zondag 28 mei 2023

Week 22 - Wachten op God (1)
Neem de tijd ... (16)

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om elke dag weer
Zijn aangezicht te zoeken.
Neem de tijd, ook om stil te zijn
en op Hem te wachten.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, zodat Hij Zich
aan jou kan openbaren.
Neem de tijd, om Zijn wil te leren
en te ontvangen wat Hij wil geven.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, wordt stil en wacht,
ja, leer verwachtend wachten
Neem de tijd, opdat Zijn beloften
tot leven kunnen komen.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd, oefen je in een leven
van volledige afhankelijkheid van God.
Neem de tijd, net zo lang totdat je
kunt zeggen: U verwacht ik de hele dag.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd …

‘…, U verwacht ik de ganse dag.’
Psalm 25:5b

Murray zegt in dit hoofdstuk een aantal zeer indringende dingen over het Wachten op God; hoe belangrijk dit is, ja, dat het eigenlijk elke dag de houding van onze ziel zou moeten zijn waarmee we de dag beginnen.
Wachten op God.
Verwachtend.
Hij zegt zelfs dat in dit Wachten op God, we één van de diepste waarheden van Gods Woord met betrekking tot de ziel in haar gemeenschap met Hem, vinden.

Neem de tijd, o mijn ziel,
neem de tijd om elke dag weer
Zijn aangezicht te zoeken.
Neem de tijd, ook om stil te zijn
en op Hem te wachten.


‘Wacht op God.
Bedenk eens –
dat Hij Zich in ons kan openbaren;
dat Hij ons Zijn gehele wil kan leren;
dat Hij ons kan geven wat Hij beloofd heeft;
dat Hij in alles de oneindige God kan zijn.’

Andrew Murray

Als Murray zegt dat ‘Wachten op God’ de houding van onze ziel moet zijn waarmee we onze dag beginnen, trekt hij het in zijn aansluitende woorden door naar in alles de hele dag wachten.
Niet alleen bij het ontwaken, in de Binnenkamer en in de stille meditatie, maar ook in de uiting van onze gebeden van onze vurige verlangens en wensen, als ook tijdens ons dagelijks werk, in al ons streven (-ons proberen) naar gehoorzaamheid en heiligheid, en in al onze worstelingen tegen zonde en zelfzucht (egoïsme).
‘In alles moet er een Wachten op God zijn om te ontvangen wat Hij zal schenken, om te zien wat Hij zal doen, om Hem, als de Almachtige God, de eer te laten.’

Ik weet niet wat deze woorden met jou doen, in jou losmaken (schroom niet om het hieronder in een reactie te delen) maar bij mij maakten ze behoorlijk wat los, en dan het meest een groot verlangen naar het willen leren stil zijn en wachten, verwachtend wachten.
Iets, dat ik best heel lastig vind, want in mijn hoofd is het eigenlijk nooit stil.
Maar in de afgelopen twee weken dat ik hier mee bezig ben geweest, is het me ook wel duidelijk geworden dat ik hierin ontspannen mag zijn.
Het mezelf niet op moet leggen tot een verplichting, maar het een verlangen laten zijn om God te ontmoeten en naar wat Hij wil geven, en niet alleen op dat moment, maar gedurende de gehele dag.
Gewoon simpel beginnen door af en toe een moment te nemen om even stil te zijn met je hart en gedachten op Hem gericht, even schuilen, tot rust komen, rusten.


Nu lees ik nooit alleen het vers dat gegeven wordt in het Dagboek, altijd lees ik het hele gedeelte waar het uit komt, en dat bracht me deze keer dus naar de belangrijke beginwoorden van Psalm 25; woorden waarmee eigenlijk alles begint.

‘Tot U, Here, hef ik mijn ziel op;
mijn God, op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden,
laten mijn vijanden niet over mij juichen.
Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd,
beschaamd worden wie trouweloos handelen zonder oorzaak.

