zondag 10 januari 2021

Week 2 - Op die dag ...

Dit lied kwam ongeveer drie weken nadat ik mijn moeder had begraven mijn leven binnen toen ik het moest gaan leren voor de begrafenis van iemand bij ons uit de gemeente; en och, wat raakte dit lied mij tot in het diepst van mijn ziel!
De eerste keer stroomden de tranen in volheid van mijn verdriet over mijn wangen, maar al snel was het alsof God Zelf mij troostte door dit lied heen, en de tranen van verdriet vermengden zich met tranen van vreugde, als ook met tranen van dankbaarheid door de troost en hoop die doorklinken in dit lied.En tot op de dag van vandaag doorstroomt dit lied mijn hart en ziel met intense vreugde en dankbaarheid om het vooruitzicht dat mij wacht.


   >> Op die dag (Opwekking 818)

 


   >> One day (Matt Redman)


Als er één Bijbeltekst is waar ik gelijk aan moet denken met dit lied dan is het wel het vers waar staat dat wij niet zijn als anderen die geen hoop hebben, want er klinkt immers zoveel hoop in dit lied door, en het is deze hoop die mij zo dankbaar en blij maakt; die mij optilt boven mijn verdriet uit.

1 Thessalonicenzen 4:13,14

‘Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen die geen hoop hebben.
Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.'

Voordat nu iemand denkt dat we geen verdriet mogen hebben, wil ik er op wijzen dat dat er niet staat.
Het vers spreekt over geen verdriet hebben zoals anderen die geen hoop hebben.
Ons verdriet is er dus weldegelijk en mag er ook echt zijn; het is niet minder, niet minder erg, niet minder groot, maar wel anders.
Waar mensen die de Here Jezus niet kennen wanhopig kunnen worden als een dierbare sterft, hoeft dat bij ons niet, want Gods woord verzekert ons hier dat we elkaar terug zullen zien!
En is daar ook nog zeer specifiek in!
Lees maar verder in de verzen 15-17:

‘Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan.
Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.
Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.’


Als ik de tekst van het lied erbij pak, zie ik dat het lied gebaseerd is op bovenstaand Bijbelgedeelte waar ik aan moest denken, maar het verwijst ook naar >> 1 Korinthe 15:50-57
Dit gedeelte spreekt over dat wij, zoals we zijn – mensen van vlees en bloed, Gods koninkrijk nooit kunnen binnen gaan, vergankelijk en onvergankelijk gaan immers niet samen.
Daarom zullen we allemaal in een oogwenk, zegt de Bijbel, veranderd worden als de Here Jezus terugkomt.
Onze vergankelijkheid zal bekleed worden met onvergankelijkheid, en onze sterfelijkheid met onsterfelijkheid, dan pas zijn we klaar om voor altijd in Zijn aanwezigheid te kunnen leven.
2 Korinthe 5:4 zegt het bijzonder mooi: ‘… het sterfelijke wordt door het leven verslonden.’ 
Verslonden, oftewel verzwolgen, verscheurd, gulzig opgegeten.
Het oude is voorbij, zie, het nieuwe is gekomen!

Wat een vooruitzicht hebben wij!
Met welk een hoop mogen wij dit leven leven!
Maar doen wij dit ook?


Ons verdriet kan overweldigend groot zijn door dingen die gebeuren, en niet alleen doordat wij dierbaren verliezen.
De eenzaamheid lijkt groter dan ooit.
Steeds meer zien we wanhoop om ons heen, en niet alleen wanhoop dat zich uit in verdriet, ik zie ook wanhoop in de dingen die mensen doen; in de opstandigheid, in de rebellie, in de ongehoorzaamheid.
Wanhoop en verdriet, die voortkomen uit het God verlaten hebben, uit het Hem niet willen vertrouwen, want als Hij een God van liefde was, dan …
Verdwenen is daarmee de rust, en vrede, de vreugde, de hoop.
De wereld heeft God nodig!
De mensheid heeft God nodig, al denkt zij van niet.

