgende gedichtje tot steun en bemoediging mogen zijn, ja, ook een reminder aan wat is en nog komt.

In tijden van tegenspoed,
of als het leven moeilijk is en zwaar,
houd vast aan Mijn Woord
als Ik zeg: Ik ben daar!

Als het duister je omringt,
er geen licht meer is aan de horizon,
vergeet dan niet dat Ik
het kwaad overwon!

Als er geen genezing komt,
en je dagen gevuld met moeite en pijn,
blijf zien op wat eens komen gaat,
op wat eens zal zijn!

Eens zal Ik alle tranen drogen,
komt er een nieuwe hemel en aarde.
Mijn kind, blijf geloven en vertrouwen
op wat Ik je in Mijn Woord openbaarde. 

Mag de Heere je zegenen met dat wat je nodig hebt aan Liefde, Geloof, Kracht, Moed, Hoop en Vertrouwen.

Een liefdevolle Groet,
Rita



'Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door Mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. 

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord bewaren en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. '

Johannes 14:21,23

zondag 16 februari 2025

Week 8 - Liefde ...
Citaat

‘Er is niets dat een grotere aantrekkingskracht heeft op onze Heer
dan de liefde die alles opoffert en zich tevreden stelt
met niets minder dan Hemzelf.
Aan zulk een liefde is het dat Christus Zich openbaart.
Hij had ons lief en gaf Zichzelf voor ons over.
Christus’ liefde heeft onze liefde nodig waarin deze zich kan openbaren.
Het is tot onze liefde dat Hij het woord spreekt:
‘Zie, Ik ben met u al de dagen.’
Het is liefde die dat woord aanneemt
en zich erin verheugt en erin leeft.’

Andrew Murray



Lees hierbij ook het blogje  >> 'Liefde ontmoet elkaar' en zie hoe bijzonder de Heer dingen bij elkaar kan brengen om er iets moois uit te doen voortkomen.

zondag 9 februari 2025

Week 7 - De grote Vraag ...

Met het lezen van het volgende hoofdstukje uit het Dagboek, werd mij al snel duidelijk dat Murray nog niet klaar is met de woorden van Jezus ‘Ik ben met u alle dagen’.
Ook zag ik hoe dit hoofdstukje aansluit bij het laatste stukje van het citaat van hem dat ik in mij vorige blogje plaatste.
‘O christen, geloof toch dat ….’
Ik kan dus ook niet anders dan ook hier een blogje aan wijden.

Gelooft u dat?
Het Bijbelvers dat Murray bij dit hoofdstukje geeft, komt uit Mattheüs 9, om precies te zijn uit een klein gedeelte -vs. 27 tot 31, waar boven staat: ‘De twee blinden’.
Het tweede gedeelte van vers 28 is wat hij boven de overdenking plaatste en van waaruit hij mij meeneemt naar ‘De grote Vraag.’
‘Gelooft u dat Ik dat kan doen? Zij zeiden tegen Hem: Ja, Heere.’
Gelooft u dat?

‘En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.
Marcus 9:23,24

‘Jezus zei tegen haar (Martha): Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, al was hij gestorven, en een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in de eeuwigheid. Gelooft u dat? Zij zei tegen Hem: Ja, Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, Die in de wereld komen zou.’
Johannes 11:25-27

Murray wijst erop dat met wat wij gezien en gehoord hebben van de Here Jezus, ons hart wel bereid is om samen met Martha te zeggen: ‘Ja, Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God’, maar dat als het er op aan komt om Zijn woorden te geloven betreffende Zijn opstandingskracht in ons als ook Zijn blijvende tegenwoordigheid in ons, het dan soms een ander verhaal is.
Toen ik hierover ging nadenken, kwamen er door deze woorden een hele ris van vragen in mijn gedachten.

Geloof ik dat Hij de Christus is, de eniggeboren Zoon van God?

Geloof ik werkelijk dat Hij is Die Hij zegt dat Hij is?

Geloof ik dat Hij kwam om mij te redden?

Geloof ik dat Hij mij gekocht en betaald heeft met Zijn bloed?

Geloof ik dat ik daardoor nu Zijn kind ben, en dat God ik mijn Vader mag noemen?

Geloof ik dat ik door Zijn offer voor mij, nu het eeuwige leven heb? Dat ik straks voor altijd bij Hem mag zijn?