Here, maak mij Uw wegen bekend,
leer mij Uw paden,
leid mij in Uw waarheid en leer mij,
want Gij zijt de Gods mijns heils,
U verwacht ik de ganse dag.’

Hoe beginnen we onze dag?
En als we ons in de gezegende positie bevinden om tijd te hebben met Hem (-ik weet namelijk nog goed hoe het me maar niet lukte toen onze kinderen klein waren), is onze ziel dan wel echt tot Hem opgeheven?
Ik weet van mijzelf, dat met het bezig zijn met dit Dagboek, ik me pas goed bewust werd van het feit dat ik eigenlijk heel vaak ‘met de deur in huis vallend’ in Zijn aanwezigheid kwam.
Niets wachtend, niets verwachtend, maar als het ware binnenstormde voor Zijn troon en alles voor Hem, -over Hem, uitstortte.
Nu wil ik niet zeggen dat dat helemaal verkeerd was, dat geloof ik echt niet; ik hoef alleen maar naar de Psalmen te kijken om te weten hoe vaak David wel niet Zijn ziel uitstortte voor God.
Maar ik heb wel ontdekt, en ben daarin nu ook lerende, om eerst stil te worden, om me meer bewust te zijn tot Wíe ik nader.
Is dat ook niet wat doorklinkt in de woorden van David in deze Psalm?
‘Tot U, Here, hef ik mijn ziel op,
mijn God, op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden, …
Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd, …’

Tot U, Here, U de God die ik vertrouw, tot U hef ik mijn ziel op!
Vertrouw ik Degene tot wie ik mijn ziel ophef?
Verwacht ik alles van Hem?
Ben ik zo vol vertrouwen, dat ik zeker weet dat Hij mijn vertrouwen niet zal beschamen?
Geloof ik werkelijk, dat God is wie Hij zegt dat Hij is, en dat Hij doet wat Hij belooft?
Mag Hij de oneindige God zijn in alles in mijn leven?

'Here, maak mij Uw wegen bekend,
leer mij Uw paden,
leid mij in Uw waarheid en leer mij,
want Gij zijt de Gods mijns heils, …’

Ach, hoe vaak waren deze woorden niet mijn gebed, maar nam ik de tijd niet om ook maar te wachten op Zijn antwoord en hoe ongeduldig werd ik vaak niet als Zijn antwoord maar niet kwam.
En ik vraag me ook af hoe vaak, en hoeveel, ik wel niet tegengestribbeld heb met dat de Heer mij in Zijn waarheid wilde leiden en mij wilde leren.
En nee, met het in de verleden tijd schrijven van deze dingen wil ik niet zeggen dat het nu niet meer zo is, helaas, was het maar waar.
Maar door de bewustwording ervan kan er wel verandering komen, en dát is mijn grote verlangen.
Juist in deze tijd, in een wereld als waar we nu in leven, en met de dingen die te gebeuren staan, wil ik dit leren, want ik weet dat alleen Hij mij op de rechte weg, de eeuwige weg kan leiden en houden, mij Zijn wegen kan wijzen en leren te gaan, mij in Zijn waarheid houden en doen wandelen, als ook dat hierin mijn kracht ligt, want Hij is de God van mijn behoud!
En dan niet alleen in de stilte van een nieuwe dag, maar de gehele dag door!
'U verwacht ik de ganse dag!’, zegt David. 

In de morgen kom ik tot U
en hef mijn ziel naar U op,
want op U is mijn vertrouwen.
Van U wil ik ontvangen
al wat ik nodig heb voor die dag
om op U, mijn fundament, te bouwen.

In de morgen kom ik tot U
en hef mijn ziel naar U op, verlangend,
dat U mij de weg zult wijzen.
Leid mij, Heere, leer en onderwijs mij;
maak mij Uw wegen en waarheid bekend,
opdat ik U in de avond zal prijzen.

