zondag 15 juni 2025

Week 25 - De Kracht van Gebed!

Een speciaal blogje voor op een speciaal zondag.

Vandaag is het de Zondag voor de Vervolgde Kerk.
Een jaarlijks terugkerende dag voor alle kerken in Nederland en in Vlaanderen, georganiseerd door OpenDoors.
Deze dag is altijd de eerste zondag na Pinksteren, omdat toen, na de uitstorting van de Heilige Geest, de vervolging begon.
Ik hoop dat jouw gemeente er ook aan mee doet, en zo niet, neem eens een kijkje op de website van Open Doors, lees er over en bespreek het in je gemeente om hier ook één zondag per jaar apart voor te zetten.
Hoe mooi is het om -al is het één dag per jaar, een dag te hebben dat alle verschillen en geschillen wegvallen, omdat we met elkaar maar één doel voor ogen hebben: namelijk samen biddend rond onze broers en zussen staan die vervolgd worden.
Immers, ‘Als één lid lijdt, lijden alle leden mee!’ (1 Kor. 12:26a)
En laat het vervolgens zo binnenkomen, je hart zo raken, dat je waar mogelijk, dagelijks de rugdekking wordt voor hen.


>> Opwekking 471 – Heer, raak mijn hart aan 

                       
Hoeveel jaar het inmiddels is, weet ik niet meer, maar al heel wat jaar komen we met een vast groepje vrouwen iedere laatste vrijdag van de maand bij elkaar om speciaal te bidden voor de Vervolgde Vrouwen.
Voorheen waren er vijf verhalen, tegenwoordig nog drie, en hoewel we er na zoveel jaar even aan moesten wennen, is het goed zo, want de ochtenden waren soms heel erg zwaar, zo schrijnend, afschuwelijk huiveringwekkend waren -en zijn, vaak de verhalen.
Er waren met vijf verhalen soms vrijdagen bij dat ik echt zo moe thuiskwam, dat er niets meer uit mijn handen kwam.
Maar ook de drie verhalen hebben soms nog genoeg impact om je de rest van de dag van slag te maken, zo schokkend is het soms.
De prijs die onze vervolgde zusters (en broers) betalen voor hun geloof is heel hoog; vooral als zij zich van de Islam bekeerd hebben tot een volgeling van Jezus.
Daarom bij deze ook een oproep om er eens over na te denken om je aan te sluiten bij één van de Gebedsgroepen voor de Vervolgde Vrouwen, of start er zelf één.
Via de hier onderstaande link kun je er alles over lezen:
>> VrouwenGebedsGroepen

De afgelopen week las ik het boek ‘Undercover voor God’ van Dick Langeveld en Ben Hobrink.
Het is goed om dit soort boeken, boeken over de Vervolgde Kerk/Vervolging te lezen, vooral gezien de tijd waarin we nu leven.
In de laatste jaren komen er steeds meer Kerken/Gemeenten bij waar lijden geen plaats heeft, soms zelfs niet mag zijn; waar men doet alsof ziekte niet hoeft te bestaan en dat iedereen maar genezen wordt.
Ooit heb ik zelfs een bekende buitenlandse voorganger met trots horen verkondigen dat hij nog nooit ziek was geweest; ja, op één keertje na dan, maar dat was zijn eigen schuld, hij had niet goed om zichzelf gedacht.
Ik vraag me werkelijk af hoe al deze kerken kijken en omgaan met de Vervolgde Kerk, met het lijden waarmee deze mensen hebben te maken; met de ziektes en trauma’s die zij oplopen doordat zij voor Jezus hebben gekozen en daarom gevangengenomen worden, gemarteld en ziek worden van de omstandigheden waar ze in verkeren.
Mijn hart huilt hierom, en niet alleen mijn hart, soms lopen de tranen om hun verhalen, om hun pijn en lijden over mijn gezicht, en kijk ik naar boven: ‘Oh God, hoe kunt U dit aanzien? Hoe … …’, om vervolgens mijn hoofd te buigen in verootmoediging en gebed voor hen.

Maar er is ook nog een andere kant, een ander gevaar aan deze kerken en gemeenten met wat ze verkondigen, namelijk dat als de vervolging hier komt, en die gaat zeker komen, is er al een klein beetje, vele mensen het spoor en hun houvast misschien wel kwijtraken, omdat ze niet weten hoe om te gaan met lijden.

In het boek ‘Undercover voor God’ vertelt Dick ook veel over zijn reizen naar Roemenië en Bulgarije nog voor dat ook daar een einde kwam aan het communisme.
Hij zegt het volgende: ‘Na de omwenteling ben ik nog menig keer in Roemenië en twee keer in Bulgarije geweest. In de jaren na de omwenteling kreeg de kerk in die landen te kampen met nieuwe uitdagingen en nieuwe verzoekingen. Veel christenen waren niet voorbereid en daardoor niet opgewassen tegen de verzoekingen die vrijheid met zich meebrengt.
Zijn wij voorbereid en opgewassen tegen de verzoekingen die vervolging met zich mee brengt?

We zullen de lessen van de Vervolgde Kerk hard nodig hebben om te kunnen standhouden als ook hier vervolging komt.’

Wat kunnen de verhalen van onze vervolgde broers en zusters ons helpen om onze ogen op God te richten, onze hulp van Hem te verwachten, zelfs in de moeilijkste omstandigheden.
Zelfs nu er hier nog nauwelijks vervolging is, kunnen hun verhalen en hun getuigenissen ons helpen en bemoedigen.
Laten we toch onze ogen niet sluiten voor de Vervolging die gaande is en die al vele mensenlevens heeft geëist!
Laten we onze ogen toch niet sluiten voor hen die onze broers en zusters in de Heer zijn!
Laten we opstaan en onze plaats naast hen -ook al is dit niet fysiek, innemen door hen te brengen bij de troon van Genade.

‘Denk aan de gevangenen alsof u zelf ook gevangen bent,
en denk aan hen die slecht behandeld worden,
alsof u ook zelf lichamelijk slecht behandeld wordt.’

Hebreeën 13:3

‘En de Koning zal hun antwoorden:
Voorwaar, Ik zeg u:
voor zover u dit voor een van deze geringste broeders
 van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’

Mattheüs 25:36,40

Vervolgde en Biddende Kerk

Laten wij die in vrijheid leven
een Biddende Kerk zijn,
die de rugdekking is
voor de Vervolgde Kerk.
Laten wij onze ogen niet sluiten,
dan alleen om te bidden,
opdat zij kunnen volharden,
standvastig zijn en sterk.

Laten wij doen wat Jezus gebood,
en omzien naar hen die lijden;
die vervolgd worden om hun
geloof in ónze Geliefde Heer.
Laten we niet vergeten dat alles
wat we voor hen hebben gedaan,
we vóór Hém hebben gedaan, en
dat dit alles strekt tot Zijn glorie en eer.

‘Hoe zwak is een regendruppel als die op de aarde valt.
Maar als vele druppels verenigd zijn in één stroom
en aldus één lichaam worden,
hoe snel wordt de kracht dan onweerstaanbaar!
Van dien aard is de Kracht van ware eenheid in Gebed.’

Andrew Murray

Mag de Heere ons zegenen met een hart dat hoort, ziet en meelijdt, dat net als het Zijne met ontferming bewogen raakt, en dat zich automatisch buigt en verootmoedigt voor Hem om te bidden voor hen in nood.
‘Heer, raak ons hart aan en maak ons bereid!’

Een gezegende week,
en een liefdevolle groet,
Rita


👉 Open Doors

Je kunt ook de speciale Petitie 'Breek de Stilte' tekenen om een stem te geven aan de miljoenen christenen die door bruut geweld uit Africa zijn verdreven.
Volg de link hieronder en bekijk het filmpje en lees er meer over.
👉 Teken de Petitie


Aanbevolen om te lezen:
👉 Gods smokkelaar
👉 Undercover voor God
👉 Een leven op het Altaar


Indrukwekkende romans om te lezen zijn ook o.a.:
👉 Oog in oog met Jezus
Samaa Habib (met Bodie Thoene)

En de boeken van:

👉 C. Hope Flinchbaugh

zondag 8 juni 2025

Week 24 - Begrijpen wij dat?

 
'Hoe weinig begrijpen Gods kinderen ervan
dat dit nu precies het enige is dat ze nodig hebben,
om in stilte voor God te wachten totdat Zijn Licht
op hen en in hen en door hen heen schijnt.
Hoe zelden wordt begrepen dat, 
tenzij wij tijd genoeg nemen met God,
opdat Zijn Licht schijne in de diepten van ons hart,
het voor ons te vergeefs is om te verwachten
dat Zijn onmetelijke Liefde
ons hart kan binnendringen 
en ons leven vervullen.'

Andrew Murray

Alleen de ziel
die bereid is om tijd
te nemen en in stilte te wachten,
mag van zijn hemelse Vader verwachten,
dat Zijn Licht schijnt op, in, en door hem heen.

Alleen de ziel 
die bereid is om tijd
te nemen en in stilte te wachten,
mag van zijn hemels Vader verwachten,
dat zijn Licht schijnt tot in de diepte van zijn hart.

Alleen de ziel
die bereid is om tijd
te nemen en te wachten,
mag van zijn hemelse Vader verwachten,
dat Zijn onmetelijke Liefde zijn hart en leven vervult.

Begrijpen wij dat?

'Dit is de beminnelijke natuur van God;
Hij is Het Goede,
de onveranderlijke, overvloeiende fontein van goed,
Die niets dan het goede uitzendt tot in alle eeuwigheid.
Hij is de Liefde zelf,
de onvermengde, onmetelijke Liefde,
Die alles alleen vanuit die liefde doet,
Die niets dan gaven van liefde geeft
aan alles wat Hij gemaakt heeft;
Die niets verlangt van al Zijn schepselen dan
de geest en de vrucht van die Liefde
welke hen in leven riepen.'


Andrew Murray

zondag 1 juni 2025

Week 23 - De stralen van Gods Licht en Liefde ...