Welk een verantwoordelijkheid ligt er op onze schouders als kinderen van God.
Verantwoordelijkheid om Zijn Hoop te laten zien, om Jezus te laten zien door op Hem te vertrouwen; vertrouwen dat zich uit in rust en vrede, in vreugde en hoop in elke omstandigheid.
(Dit is een leerproces, laten we dat niet vergeten!)
Misschien niet eens zo zeer door onze woorden, als wel in onze daden, zodat mensen ‘jaloers’ op ons zullen worden door de rust en vrede, de vreugde en hoop die we uitstralen.
Laten we daarom dicht, heel dicht bij Hem blijven.

Het spreekwoord zegt: ‘Waar je mee omgaat, wordt je mee besmet.’
Dus hoe meer we dus met Hem omgaan, tijd doorbrengen met Hem, met Zijn Woord, hoe meer we met Hem zullen worden besmet, en Hem dus zullen weerspiegelen.
Laten we lichtende lichten worden die stralen in een wereld die steeds donkerder wordt; brengers van Hoop in de steeds dikker wordende duisternis.
Laten we te midden van al het verdriet en alle wanhoop getuigen zijn van de Hoop die in ons is, zodat zij die geen hoop meer hebben getrokken mogen worden tot Zijn wonderbaar licht en nieuwe Hoop zullen ontvangen.
Hoop op de dag waarop alles nieuw zal worden.
Hoop op dat eens alles volmaakt zal zijn.
Hoop op de nieuwe hemel en een nieuwe aarde die zullen komen, waar het gedaan zal zijn met elk verdriet, alle wanhoop en pijn, waar geen rouw meer zal zijn en ook geen tranen.
Hoop op het moment van oog in oog staan met Jezus, onze Verlosser en Zaligmaker.

Troost en Hoop

Soms, als ik door verdriet word overmand,
en mijn tranen maar stromen en stromen,
zoek ik mijn troost bij U, o Heer.
In gedachten leg ik mijn hoofd tegen U aan,
en laat mij troosten door Uw woorden
als U zegt: Eens zie je haar weer.

Wat een troost en hoop is er in het weten
dat het eens gedaan zal zijn met elke pijn,
met alle rouw, moeiten, zorgen en verdriet.
Wat een vreugde en vrede in het vooruitzicht
dat U eens alles nieuw zult maken, en
de tonen klinken van het overwinningslied.

Wat heb ik het nodig, Heer, om te bedenken
dat ik eens, herenigd met mijn geliefden,
voor altijd in Uw nabijheid mag zijn.
Wat heb ik het nodig om dit uit te spreken,
ja, ervan te zingen, opdat mijn hart en ziel
meer en meer op U gericht zullen zijn.

O, wat een vreugde zal dat wezen, Heer;
diepe dankbaarheid overspoelt mijn hart,
met het vooruitzicht oog in oog met U te staan.
Mijn Jezus, mijn Redder en mijn Verlosser,
door Wiens grote liefde en overvloedige genade,
ik straks de hemel mag binnengaan.

Mijn ziel zingt vol vreugde:
over alles wat nieuw wordt,
over verdwenen angst,
wanhoop, ziekte en pijn.
Over de heerlijkheid
van Zijn genade, en
over het voor eeuwig
bij Hem te mogen zijn!

Mijn ziel wordt opgericht,
met elk woord dat ik zing;
alsof de hemel even opent,
en toont wat komen gaat.
Mijn verlangen neemt toe
met iedere keer dat ik zing;
en steeds wezenlijker wordt
deze nieuwe Dageraad.

Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,

Rita

2 opmerkingen:

  1. Wat een troost(er) hebben wij Rita. En wat een vooruitzicht! Dank voor je mooie Blog en een knuffel stuur ik je want natuurlijk mis je je moeder.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel, Lieve Anne! ❤
      Zijn troost en het vooruitzicht houdt ons staande en doet ons moedig voort gaan.

      Verwijderen