Mijn gedachten gingen voort.
Geloof ik …

Geloof ik dat Hij van mij houdt en voor mij zorgt?

Geloof ik dat ik de Heilige Geest -als onderpand, als voorschot op mijn erfenis, ontvangen heb toen ik tot geloof kwam?

Geloof ik dat Hij in mij is en in mij woont?

Geloof ik dat de almachtige, alomtegenwoordige, onveranderlijke Christus, onze Verlosser, ook echt iedere dag, ja, de gehele dag, met mij zal zijn?

Geloof ik Zijn woorden als Hij tegen mij zegt: ‘Ik ben met je alle dagen tot aan de voleinding van de wereld?’

Op alle vragen schreef ik direct ‘Ja’ erachter, behalve de laatste; daar wilde ik niet zomaar ja op zeggen.
Ik stopte mijn Stille Tijd bij deze vraag en liet hem open tot de volgende dag.
Toen schreef ik na de vraag opnieuw opgeschreven te hebben: ‘Ja, ik geloof Heere, maar kom mijn ongeloof te hulp!’

Ja, ik geloof …, ik kon niets anders zeggen, niet na ja gezegd te hebben op al die vragen.
Immers, hoe kan ik daar ja op zeggen en op deze dan nee?
Maar mens als ik ben, kan ik ook niet anders dan er achter zetten: Kom mijn ongeloof te hulp!


Afgelopen weekend ...
Mijn gedachten gaan naar afgelopen weekend, en in het bijzonder naar de zondagmorgen.
Wat was mijn hart vol van Zijn Woord door waar ik mee bezig was geweest* en het weer was niet alleen in overeenstemming met hoe ik mij voelde, nee, het versterkte het ook.
Met het uitlaten van onze Jaylinn, lopend tussen de weilanden waar alles in het gouden zonlicht schitterde als diamantjes, -bomen, struiken, gras, alles was immers met rijp bedekt; de blauwe lucht boven mij, en de zon die mij met haar warme stralen omarmde; och, mijn hart zwol op van vreugde en als vanzelf kwamen lofliederen op mijn lippen en ik zong zachtjes.
En ik geniet, van het moment, van deze dagen.
Ik zou willen dat het altijd zo was, ik me altijd zo kon voelen, ik zou dit maar wat graag vasthouden.
Maar ik weet dat dit niet zo zal zijn, dit soort momenten zijn momentopnames, maar die ochtend doet het me stilstaan en omhoog kijken en bedenken dat het straks bij Hem zo ongeveer moet zijn, maar dan nog mooier, nog volmaakter, en voor altijd en eeuwig.
En ik dank Hem voor deze dagen, voor dit moment, voor de vastgelegde herinnering in de vorm van een foto als gedenkteken.


Maandag is het weer nog steeds prachtig, maar dinsdag is alles grauw en grijs als ik opsta.
Al het mooie en schitterende is weg.
De zon heeft zich teruggetrokken en zich verscholen achter de wolken, en van die prachtige zonovergoten dagen met alles door rijp overdekt, en waardoor alles schitterde als kleine diamantjes is niet meer over.
Het moment is voorbij, maar wat ga ik doen met de herinnering?

Als ik deze morgen ons hondje uitlaat, bedenk ik me dat ons geloof soms net is als het weer, soms zelfs wel een beetje afhankelijk lijkt van wat voor weer het is.
Hoewel het minder koud is dan zaterdag en zondag, voelt het kouder, en ik merk aan mijzelf dat ik als vanzelf diep wegduik in mijn jas en vlug doorstap zonder de neiging te hebben om om mij heen te kijken, en van genieten als afgelopen dagen is geen sprake.
Ik stap zo stevig als mogelijk is door om toch vooral maar weer snel naar huis te kunnen.
Bij de schaapjes kijk ik even op en zeg ze goedemorgen, zoals altijd 😊, maar verder …
Toch, teruglopend, komt ineens dit besef binnen, dat ik mij mee laat nemen door het grauwe grijze weer, en dat hoewel de omgeving nu dor en doods is door het gebrek aan rijp en zonlicht, God nog steeds Dezelfde is.
Om mij heen mag alles steeds veranderen, op en neer gaan, maar Hij is en blijft altijd Dezelfde.
En voor een klein moment ga ik weer stilstaan, kijk naar boven naar de grauwe lucht en met een glimlach op mijn gezicht vervolg ik al zachtjes zingend mijn weg naar huis.