Zoals ik vorige week heb aangegeven, bevat het Dagboek ook een maand met korte artikelen (zoals Murray dit zelf noemt) die zeker ook heel waardevol zijn, maar niet direct voortkomen uit Bijbelteksten als bij de rest van het Dagboek.
Deze lees ik door en de dingen die mij aanspreken schrijf ik in mijn Stille Tijdschrift.
Maar vanmorgen (zaterdag 31 mei) is voor mij wel zo bijzonder dat ik niet anders kan dan achter mijn laptop kruipen en schrijven.

Het is inmiddels alweer een paar jaar geleden dat er in onze tuin achter, op een klein strookje grond -de rest van onze tuin is betegeld, allerlei verschillende bloemen groeiden.
We hadden er wat zaad ingestrooid en we zouden wel zien wat erop kwam; we houden namelijk wel van een beetje wilde bloemenzee.
Hoewel het inderdaad een aardige wildernis werd, waren de meeste bloemen die opkwamen best mooi.
Het hoe of wat weet ik inmiddels niet meer, maar op een prachtige dag vol zonneschijn en een aardig windje, bracht één van deze mooie bloemen mijn dichtershart in beweging en ik schreef een klein gedichtje van drie coupletjes.
Ik weet nog dat het voor mijn gevoel nog niet af was, maar waarom ik niet verder kwam, weet ik niet meer.
Wat ik wel weet, is dat het al die tijd is blijven liggen.
Ik had het gedichtje wel van het kladblaadje overgenomen op mijn telefoon in de notities, als ook de een paar foto’s die ik gemaakt had, maar die werden uiteindelijk opgenomen tussen alle andere foto’s op mijn telefoon en een paar ervan zijn inmiddels ook verwijderd (beetje dom) met ruimte maken; hierdoor zijn de foto's waar ze in de zon stonden te stralen verloren gegaan.
Een enkele keer kwam ik het gedichtje de afgelopen jaren tegen als ik iets opzocht, of een nieuwe notitie maakte, en hoewel het gedichtje en de herinnering mijn hart nog steeds beroerden, bleef het stil achter waar het was.
Inmiddels is het al heel lange tijd niet meer in mijn gedachten of blikveld geweest, maar vanmorgen als ik met het lezen van één van die artikelen bij een bepaalde zin kom, sprong het ineens in mijn gedachten en het leek wel alsof het speciaal hierop had liggen wachten; alsof ik het hier speciaal bij geschreven had.


‘Want dat de zon de ontluikende jonge knop die zich naar haar uitstrekt zal ontmoeten,
is niet voor de helft zo zeker als dat God, de Bron van alle goed,
Zich aan de ziel bekend zal maken
die ernaar verlangt deel aan Hem te hebben.’

We strekken onze kopjes uit naar de zon.
We koesteren ons in de warmte van haar stralen.
We bewegen mee in het ritme van de wind,
ten einde het beste uit onszelf te halen.

Kijk eens hoe mooi wij zijn.
Zie eens hoe wij openbloeien.
Zie, hoe prachtig onze kleur is,
hoe wij in onze bestemming groeien.

Zie, hoe zelfs als de zon verdwijnt,
donkere wolken haar licht bedekken,
de regen en wind ons doen buigen,
wij onze kopjes naar boven blijven strekken.

We blijven zoeken naar licht,
te midden van stormen en duisternis,
hopend dat de zon weer gaat schijnen,
haar licht er weer voor ons is.

Welk een geestelijke les ligt er niet in de woorden van dit gedichtje, waarvan ik vanmorgen na zo’n lange tijd pas het laatste coupletje bij heb geschreven.
Ook wij hebben licht nodig, zowel voor ons lichaam als voor onze geest, maar wat nog veel belangrijker is, voor ons geestelijk leven, voor onze ziel, namelijk Gods licht.
Maar, strekken wij ons ook zo uit naar God als de bloemen, als de jonge knop in het citaat?
Eén ding is zeker: Wie hem zoekt, zal Hem vinden; nader tot God, en Hij zal tot jou naderen, en Zich aan jou bekendmaken.

Verlangen wij, verlangt onze ziel naar Hem als bloemen of de jonge knop naar het zonlicht?
Willen wij deelhebben aan Hem, Zijn goedheid proeven?
God zal nóóit, nee, nóóit iemand laten staan die Hem met zijn hele hart zoekt!
Hij verlangt er juist naar om samen te zijn, en ons met Zijn genade, goedheid en liefde te overladen.
Maar …, zijn wij er ook om het te kunnen ontvangen?

In hetzelfde stukje staat ter afsluiting een citaat dat ik op mijn andere blog bij ‘Citaten’ heb staan.
Jaren geleden, toen ik dit boek voor het eerst las, raakten deze woorden mijn hart heel diep, en nog steeds iedere keer weer als ze mij onder ogen komen, springt mijn hart op.

‘Zo zeker als de zon schijnt op deze aarde,
zo zeker zendt God de stralen van Zijn licht en Zijn liefde naar mij uit,
opdat ik ze in mijn hart zal ontvangen,
om mij erin te verblijden.’

Ja, God zendt Zijn stralen van licht en liefde naar ons uit, elke dag weer, elke morgen weer, maar zijn onze harten wachtende om te ontvangen, om ons erin te kunnen verblijden?

De stralen, Heer, van Uw licht en liefde
zendt U iedere dag opnieuw naar ons uit.
U verlangt te geven, te overladen,
en wacht verlangend op ons besluit.

U verlangt ernaar om ons te ontmoeten,
dat we bij U komen om te ontvangen.
Zodat ons hart zich zal verblijden en
U zichtbaar bent in onze wandelgangen.

Laat ons hart zich toch tot U uitstrekken,
meebewegen op de wind van Uw Geest.
Dat wij zullen groeien en openbloeien,
opdat Uw geschenk van Licht en Liefde
niet tevergeefs zal zijn geweest.

‘O God, U bent mijn God! U zoek ik vroeg in de morgen; mijn ziel dorst naar U, mijn lichaam verlangt naar U in een land, dor en dorstig, zonder water.

Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen.

Mijn ziel zal als met vet en overvloed verzadigd worden; mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.’
Psalm 63:2,4,6

‘Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!
Klaagliederen 3:22,23

‘Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt.’
Klaagliederen 3:25


Koester je iedere dag weer in de stralen van Zijn licht en Liefde; laat je hart zich erin verblijden, om zo steeds meer van Hem te kunnen verspreiden.

Gods rijke zegen van Licht en Liefde voor de komende week.
Een liefdevolle groet,
Rita

zondag 25 mei 2025

Week 22 - Totdat uw geest geheel doortrokken is ...

Om over na te denken! 

Deze week even een ander blogje dan anders, even niet vanuit het Dagboek.
Eén, omdat er niets was uit het Dagboek wat mij tot schrijven aanspoorde en twee, omdat ik met het Dagboek aangekomen ben bij een maand lang stukjes waarin hij naar geen enkel Bijbelgedeelte/tekst verwijst.
Nu is het natuurlijk niet zo dat deze dagen uit het Dagboek dan niet goed zijn, maar ik mis dan Gods Woord gewoon heel erg, en heb dus voor mijzelf besloten om deze dagen in principe alleen te lezen en slechts de dingen die tot mijn hart spreken over te nemen in mijn Stille Tijdschrift; tenzij de Geest anders leidt.
Ik hou dus de mogelijkheid open om er eventueel over te schrijven, maar ga er niet vanuit.
En zo had ik deze week eigenlijk geen inspiratie om ergens over te schrijven voor dit Blog, totdat ik vanmorgen (zaterdag, 24-5) met het drinken van mijn kopje koffie iets las in het boek ‘Susie’ van Ray Rhodes jr. (een boek over het leven van Susannah Spurgeon) dat ik heel erg mooi vond, dat mij raakte en waarvan ik gelijk even een foto maakte, om eventueel te gebruiken in een blogje.
Het was dus helemaal niet de bedoeling om dit nu gelijk te gebruiken en zeker niet voor dit Blog, maar als ik wat later achter mijn bureau kruip en met lege handen sta wat Week 22 betreft, komt dit gedeelte uit het boek in mijn gedachten.
Hoewel het niet uit het Dagboek komt, en er zelfs niet mee verbonden is, gaat het wel over iets dat heel nauw samenhangt met alles waar het Dagboek voor staat.
En zo deze week even een uitstapje van Murray naar Spurgeon.
Het waren trouwens wel tijdgenoten 😉; Andrew Murray leefde van 1828 -1917, en Charles Spurgeon van 1834-1892.
Geen idee of deze heren elkaar kenden of van elkaar hadden gehoord, maar één ding is zeker, ze hebben beiden een enorme schat nagelaten met wat ze hebben geschreven.
Hoewel het boek over het leven van Susannah Spurgeon gaat, staat er uiteraard ook heel veel in over haar man, en zo komt het dat het volgende iets van hem is.

Een ziel vol van Gods Woord
Het boek wijst mij op hoe Charles Spurgeon er altijd op aandrong om Gods Woord te bestuderen en daarmee kom ik direct bij de kern waar het deze keer om draait.
Uit het boek ‘Susie’:
‘O, dat u en ik in het diepste hart van het Woord van God konden komen, en dat Woord in onszelf! Ik zag hoe de zijderups op een blaadje zich een weg naar binnen at en het geheel in zich opnam. Zo moeten wij met het Woord van de Heere doen – we moeten niet over de oppervlakte kruipen, maar onze weg naar binnen eten totdat we het in ons diepste innerlijk hebben opgenomen.’

Hij geeft verder aan dat het tevergeefs is om slechts onze ogen erover heen te laten gaan en om wat uitspraken of feiten te kennen, maar dat het ‘zalig is om ons een weg naar binnen te eten, tot in het diepste van de Bijbel’, net zo lang tot we ‘de taal van de Schriften spreken, en ons spreken gegrond is op Schriftuurlijke voorbeelden, - en – meer nog – totdat uw geest geheel doortrokken is van de woorden van de Heere’. 

