zondag 23 februari 2025

Week 9 - Beroving van Kracht om te Geloven ...
Neem de tijd ... (36)

Er zijn soms van die boeken die je verschillende keren kunt lezen, en waarbij er iedere keer weer iets anders is dat je aanspreekt.
Zo ook deze week weer; ik heb het zelfs nog even nagekeken in mijn andere Stille Tijdschrift, maar daar had ik zelfs niet eens het citaat in opgenomen waaruit de zin komt die mij deze keer zo bezighield.
Die ene zin waar het om gaat, is niet zo lang, maar om hem goed te kunnen begrijpen, neem ik even een groter gedeelte uit dit hoofdstukje over.
Maar eerst de Bijbeltekst die bij dit hoofdstukje hoort.

'Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.'
Johannes 20:29

‘Aan hen die niet zien en toch geloven,
eenvoudig, alleen, waarlijk, ten volle geloven in
wat Christus is en voor hen kan zijn op ieder moment,
heeft Hij beloofd dat Hij Zichzelf zal openbaren
en dat de Vader en Hij bij hen zullen komen en in hen wonen.*
Zijn we niet dikwijls geneigd geweest om
aan dit volledige leven van geloof te denken
als iets buiten ons bereikt?
Een dergelijke gedachte berooft ons van de kracht om te geloven.
Laten we ons wenden tot Christus’ Woord en dat vasthouden:
‘Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.’’

Andrew Murray

 … Een dergelijke gedachte berooft ons van de kracht om te geloven …

Nu is het niet zo zeer wat boven deze zin staat dat mij zo bezighield, maar wel dat er dus gedachten in ons kunnen opkomen, kunnen zijn, die ons geloof kunnen beroven van haar kracht.
Hoe vaak zijn er geen geloof-ondermijnende gedachten in ons hoofd zonder dat we ons daar maar bewust van zijn?
Hoe makkelijk zijn we soms niet geneigd om dingen maar te aanvaarden dat ze zijn zoals ze zijn, simpelweg omdat we niet (meer) kunnen geloven dat ze ooit nog zullen veranderen.

‘Ja, maar dat gold voor toen.’
‘Ja, dat gebeurt wel bij hem, maar niet bij mij.’
‘Ik heb maar een klein geloof.’
‘Ik ben nu eenmaal zo.’
‘Ik heb nu eenmaal geen goed voorbeeld gehad.’
‘Ik geloof er niet meer in.’
‘Ik geloof wel dat U alles kunt, maar …

Hoe vaak zijn verschillende van deze gedachten niet in mijn hoofd geweest de afgelopen jaren.
Hoe hebben ze mijn geloof en vertrouwen in de Heer toen niet ondermijnt en mij naar beneden getrokken en het dagelijkse leven zwaarder gemaakt.
En hoezeer liggen dit soort gedachten nu nog steeds niet op de loer om mij te bespringen op mijn meest kwetsbare momenten ...

En wat te denken van een opmerking als ‘Ik kan maar weinig voor je doen; ik kan alleen maar bidden’.
Hoe zeer ondermijnen we daarmee niet de kracht van gebed, als tegelijk ook ons geloof!
En misschien zijn er zo nog wel veel meer kleine of grotere gedachten die ons geloof ondermijnen.

Het nadenken over deze dingen deed mij ook weer beseffen hoeveel bijzondere dingen de Heer ook in mijn (en ons) leven heeft gedaan.
Verschillende daarvan heb ik dan ook opnieuw in mijn Stille Tijdschrift opgeschreven, want hoe erg is het eigenlijk wel niet, dat ik me door de andere dingen die gebeurden, mij soms (tijdelijk) liet beroven van de kostbare herinneringen aan de bijzondere en wonderlijke dingen die U ook hebt gedaan in mijn leven.
Welk een waarschuwing ligt hier gelijk niet in voor de tijd die nog voor mij -voor ons, ligt.
Het doet mij beseffen dat het belangrijk is om eens stil te staan en mezelf af te vragen, ja, om te bidden en Hem te vragen, welke gedachten er in mij zijn die mijn geloof van haar kracht berooft.

'Vangt ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, nu onze wijngaarden in bloei staan.'
Hooglied 2:15

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en vraag jezelf eens af:
zijn er in jou gedachten die
je geloof beroven van haar kracht?
Neem de tijd en schroom niet
om eens bij deze vraag stil te staan.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd en probeer eens te bedenken
welke gedachten het kunnen zijn die
je geloof kunnen ondermijnen.
Neem de tijd, het zal je geloof en relatie
met de Heer alleen maar ten goede komen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, want soms zijn dingen
zo gewoon geworden dat we
eventuele gevaren niet meer zien.
Neem de tijd; vraag de Heilige Geest
om je in dit alles te leiden.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

‘Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.'

Ik zie (nog) geen genezing, maar ik geloof dat U Jehova Rapha bent, de God Die geneest.
Er zijn allerlei onzekerheden, maar ik geloof dat U Jehova Jireh bent, de God Die voorziet.
Oorlogen woeden, rampen en ongelukken gebeuren, maar ik geloof dat U bent, El Shaddai, de Almachtige God en Jehova Shalom, de God van Vrede.
Soms lijkt het alsof U mij niet ziet, maar ik geloof dat U bent, El Roï, de God Die mij ziet.
Alles hier op aarde is vergankelijk, verdwijnt of gaat dood, maar ik geloof dat U bent, El Olam, de eeuwige God.

Maar ik geloof dat U bent …

Het is in de diepte dat God kan tonen Wie Hij is en voor ons wil zijn.
Het is door moeilijkheden heen dat we kunnen groeien in geloof en vertrouwen.
Het is in tijden van tegenspoed dat Hij ons nog dichter tot Zich wil trekken.
Het is in tijden van beproeving dat zichtbaar wordt hoe diep ons geloof geworteld is.
Het is goed om te beseffen, dat er geen bergtop is, zonder een diep dal.

Welke gedachte, of misschien wel welke woorden, beroven ons van de kracht om te geloven?
Misschien goed om eens met regelmaat bij stil te staan en samen met Hem naar te kijken.
Dat de woorden van het volgende gedichtje tot steun en bemoediging mogen zijn, ja, ook een reminder aan wat is en nog komt.

In tijden van tegenspoed,
of als het leven moeilijk is en zwaar,
houd vast aan Mijn Woord
als Ik zeg: Ik ben daar!

Als het duister je omringt,
er geen licht meer is aan de horizon,
vergeet dan niet dat Ik
het kwaad overwon!

Als er geen genezing komt,
en je dagen gevuld met moeite en pijn,
blijf zien op wat eens komen gaat,
op wat eens zal zijn!

Eens zal Ik alle tranen drogen,
komt er een nieuwe hemel en aarde.
Mijn kind, blijf geloven en vertrouwen
op wat Ik je in Mijn Woord openbaarde. 

Mag de Heere je zegenen met dat wat je nodig hebt aan Liefde, Geloof, Kracht, Moed, Hoop en Vertrouwen.

Een liefdevolle Groet,
Rita



'Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door Mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. 

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord bewaren en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. '

Johannes 14:21,23

2 opmerkingen:

  1. Dank je wel Rita, ik voel me blij met deze eerlijk, mooie, heldere, bemoedigende blog

    BeantwoordenVerwijderen