Hoe makkelijk en heerlijk is het om Hem te loven en te prijzen, te genieten van al het goede dat Hij geeft als alles goed en voorspoedig gaat.
‘Ja, Hij is bij ons alle dagen!’; juicht het dan in ons.
Maar hoe lastig, hoe moeilijk is het soms om vast te houden aan dat geloof in zware en moeilijke tijden, vooral als we niets zien of voelen; als alles grauw is en troosteloos, dor en doods.
Het deed mij terugdenken aan de tekst op een postertje die ik heb gehad; het postertje heb ik allang niet meer, maar de tekst ben ik nooit vergeten.
Soms raakt het op de achtergrond om op momneten als deze ineens weer in mijn gedachten te komen.

‘Ik geloof in de zon, ook als hij niet schijnt.
Ik geloof in de liefde, ook als ik die niet ervaar.
Ik geloof in God, ook als Hij zwijgt.’

‘Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld!’
Geloof je dat?

Geloven, ook als het donker is,
het stil blijft, je niets ervaart.
Vasthouden aan wat Hij zegt
tot de storm weer bedaart.

Geloven, ook als alles dor is en
je snakt naar een teken van leven.
Vasthouden aan wat Hij eerder deed,
aan wat Hij eerder heeft gegeven.

Geloven, ook in tijden van zorg,
van pijn, moeite en verdriet.
Vasthouden aan Zijn Woord:
‘IK verlaat je niet!’

Geloven, vasthouden aan,
vertrouwend voort blijven gaan.
Want Hij Die heeft gesproken,
heeft alles reeds doorstaan.

Daarom, geloof Zijn woord
als Hij zegt:
‘Ik ben met u alle dagen!’
Want Hij Die beloofd heeft
is getrouw;
en zal ons er doorheen dragen.



Geloofsgetuigen
Toen ik afgelopen week met deze dingen bezig was, schrijvend, denkend, kwam Hebreeën 11 in mijn gedachten, het hoofdstuk met alle Geloofsgetuigen.
Het hoofdstuk lezend, kwam ik daarbij tot het besef dat dit een hoofdstuk is om voor altijd te onthouden, voor zowel in goede, als minder goede of slechte tijden.
Ja, misschien wel vooral in slechte tijden, omdat het aanspoort om net als al deze mensen die ons zijn voorgegaan, vol te houden en onze ogen te blijven richten op Gods beloften.
In vers 27 staat een prachtig klein zinnetje over Mozes, en het voelt voor mij alsof ik dit, samen met de woorden ‘Door het geloof’ mezelf moet blijven voorhouden:
‘Want hij bleef standvastig als zag hij de Onzichtbare!’

Zijn dit geen prachtige, aansporende woorden om naast de woorden van de Here Jezus te leggen als hij zegt: ‘Ik ben met je alle dagen tot aan de voleinding van de wereld.'
Standvastig vasthouden in alle omstandigheden aan Zijn woord, aan Zijn belofte ‘Ik ben met je’, alsof Hijzelf voor je staat in je donkerste uur en deze woorden rechtstreeks tot je spreekt.

Ik ben met je!
Ik ben met je alle dagen!
Ik ben met je alle dagen tot aan de voleinding van de wereld!
Laten we onszelf deze woorden inprenten, keer op keer, elke dag weer, zodat als er zware tijden komen ze ons zo eigen zijn, dat ze te midden van alles door ons hoofd en hart blijven weerklinken. 

Mag de Heere je zegenen met Zijn licht, Zijn vrede en liefde.
Dat Zijn woord ingang mag vinden in ons hart, ons in de ruimte brengen en onze voeten vast doen staan op de Rots.

Shalom, Blessings
en een liefdevolle groet,
Rita


👉 *Je bent zó Geliefd!

zondag 2 februari 2025

Week 6 - Zekerheid
Citaat

 ‘En als dit* Degene is Die tot mij komt in mijn dagelijkse leven
en aanbiedt met mij te wandelen
en mijn sterkte en mijn vreugde en mijn almachtige Bewaarder te zijn,
dan kan ik toch zeker niet verwachten dat Hij bij mij blijft
als mijn hart zich niet in een zo mogelijk nog diepere eerbied buigt,
in een overgave aan een leven van lofprijs en dienst
die de LIEFDE Die mij verlost heeft waardig is.