Ligt dit niet geheel in de lijn van wat Murray steeds zegt in het Dagboek: ‘Neem de tijd …’?
Hoe vaak nemen we met minder genoegen?
Hoe vaak laten we slechts onze ogen gaan over de woorden die we lezen, misschien soms zelfs wel zonder er maar iets ervan op te nemen?
Hoe vaak worden onze gedachten niet afgeleid tijdens het lezen, of worden we gestoord door …
En hoe vaak stoppen we met lezen als we het maar niet kunnen begrijpen of pakken wat we lezen?
Kunnen we ons er vanaf maken met ‘ik ben geen graver, ik kan dat niet’?

Spurgeon verwijst naar John Bunyan: ’Als u iets van hem leest, zult u zien dat het bijna is alsof u de Bijbel zélf leest.’
Ook zegt hij over deze man: ‘Hij kan niet spreken zonder een Bijbeltekst aan te halen, want zijn ziel is vol van Gods Woord.’
Wauw, het zal maar over je gezegd worden!

Het brengt mij automatisch bij de vraag: Is ónze ziel zo vol van Gods Woord?
Verlangen we er eigenlijk wel naar om zo vol te zijn van Gods Woord, en wat hebben we daarvoor over?
Het mag duidelijk zijn dat dit niet iets is dat zo maar vanzelf gebeurt.
Ik stel mij zo voor hoe de rups met kleine hapjes at, en daar ligt denk ik dan ook de sleutel, kleine hapjes en goed kauwend.

Proef en Zie!
Het doet mij denken aan Psalm 34:9a waar staat: ‘Proef (smaak) en zie dat de HEERE goed is’.
Proef en zie!
Beleef, bespeur; onderzoek, probeer, test de smaak; ervaar, doorzie, onderzoek, toets …
Aanschouw, bekijk, sla gade, bespeur, ontdek, observeer, merk op. begrijp, observeer, onderscheid, …

Ik moet denken aan een wijnproever, en ik bedenk me tegelijk dat we eigenlijk heel veel van zo iemand kunnen leren; als we toch eens met Gods Woord zouden doen wat een wijnproever doet met wijn …
‘Wijn proef je niet alleen. Je kijkt. Walst. Ruikt. En beoordeelt’, las ik op de site van een bekende drankwinkel.
Ik moet weleens lachen om deze mensen hoe ze met wijn omgaan, en hoe lyrisch ze erover kunnen zijn, en ik kan me verbazen over het geld dat ze soms bereid zijn neer te tellen voor een naar hun zeggen ‘uitmuntende’ fles wijn.
Zeker, ik lust best een glaasje wijn, maar wil daarvoor nooit te veel betalen, ik zie de waarde daar niet van in; als het me maar lekker smaakt, ben ik tevreden.
Je zult mij dus nooit horen uitweiden over een bepaalde wijn, want dat interesseert mij gewoon niet en ik kan er dan ook niets zinnigs over zeggen; ik ben simpelweg het meest tevreden met een mij goed smakend, goedkoop glaasje wijn.

Proef en zie dat de Heere goed is …

Hoe gaan wij om met Gods Woord?
Hoe lezen wij Zijn Woord?
Wat mag het ons kosten?

Bekijk ik Zijn Woord van meerdere kanten, denk ik erover na?
Laat ik het rond gaan in mijn gedachten, wissel ik erover van gedachten met anderen?
Is Zijn Woord als een zoete geur voor mijn hart, voor mijn leven?
Beoordeel ik het op wat ik terloops even lees, of beproef ik het?

Een ziel vol van Gods Woord …
Een geest geheel doortrokken van de woorden van de Heer …
Het zal niet snel gebeuren als wij Gods Woord niet serieus nemen, niet serieus tót ons nemen; het niet proeven en smaken en zien.

O Heer, laat Uw Woord voor óns zijn
wat een goed glas wijn is voor een 'sommelier'.
Laat ons zoveel van Uw Woord houden,
als een kenner van de allerbeste chardonnay.
Laat ons zo Uw Woord bestuderen
als zaten wij aan het meest luxe diner.

Opdat onze ziel toch vol mag worden, ja,
onze geest geheel doortrokken van Uw Woord.
Dat zichtbaar en hoorbaar zal zijn,
dat ons hart, ons leven, U in alles toebehoort.
Dat door ons heen Uw licht en liefde
waarneembaar voor de wereld gloort.

Psalm 119:18
‘Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet (woord).’

Spreuken 16:23
‘Het hart van een wijze maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen het inzicht vermeerderen.’

Lukas 6:43-45
‘Want er is geen goede boom die slechte vrucht voortbrengt, en geen slechte boom die goede vrucht voortbrengt. Want iedere boom wordt aan zijn eigen vrucht gekend. Men plukt immers geen vijgen van dorens en men oogst geen druif van doornstruiken. De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond.’

Psalm 19:15
‘Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser!’


2 Petrus 3:18
‘Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen.’

Zegen en een liefdevolle groet,
Rita

👉 Smaak en zie … (1)

👉 Smaak en zie … (2)

👉 ‘Susie’ van Ray Rhodes jr.

zondag 18 mei 2025

Week 21 - Bevrijd mij, o Jezus ...

Een Gebed van Moeder Theresa

Het was dinsdagmorgen met het memoriseren van mijn MT Fil. 2:5-8 dat de woorden 'maar Zichzelf ontledigd heeft' mij ineens stilzette.
Zichzelf ontledigd ...
Ontledigen ...

Alles afleggen; wie je bent, je wil, je rechten, je status, je ...
Leeg worden van jezelf, van je eigen ik, je vlees.
Sterven aan jezelf, om je volledig over te kunnen geven aan Hem, aan Zijn wil.
En ineens kwam een Gebed van Moeder Theresa in mijn gedachten, een gebed dat in mijn ogen in het verlengde ligt van waarover ik de afgelopen twee weken heb nagedacht.
Als ik mijn laatst geschreven stukje nog eens nalees, blijf ik steken bij dit stukje eruit:

‘De gezindheid van Jezus.
Leven als Christus.
Hoeveel van Hem is zichtbaar in mij?
Zijn nederigheid, dienstbaarheid en gehoorzaamheid zichtbare kenmerken in mijn leven?

Beschaamd buig ik mijn hoofd en erken:
Nee, Heer, ik ben nog zo vaak op mijzelf gericht, op wat ik nodig denk te hebben, op wat ik graag wil.
En hoeveel strijd, Heer, is er soms niet in mij, voor ik accepteer wat U van mij vraagt.
Hoe komt alles soms niet in mij in opstand als mij onrecht aangedaan wordt, ik word overgeslagen of over het hoofd gezien.
‘En ik dan?’, schreeuwt het soms in mij.
U kent mijn worstelen, Heer, het vechten met mijzelf, mijn ik, mijn vlees.
Wat zou ik graag meer van Uw gezindheid in mij hebben, Heer Jezus …’

En ik dan…?
Wat kan ik anders doen dan dit Gebed van moeder Theresa bidden:

Bevrijd mij, o Jezus,
van het verlangen om geliefd te zijn,
van het verlangen om verhoogd te worden,
van het verlangen om geëerd te worden,
van het verlangen om geprezen te worden,
van het verlangen om de voorkeur van mensen te krijgen,
van het verlangen om geraadpleegd te worden,
van het verlangen om goedgekeurd te worden,
van het verlangen om populair te zijn,
van de angst om vernederd te worden,
van de angst om geminacht te worden,
van de angst om vermaand te moeten worden,
van de angst om gelasterd te worden,
van de angst om vergeten te worden,
van de angst om verkeerd begrepen te worden,
van de angst om belachelijk gemaakt te worden,
van de angst om verdacht te worden.

En, Jezus, geef mij de genade,
om te verlangen dat anderen meer geliefd zijn dan ik,
dat anderen hoger geacht worden dan ik,
dat volgens de opinie in de wereld anderen meer worden en ik minder,
dat anderen worden gekozen en ik opzij word gezet,
dat anderen telkens boven mij verkozen worden,
dat anderen heiliger worden dan ik,
terwijl ik heilig word zoals U heeft bedoeld.

- Amen -





Johannes 3: 30
'Hij moet meer worden, maar ik minder.'

Lukas 14:11
'Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.'

zondag 11 mei 2025

Week 20 - Leven als Jezus (2)
De Gezindheid van Jezus ...


‘Wij moeten het beeld van Christus in ons leven vertonen,
als wij de zegen van Zijn dood willen ervaren.’

Matthew Henri

Na vorige week nagedacht te hebben over de betekenis en diepte van het woord ‘gezindheid’, laat ik deze week mijn gedachten gaan over de kenmerken van de Gezindheid die in Christus was. 

Kenmerken van Jezus’ Gezindheid 
De Bijbel zelf geeft het antwoord op wat de kenmerken zijn van de gezindheid van Christus in de verzen die erop volgen; deze keer even uit de WB daar ik hem daarin net even wat duidelijker (en ook heel mooi) vind.
Vers 5 neem ik er voor alle duidelijkheid even bij.

Fil.2:5-8
‘Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Christus Jezus bezielde:
Hij Die bestond in goddelijke majesteit heeft Zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft Zich van Zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. 
Hij is aan de mensen gelijk geworden. 
En als mens verschenen heeft Hij Zich vernederd, 
Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis.’


Als ik deze verzen lees, komen er drie woorden in mijn gedachten: nederigheid, dienstbaarheid en gehoorzaamheid. 
En zoals altijd is het eerste wat ik doe de woorden apart opzoeken, gewoon om even te kijken naar synoniemen van deze woorden; soms geeft dat net meer diepte, meer betekenis.
Zo ook nu, want als ik de woorden één voor één gaat bekijken, ontdek ik dat je elk woord bij elkaar terugvindt; hoe bijzonder!
Ergens weet je wel dat het heel dicht bij elkaar ligt, en met elkaar verbonden is, maar als je de woorden echt bij elkaar terug ziet komen, komt dat net even meer binnen.
Zo mooi!
Zo zie je dat nederigheid dienstbaarheid en gehoorzaamheid in zich draagt; dienstbaarheid weer nederigheid en gehoorzaamheid, en gehoorzaamheid weer nederigheid en dienstbaarheid.
Het laat dus heel duidelijk zien dat ze onlosmakend met elkaar verbonden zijn.
Toch zeg dit niet alles, want niet iedereen die nederig is, is ook dienstbaar en gehoorzaam, en wie heel dienstbaar is, is niet automatisch ook nederig en gehoorzaam, en zo geldt dit ook voor wie gehoorzaamheid hoog in het vaandel heeft, zo iemand is niet per definitie dan ook nederig en/of dienstbaar.
Toch is dit wel precies wat de Here Jezus Zelf ons tot voorbeeld heeft voorgeleefd.

