zondag 6 juni 2021

Week 23 - En aan U is de eer en de lof

In de hemel is de Heer

Deze week een lied dat al even op mijn lijstje stond; een lied dat ik ook heel graag zing.
Het heet eigenlijk ‘In de hemel is de Heer’, maar om een reden die ik hieronder verder zal uitleggen, heb ik de titel voor deze keer veranderd in ‘En aan U is de eer en de lof, want U regeert!’


       >> In de hemel is de Heer – Louis Brittz - Zuid-Afrikaanse Versie
       >> Nederlandse tekst 

Psalm 104:1
‘… HEERE, mijn God, U bent zeer groot, U bent met majesteit en glorie bekleed.’

Hebreeën 7:26
‘Want zo'n Hogepriester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven.’

Psalm 29:4
‘De stem van de HEERE is vol kracht, de stem van de HEERE is vol glorie.’

1 Kronieken 29:12
‘Rijkdom en eer komen van voor Uw aangezicht, en U heerst over alles. In Uw hand is kracht en macht, …’

Hebreeën 4:12
‘Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.’

Psalm 57:11 & Psalm 100:5
‘Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemel, Uw trouw tot de wolken.’
‘… Zijn trouw van generatie op generatie.’

Openbaring 5:11
‘En ik zag, en hoorde een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren en van de ouderlingen. En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen.’

Openbaring 5:13
‘En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.’

Openbaring 4:3
'En Hij Die daar zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius. En er was een regenboog rondom de troon, die eruitzag als een smaragd.’

Openbaring 4:8-11
‘En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en vanbinnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt! wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.’

U wil ik loven!
Vanmorgen (zaterdag, 5 juni) was ik met mijn Stille Tijd aangekomen bij Psalm 57; een Psalm (lied) dat David schreef vanuit een grot, waar hij heen gevlucht was voor koning Saul.
Wiersbe (de schrijver van het dagboek dat ik dit jaar naast mijn Bijbel gebruik) legt vandaag daarbij de nadruk op de plaats van waaruit David schreef, en hoe hij dat kon doen.
‘Hoe kon David een grot tot zijn concertzaal maken?’

Wiersbe wijst ons op drie dingen, namelijk, dat David zich zeker wist van Gods bescherming, op het feit dat hij wist dat God alles zou voltooien en dat David zich alleen bekommerde om de eer van God.

Bescherming:
Vers 2 – ‘Wees mij genadig, o God, wees mij genadig, want mijn ziel heeft tot U de toevlucht genomen; ik neem mijn toevlucht onder de schaduw van Uw vleugels, totdat de rampen voorbij zijn gegaan.’
- God beschermt

Voltooien:
Vers 3 – ‘Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, Die Zijn werk aan mij voltooien zal.’
- Wij kunnen vaak (misschien wel meestal) niets aan dingen doen, maar God wel.

Gods eer:
Vers 6 – ‘Verhef U boven de hemel, o God; Uw eer zij over de hele aarde.’
- We hebben een keuze; waar richten we ons op.

Wiersbe geeft aan dat het enige dat er toe doet is, dat we ons bekommeren om de eer van God
Het gaat immers niet om onze eer, maar om de eer van God!
Maar daar moet ons hart dan wel toe bereid zijn, en dat is waar Wiersbe ook op wijst, namelijk vs. 8 waar David zegt:
‘Mijn hart is bereid, o God, mijn hart is bereid; ik zal zingen, ik zal psalmen zingen.’

Zijn  wij bereid om die keuze te maken ongeacht waar we ons bevinden?
Richten wij ons hart op onze omstandigheden, die misschien net zo duister, koud en kil zijn als de grot waar David zich in bevond, of richten we ons hart op hetgeen waar het in dit leven echt om draait, namelijk op de eer van God?
Het is soms inderdaad, zoals Wiersbe ook zegt, soms al moeilijk om in een tijd van zegeningen God te loven en te prijzen, dus het kost ons vaak nog meer om dit te doen in moeilijke tijden, maar het is wel waar God naar verlangt.
En zoals God voor David zorgt, zorgt Hij ook voor ons: Hij beschermt ons, en zal het ook voor ons voltooien!

Wiersbe eindigt de overdenking bij deze Psalm met de volgende woorden:
‘Neem vandaag de tijd om Hem te loven vanwege Zijn zorg!’
En zo werd het dit lied voor deze week, als ook even een keer een andere titel dan de oorspronkelijke.

Op U, Heer, richt ik mijn hart,
want U wil ik loven en prijzen.
Van Uw grote Naam wil ik zingen,
met heel mijn hart U eer bewijzen.

Ik prijs U om Uw grootheid, die
zoveel meer is dan ik bevatten kan.
Ik prijs U om Uw wijsheid, die
zichtbaar is in Uw reddingsplan.
Ik prijs U om Uw grote macht, dat 
niets, echt niets, onmogelijk voor U is.
Ik prijs U, de Alfa en Omega; U,
Die is, was en komt; zo zeker en gewis.

Ik prijs U om de bescherming, die
U mij iedere dag opnieuw geeft.
Ik prijs U om Uw trouw, waarmee
U generatie op generatie omgeeft.
Ik prijs U voor de liefdevolle zorg
waarmee U mij dagelijks omringt.
Ik prijs U, Heer, om wie U bent;
dat besef maakt dat mijn hart zingt.

Zo zing ik tot Uw grote eer,
prijs ik Uw grote en machtige Naam.
Laat de klanken zich vermengen
met die van al de engelen saam. 


Gods rijke zegen voor de komende week,
en een liefdevolle, en bemoedigende groet,
Rita

Geen opmerkingen:

Een reactie posten