O christen, geloof toch
dat het Lam in het midden van de troon
waarlijk de belichaming is van die almachtige heerlijkheid
van de eeuwige God en van Zijn liefde.
En geloof dat,
wanneer u dit Lam van God
als uw almachtige Herder en getrouwe Bewaarder bezit,
het beslist niet mogelijk is dat
de gedachten en de zorgen van de aarde bij machte zullen zijn
om u ook maar één enkel ogenblik
van Zijn liefde te scheiden.’

Andrew Murray


* Zie vorige Blogje

maandag 27 januari 2025

Week 5 - Wie is het die deze woorden spreekt?
‘Ik ben met je, alle dagen.’
Neem de tijd ... (35)


‘Want het Lam dat in het midden van de troon is, zal hen weiden.’
Openb. 17:7a

‘Deze zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat.’
Openb. 14:4b

Met deze verzen uit Openbaring neemt Murray mij mee terug naar de woorden uit Mattheüs 28:20 – ‘Zie, Ik ben met u alle dagen!’, dit om mij te wijzen op Wie het is Die alle dagen met mij is.

‘Wie is het Die alzo spreekt?
Wie is Hij?
We moeten de tijd nemen om Hem goed te leren kennen,
als wij willen begrijpen wat wij van Hem kunnen verwachten
wanneer Hij ons aanbiedt om alle dagen met ons te zijn.’

Andrew Murray


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om te zien
Wie het is Die tegen ons zegt:
‘Ik ben met u, alle dagen!’
Neem de tijd om te leren kennen
Hem Die aanbiedt om met ons te zijn.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om Hem te leren kennen,
want alleen dan kunnen we begrijpen
wat we kunnen verwachten.
Neem de tijd en vraag jezelf toch af:
Wie is Hij Die dit heeft beloofd.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en zie het Lam
als geslacht in het midden van
de troon in de heerlijkheid van God.
Neem de tijd, tot je vol eerbied en ontzag
in aanbidding neerbuigt voor Wie Hij is.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

Wie is Hij?
Wat behoorlijk bij mij binnenkomt, is het feit dat Murray mij niet meeneemt naar de Evangeliën om mij van daaruit te laten zien Wie Jezus is, maar naar Openbaring.
Hoewel het mij in eerste instantie even verraste, was dat ook maar slechts voor een heel kort moment, want hoe logisch is het eigenlijk niet!
Met deze woorden ‘Ik ben met u’ gaat het immers niet zozeer om wat Hij heeft gedaan, maar om waar Hij nu is, namelijk op de Troon aan de rechterhand van Zijn Vader!
Op de ‘Overwinnaarsplaats!’

Met het nadenken over deze dingen komen de volgende gedachten in mij op.
Het karakter, de gezindheid van de Here Jezus werd duidelijk met Zijn komst en tijdens Zijn leven op aarde.
Zijn gehoorzaamheid, liefde en toewijding in de weg die Hij is gegaan naar het graf.
Maar Wie Hij is, wordt duidelijk op de plaats waar Hij nu is: ‘Het Lam als geslacht te midden van de troon!’  (Openb. 5:6,9,12)
Het is Openbaring 5 waar Murray naar verwijst en waar het meer dan duidelijk wordt Wie Hij is, en daarmee dus Wie het is Die tegen ons zegt: Ik ben met u!
Het is echt bijzonder om dit hoofdstukje helemaal -zelfs meerdere keren, te lezen, zeker in het licht van deze woorden van de Here Jezus.
Het is teveel om het hele hoofdstukje hier te plaatsen, daarom alleen enkele verzen:

Openb. 5:5
‘En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.’

Openb. 5:8,9
‘En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen. En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.’

Openb. 5:12,13
‘En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging. En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.’

De gekruisigde Christus zit op de troon aan de rechterhand van Zijn Vader.
De gekruisigde Christus, Die zowel Leeuw van Juda en het Lam als geslacht is, in het midden van de Troon alle lof, dank, eer en aanbidding ontvangend, omdat Hij dit waard is.
De Leeuw van Juda, vol macht en gezag.
Het Lam als geslacht, in nederige gehoorzaamheid aan Zijn Vader het Volmaakte Offer geworden voor de gehele mensheid, is Overwinnaar geworden over zonde en dood en over elke duistere kracht en macht, ja, Hij heeft satan overwonnen!
Halleluja!