Nederig – Dienstbaar – Gehoorzaam
- Hij, Die God was, heeft al Zijn rechten als God opgegeven; Hij heeft niet vastgehouden aan Wie Hij was en wat Hem rechtens die positie toekwam.
- Hij heeft Zijn positie opgegeven; Hij Die God was, legde alles af om als mensenbaby in deze wereld geboren te worden., Hij werd echt volledig mens. 
- Hij kwam naar deze aarde om te dienen, en niet om gediend te worden; Hij stelde Zijn leven volledig ten dienste van de mensheid.
- Hij ging daarin zelfs zover, dat Hij Zijn leven voor ons mensen gaf; Hij, Die zonder zonden was, nam de straf die wij verdienden voor onze zonden op Zich en stierf voor ons aan het kruis, een vloekhout.


‘Zelfontlediging en zelfopoffering, gehoorzaamheid aan Gods wil 
en liefde voor de mensen, zelfs tot de dood aan het kruis 
– zo was de gezindheid van Christus, 
zo is de gezindheid van Christus, 
die wij moeten navolgen.’

‘Hij leefde slechts om God te behagen 
en de mensheid te zegenen.’

Andrew Murray


Jezus heeft niet vastgehouden aan Wie Hij was!
Als Zoon van de Allerhoogste had Hij de hoogste plaats in de hemel.
Hij bezat bij Hem een ongekende heerlijkheid.
Maar alles, zowel Wie Hij was, als wat hij had, heeft Hij opgegeven, losgelaten, inclusief alle rechten.
Hoe anders zou alles gelopen -én afgelopen- zijn als Hij dit niet had gedaan …

Mijn gedachten gaan naar de verzoekingen in de woestijn, naar de confrontaties met Farizeeën en Schriftgeleerden, naar het moment dat Hij een schort voor deed en de voeten van Zijn discipelen ging wassen, naar Gethsemané, Zijn gevangenneming, het sanhedrin, Pilatus, Herodus, het Kruis, Zijn sterven …
Als er ooit één Iemand onrechtvaardig behandeld is, Zich onrechtvaardig heeft laten behandelen, dan is het Jezus wel.


De gezindheid van Jezus.
Leven als Christus.
Hoeveel van Hem is zichtbaar in mij?
Zijn nederigheid, dienstbaarheid en gehoorzaamheid zichtbare kenmerken in mijn leven?

Beschaamd buig ik mijn hoofd en erken: 
Nee, Heer, ik ben nog zo vaak op mijzelf gericht, op wat ik nodig denk te hebben, op wat ik graag wil.
En hoeveel strijd, Heer, is er soms niet in mij, voor ik accepteer wat U van mij vraagt.
Hoe komt alles soms niet in mij in opstand als mij onrecht aangedaan wordt, ik word overgeslagen of over het hoofd gezien.
‘En ik dan?’, schreeuwt het soms in mij. 
U kent mijn worstelen, Heer, het vechten met mijzelf, mijn ik, mijn vlees.
Wat zou ik graag meer van Uw gezindheid in mij hebben, Heer Jezus …

Mijn blik valt op de laatste regels die Murray in deze overdenking schrijft.
‘Laten predikanten en zendelingen en alle voorbidders het tot hun ene grote smeekbede en streven maken om die gezindheid te hebben die in Christus Jezus was.’
Ik vind het een beetje raar dat hij dit specifiek toespitst op predikanten, zendelingen en voorbidders, maar misschien vindt hij dat het bij hen nog meer naar voren dient te komen dan bij ons ‘gewone’ mensen, maar wat meer bij mij binnenkomt zijn de woorden ‘het tot hun grote smeekbede en streven maken’ om die gezindheid te hebben die in Christus Jezus was.
Hoe vaak heb ik ervoor gebeden?
Is het überhaupt een grote smeekbede en streven?
Of zie ik het als iets dat onmogelijk is?

Mijn blik valt op een andere zin die ik dubbel onderstreept heb in het Dagboek.
‘Laten we niet rusten totdat ons geloof beslag legt op de belofte: ‘Het is God Die in ons werkt.’’
Het verwijst naar vers 12 en 13 in hetzelfde hoofdstuk waar staat:
‘Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.’
Wij hebben de opdracht om gehoorzaam te zijn om zo op de goede weg te blijven, maar Hij is het Die ons tegemoetkomt om ons daarin te ondersteunen en te helpen.

Vurig bidden om de gezindheid van Christus in ons hart.
Nederigheid, dienstbaarheid, gehoorzaamheid.
Zijn voetspoor navolgen, het voorbeeld dat Hij ons heeft gegeven, naleven.
Biddend pleiten op Zijn Woord, op Zijn belofte, dat Hij het in ons zal doen, omdat het strekt tot Zijn eer.


De gezindheid van Christus.
Leven als Christus.


‘Wandel in dezelfde geest als de Heere Jezus, 
Die Zich voor ons vernederd heeft tot in het lijden en de dood.’

Matthew Henri


Nederig, dienstbaar en gehoorzaam,
dit kenmerkte het leven van onze Heer.
Al wat Hij wenste was Zijn Vader behagen,
in alles was Hij gericht op Zijn glorie en eer.

Maar …

In hoeverre lijkt ons leven op dat van Hem?
Hoeveel daarvan is zichtbaar in ons leven?
Wat is ten diepste ons grootste verlangen?
Zijn ook wij bereid om alles te geven?


‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’
Mattheüs 11:28-30

‘Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw dienaar zijn, zoals ook de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen.
Mattheüs 20:26-28

‘Toen dan de maaltijd plaatsvond en de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in het hart gegeven had Hem te verraden, stond Jezus, Die wist dat de Vader Hem alle dingen in handen gegeven had en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heen ging, op van de maaltijd, legde Zijn kleren af, nam een linnen doek en deed die om Zijn middel. Daarna goot Hij water in de waskom en begon de voeten van de discipelen te wassen en af te drogen met de linnen doek die Hij om Zijn middel had.
Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen.’
Johannes 13:2-5;14

‘Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden. En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden.’
Hebreeën 5:8,9

'Als er dan enige bemoediging is in Christus, als er enige troost is van de liefde, als er enige gemeenschap is van de Geest, als er enige innige gevoelens en ontfermingen zijn, maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen. Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.'
Filippenzen 2:1-4


Ik bid Zijn zegen uit van wijsheid, inzicht en liefde voor elk hart dat zoekt en verlangt.
Een liefdevolle groet,
Rita

zondag 4 mei 2025

Week 19 - Leven als Jezus ... (1)
De Gezindheid van Jezus.

Neem de tijd ... (40)

Niet eerder heeft een korte tekst uit de Bijbel mij zolang in de greep gehouden als de woorden van Filippenzen 2: 5, waar ik inmiddels al twee weken over aan het nadenken en mee aan het worstelen ben, en dit laatste niet omdat ik de tekst niet zou begrijpen, maar door alles wat er in deze tijd op mij afkomt en ik er steeds vanaf gehouden wordt om er mee bezig te zijn.
Tijd, rust, ruimte en in de stilte zijn is wat ik nodig heb om te overdenken, uit te pluizen, om naast mijn leven te kunnen leggen, om te kunnen ‘horen’ wat Hij in dit alles tot mij wil zeggen, wil laten zien, mij wil leren.
Als ik vandaag (zaterdag, 3 mei) dan eindelijk wel de rust en ruimte heb, en er mee bezig ga, kom ik al snel tot de ontdekking dat het weer een heel lang geheel gaat worden, en ik merk dat het ‘worstelen’ nu vooral te maken heeft met alles dat in mijn gedachten komt hierover.
Werkelijk onvoorstelbaar soms wat er allemaal in mijn gedachten komt en hoe ik soms van het één in het ander val.
En dus heb ik maar besloten om het in stukjes te verdelen om het helder en duidelijk te maken, in de eerste plaats voor mijzelf, en daarnaast voor wie meeleest.

Vandaag in dit 1e deel:
Enkele ‘algemene’ gedachten en de betekenis en diepte van deze Gezindheid, onderverdeeld in de duurzame gerichtheid van de wil en de juiste innerlijke houding.
Maar beginnend met waar het alleen maar mee kan beginnen: Neem de tijd …

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om -opnieuw- de gezindheid
van Christus te onderzoeken.
Neem de tijd om je eens -opnieuw-
te verdiepen in wat dit inhoudt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om alles eens goed te overdenken
en legt het eens naast je dagelijkse leven.
Neem de tijd, en spiegel het eens
aan dat van Hem.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd: Is Zijn gezindheid
-nog- wel jouw gezindheid?
Neem de tijd, wordt stil, bidt,
laat je leiden door de Geest.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, lees en overdenk. 

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, en luister.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

‘Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was.’  (HSV)
‘Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Christus Jezus bezielde: …’  (WB)

Fil. 2:5

Enkele ‘algemene’ gedachten
De gezindheid hebben die de Here Jezus had …
Ik denk dat we allemaal wel weten of invoelen wat gezindheid betekent, en als we naar het leven van de Here Jezus kijken in de Bijbel ook wel wat het inhoudt.
Misschien kennen we zelfs wel de verzen die hierna komen en aangeven wat deze gezindheid is, wel uit ons hoofd.
En toch …
Als we allemaal werkelijk de gezindheid van Christus zouden hebben, waarom zijn er dan zoveel kerkscheuringen, en waarom lopen er dan zoveel door de kerk (-lees mensen) teleurgestelde en beschadigde mensen rond?
Nadenkend over deze paar woorden de afgelopen twee weken en terugdenkend ook aan de jaren die achter mij liggen, deden mij mezelf afvragen of dit wellicht niet minder het geval is dan we vaak denken en zou horen te zijn, beginnend in mijn eigen leven.
Hoe vaak staan we in ons dagelijks nog stil bij deze woorden uit Filippenzen?
Hoe vaak sta ik in mijn dagelijks leven stil bij deze woorden?
Denken we er überhaupt nog weleens over na?
Opnieuw werd ik de afgelopen weken stilgezet bij het spiegelen van mijn leven aan Gods Woord, of in dit geval, het spiegelen van mijn leven aan dat van de Here Jezus.