Het deed mij beseffen dat ‘wachten op God’ niet alleen maar een tijd is van stil zijn en afwachten, een soort van ‘passieve’ houding, maar ook van doen wat gedaan moet worden en gedurende de gehele dag alles van God daarin verwachten, dat Hij zal geven, zal leren, zal openbaren, dat Hij zal zijn gedurende de gehele dag die Hij zegt dat Hij is en geven wat Hij heeft beloofd.
Wat betekent dat ik gedurende de dag in alles wat ik mag doen, in alles wat er gebeurt, in alles dat op mij afkomt, Hem zal betrekken, Zijn aangezicht zal zoeken, Zijn wil, Zijn kracht, zijn aanwezigheid.
En bij elke nieuwe taak of bezigheid mijn ogen opsla naar boven, mijn hart op Hem richt, en Hem vraag of Hij het werk van mijn handen wil zegenen en uitwerken, en de benodigde kracht en wijsheid, ja, alles wat nodig is, wil geven.
Maar wat is dat moeilijk om te leren, om te doen, maar ik geloof met heel mijn hart dat het de moeite waard zal zijn!

Ik moest hierbij gelijk denken aan een blogje* dat ik begin dit jaar geschreven heb op mijn andere Blog ‘Into Your Hands’ over ‘Voortgaan van kracht tot Kracht’ (Ps. 84:8)
Nu weet ik best dat het voor de meesten van ons niet mogelijk is om onze dag in te delen en te leven als Joni dat doet, maar waar we ons ook bevinden en in welke situatie dan ook, niemand anders dan wijzelf, kan ons tegenhouden om onze ziel voor een ogenblik op te slaan naar de hemel; elk gebed, hoe kort ook, wordt door Hem gehoord!
Maar, hoe groot is ons -mijn- verlangen naar Hem, naar het ‘Voortgaan van Kracht tot kracht’; naar het volgen en gaan van Zijn wegen, Zijn waarheid en wil te leren?
Wil ik zien, wil ik horen, wil ik wel verwachten?
Mag Zijn Geest mij in alles leiden, wil ik alles ontvangen wat Hij mij wil geven?
Mag Hij álles in mijn leven doen wat is tot Zijn eer en heerlijkheid?

Open mijn ogen,
opdat ik Uw hand
in alles zie.

Open mijn oren,
opdat ik Uw stem
zal horen en verstaan.

Open mijn hart,
opdat ik U de gehele dag
zal verwachten.

Kom met Uw Geest, o Heer,
bewerk mijn ogen, oren en hart,
opdat mijn ziel alles van U
-en van U alleen, verwacht!

Raak mijn ziel aan met Uw Geest,
opdat ik kan ontvangen
al wat U mij wilt geven.

- Amen - 


Shalom en een heel gezegende week voor een ieder die hier meeleest.

Liefdevolle groet,
Rita


4 opmerkingen:

  1. Wat heb je het leren stil zijn en wachten, verwachtend wachten mooi beschreven. Het is een heel bemoedigend woord, en het gaat inderdaad ook heel diep. Vaak nemen we de tijd niet om te wachten, maar het is het waard en heel kostbaar! Dank je wel en een lieve zgengroet

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jij bedankt voor je lieve en bemoedigende reactie, Yvonne!
      Lieve zegengroet, terug van mij. 💖🙏🏻🙌🏻

      Verwijderen
  2. Dank je wel, voor je lieve en bemoedigende reactie, Yvonne!
    Het is één van satans grote wapens, zorgen dat mensen druk zijn en geen tot weinig tijd hebben voor de Heer, of om te wachten op Hem.
    Lieve zegengroet, ook voor jou!🙌🏻

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een heerlijk leven, in verwachting van Hem te leven... Daar hoef je, ook als je nog een jong gezin hebt niet veel tijd voor te hebben. Het is onze gezindheid. Op wie zijn wij gericht de dag door... Op Christus? Of onszelf? Tevens ook een strijd. Het is bidden en werken. Zo ervaar ik het althans. Het gaat door mijn worstelingen van egoïsme en zonden heen... Met de hulp door Zijn Geest en Woord.

    BeantwoordenVerwijderen