‘Hij, Die woont in de heerlijkheid van de Vader,
voor Wien de hele hemel buigt in nederige aanbidding
- is niemand minder dan Hij Die aanbiedt mijn Metgezel te worden,
om mij als een herder, die zorgt voor elk afzonderlijk schaap,
te leiden en mij zo te maken tot een van hen
die het Lam volgen waar Hij ook heengaat.’

Andrew Murray

‘En zie, Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld!
Amen’


Wat kan het leven ons benauwen.
Wat kan het leven moeilijk zijn en zwaar.
Wat kan het donker en duister zijn, door de zwaarte van zorgen, angst, verdriet of pijn.
Welk een moeilijkheden en problemen kunnen onze dagen kleuren.
Wat kan het ons door alles dat gebeurt ontbreken aan moed en kracht.
Wat kan het leven soms te zwaar zijn om te leven, en ontmoedigd dreigen we te bezwijken onder onze last.
Het zicht ons ontnomen, ons gevoel dor en doods.
Maar te midden van dit alles zijn daar nog steeds deze woorden van de Here Jezus: ‘Ik ben met je alle dagen!’
Ik, Die de overwinning heb behaald!
Ik, Die zit op de Troon aan de rechterhand van Mijn Vader!
Ik, Die leef en daar altijd voor je pleit!

Mijn gedachten gaan naar een oud gedichtje dat ik eens heb geschreven: Kijk omhoog!

Kijk omhoog
naar Mij.
Richt je blik
op wie Ik ben.
Mijn handen
zijn onder jou.
Ik ben Degene
die jou bij name ken.

Kijk omhoog
naar Mij.
Richt je blik
dagelijks op Mij.
Ik ben en zal
er altijd voor je zijn.
Ik ga dagelijks
mee aan je zij.

Kijk omhoog!
Met dit gedichtje komen gelijk ook de woorden ‘Bedenk de dingen die van boven zijn’ in mijn gedachten.
We worden zo aangespoord om onze blik naar boven te richten, onze géést op Hem te richten, op Wie Hij is en op wat Hij zegt, op wat ons wacht.

‘Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn, en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God! Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.’
Kol. 3:1-4

Bedenk de dingen die boven zijn!

‘Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.’
Hebreeën 4:15

‘…, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.’
Hebr. 7:25b

Zie, De Leeuw van Juda!
Zie, het Lam als geslacht!
Zie, Ík ben met je alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld!

Kijk omhoog!
Bedenk de dingen die boven zijn!

Ik ben met je
alle dagen.
Ik, Jezus, Gods
eniggeboren Zoon.
Ik, Die vanuit de hemel
naar de wereld kwam,
leed en stierf voor jou,
maar nu zit op de Troon!

Ik ben met je
alle dagen van je leven.
Ik, Die de overwinning over
zonde en dood heb behaald.
Ik, voor Wie eenieder in de
gehele hemel in aanbidding buigt,
heb de weg voor jou bereid,
ja, met Mijn bloed betaald.

Zie, Ik ben met je
alle dagen van je leven.
Ik, Jezus, ben jouw
dagelijkse Metgezel.
Zie op Mij, elke dag
en in elke omstandigheid.
Laat Wie Ik ben in alles het
belangrijkste zijn dat telt.

‘Want Hij Die in mij leeft, is machtiger dan hij die de wereld bezielt.’
1 Joh. 4:4b

‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.
Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.’
Romeinen 8:35-39

Gods rijke en onmisbare zegen voor deze komende week.
Laten we niet vergeten Wie het is Die elke dag onze Metgezel is!

Een liefdevolle groet,
Rita

zondag 19 januari 2025

Week 4 - Zwak en toch sterk!
Citaat


'Het is de discipel van Christus
die verstaat dat alle macht aan Hem is gegeven,
en van Hem moet worden ontvangen uur na uur,
die de noodzaak zal voelen van dat kostbare woord
en de kracht ervan zal ervaren:
'Zie Ik ben met u al de dagen.'
Ik, de Almachtige.'