Menigmaal gingen mijn gedachten hierdoor ook terug naar twee boeken die ik onlangs las.
Namelijk naar het Boekje ‘In Zijn voetspoor’ van Charles M. Sheldon, waar een aantal mensen uit een kerk een gelofte aflegden om een jaar lang alleen dat te doen waarvan ze dachten dat Jezus het zou doen, en naar het boek ‘Arena’ van Karen Hancock waarin het ‘verbinding zoeken, -en in verbinding blijven met de Heer’ zo essentieel was om te overwinnen.
Hoewel ik deze beide boeken al meerdere keren heb gelezen, heb ik ze nooit in verband gebracht met deze tekst uit Filippenzen, maar nu ik deze boeken onlangs weer gelezen heb, en ik nadacht over dit vers komen die twee dingen, ‘WWJD (What Would Jesus Do, oftewel ‘wat zou Jezus doen’) en verbinding maken’ daarbij steeds opnieuw terug in mijn gedachten.
En ik wil daarbij gelijk aangeven dat het nadenken over en het denken aan één ding is, maar dat het in praktijk brengen ervan een heel ander ding is.
Iets, waarvan ik me deze afgelopen weken weer eens heel erg bewust van werd met dat er zoveel op mij afkwam waardoor het eraan denken, als ook over nadenken, behoorlijk in de verdrukking kwam.

Betekenis en de diepte van deze Gezindheid
Hoewel ik van binnen goed aanvoel wat dit woord betekent en inhoudt, onderzocht ik het woord gewoontegetrouw toch om me er een echt goede voorstelling van te kunnen maken, en om de diepte ervan nog meer eigen te kunnen maken.
Soms is het gewoon goed om de dingen weer eens heel duidelijk voor je te hebben, en dat was in dit geval zeker zo.
Ik neem je mee naar wat ik vond, en wat er voor mij uitsprong; Jezus’ leven hierbij in gedachten houdend.

‘Gezindheid duidt op de innerlijke houding van de mens; de duurzame gerichtheid van de wil.’
Vooral dit laatste sprak mij in eerste instantie heel erg aan: de duurzame gerichtheid van de wil.
Duurzaam, -stabiel, standvastig, betrouwbaar, proefhoudend.
Gerichtheid, -hoe gericht iets of iemand is, zorgvuldige fixatie.
De Wil, - het menselijk vermogen om bewust iets te doen of na te laten, het vermogen iets bewust te wensen of te begeren.

Hoe duidelijk weerspiegelen deze dingen niet het leven van de Here Jezus!
Als er iemand ooit zo doelgericht geleefd heeft, dan was Hij het wel.
Altijd gericht op het doen van de wil van Zijn Vader ongeacht wat mensen dachten of zeiden, ongeacht de tegenwerking, ongeacht de omvang van pijn, verdriet, moeilijkheden die het met zich meebracht of zou brengen, ongeacht de kosten!
Nóóit verloor Hij Zijn doel uit het oog.
Nergens liet Hij Zich door afleiden, noch was Hij op geen enkele manier af te brengen van het doel van Zijn leven.
Vastbesloten en vastberaden ging Hij Zijn weg, in continue verbinding zijnde met Zijn Vader.
De wil van Zijn Vader, was Zijn wil; altijd zocht Hij de wil van de vader om die te doen.
(Joh. 5:30; Joh. 6:38)

Maar gaandeweg met het overdenken en opschrijven van deze dingen, besefte ik ook dat gezindheid zoveel meer is dan alleen deze duurzame gerichtheid van de wil.
Hoezeer deze woorden mij ook aanspreken, het besef kom ook binnen dat het niets waard is als het niet gebeurd vanuit de juiste hartsgesteldheid, oftewel de juiste innerlijke houding van de mens.
Ons innerlijk … ons hart, onze ziel, ons wezen.
Of, zoals Ger de Koning het heel duidelijk zegt in zijn boekje ‘De brief aan de Efeziërs’: de plaats waar alle overleggingen plaatsvinden. 
‘Het ‘hart ziet op de gevoelens en verlangens, de motieven, die een mens in zijn spreken en handelen leiden.’

Mijn gedachten gaan automatisch naar 1 Korinthe 13:1-3
‘Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden. En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets. En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.’

Liefde, niets anders dan pure liefde is wat Jezus dreef om de wil van Zijn Vader te doen, om Hem gehoorzaam te zijn, zelfs tot in de dood, ja, de dood aan het kruis.
Liefde voor Zijn Vader, en delend de liefde die Zijn Vader had voor ons zondige, zwakke mensen.
Opnieuw komen de eerste regels van een lied dat mij zo dierbaar is, in mijn hart: ‘Liefde was het, onuitputt'lijk, liefd' en goedheid, eind'loos groot. Toen de Levensvorst op aarde tot ons heil Zijn bloed vergoot.’
Liefde, Jezus’ grootste drijfveer.
Liefde lag ten grondslag aan alles wat Hij zei en deed.

Daarom vind ik vers 5 uit de Willibrord Vertaling zo prachtig, deze spreekt niet over de gezindheid die in Christus was, maar over de gezindheid die Christus ‘bezielde’, wat in mijn beleving zoveel dieper gaat dat het ‘in Hem was’.
Bezielde … Bezielen …
Het is geloof ik geen doorsnee Nederlands woord meer dat we in ons algemeen taalgebruik nog veel gebruiken, het is misschien zelfs een beetje ouderwets te noemen, maar ik hou van dit woord, het voelt alsof het doordringt tot in het diepst van je wezen.
Ik denk dat we het vaak alleen nog met regelmaat horen in negatieve zin, in de vorm van de vraag: ‘wat bezielt jou om …?
Maar als je naar de betekenis kijkt van dit woord dan is het allesbehalve iets negatiefs, het betekent namelijk 1.) Inspireren 2.) tot leven wekken.
Je komt ook het woord ‘begeesteren’ tegen, wat ‘tot hartstocht brengen’ betekent.

De gezindheid die Christus bezielde …
De door Liefde gedreven hartstocht, die Hem het leven, zoals de Vader het van Hem vroeg, ten volle, vastbesloten en vastberaden tot het einde leefde.
Daarin de mensen om Hem heen bemoedigend en aanmoedigend meenemend.
Hoe bijzonder! daar wij mensen hartstochtelijk vaak alleen zien als een emotie, en niet als een kracht die ons drijft.
En deze, door Liefde gekenmerkte hartstochtelijke bevlogenheid, kenmerkte zich door nederigheid en gehoorzaamheid.
Maar daar over een volgende keer.

Door Liefde bezielde
hartstochtelijke bevlogenheid,
gekenmerkt door
dienstbare gehoorzaamheid,
dit was de gezindheid
van onze geliefde Heer,
en niet tot Eigen glorie,
maar tot Zijn Vaders eer.

Vastbesloten en vastberaden,
ja, doelgericht leefde Hij Zijn leven.
In diepe verbondenheid met Zijn Vader,
door de Heilige Geest gedreven.


Gods rijke zegen voor de komende week.
Dat de gezindheid van Christus meer en meer naar buiten toe zichtbaar mag worden.
Neem de tijd ...


Een liefdevolle groet,
Rita

zondag 20 april 2025

Week 17 - Het geheim ...
Citaat

'Het is de geheime ervaring
van het leven verborgen met Christus in God,
die ons in staat stelt om
elke moeilijkheid het hoofd te bieden
en te overwinnen.



Het is de volheid,
de intensiteit van ons leven in Christus Jezus
en van het leven van Christus Jezus in ons,
die een mens staande houdt in de dagelijkse tredmolen,
die hem laat zegevieren over zichzelf
en over alles wat het christelijk leven zou kunnen hinderen
en die de overwinning geeft over de boze machten
en over de harten waaruit de boze geesten geworpen moeten worden.

Toen Jezus het woord sprak:
'Zie, Ik ben met u al de dagen',
bedoelde Hij niets minder dan dit:

'Elke dag
en de hele dag door
ben Ik met u,
ben IK het geheim van uw leven,
uw vreugde en uw kracht.'


Andrew Murray

zondag 13 april 2025

Week 16 - Een volkomen hart!
Neem de Tijd ... (39)

De afgelopen week las ik het boekje van Charles M. Sheldon ‘In Zijn voetspoor’.
Ik las het niet voor de eerste keer, ik heb het al meerdere keren gelezen, maar iedere keer opnieuw ben ik zeer onder de indruk.
Een jaar lang alleen maar dat doen, waarvan je denkt dat Jezus daarvoor zou kiezen …
Ongeacht wat het kost, zowel op sociaal, financieel, zakelijk of privégebied.
Een jaar lang bij alles wat je wilt gaan doen, jezelf afvragen: Wat zou Jezus doen?

Dit vraagt om een onverdeeld hart, om een hart dat volkomen naar Hem uitgaat, en daar gaat het deze week over.

‘Want des Heren ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.’ (NBG)

‘Want de ogen van Jahwe gaan vorsend rond over heel de aarde om allen te helpen, die Hem onverdeeld toebehoren.’ (WB)

2 Kronieken 16:9a

Een prachtige tekst, vind je ook niet, maar hij gaat wel diep, als ook wat eraan voorafgaat en nog achteraan komt.
Murray neemt mij daar niet mee naar toe, hij zoomt alleen in op een volkomen hart in de dienst van God en op de absolute noodzaak om God met een volkomen hart te zoeken.
Maar met het lezen van het gedeelte waaruit de tekst voor deze keer komt, kan ik dit gedeelte niet laten liggen, want ik denk dat het van zeer groot belang is om mee te nemen alvorens door te gaan naar wat Murray zegt.