Andrew Murray
 
🌴 🌴 🌴

'Maar Hij heeft tegen mij gezegd:
Mijn genade is voor u genoeg,
want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.

Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden,
opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
Daarom heb ik een behagen in zwakheden,
in smadelijke behandelingen, in noden,
in vervolgingen, in benauwdheden,
om Christus' wil.
Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.'

2 Korinthe 12:9,10 

zondag 12 januari 2025

Week 3 - Geloof en Vertrouwen

Het citaat van vorige week teruglezend, als ook het blogje ervoor, brengt twee woorden in mijn gedachten; woorden die aangeven waar het om draait, woorden die ook aan het eind van het blogje terugkomen: Geloof en Vertrouwen.
En daar wil ik deze week aan de hand van een ander citaat van Murray bij stilstaan.

‘Laat ons geloof in Christus, de Alomtegenwoordige,
in het rustig vertrouwen zijn dat Hij ons elke dag en elk ogenblik
zal bewaren als Zijn oogappel,
ons in volmaakte vrede zal houden
en ons met zekerheid al het licht en de kracht zal geven
die wij in Zijn dienst nodig hebben.’

Andrew Murray

In het blogje ‘Ik ben met u!’ zien we dat de Alomtegenwoordige Christus ook de Almachtige Christus is, dat Zijn woorden geen loze woorden zijn, maar dat Hij werkelijk alle macht heeft om te doen wat Hij zegt, en dat Hij al menige belofte bewaarheid heeft.
En ja, dan blijft er maar één ding over: hoe gaan wij om met wat Hij zegt; wat is onze reactie daarop, wat doen we ermee?
Ik weet niet hoe dat bij jou is, maar ik vind het soms best moeilijk om in te gaan tegen wat ik ervaar; gevoelens kunnen zo sterk en krachtig zijn, zo allesoverheersend, en om dan te kiezen om daarin niet mee te gaan, of aan overgeven kost soms de nodige strijd.

Ik weet, het is niet de eerste keer dat ik over deze dingen schrijf, met een bepaalde regelmaat komen deze dingen op de een of ander manier terug in mijn blogjes, maar ik geloof dat het belangrijk is om hier steeds opnieuw bij stil te staan.
Denkend aan het blogje ‘Voedsel voor de Ziel’ op mijn andere Blog maakt dat ook duidelijk.

*‘Worstelen om te Groeien’
Al met al brengen deze gedachten mij bij een gedeelte uit een gedichtje dat heet ‘Worstelen om te groeien’. 

Vrees de strijd en worsteling niet
als je geloof zwak is en klein.
God gebruikt het om ons te leren
dat Hij altijd en in elke omstandigheid
onze hulp en kracht zal zijn.

Ik denk dat niemand van ons graag door lijden heengaat, pijn, verdriet, ziekten, moeiten en zorgen in zijn leven heeft; ik kan me tenminste niet voorstellen dat iemand dit op zou zoeken als hij daarin de keuze had.
Maar toch zijn het juist deze periodes waarin we de Heer (steeds beter) kunnen leren kennen
Juist in de moeilijke dagen van ons leven wil ons Hij laten zien Wie Hij is, en dat Hij doet wat Hij belooft.
Het is juist in de donkere tijden van ons leven waar we kunnen leren groeien in geloof en vertrouwen, omdat we dan de mogelijkheid hebben om Zijn Woorden bewaarheid te zien worden.
Het is ook juist in deze tijden, dat ons geloof en vertrouwen op de proef wordt gesteld, getest wordt op haar echtheid.

Geloof.
Vertrouwen.
Worstelen daarmee.

Een gesloten hemel.
Een hemel van koper.
Waar bent U?

Ons binnenste wrikt en wringt.
Kan ik nog, wil ik nog geloven?
Waar bent U dan?

Waarom?
Hoelang nog?
Waartoe?


‘Laat ons geloof in Christus, de Alomtegenwoordige,
in het rustig vertrouwen zijn dat Hij ons elke dag en elk ogenblik
zal bewaren als Zijn oogappel,
ons in volmaakte vrede zal houden
en ons met zekerheid al het licht en de kracht zal geven
die wij in Zijn dienst nodig hebben.’

Geloof en Vertrouwen
Terugkomend bij het citaat is het ineens alsof Murray met deze woorden naast mij komt staan, mijn handen vastpakt en mij bemoedigend aanspoort met zijn woorden.
‘Laat ons geloof in …’
Niet: laat jóuw geloof, nee, laat óns geloof in de Here Jezus, in de Alomtegenwoordige …
Alsof hij tegen mij zegt:
Kom Rita, laten we samen rustig vertrouwend geloven in Hem; dat Hij, voor Wie wij zo belangrijk zijn, en Die zoveel van ons houdt, echt elke dag, ja, elk moment over ons waakt; dat Hij, Die de vredevorst is, ons in Zijn vrede houdt en laten we samen vasthouden aan de zekerheid dat Hij ons alles zal geven wat we nodig hebben aan licht en kracht om te kunnen doen wat Hij van ons vraagt.

Samen, en niet alleen, want we hebben elkaar zo nodig, en in deze tijd en in de tijd die nog komen gaat, meer dan ooit.
Samen, en niet alleen, want een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken! (Pred. 4:9-12)
Samen, om elkaar te bemoedigen, te troosten, te scherpen, om van elkaar en met elkaar te leren, elkaar dienende met de gaven die Hij ons gegeven heeft tot eer van Hem.

En zo reik ik, als het ware samen met Murray, vandaag mijn hand uit naar jou:
Kom, pak mijn hand en laten we samen op weg gaan.
Laten we sámen rustig vertrouwend geloven in Hem.
Als één van ons het dan moeilijk heeft,
kunnen we elkaar bemoedigen en ondersteunen,
elkaar eraan herinneren hoe kostbaar we zijn in Zijn ogen,
hoe waardevol, en hoeveel Hij wel niet van ons houdt.
Dan kunnen we elkaar als het nodig is, toespreken
en voorhouden: Hij zorgt voor je en Hij waakt over je;
elke dag, elk moment, elk ogenblik,
want dat heeft Hij Zelf gezegd.
Dan kunnen we elkaar troosten
door te wijzen op het feit dat Hij de Vredevorst is,
en dat als wij in Hem blijven,
Hij ons in Zijn volmaakte vrede houdt,
een vrede die elk verstand te boven gaat.
Dan kunnen we elkaar sterken
door ons samen te focussen op Zijn Woord,
waar Hij beloofd heeft dat Hij ons alles
zal geven wat we nodig hebben.
Ja, kom pak mijn hand en laten we samen op weg gaan,
rustig vertrouwend en gelovend in Hem,
die ons in alles is voorgegaan.

‘En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei:
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
...
En zie, Ik ben met u al de dagen,
tot de voleinding van de wereld.
Amen.’

Mattheüs 28:18 en 20


‘Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten. Ja, wij hadden voor ons eigen besef het doodvonnis zelf al ontvangen, opdat wij niet op onszelf zouden vertrouwen, maar op God, Die de doden opwekt.
Hij heeft ons uit zo'n groot doodsgevaar verlost, en Hij verlost ons nog. Op Hem hebben wij de hoop gevestigd dat Hij ons ook verder verlossen zal, terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed, opdat door velen dankzegging voor ons gedaan wordt voor de genadegave die door velen tot ons is gekomen.'

2 Korinthe 1:8-11

‘En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft.'
Filippenzen 4:12-13

‘En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.
Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.’

1 Korinthe 12:26,27

'Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.'
Filippenzen 4:6-7

‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.’
Efeze 6:12

‘Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.’
Hebreeën 4:15

‘Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde. Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.’
Johannes 15:9-11

‘Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd:  Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten. Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?

Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.’

Hebreeën 13:5b,6,8

Geloof en vertrouwen
heeft tijd en ruimte nodig
om te kunnen groeien;
het betekent overgave,
sterven aan jezelf,
eer je kunt bloeien.

Geloof en vertrouwen;
hoogten en diepten,
op bergen en in dalen;
laten we niet vergeten
waar de meeste winst
valt te behalen.

Geloof en vertrouwen;
vrees de strijd en
de worsteling niet,
maar houd vast aan
elke belofte die Hij
je in Zijn Woord biedt.

Als ik voor je kan bidden, schroom niet en gebruik het contactformulier rechts onderin.
Gods rijke zegen voor de komende week,
en een liefdevolle groet,

Rita

👉 ‘Worstelen om te groeien’