Het verhaal van koning Asa van Juda begint in hoofdstuk 14 van 2 Kronieken en daar wil ik ook beginnen, want zijn koningschap begon heel anders dan het eindigde.
2 Kron. 14:2 – ‘En Asa deed wat goed en juist was in de ogen van de HEERE, zijn God.’
Asa begon zijn koningschap met God; hij verwijderde van alles en nog wat aan afgoderij, en spoorde Juda aan om de Heere God te volgen, en God zegende het volk met rust en voorspoed.
Zelfs toen ze aangevallen werden, riep hij tot God om hulp (vs. 11) en de Heere beslechtte de strijd voor hem.
Vervolgens krijgt hij via de profeet Azaria een profetie, 2 Kron. 15: 1,2 – ‘Toen kwam de Geest van God op Azaria, de zoon van Oded. En hij ging de stad uit, Asa tegemoet, en zei tegen hem: Luister naar mij, Asa, heel Juda en Benjamin! De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden, maar als u Hem verlaat, zal Hij u verlaten.’
Verder houdt de profeet hem voor hoe Israël zonder God is geweest, maar ook hoe zij in tijden van ellende zich tot de Heere bekeerden en Hij Zich door hen liet vinden en hen hielp op wonderlijke wijze.
Azaria eindigt zijn profetie met een bemoediging (vs. 7)‘U dan, wees sterk en verlies de moed niet, want er is loon overeenkomstig uw werk.’
Asa kreeg nieuwe moed door de woorden van de profeet en deed de afgoden weg, vernieuwde het altaar van de Heere en riep iedereen bijeen in Jeruzalem en ze offerden de Heere van de buit die ze hadden meegenomen. (vs. 8-11)
Maar wat nog veel belangrijker was dat ‘ze met elkaar een verbond aangingen, dat ze de Heere, de God van hun vaderen, zouden zoeken met heel hun hart en heel hun ziel’; ze legden hier zelfs een eed voor af. (vs. 12,14)
Het was zo’n ernstige zaak, dat iedereen die de Heere God niet zou zoeken, gedood zou worden; jong en oud, man en vrouw. (vs.13)
En in vers 15 lezen we hoe blij iedereen was met deze eed; dat ze met hun gehele hart en vol verlangen deze eed gezworen hadden, en dat God door hen werd gevonden en hen rust gaf.
Hoewel Asa niet perfect was in al zijn bezigheden om het land schoon te maken van alle afgodische zaken, zegt de Bijbel wel in vers 17, dat zijn hart volkomen was in die dagen.
Hij had zelfs zijn grootmoeder, die koningin was, afgezet, omdat zij een gruwelijk beeld had gemaakt, en hij verpulverde en verbrandde dat beeld.

Tien jaar lang was er rust in het land onder zijn koningschap, tien jaar zonder oorlog.
Maar toen …

We komen aan in hoofdstuk 16 en belanden in het zesendertigste regeringsjaar van koning Asa.
Het is in dit jaar dat de koning van Israël optrekt tegen Asa en ervoor zorgde dat niemand meer bij hem kon komen.
Je zou toch denken na alles wat ze met een eed gezworen hadden en met wat de Heere eerder gedaan had, dat hij opnieuw zijn toevlucht tot God zou nemen, maar blijkbaar is er gaandeweg iets veranderd in het leven van Asa en zocht hij niet meer als voorheen in alles de Heere.
Waar eens zijn hart en verlangen volkomen op de Heere was, is zijn hart afgedwaald en verdeeld geraakt.
En in plaats van dat hij opnieuw zijn toevlucht zoekt bij de Heere, rooft hij schatten uit het huis van God en de koning en zoekt zijn hulp bij de koning van Syrië, pleitend op een verbond dat ze eerder hadden gesloten, en de ander dwingend om een ander verbond te verbreken.
De koning van Syrië luisterde naar Asa en greep zo in dat de koning van Israël zich terugtrok.

Dan komt de profeet (-ziener in de HSV) Hanani (vs 7) naar Asa toe en spreekt hem namens God aan op zijn daden, en we zien dat de profetie – ‘De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden, maar als u Hem verlaat, zal Hij u verlaten’, van Azaria in vervulling gaat: ‘Omdat u op de koning van Syrië gesteund hebt, en niet gesteund hebt op de HEERE, uw God, daarom is het leger van de koning van Syrië uit uw hand ontkomen. Hadden de Cusjieten en de Libiërs niet een groot leger, met zeer veel strijdwagens en ruiters? Omdat u op de HEERE steunde, heeft Hij hen in uw hand gegeven. Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem. U hebt hierin dwaas gehandeld, want vanaf nu zullen oorlogen uw deel zijn.’

In plaats van berouw te hebben wordt Asa boos, en wel zodanig dat hij de profeet in de gevangenis gooit.
Wat er vervolgens achter staat, laat ons zien, hoezeer het hart van Asa al was afgedwaald: ‘Bovendien onderdrukte Asa in die tijd anderen uit het volk.’
Het leven van Asa werd nooit meer hetzelfde, en duurde ook niet meer zo lang.
Hij leefde nog vijf jaar, waarvan hij de laatste twee jaar ernstig ziek was, maar desondanks, zegt vers 12, zocht hij de Heere niet, maar geneesheren.

Het verhaal van koning Asa (en denk ook eens aan het verhaal van koning Saul) laat ons zien hoe het hart van een mens kan veranderen.
Ik geloof niet, omdat wij die nu in Hem geloven en de Heilige Geest hebben ontvangen, dat wij daarvan gevrijwaard zijn.
De boze gaat rond als een brullende leeuw, zegt de Bijbel in 1 Petr. 5:8, op zoek naar wie hij kan verslinden.
Maar deze brullende leeuw is sluw, en een meester in leugen, bedrog en verleiding, en gaat vaak zeer geniepig te werk.
Petrus spoort ons niet voor niets aan om nuchter en waakzaam te zijn en om weerstand te bieden aan hem.

Welk een grote les bevindt zich in het leven van Asa voor ons, als ook een grote waarschuwing in de woorden van de beide profeten die tot hem hebben gesproken.
We mogen misschien in een geheel andere tijd leven, de wereld mag dan totaal veranderd zijn, maar onze God ís -en blíjft, Dezelfde!
Hij is een Heilig God, Die ons het gebod gegeven heeft om Hem lief te hebben met geheel ons hart en geheel onze ziel, ja, met geheel ons verstand en al onze kracht.
Hij verlangt (eist) nog steeds naar volkomen harten, harten die Hem onverdeeld toebehoren.

En dan kom ik aan bij de woorden van Andrew Murray:

‘Het is eigenlijk verbazingwekkend dat ernstige christenen
die zich met hun gehele hart aan hun dagelijks werk geven,
er zo tevreden mee zijn in de dienst van God de dingen gemakkelijk op te nemen.
Ze beseffen niet dat als ze zich ergens met al hun wilskracht aan zouden moeten geven,
dat toch zeker wel de dienst van God moet zijn.’

Murray wijst met de woorden van 2 Kronieken 16:9 op de absolute noodzaak om God toch met een volkomen hart te zoeken, maar ook welk een bemoediging zich in deze woorden bevindt, namelijk dat we er dan ‘verzekerd van mogen zijn dat Zijn oog op ons zal zijn en Hij Zijn machtige kracht in ons en in ons werk zal betonen.’
Hij pleit ervoor dat we ons toch iedere morgen met ons gehele hart overgeven om Zijn wil te doen; om elk gebed te bidden met een volkomen hart, in ware en getrouwe toewijding aan Hem, in geloof verwachtend dat Gods kracht in en door ons heen gaat werken.


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om stil te worden
tot je hart volkomen
op Hem is gericht.
Neem de tijd om je iedere dag
opnieuw aan Hem toe te wijden
in het verlangen Zijn wil te doen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om de absolute
noodzaak in te zien van
deze tijd  met Hem.
Neem de tijd, want als wij vragen
naar Hem met ons hele hart,
zullen wij vinden als we zoeken.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd beseffend dat
Gods ogen over de
gehele wereld gaan.
Neem de tijd, want Hij zal je
krachtig bijstaan als je hart
volkomen naar Hem uitgaat.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om stil te worden
tot je hart volkomen
op Hem is gericht.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …


Neem de tijd …

De afgelopen twee weken stonden mijn blogjes in het teken van ‘tijd’, met daarin de belangrijkste vraag verborgen liggend: Is ook mijn tijd in Uw hand?
Ik geloof dat als we hierover nadenken ook zullen ontdekken in hoeverre ons hart volkomen en onverdeeld is.
Een volkomen hart, een onverdeeld hart; een hart dat volledig en alleen op Hem is gericht bij alles wat ik doe en bij elke beslissing die ik neem …

Nee, het betekent niet dat we daarin geen fouten zullen maken of verkeerde beslissingen nemen, soms hebben we immers al iets gedaan of besloten zonder Hem daarin te kennen, maar het betekent wel een hart hebben dat Hem zoekt, telkens weer, dat berouw heeft als het verkeerd heeft gedaan, die zonde belijdt en zich ervan afkeert om het goede te doen.

Een volkomen hart.
Ware, trouwe toewijding
aan de Ene, en in geloof
Zijn kracht in mij
verwachtend.

Een volkomen hart.
Zien op Hem,
op wat Hij zegt,
Hem altijd en in alles
hoogachtend.

Een volkomen hart.
Onverdeeld, onvermengd.
Elke dag opnieuw eerst
in stilte op Hem
wachtend.

‘Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen, op hen die op Zijn goedertierenheid hopen, …’
Psalm 33:18

‘De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep.’
Psalm 34:16

‘Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut op de dag van het onheil. Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots.’
Psalm 27:4,5

‘Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE.’
Psalm 27:14

Gods rijke zegen van licht, liefde en kracht voor de komende week.
Met een liefdevolle groet,
Rita



👉 Boek 'In Zijn voetspoor' van Charles M. Sheldon

zondag 6 april 2025

Week 15 - Ooit ... - Eens ...
De waarde van Tijd (2)

 … De tijd is in Zijn Hand! …

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om eens na te denken
over het begrip ‘Tijd’.
Neem de tijd om eens stil te staan
bij wat het voor jou betekent en inhoudt …

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

Soms gebeurt het dat ik van alles en nog wat geschreven heb, en het uiteindelijk toch niet zo op mijn Blog komt.
Inmiddels weet ik ook, dat ik ‘deze reis’ -zo noem ik het maar, soms nodig heb om ergens te komen, en hoewel dit deze keer niet zo was, was daar toch iets in mij dat mij weerhield om het te plaatsen zoals ik het in eerste instantie geschreven had.
En hoewel ik het blogje dus herschreven heb, heb ik het oude wel bewaard, want ook dit heeft alles te maken met TIJD, alleen op een andere manier, met een andere insteek.
Ach, er is zoveel om over na te denken en mijn gedachten kunnen daarin soms zo ver gaan.
En zo, nadenkend over het begrip ‘tijd’, was het niet alleen ‘Mijn tijden zijn in Uw hand’, of ‘Mijn tijd is in Uw hand’, maar ook ‘De tijd is in Uw hand’.
Enkele gedeeltes, die ik gebruikt heb in mijn vorige blogje, heb ik eruit gehaald, maar er zijn ook dingen die ik erin heb gehouden, gewoon omdat ik ze belangrijk vind.

De tijd is in Zijn Hand!
Een boodschap van Hoop en Bemoediging.

‘Maar ik vertrouw op U, Heere.
Ik zeg: U bent mijn God!
Mijn tijden zijn in Uw hand; …’

Psalm 31:15,16a


... De tijd is in Uw hand, mijn tijden zijn in Uw hand, mijn tijd is in Uw hand ...

Tijden en Tijd …

Genesis 1:1-5
‘In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.’

Genesis 1:14, 18b,19
‘En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot tekenen, en tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren! … En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.’

Ooit was alles goed en mooi.
Ooit leefde de mens in harmonie met zijn Schepper en de schepping.
Ooit was tijd en hoe die besteed werd geen probleem; het was goed, meer nog: het was perfect!
Ooit waren niet alleen onze tijden in Zijn hand, maar ook was onze tijd in Zijn hand.
Ooit werden we niet geleefd door de tijd, maar was God het centrum van ons bestaan en niet de klok.
Ooit …

Als ik het scheppingsverhaal in Genesis lees, dan was daar rust, vrede en orde.
In alle rust schiep God de hemel en de aarde, en alles wat daarop, in, boven en onder is, en Hij nam alle tijd om ervan te genieten.
Er was een dag en een nacht, maar de uren zoals wij ze kennen, waren er nog niet.
De mens leefde in pure zuiverheid, liefde en harmonie met Hem Die hen geschapen had.
Haast, tijdsdruk, herrie, gejaagdheid, onrust en onvrede waren nergens te bekennen.
Wat heeft de zonde toch veel kapot gemaakt, en wat maakt de zonde nog steeds veel kapot.

Wat eens zo mooi en zuiver was, rein en puur,
is vernietigd door één daad van ongehoorzaamheid.
Een leven, eens zo vol van vreugde en vrede,
veranderde in pijn en verdriet, dood, verderf en strijd.

Waar de mens eens alleen leefde tot eer van Hem,
was hij nu bevangen door egoïsme en zelfgenoegzaamheid.
Het leven, eens zo in volmaakte harmonie met God,
veranderde in verwijdering, vrees, zorgen en opstandigheid.

Vriend of vijand?
Waar tijd eens niet meer was dan alleen een rustgevend, stabiel feit, is het in de loop van de jaren steeds meer een vijand geworden.
Een subtiel, sluipend spel van de boze om de mens weg te halen -én te houden, van Zijn Schepper en Heer; om in de tijd die hem nog rest, nog zoveel mogelijk mensen mee te nemen in zijn ondergang.
Ik moet dan ook gelijk denken aan een verhaal op mijn andere Blog dat heet: ‘Tactiek van de boze’.
Even een klein stukje uit dit verhaal:
'Satan riep zijn dienaren van over de hele wereld bijeen voor een ontmoeting.
In zijn openingswoord tot zijn slechte engelen zei hij:
"Wij kunnen de christenen er niet van weerhouden naar de kerk te gaan.
We kunnen ze er niet van weerhouden hun Bijbel te lezen en de waarheid te leren kennen.
We kunnen ze er zelfs niet van weerhouden om behoudende waarden te hebben.
Maar, we kunnen wel wat anders doen.
Wij kunnen de christenen ervan weerhouden om een intieme, blijde ervaring in Christus te hebben.
Wij moeten oppassen, want als zij die verbinding met Jezus hebben, is onze macht over hen verbroken.
Dus, laat ze maar naar de kerk gaan en laat ze maar een behoudende levensstijl hebben, maar ... steel hun tijd ... zodat ze geen tijd voor een ervaring met Christus kunnen hebben."

Steel hun tijd!
Is dat niet wat steeds gebeurt?
Hetgeen we het hardste nodig hebben, wat het hardste nodig is, wordt ons vaak als eerste geroofd, of is het laten we ons als eerste roven.

Murray schrijft het volgende:
‘Tijd is heer van alle dingen. Wat is de wereldgeschiedenis anders dan het bewijs ervan, hoe langzaam maar zeker, de tijd de mens gemaakt heeft tot wat hij vandaag is. Overal om ons heen zien we de bewijzen. In de groei van het mensenkind, zowel lichamelijk als geestelijk, in het succes van het najagen van wat dan ook, in al ons werk en alles wat we bereikt hebben: het is onder de wet van de tijd en zijn onbegrijpelijke kracht dat wij ons leven doorbrengen.’

Maar hij gaat verder, hij vindt het in bijzonder van toepassing op ons geloof en onze omgang met God, want ook daar is Tijd de meester.
Tijd voor samenzijn met God, tot rust komen, opgebouwd worden, kracht ontvangen om tot zegen te kunnen zijn in Zijn dienst.
‘Alles onder die ene voorwaarde: dat wij voldoende tijd nemen om met God te zijn, opdat Zijn heiligheid met haar licht en warmte op ons kan schijnen en Hij ons deelnemers kan maken van Zijn Geest en Zijn leven. De essentie van religie (-persoonlijk gebruik ik liever het woord ‘Geloof’), ligt in de gedachte: Tijd met God.’

Eens deed tijd er niet toe en was het een vriend,
maar nu is hij een stille vijand, die onrust brengt en rooft.
Eens was tijd slechts een verschil tussen dag en nacht,
nu wordt onze vrede en vreugde vaak door hem gedoofd.

Eens was Tijd met God geen enkel probleem,
nu, worden we soms voor we er erg in hebben van berooft.
Eens genoten we van een leven in Zijn aanwezigheid,
nu hebben we door tijdsdruk vaak andere dingen aan ons hoofd. 


Keuze
Mijn tijden zijn in Uw hand, maar laat ook mijn tijd in Uw hand zijn.
De Waarde van Tijd, van onze Tijd, is zichtbaar in de keuzes die we maken en daarmee in de dingen die we wel of niet doen.
Waar we de meeste Tijd aan spenderen laat zien wat voor ons belangrijk is, en wat voor ons belangrijk is, daar zullen we makkelijker en vaak ook meer Tijd voor vrijmaken.
En Tijd vrijmaken doen we weer het snelst en het makkelijkst voor dingen die we leuk en fijn vinden.

Ja, Tijd is de heer van alle dingen geworden, daar kunnen we niet meer onderuit.
Werktijden, schooltijden, allerlei afspraken -persoonlijk als zakelijk, vrije tijd …, alles is ondergeschikt aan het begrip tijd.
Maar waar laten wij ons door leiden als het gaat om de indeling van onze Tijd?
Waar kiezen we voor?
Wat geeft ons rust, nieuwe moed en kracht, wat is in wezen het meest belangrijk?

Ooit was alles in evenwicht, ontspannen, in rust;
maar met de voortschrijdende tijd, raakt alles uit balans. 
Meer en meer maakt de mens haar eigen keuzes,
en het omgaan met de tijd is als een tomeloze dans.

Hoelang nog gaan we door, gaan we hierin mee?
hoever moet het komen eer we zeggen: tot hiertoe en niet verder.
Horen we nog te midden van alle drukte en hectiek
de zachte, vol verlangen klinkende stem van onze Herder?

Eens …
Maar wat ooit was, zal eens weer zijn, nee, meer en beter als toen.

‘De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad. Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen.’
Jesaja 60:19,20

‘Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.’
Openbaring 1:8

‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.’
Openbaring 21:1-5

‘En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.’
Openbaring 21:23

Eens maakt Hij alles nieuw,
voorbij is dan het gehaast en gejacht,
de onrust die zo verwart, en
alles wat ons zo berooft van Zijn kracht.

Eens maakt Hij alles nieuw,
voorbij is beheerst worden door tijd,
het kiezen, verscheurd worden;
eens zijn we van alle strijd bevrijd.

Eens maakt Hij alles nieuw,
het zal zijn als nooit eerder is geweest.
Leven in het licht van Zijn heerlijkheid
wordt een -nog niet te bevatten- feest.

Eens maakt Hij alles nieuw.
Maranatha, kom,
Heer Jezus kom!
De bruid wacht op haar Bruidegom.


Gods zegen van Liefde, Licht en Hoop voor de komende week.
Liefde, die ons hart en onze ziel verwarmt.
Licht, dat we zien gloren aan de horizon.
Hoop, op wat ons wacht.

Een liefdevolle groet,
Rita


Voor wie het vorige week gemist heeft of nog een keer wil lezen:
👉 Het verhaal: ‘Tactiek van de boze’


zondag 30 maart 2025

Week 14 - De Waarde van Tijd
Neem de Tijd ... (37)

'Mijn tijden zijn in Uw hand; …’
Psalm 31:16a


De kant die Murray opgaat met dit Bijbelvers, is geheel anders dan waar David op doelde, en toch ligt waar Murray heengaat in bepaalde zin ook opgesloten in deze woorden.
Als Murray de focus legt op ‘mijn tijd is in Uw hand’, ligt dat besloten in de zekerheid van het geloof en vertrouwen dat onze tijden -de tijd die we van Hem toe bedeeld krijgen op deze aarde, in Zijn hand ligt. 
Nadenken over de Kracht van Tijd, oftewel nadenken over ‘de Waarde van Tijd’, door stil te worden en de tijd te nemen om er eens over na te denken en jezelf belangrijke vragen voor te leggen.

‘Maar ik vertrouw op U, Heere.
Ik zeg: U bent mijn God!
Mijn tijden zijn in Uw hand; …’
Psalm 31:15,16a

Mijn tijden zijn in Uw hand; mijn Tijd is in Uw hand.


Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om eens na te denken
over het begrip ‘Tijd’.
Neem de tijd om eens stil te staan
bij wat het voor jou betekent en inhoudt.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en bekijk je dagen eens,
je agenda, waar je je tijd aan spendeert.
Neem de tijd, en vraag jezelf eens af:
Wat zou Jezus ervan zeggen?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd; durf eens rust te nemen
en stil te staan om je leven te bezien.
Neem de tijd en vraag jezelf eens af:
Is ook mijn Tijd in Zijn hand?

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

‘Mijn tijd is in Uw hand,
en behoort U toe
Gij alleen hebt het recht om hierin te bevelen.
Ik geef mijn tijd
geheel en met blijdschap aan U,
te Uwer beschikking.

Welk een machtige kracht kan de tijd uitwerken
indien geheel overgegeven aan God.’

Andrew Murray

Tijd is in wezen de heer van alle dingen geworden, en we zien dit terug in de geschiedenis en in alles om ons heen.
We willen steeds meer, er wordt steeds meer van ons verwacht, we vinden ook steeds meer dat we recht hebben op bepaalde dingen, en ondertussen raakt de tijd die we hebben te besteden meer en meer ingevuld door dit alles.

De tijd vliegt.
De tijd glipt door mijn vingers.
Waar blijft de tijd?
Het zijn allemaal uitdrukkingen die ons laten zien dat we de grip op tijd hebben verloren.
We willen het vaak niet, en soms denken we dat we nog steeds grip hebben op onze tijd, maar ik denk dat als we eens stil zouden gaan zitten en onze dag bekijken wat we nu eigenlijk allemaal hebben gedaan, dan konden we denk ik nog weleens heel erg schrikken van hoe we het hebben ingevuld.
En dan met name als we gaan kijken naar de plaats die we de Heer hierin hebben gegeven, de tijd om bij Hem te zijn, Zijn woord te lezen en overdenken, te bidden.


Ik moet met dit alles denken aan het verhaal op mijn andere Blog ‘Tactiek van de boze’.
Een verhaal dat laat zien hoe de boze ons heel subtiel bespeelt, een verhaal dat in mijn ogen niet meer alleen een verhaal is, maar helaas een werkelijkheid geworden realiteit.
Een stukje eruit:

‘Satan riep zijn dienaren van over de hele wereld bijeen voor een ontmoeting.
In zijn openingswoord tot zijn slechte engelen zei hij:
"Wij kunnen de christenen er niet van weerhouden naar de kerk te gaan.
We kunnen ze er niet van weerhouden hun Bijbel te lezen en de waarheid te leren kennen.
We kunnen ze er zelfs niet van weerhouden om behoudende waarden te hebben.
Maar, we kunnen wel wat anders doen.
Wij kunnen de christenen ervan weerhouden om een intieme, blijde ervaring in Christus te hebben.
Wij moeten oppassen, want als zij die verbinding met Jezus hebben, is onze macht over hen verbroken.
Dus, laat ze maar naar de kerk gaan en laat ze maar een behoudende levensstijl hebben, maar ... steel hun tijd ... zodat ze geen tijd voor een ervaring met Christus kunnen hebben."

Steel hun tijd!
Is dat niet wat steeds gebeurt?
Hetgeen we het hardste nodig hebben, wat het hardste nodig ís, wordt ons vaak als eerste geroofd, of is het: laten we ons als eerste roven.

Ik moet denken aan wat ik vorige week las in het boekje ‘Cappuccino’ van Max Lucado.
Over dat de tijd van een zandloper beperkt is, met daaraan de vraag verbonden waar we onze tijd aan besteden.
Hij noemde verschillende voorbeelden waar mensen ons voor vragen, en allemaal omdat net wij het zo goed kunnen, of er ervaring mee hebben, …
Hij noemt het ‘touwtrekken’, waarbij wij het touw zijn.
Allemaal goede dingen die gevraagd worden, kansen om iets goeds te doen en daarom vaak ook zo moeilijk om nee tegen te zeggen, waardoor we er toch (weer) over nadenken: moeten we …
Hij wijst erop dat aan de andere kant onze dierbaren staan, die geen brieven schrijven, of een afspraak maken, of aanbieden om onkosten te vergoeden.
Nee, ‘zij willen geen contact omdat je wat voor ze kunt doen. Ze willen jou om wie je bent.’
Hier stopt Lucado, maar mijn gedachten gingen direct door: Zo wil God geen contact met ons om wat wij voor Hem kunnen doen, maar Hij wil contact met ons om wie we zijn.
Het is niet verkeerd om allerlei goede dingen te doen, maar het kan en mag nooit ten koste gaan van onze relatie met Hem; het mag ons niet beroven van onze tijd met Hem.

Niet eerder was het aantal burn-outs zo hoog als in de huidige tijd.
Steeds meer wordt er van ons gevraagd en verwacht, maar ook leggen we de lat voor onszelf soms te hoog, of we willen teveel.
De tijd glipt ons door de vingers door alles wat we ‘moeten’ doen; steeds meer worden we geleefd door de tijd of je het nu wilt of niet, en het levert het bewijs dat het verhaal ‘Tactiek van de boze’ niet slechts een verhaal meer is, maar iets dat helaas waarheid geworden is.

"Laat ze maar bezig zijn met zielen winnen, maar stop hun leven zo vol met goede zaken, dat ze geen tijd meer hebben om de kracht van Christus te zoeken.
Weldra zullen ze dan werken in eigen kracht en hun gezondheid opofferen en hun familieband, en dat alles voor de goede zaak."

Prediker 3:1 zegt: ‘Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel’, maar … hebben wij ook een vaste plaats voor de Heer in onze agenda, of bekijken we per dag wel of we daar wat tijd voor overhouden?
Murray zegt ook in dit hoofdstukje: ‘het is onder de wet van de tijd en zijn onbegrijpelijke kracht dat wij ons leven doorbrengen’, en hij vindt dit in bijzonder van toepassing op ons geloof en onze omgang met God, want ook daar is tijd de meester.
Tijd voor samenzijn met God, tot rust komen, opgebouwd worden, kracht ontvangen om tot zegen te kunnen zijn in Zijn dienst, ‘opdat Zijn heiligheid met haar licht en warmte op ons kan schijnen en Hij ons deelnemers kan maken van Zijn Geest en Zijn leven.’ (-Murray)

Met het nadenken over deze dingen, moest ik denken aan wat er in het eerste gedeelte van Daniël 1:8 staat: ‘Daniël nu nam zich in zijn hart voor …’ en ik denk dat hier de sleutel ligt voor de keuzes die wij hebben te maken.
En dan niet ‘voornemen’ als in de ‘goede voornemens met Oud en Nieuw’, nee, voornemen in de zin van een besluit nemen.
Daniël besloot met heel zijn hart om God gehoorzaam te zijn ook al was hij nu aan het hof van een heidense koning.
Met heel je hart besluiten, een vast voornemen, er valt niet aan te tornen.

Wie heeft het voor het zeggen in ons leven?
Wat is het belangrijkste in ons leven?
Waar kiezen we voor?

Opnieuw kom ik terug bij Daniël, en denk aan het moment (Daniël 6:11) dat hij hoort van het uitgevaardigde bevel van de koning dat niemand aan iemand anders iets mocht vragen dan aan hem, en wat doet Daniël als hij hoort dat het bevel ondertekent is; hij gaat direct naar zijn huis, opent het raam richting Jeruzalem, knielt neer en gaat bidden tot God, drie keer per dag, zoals hij altijd had gedaan.
De straf die hem boven het hoofd hing, het in de leeuwenkuil geworpen worden bij overtreding, kon hem daar niet van weerhouden.
Hoe makkelijk en vaak laten wij ons weerhouden om tijd met God te nemen, om Bijbel te lezen, om te bidden, of voorbede te doen, omdat we in tijdnood komen, of eigenlijk te laat zijn, of er iets tussenkomt en het vervolgens te laat wordt, of …

Mijn tijden zijn in Uw hand, maar laat ook mijn tijd in Uw hand zijn.
De Waarde van Tijd, van onze Tijd, is zichtbaar in de keuzes die we maken en daarmee in de dingen die we wel of niet doen.
Waar we de meeste tijd aan spenderen laat zien wat voor ons belangrijk is, en wat voor ons belangrijk is, daar zullen we makkelijker en vaak ook méér tijd voor vrijmaken.
En tijd vrijmaken doen we weer het snelst en het makkelijkst voor dingen die we leuk en fijn vinden.

‘Daniël nu nam zich in zijn hart voor …’
‘Toen Daniël te weten kwam dat dit bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters in de richting van Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij voordien had gedaan.’

‘O mijn broeder, zuster, die klaagt dat overwerk,
of te veel ijver in de uitvoer van het werk,
uw geestelijke doelmatigheid hindert,
ziet u niet in dat als u slechts uw tijdrooster
zou willen onderwerpen aan de inspectie
door Christus en Zijn Heilige Geest,
u zou merken dat een nieuw leven
het uwe zou zijn als u het woord:
‘Mijn tijd is in Uw hand’
volledig geloofde
en dagelijks in praktijk zou brengen?’

Andrew Murray


Daniël nam in zijn hart voor!

In mijn hart voornemen als Daniël,
betekent iets vast besluiten.
Ik laat mij door niets afleiden,
ik ben door niets te stuiten.

In mijn hart voornemen als Daniël,
laat mijn hartsgesteldheid zien.
Waar mijn hart naar uitgaat,
wat belangrijk is, wie ik dien.

In mijn hart voornemen als Daniël,
getuigt van trouw en standvastigheid.
Hem eren en dienen is al wat telt,
in Zijn handen is dus ook mijn tijd.


Gods rijke en onmisbare zegen voor de nieuwe week die voor ons ligt.
Dat ons hart mag worden als dat van Daniël.


Een liefdevolle groet,
Rita